Virginia Woolf, Renate Dorrestein, Somerset Maugham, Robert Burns, David Grossman, Alessandro Baricco, Vladimir Vysotsky, Eva Zeller, Daniel von Lohenstein

De Engelse schrijfster Virginia Woolf werd geboren op 25 januari 1882 te Londen. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: To the Lighthouse

“YES, OF COURSE, if it’s fine tomorrow,” said Mrs. Ramsay. “But you’ll have to be up with the lark,” she added.

To her son these words conveyed an extraordinary joy, as if it were settled, the expedition were bound to take place, and the wonder to which he had looked forward, for years and years it seemed, was, after a night’s darkness and a day’s sail, within touch. Since he belonged, even at the age of six, to that great clan which cannot keep this feeling separate from that, but must let future prospects, with their joys and sorrows, cloud what is actually at hand, since to such people even in earliest childhood any turn in the wheel of sensation has the power to crystallise and transfix the moment upon which its gloom or radiance rests, James Ramsay, sitting on the floor cutting out pictures from the illustrated catalogue of the Army and Navy Stores, endowed the picture of a refrigerator, as his mother spoke, with heavenly bliss. It was fringed with joy. The wheelbarrow, the lawnmower, the sound of poplar trees, leaves whitening before rain, rooks cawing, brooms knocking, dresses rustling- all these were so coloured and distinguished in his mind that he had already his private code, his secret language, though he appeared the image of stark and uncompromising severity, with his high forehead and his fierce blue eyes, impeccably candid and pure, frowning slightly at the sight of human frailty, so that his mother, watching him guide his scissors neatly round the refrigerator, imagined him all red and ermine on the Bench or directing a stern and momentous enterprise in some crisis of public affairs.”

 

Woolf

Virginia Woolf (25 januari 1882 – 28 maart 1941)

 

 

De Nederlandse schrijfster Renate Dorrestein werd geboren in Amsterdam op 25 januari 1954. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: Echt sexy

“Hallo!

Je zult zeggen, wie is daar, maar ik ben Fiebie Koolveld ik ben dertien ik ben voor niemand bang. Ik heb mijn nieuwe h&m-topje aan. Ik heb twee mobieltjes, een laptop, een Tom-

Tom en een Xbox. Allemaal van Johnny gekregen.

Ik ben Johnny’s mascotte. Ik breng hem geluk. Daarom woon ik bij hem in huis. We hebben een jacuzzi in de tuin, en een witte rat die Baby heet. Iedere ochtend als ik wakker word, denk ik meteen: Gaaf, ik ben nog steeds hier, bij Johnny.

Ken je Power unlimited, die nieuwe game? Waarin je tsunami’s en vulkaanuitbarstingen kunt veroorzaken, of juist verhinderen? Waarin je kunt voorkomen dat dieven de Wereldbank opblazen en er met al het goud vandoor gaan, of waarin je, als je daar meer van houdt, op aarde een nieuw virus in omloop kunt brengen waarvan iedereen binnen drie uur etterbuilen krijgt en dan rochelend doodgaat? Nou, Johnny is nog honderd keer beter dan Power unlimited.Maar nu moet ik opschieten, want het is al kwart overacht.

Op weg naar school kom ik drie keer die nieuwe poster tegen die sinds kort in de stad hangt. Je ziet hem overal. Er is een vrouw in een witte bikini op afgebeeld. Ze draagt hoge hakken en staat wijdbeens. Haar halfl ange blonde haar wappert in de wind. Haar ene hand rust uitdagend op haar heup, in de andere houdt ze een mobieltje. Ze kijkt je recht aan. Kom maar halen, zie je haar denken. Naast haar staat een klein meisje, nog niet eens groep één, lijkt me. Ze heeft hetzelfde blonde haar, ze draagt dezelfde blote bikini en ook zij steekt een telefoontje naar voren, in dezelfde stoere houding, met dezelfde verleidelijke blik.”

renate_dorrestein

Renate Dorrestein (Amsterdam, 25 januari 1954)

 

De Engelse schrijver William Somerset Maugham werd geboren in Parijs op 25 januari 1874. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

Uit: Of Human Bondage

“The day broke gray and dull.  The clouds hung heavily, and there was a rawness in the air that suggested snow.  A woman servant came into a room in which a child was sleeping and drew the curtains.  She glanced mechanically at the house opposite, a stucco house with a portico, and went to the child’s bed.

