Een vader (Hester Knibbe), Silke Scheuermann, Olivier Guez

 

Bij Vaderdag

 


Vader en zoon door Amalya Nane Tumanian, 2024

 

Een vader

Beland op zoiets als een eiland alleen
zoekt ze zich iemand. Neemt dan

bijvoorbeeld de man die van zee komt,
ontvangt en bedient hem en als hij dan

gaat, richt ze een hier voor hem in voor
als hij terugkeert, als ze weer wil. Wachten

maakt deel van haar lijf uit voortaan en
denken hoe was hij, wier aan zijn voeten
in zijn handen een net – Hij is het! Zo

worden goden gevonden door vrouwen, zij
bouwen een altaar, brengen hun zonen,
dochters erheen en zeggen: je vader.

 


Hester Knibbe (Harderwijk, 6 januari 1946)
Vischmarkt en Vischpoort, Harderwijk

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Die Namen der Sünde

Ob Eva, als sie ihren Körper streckte,
um nach der verbotenen Frucht
zu langen, sie ergriff, ansah,
ob sie da wohl schon zu eingenommen war
von der Süße, zu beschäftigt,
alle Früchte zu benennen —
Cox Orange, Alkmene,
Summerred, Discovery —,
um ein schlechtes Gewissen zu haben?
Als ob sie die Früchte ernten könnte
und den Garten vergessen?

 

Buchstabieren wir
Unschuld noch einmal neu

Manchmal frage ich mich, ob Eva 
gerne gewusst hätte, was wir
aus ihren Äpfeln alles machen,
nachdem wir uns das Pflücken trauen,
weil der Schaden ja ohnedies schon
angerichtet ist: Wir schälen
sie und kochen sie ein.
Wir machen Mus und Kuchen.
Wir verarbeiten sie zu Kompott.
Wir wachsen, polieren sie und lassen sie
glänzen wie einen Planeten. Jeder
unversehrte Apfel ein
Traum von der Unschuld,
den wir mit der Realität wecken.

 

Apfelmadonna

Leichte Mädchen
mit Glitzer im Haar an
der Hauptausfallstraße,

eine isst einen Apfel, gierig,
nicht lasziv, als könne sie sich
bei Weltlichem gar nicht stoppen.

Ich nenne sie in
Gedanken Maria, esse
beim Fahren auch einen Apfel

und wünsche uns beiden,
wir könnten in einem
mittelalterlichen

Tableau zu Hause sein.
Man würde uns dort
als Apfelmadonnen verehren,

Schutzmadonnen, in deren Händen
die Frucht des Bösen zum Sinnbild des Guten
wird — dass Christus die Sünden

der Menschen auf sich nimmt,
versprechen die Apfelmadonnen.
Sie versprechen Erlösung.

 

HET WAS WELLICHT OPHELIA’S LIEVELINGSKWAL

Hij kwam door de oostenwind aangespoeld
Vormeloos Niet veel meer dan de vraag
naar wat er was voordat de zee naar hem trapte
en wij haar bondgenoten
hem met onze tenen kietelden

Ophelia’s liefde bijvoorbeeld Al die wilde
spelletjes met de zee Het gewaagde
heen en weer geduw van zwemmers
als straf omdat ze
zo slecht waren in het zich voorstellen
wie er verder nog leefde en spartelde
Niet zo gekunsteld als de watervrouw
in de vitrines zat

En wij: geen zeegezicht waaraan wij ons herinnerden
geen rokrand bezet met blauwe schelpenkettingen en toch –
zijn wij hier Nu Zo zeker als op papier
en niet op een of ander eiland ergens waar
niemand ons kent of verwacht en serieus wil nemen
de beide vreemdelingen die naar de grond staren
de kwal bekijken en denken De wereld

 

Vertaald door Monique de Waal

 


Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

De Franse schrijver,  essayist en journalist Olivier Guez werd geboren op 15 juni 1974 in Straatsburg. Zie ook alle tags voor Olivier Guez op dit blog.

Uit: Grand Tour Europa (Vertaald door Katelijne de Vuyst)

“Hij zou het hebben over de renaissance en het humanisme, over de reformatie, de barok, de verlichting, over de strijd tussen de geestelijke en de wereldlijke macht, over de romantiek en het liberalisme, over het langzame gevecht voor vrouwenemancipatie, over de moderniteit en over de donkere perioden in onze lange geschiedenis, de broederoorlogen, de massamoorden. Europa, kasteel van Blauwbaard, achtervolgd door zijn fascistische, communistische en imperialistische misdaden.
Over al die zaken wordt niet gerept in de aanhef van het grondwettelijk verdrag dat sinds zowat vijftien jaar ons leven bepaalt. De staatshoofden hebben maandenlang gekibbeld om tot een laf compromis te komen: geen enkel erfgoed wordt vermeld, alsof wij Europeanen afkomstig zijn van een buitenaardse planeet. Alsof we mensen zijn zonder verleden, alsof het een belediging zou zijn voor de recent geïmmigreerde bevolkingsgroepen, voor de andere beschavingen en werelddelen als we de fragmenten zouden opsommen waaruit onze bonte identiteit is samengesteld. Dat is gevaarlijk. Zo bieden we uiterst rechts al decennialang de kans om onze identiteit in hokjes op te sluiten. Het is een vreselijke puinhoop. Het Europese avontuur kan niet beperkt blijven tot een algoritmisch, door bureaucratische technocraten aangestuurd verspreidingsproject, dat onder supervisie staat van een intergouvernementele, parlementaire superstructuur. Attractiviteit, rigueur, competitiviteit, oké, we leven nu eenmaal niet van de hemelse dauw. Maar we zijn geen werelddeel van robots en kruideniers. We willen geestdrift. Het Europese project heeft bezieling nodig, kleur en vlees: oneffenheden. Al in de jaren 1930 sprak Stefan Zweig de wens uit dat er een culturele pijler zou worden toegevoegd aan Europa’s economische en politieke grondvesten, opdat er een samenleving van burgers zou ontstaan die de nationale compartimenteringen overstijgt en zo aan de basis ligt van een collectieve identiteit, een Europa van kunsten en wetenschappen.”