“Wake up, Philip,” she said.

She pulled down the bed-clothes, took him in her arms, and carried him downstairs.  He was only half awake.

“Your mother wants you,” she said.

She opened the door of a room on the floor below and took the child over to a bed in which a woman was lying.  It was his mother.  She stretched out her arms, and the child nestled by her side.  He did not ask why he had been awakened.  The woman kissed his eyes, and with thin, small hands felt the warm body through his white flannel nightgown.  She pressed him closer to herself.

“Are you sleepy, darling?” she said.

Her voice was so weak that it seemed to come already from a great distance.  The child did not answer, but smiled comfortably.  He was very happy in the large, warm bed, with those soft arms about him.  He tried to make himself smaller still as he cuddled up against his mother, and he kissed her sleepily.  In a moment he closed his eyes and was fast asleep.  The doctor came forwards and stood by the bed-side.

“Oh, don’t take him away yet,” she moaned.

The doctor, without answering, looked at her gravely.  Knowing she would not be allowed to keep the child much longer, the woman kissed him again; and she passed her hand down his body till she came to his feet; she held the right foot in her hand and felt the five small toes; and then slowly passed her hand over the left one.  She gave a sob.

“What’s the matter?” said the doctor.  “You’re tired.”

She shook her head, unable to speak, and the tears rolled down her cheeks.  The doctor bent down.

“Let me take him.”

She was too weak to resist his wish, and she gave the child up.  The doctor handed him back to his nurse.

“You’d better put him back in his own bed.”

“Very well, sir.”  The little boy, still sleeping, was taken away.  His mother sobbed now broken-heartedly.

“What will happen to him, poor child?”

The monthly nurse tried to quiet her, and presently, from exhaustion, the crying ceased.  The doctor walked to a table on the other side of the room, upon which, under a towel, lay the body of a still-born child.  He lifted the towel and looked.  He was hidden from the bed by a screen, but the woman guessed what he was doing.

“Was it a girl or a boy?” she whispered to the nurse.

“Another boy.”

 

Maugham

William Somerset Maugham (25 januari 1874 – 16 december 1965)

 

De Schotse dichter Robert Burns werd geboren op 25 januari 1759 in Alloway, Ayrshire. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

A Man’s A Man For A’ That

Is there for honest Poverty
That hings his head, an’ a’ that;
The coward slave-we pass him by,
We dare be poor for a’ that!
For a’ that, an’ a’ that.
Our toils obscure an’ a’ that,
The rank is but the guinea’s stamp,
The Man’s the gowd for a’ that.

What though on hamely fare we dine,
Wear hoddin grey, an’ a that;
Gie fools their silks, and knaves their wine;
A Man’s a Man for a’ that:
For a’ that, and a’ that,
Their tinsel show, an’ a’ that;
The honest man, tho’
e’er sae poor,
Is king o’ men for a’ that.

Ye see yon birkie, ca’d a lord,
Wha struts, an’ stares, an’ a’ that;
Tho’ hundreds worship at his word,
He’s but a
coof for a’ that:
For a’ that, an’ a’ that,
His ribband, star, an’ a’ that:
The man o’ independent mind
He looks an’ laughs at a’ that.

A prince can mak a belted knight,
A marquis, duke, an’ a’ that;
But an honest man’s abon his might,
Gude faith, he maunna fa’ that!

 

Burns

Robert Burns (25 januari 1759 – 21 juli 1796)

 

De Israëlische schrijver David Grossman werd geboren op 25 januari 1954 in Jeruzalem. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

Uit: De stem van Tamar

 

Er draaft een hond door de straten en een jongen rent achter hem aan. Ze zijn met elkaar verbonden door een lang touw dat verstrikt raakt in de voeten van de voorbijgangers, die mopperen en boos worden, terwijl de jongen steeds maar ‘Sorry, sorry,’ mompelt en tussen het gesorry door ‘Stop!’ en ‘Hier!’ roept tegen de hond, en één keertje, pijnlijk genoeg, een onwillekeurig ‘Hu!’ En de hond blijft maar hollen.
Hij schiet vooruit, steekt de drukke straten over, vliegt door het rode licht, en de jongen ziet de gouden vacht tussen de benen van de voorbijgangers verdwijnen en weer tevoorschijn komen, als een geheim signaal. ‘Niet zo hard,’ schreeuwt hij. Wist ik maar hoe die hond heet, denkt hij bij zichzelf, dan kon ik hem bij zijn naam roepen en zou hij misschien stoppen of op z’n minst vaart minderen, maar ik voel aan mijn water dat de hond ook in dat geval zou blijven rennen, zelfs als het touw om zijn nek zo strak komt te zitten dat hij geen adem meer krijgt, dan nóg blijft hij doorrennen tot hij de plek bereikt waar hij zo nodig heen moet, dus hoe eerder, hoe beter, dan ben ik van hem af.
Dit alles gebeurt op een ongelegen moment. De jongen, die Assaf heet, holt voort, maar zijn gedachten raken ver achter hem in de war. Hij wil ze uit zijn hoofd zetten, hij moet zich op de hond concentreren, maar de gedachten slepen achter hem aan als een sliert rammelende blikjes. Het blikje van de reis van zijn ouders bijvoorbeeld. Die bevinden zich op dit moment ergens boven de oceaan, voor het eerst van hun leven in een vliegtuig, maar waarom moesten ze ineens zo nodig weg? Of het blik van zijn oudere zus, waar hij niet eens aan durft te denken, want daar kan alleen maar ellende van komen. En er zijn er nog meer, kleine en grote blikjes, en ze rammelen en botsen tegen elkaar aan, met aan het eind het blikje dat hij al twee weken met zich meesleept, dat hem gek maakt met zijn blikkerige geluid, dat heel hard schreeuwt dat Assaf nu eindelijk eens goed verliefd moet worden op Daffi, want hoe lang wilde hij nog wachten? En Assaf weet dat hij even moet stoppen om die irritante sliert met blikjes op orde te brengen, maar de hond heeft andere plannen.”

 

Grossmann

David Grossman (Jeruzalem, 25 januari 1954)

 

De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco werd geboren op 25 januari 1958 in Turijn. Zie ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

Uit: Without Blood

 

The old farmhouse of Mato Rujo stood blankly in the countryside, carved in black against the evening light, the only stain in the empty outline of the plain.

The four men arrived in an old Mercedes. The road was pitted and dry–a mean road of the countryside. From the farmhouse, Manuel Roca saw them.

He went to the window. First he saw the column of dust rising against the corn. Then he heard the sound of the engine. No one had a car anymore, around here. Manuel Roca knew it. He saw the Mercedes emerge in the distance and disappear behind a line of oaks. Then he stopped looking.

He returned to the table and placed a hand on his daughter’s head. Get up, he told her. He took a key from his pocket, put it on the table, and nodded at his son. Yes, the son said. They were children, just two children.

At the crossroads where the stream ran the old Mercedes did not turn off to the farmhouse but continued toward Alvarez instead. The four men traveled in silence. The one driving had on a sort of uniform. The other sitting in front wore a cream-colored suit. Pressed. He was smoking a French cigarette. Slow down, he said.

 

Manuel Roca heard the sound fade into the distance toward Alvarez. Who do they think they’re fooling? he thought. He saw his son come back into the room with a gun in his hand and another under his arm. Put them there, he said. Then he turned to his daughter. Come, Nina. Don’t be afraid. Come here.

The well-dressed man put out his cigarette on the dashboard of the Mercedes, then told the one who was driving to stop. This is good, here, he said. And shut off that infernal engine. He heard
the slide of the hand brake, like a chain falling into a well. Then nothing. It was as if the countryside had been swallowed up in an unalterable silence.”

 

baricco

Alessandro Baricco (Turijn, 25 januari 1958)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 25 januari 2007.

 

De Russische zanger, acteur en dichter Vladimir Semjonovitsj Vysotsky werd geboren op 25 januari 1938 in Moskou.

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Zeller werd geboren op 25 januari 1923 in Eberswalde.

 
De Duitse dichter Daniel Caspar von Lohenstein werd geboren op 25 januari 1635 in Nimptsch, in Silezië.

 

Virginia Woolf, Renate Dorrestein, William Somerset Maugham, Robert Burns, Vladimir Vysotsky, Eva Zeller, Daniel Caspar von Lohenstein, David Grossman, Alessandro Baricco

De Engelse schrijfster Virginia Woolf werd als Adeline Virginia Stephen geboren op 25 januari 1882 te Londen, in een klassiek Victoriaans gezin. Na de dood van haar moeder in 1895 maakte ze de eerste van diverse zenuwinzinkingen door. In 1905 maakte ze van schrijven haar beroep. Aanvankelijk schreef ze voor het Times Literary Supplement. In 1912 trouwde ze met Leonard Woolf, een ambtenaar en politicoloog. Haar eerste boek, The Voyage Out, kwam uit in 1915. Ze publiceerde romans en essays, en had zowel bij de literaire kritiek als het grote publiek succes. Veel van haar werk gaf ze zelf uit via de uitgeverij Hogarth Press. Op 28 maart 1941 pleegde Woolf zelfmoord door haar zakken te vullen met stenen, en zich te verdrinken in de rivier de Ouse nabij haar huis in Rodmell (Sussex).

 

Uit: A room of one’s own

 

“But, you may say, we asked you to speak about women and fiction—what, has that got to do with a room of one’s own? I will try to explain. When you asked me to speak about women and fiction I sat down on the banks of a river and began to wonder what the words meant. They might mean simply a few remarks about Fanny Burney; a few more about Jane Austen; a tribute to the Brontës and a sketch of Haworth Parsonage under snow; some witticisms if possible about Miss Mitford; a respectful allusion to George Eliot; a reference to Mrs Gaskell and one would have done. But at second sight the words seemed not so simple. The title women and fiction might mean, and you may have meant it to mean, women and what they are like, or it might mean women and the fiction that they write; or it might mean women and the fiction that is written about them, or it might mean that somehow all three are inextricably mixed together and you want me to consider them in that light. But when I began to consider the subject in this last way, which seemed the most interesting, I soon saw that it had one fatal drawback. I should never be able to come to a conclusion. I should never be able to fulfil what is, I understand, the first duty of a lecturer to hand you after an hour’s discourse a nugget of pure truth to wrap up between the pages of your notebooks and keep on the mantelpiece for ever.”

 

Woolf

Virginia Woolf (25 januari 1882 – 28 maart 1941)

 

De Nederlandse schrijfster Renate Dorrestein werd geboren in Amsterdam op 25 januari 1954. Als romancier debuteerde Dorrestein in 1983 met Buitenstaanders, daarvoor was ze al bekend van haar columns in onder andere Opzij. In 1993 ontving ze de Annie Romeinprijs voor haar hele werk. Verder kreeg ze voor Een sterke man een nominatie voor de Libris Literatuurprijs, en een nominatie voor de Publieksprijs voor Een hart van steen. In 2002 werd Zonder genade genomineerd voor de AKO Literatuur Prijs. Ook kreeg ze twee internationale nominaties. In 1997 schreef ze op uitnodiging van de CPNB het Boekenweekgeschenk onder de titel Want dit is mijn lichaam.

Uit: Een hart van steen

“We waren al met z’n vieren toen Ida werd geboren, in een ongewoon koude zomernacht. Dankzij de bijna volle maan was het om twee uur nog zo licht dat we de sproeten op elkaars neus konden tellen. We waren vastbesloten wakker te blijven totdat we de eerste kreet van de nieuwe baby hadden gehoord.
We hadden chips en cola meegenomen naar onze slaapkamer op zolder en onze warmste flanellen p
yjama’s aangetrokken.

Ik had het me met een stapel kussens gemakkelijk gemaakt op Kesters bed. Om de tijd te doden lazen hij en ik samen een Batman-strip. Hij porde me zachtjes in mijn zij als ik de pagina moest omslaan. Onze zuster Billie zat op haar vaste plek voor de spiegel die naast de kleerkast hing en knipte met een nagelschaartje geconcentreerd de gespleten punten uit haar lange zwarte haren. En Carlos stond van opwinding rechtop in zijn ledikant te zingen, slaapdronken, zijn buikje bolde over zijn afgezakte slaapluier heen. We noemden hem Carlos omdat hij als baby als twee druppels water had geleken op die bonenstaak van Engeland, prins Charles.”

 

Dorrestein

Renate Dorrestein (Amsterdam, 25 januari 1954)

 

De Engelse schrijver William Somerset Maugham werd geboren in Parijs op 25 januari 1874 en groeide op in Frankrijk. Na het overlijden van zijn ouders haalde zijn familie hem naar Kent en plaatste hem intern op de King’s School in Canterbury. In 1914, tijdens de Eerste Wereldoorlog, zette hij zich een periode praktisch in voor het Rode Kruis in Frankrijk. Als geheim agent voor de Britse Geheime Dienst werkte hij in Genève en in Petrograd, waar hij betrokken was bij pogingen de uitbraak van de Russische Revolutie tegen te houden. Later schreef hij over deze ervaringen verschillende verhalen. Maugham trouwde met zijn maîtresse, de in die tijd bekende binnenhuisarchitecte Maud Gwendolen Syrie Barnardo. Het grootste deel van hun huwelijk bleven William en Syrië echter apart wonen. Sommigen menen dat Maugham wellicht homoseksueel was, maar daar niet voor wilde uitkomen uit angst voor wat collega-auteur Oscar Wilde was overkomen (gevangenschap). Zeker is dat Maugham vanwege die gebeurtenissen angstvallig vermeed het thema homoseksualiteit in zijn stukken te verwerken. Een complicerende factor in zijn huwelijk was mogelijk zijn vriendschap met de jonge en extraverte Amerikaan Gerald Haxton. Tijdens Maughams vele reizen die hij vanaf 1914 ondernam was hij vaak in gezelschap van zijn kompaan. Tot diens dood in 1944 zouden ze samen blijven reizen. Na een turbulent huwelijk scheidden William en Syrie in 1928. In 1940 wachtte Maugham het verloop van de oorlog niet af en vluchtte vanuit Frankrijk per boot naar de Verenigde Staten, waar hij de oorlog rustig uitzat. In 1944 overleed Gerald Haxton. Maugham keerde na de oorlog naar Frankrijk terug in gezelschap van Alan Searle. In 1946 riep hij de Somerset Maugham Award in het leven, een prijs die jonge schrijvers in staat stelde te reizen.

 

Uit: The Magician

 

 “Arthur Burdon and Dr Porhoët walked in silence. They had lunched at a restaurant in the Boulevard Saint Michel, and were sauntering now in the gardens of the Luxembourg. Dr Porhoët walked with stooping shoulders, his hands behind him. He beheld the scene with the eyes of the many painters who have sought by means of the most charming garden in Paris to express their sense of beauty. The grass was scattered with the fallen leaves, but their wan decay little served to give a touch of nature to the artifice of all besides. The trees were neatly surrounded by bushes, and the bushes by trim beds of flowers. But the trees grew without abandonment, as though conscious of the decorative scheme they helped to form. It was autumn, and some were leafless already. Many of the flowers were withered. The formal garden reminded one of a light woman, no longer young, who sought, with faded finery, with powder and paint, to make a brave show of despair. It had those false, difficult smiles of uneasy gaiety, and the pitiful graces which attempt a fascination that the hurrying years have rendered vain.”

 

Somerset

William Somerset Maugham (25 januari 1874 – 16 december 1965)

 

Robert Burns is de bekendste dichter die in het Schots (het Engels-schotse dialect, niet de Keltisch schotse taal) geschreven heeft. Zijn gedicht Auld Lang Syne wordt in Engelssprekende gebieden vaak gezongen bij de overgang naar het nieuwe jaar. Hij werd geboren op 25 januari 1759 in Alloway, Ayrshire, Schotland in een arme boerenfamilie. Zijn ouders zorgden ervoor dat hij een goede opleiding kreeg toen hij jong was. Hij begon met het schrijven van poëzie in 1783, en gebruikte een traditionele stijl en het Ayrshire dialect van het Schots. De gedichten werden lokaal goed ontvangen, en werden in 1786 onder de naam Poems, Chiefly in the Scottish dialect uitgegeven door een drukkerij in Kilmarnock. Hierdoor werd hij beroemd in Schotland en als gevolg hiervan bracht hij een aantal jaren door in Edinburgh. Maar zijn faam bracht verder geen geld met zich mee, en hij zag zich genoodzaakt terug te gaan naar de boerderij. Maar ook dat bleek niet winstgevend te zijn, en in 1789 ging hij voor de regering werken op de afdeling Douane en Heffingen.

 

Auld Lang Syne 

(fragment)

 

Should auld acquaintance be forgot,
And never brought to mind?
Should auld acquaintance be forgot,
And auld lang syne!

Chorus.-For auld lang syne, my dear,
For auld lang syne.
We’ll tak a cup o’ kindness yet,
For auld lang syne.

And surely ye’ll be your pint stowp!
And surely I’ll be mine!
And we’ll tak a cup o’kindness yet,
For auld lang syne.
For auld, &c.

 

 

 

The Parting Kiss

Humid seal of soft affections,
Tenderest pledge of future bliss,
Dearest tie of young connections,
Love’s first snowdrop, virgin kiss!

Speaking silence, dumb confession,
Passion’s birth, and infant’s play,
Dove-like fondness, chaste concession,
Glowing dawn of future day!

Sorrowing joy, Adieu’s last action,
(Lingering lips must now disjoin),
What words can ever speak affection
So thrilling and sincere as thine!

 

Burns

Robert Burns (25 januari 1759 – 21 juli 1796)

 

Vladmir Semjonovitsj Vysotsky was een Russische zanger, acteur en dichter, immens populair in de voormalige Sovjet-Unie. Hij werd geboren op 25 januari 1938. Hij heeft meer dan 600 liederen geschreven over onderwerpen als alcoholisme, de oorlog, sport, het gekkenhuis, de ochtendgymnastiek, prostitutie, geruchten en politie. Een enkel nummer is uit de naam van een voorwerp geschreven, zoals de belevenissen van een microfoon of een oorlogsvliegtuig. Hij hoorde bij geen enkele vereniging en was derhalve officieel geen dichter en geen zanger. Zichzelf noemde hij een dichter die zijn gedichten met een gitaar opvoerde. Hij onderscheidde serieuze liederen en de zgn. “grapliederen”, die overigens vaak een moraal bevatten.

Das kotzt mich an

Zum Selbstmord lasse ich mich nicht verleiten,
vom Tod zu singen bin ich auch nicht scharf.
Zuwider sind mir jene Jammerzeiten,
wenn man malade ist, nicht saufen darf.

Zutraulichkeit erweckt nicht mein Vertrauen.
Von Zynikern im amtlichen Talar
laß ich mir ungern in die Karten schauen,
von Schnüfflern lesen meine Briefe gar.

Ich lasse mir nicht gern das Maul verschließen,
schweig nicht, wenn man im Satz mich unterbricht.
Nur ungern laß ich mich von vorn erschießen,
doch auch von hinten lieb ich so was nicht.

So wie ich Tratsch in allen Formen hasse,
empfind ich Ehrennadeln nur als Stich,
als kratz’ ein Messer über Glas, als lasse
ich streicheln mir das Fell gegen den Strich.

Da ich nicht satte Sicherheit begehre,
mag’s sein, daß meine Bremse mal versagt,
wenn man den wahren Sinn des Wortes »Ehre«
vergißt, verfälscht und zu beschmutzen wagt.

Für Demutstypen mit gebrochnen Flügeln
fühl ich zu Recht niemals Barmherzigkeit.
Gewaltlos ist Gewalt zwar nicht zu zügeln,
doch mir ist’s gleich … nur Christus tut mir leid.

Als miesen Feigling würde ich mich hassen,
ließe ich zu, daß man Unschuldige schlägt.
Von keinem möcht ich mich lobhudeln lassen,
der sonst auf Menschlichkeit zu spucken pflegt.

Der ewige Zirkus, wo wie Seifenblasen
Versprechen platzen, juble, wer da kann.
Große Veränderungen? – Nichts als Phrasen.
Das alles mag ich nicht, das kotzt mich an.

Vertaald door  Martin Remane

Vladimir

Vladimir Semjonovitsj Vysotsky (25 januari 1938 – 25 juli 1980)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Zeller werd geboren op 25 januari 1923 in Eberswalde. Zij studeerde germanistiek en filosofie en woont tegenwoordig in Berlijn. Zij is voor haar werk meerdere keren bekroond. Zij is lid van de Deutsche Akademie für Sprache und Dichtung en de Akademie der Wissenschaften und der Literatur

unterwegs

in letzter Zeit
will ich abwärtsfließende
Rolltreppen hochlaufen
und wildfremde Leute
nach dem Weg fragen
Wenn mir das
nochmal passiert…

Unterwegs fällt es mir
siedend heiß auf die Seele
daß in meiner Wohnung
ein Kabel durchschmort
und ich sowieso
im falschen Zug sitze
Wo komme ich hin

Auf jedem Bahnsteig
hole ich mich ab
falle mir um den Hals
und sage: Schön
daß du da bist
ich dachte schon
du bist verloren-
gegangen.

Zeller

Eva Zeller (Eberswalde,  25 januari 1923)

                 

De Duitse dichter Daniel Caspar von Lohenstein werd geboren op 25 januari 1635 in Nimptsch, in Silezië. Hij was jurist, diplomaat en een van de belangrijkste dichters uit de Silezische Barok.

Denn lieben ist nichts mehr / als eine schifferey

Denn lieben ist nichts mehr / als eine schifferey /
Das schiff ist unser hertz / den seilen kommen bey
Die sinnverwirrungen. Das meer ist unser leben /
Die liebeswellen sind die angst / in der wir schweben /
Die segel / wo hinein bläst der begierden wind /
Ist der gedancken tuch. Verlangen / hoffnung sind
Die ancker. Der magnet ist schönheit. Unser strudel
Sind Bathseben. Der weun und überfluß die rudel.
Der stern / nach welchem man die steiffen seegel lenckt /
Ist ein benelckter mund. Der port / wohin man denckt /
Ist eine schöne Frau. Die ufer sind die brüste.
Die anfahrt ist ein kuß. Der zielzweck /süsse lüste.
Wird aber hier umwölckt / durch blinder brünste rauch /
Die sonne der vernunfft / so folgt der schiffbruch auch /
Der seelen untergang / und der verderb des leibes:
Denn beyde tödtet uns der lustbrauch eines weibes.

 

Lohenstein

Daniel Caspar von Lohenstein  (25 januari 1635 – 28 april 1683)

 

De Israëlische schrijver David Grossman werd geboren op 25 januari 1954 in Jeruzalem. Hij studeerde filosofie en theaterwetenschappen aan de universiteit aldaar. Hij schrijft romans, kinder- en jeugdboeken en uitte zich in verschillende boeken kritisch over de Palestijnse kwestie. Grossmann verlangde ook samen met andere schrijvers in augustus 2006 een onmiddellijk stoppen van de strijd in Libanon. Enkele dagen later, op 12 augustus 2006 werd zijn zoon Uri in Zuidlibanon gedood toen diens pantservoertuig door een raket werd getroffen.

Uit: Das Gedächtnis der Haut

„Auch wenn, wie es Rotem am Ende der Geschichte klar wird, ihr Text kein einziges Körnchen Wahrheit enthält, sich alles anders abgespielt hat und ihre Erzählung nichts als ein Haufen Illusionen, Irrtümer und Phantasmagorien enthält, dann macht das nichts. Denn dies ist nun ihr Platz geworden, in dieser Welt hat sie sich eingerichtet, dies ist ihr Heim. Geborgen hat sie sich bei ihrer Mutter nie gefühlt. Diese Geschichte ist nun ihr Refugium, ihr Heim. Und mit diesem Gefühl kann ich mich sehr gut identifizieren: je unerträglicher die Welt wird, je unentzifferbarer, je grausamer, je mehr ich von Informationen, die für mich völlig irrelevant sind, von Fakten und Gegebenheiten überflutet werde, gegen die ich mich nur sehr mühevoll wehren kann, für die ich so viel Energie aufwenden muß, um mich ihnen anzupassen, desto stärker wird für mich der Text, meine Erzählung, das Buch, an dem ich gerade schreibe zu meinem Heim, dies ist der wichtigste Ort für mich. Ein Ort, den ich nach zwei, drei Jahren Arbeit verlassen kann, wo ich die Menschen kenne, ihre Charaktere verstehe, eine Welt, deren Logik ich verstehe, dies ist mein Heim.“

 

Grossman

David Grossman (Jeruzalem, 25 januari 1954)

 

De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco werd geboren op 25 januari 1958 in Turijn. Hij studeerde fikosofie en muziekwetenschappen. Tien jaar lang werkte hij als muziek recensent voor Italiaanse dagbladen. In 1995 ontving hij de Franse literatuurprijs Prix Médicis (étranger). Hij doceert creatief schrijven en de door hem opgerichte Scuola Holden in Turijn. Werk o.a.: Oceano Mare (1993), Novecento (1994), City (2000)

Uit: Land van glas (1991)

“Een geopend boek betekent altijd aanwezigheid van een lafaard – je ogen gekluisterd aan die regels om je blik niet te laten stelen door de brandende wereld – de woorden die één voor één het geraas van de wereld door een ondoorzichtige trechter drukken zodat het in glazen vormpjes wordt gegoten die men boeken noemt – de geraffineerdste manier om je terug te trekken, dat is de waarheid. Een rotstreek. Maar wel: heel teder. Dat is belangrijk, en dat moet altijd worden onthouden, en overgeleverd, beetje bij beetje, van zieke op zieke, als een geheim, het geheim, zodat het nooit verloren gaat door iemands ontkenning of door iemands kracht, zodat het altijd zal overleven in het geheugen van tenminste één uitgeputte ziel, en daar zal klinken als een vonnis dat iedereen tot zwijgen kan brengen: lezen is een heel tedere rotstreek.”

barrico

Alessandro Baricco (Turijn, 25 januari 1958)