 


Olivier Guez (Straatsburg, 15 juni  1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juni ook mijn blog van 15 juni 2021 en eveneens mijn blog van 15 juni 2019 en ook mijn blog van 15 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

A June Day (John Todhunter), Alex Boogers, Silke Scheuermann

 

Dolce far niente

 


Hete junidag stilleven door Kiselyova Yuliya, 2012

 

 

A June Day

The very spirit of summer breathes to-day,
Here where I sun me in a dreamy mood,
And laps the sultry leas, and seems to brood
Tenderly o’er those hazed hills far away.
The air is fragrant with the new-mown hay,
And drowsed with hum of myriad flies pursued
By twittering martins. All yon hillside wood
Is drowned in sunshine till its green looks grey.
No scrap of cloud is in the still blue sky,
Vaporous with heat, from which the foreground trees
Stand out—each leaf cut sharp. The whetted scythe
Makes rustic music for me as I lie,
Watching the gambols of the children blythe,
Drinking the season’s sweetness to the lees.

 


John Todhunter (30 december 1839 – 25 oktober 1916)
Dublin, de geboorteplaats van John Todhunter, in de zomer

 

De Nederlandse schrijver Alex Boogers werd geboren op 14 juni 1970 in Vlaardingen. Zie ook alle tags voor Alex Boogers op dit blog.

Uit: Over Otis

“Jack leefde met zijn mensen in Rotterdam-Zuid, in de wijk Charlois. Toen hij nog jong was nam Herman hem weleens mee in de Range Rover naar een naamloze stad, tegen de rand van een recreatiegebied, waar hij achter eenden aan kon jagen, en achter allerlei andere watervogels, die er voor hem allemaal even curieus uitzagen met hun lange snavels, dunne, stokachtige poten, die hij maar wat graag zou willen grijpen. Herman en Natalie woonden boven een vrouw die al verschillende keren in een inrichting was opgenomen, maar telkens weer thuiskwam. Ze noemde Jack steeds ‘het monster’. ‘Daar loopt-ie weer met dat monster!’ brulde ze als hij voorbijkwam. De eerste zes maanden droeg Herman Jack steeds naar boven, maar daarna werd hij te zwaar en moest hij de trappen zelf beklimmen. Dat vereiste wat behendigheid, want de treden dwongen zijn voor- en achterpoten om zowel voorwaartse als draaiende bewegingen te maken. Voorwaartse stappen met zijn voorpoten en draaiende bewegingen met zijn achterpoten, waardoor hij op weg naar beneden steeds wiebelde met zijn kont. Het eerste halfjaar leek hij toch al niets goed te kunnen doen. De flatwoning was te groot voor hem, want hij was nog maar een pup, dus het leek hem beter om zijn grenzen in huis te markeren, zodat hij wist waar hij leefde, en zodat hij zijn mensen binnen die grenzen in de gaten kon houden. Vooral Herman dacht daar anders over, want Natalie greep alleen maar haar buik vast en riep hysterisch uit: ‘Hij plast weer, Herman! Herman!’ Steeds kreeg hij een wijsvinger tegen zijn neus gedrukt en riep Herman heel hard ‘Nee, Jack!’ Nee? Maar hoe moest hij zich anders veilig voelen? Die afgebakende grenzen gaven hem een beschermd gevoel. Herman droeg hem elke keer naar beneden om hem in een nabijgelegen veld, tussen de bierblikjes, gebruikte naalden en plastic, te laten plassen. ‘Hier moet je pissen, Jack,’ zei hij. ‘Op het gras.’ Herman zag er vooral ’s avonds eigenaardig uit, in zijn korte broek, op zijn slippers, met een regenjas aan, buiten in de kou. Nu had Jack het ondanks zijn kortharige grijze vacht niet snel koud, maar zo warmbloedig als Herman leek te zijn was hij nog niet. Hij hield van Herman, want hij moedigde hem aan om  stappen te maken in het hoge, natte gras. De sprieten kietelden zijn kale buik en prikkelden zijn blaas om steeds korte plasjes te doen, zodat Herman in elk geval wist waar hij was. Na een paar weken begreep Jack dat Herman zijn woning zag als het hol waarin iedereen sliep, en daar hoefde Jack zijn geurvlag niet te plaatsen. Herman liet zien dat de wereld veel groter was dan het huis waarin Jack leefde. De gouden stralen waarmee Jack zijn omgeving kon afbakenen hoorden in die buitenwereld.”

 


Alex Boogers (Vlaardingen, 14 juni 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

DE TATOEËERDER

Alles in huid gekerfd
Donker omlijnd
Zelfs de plotseling in het schouderblad
staande zon beweegt
met zwarte rand

Geen van zijn klanten
weet hoelang hij
naar de beste maker van
vloeibaar zwart moest zoeken
Soms stond hij er heel alleen voor
met zijn waanzin en lievelingsgedierte

De zaak bleef open
maar er kwam niemand
Ze misten
de zeeslang met reuzenogen die
zich boven de pees aftekent

de trol die met
het scheenbeen aanpapt
de kleine christus aan het kruis
Al die adelaars zwaluwen initialen
tatoeëerders woorden terwijl

hij de schetsen toont
Kijk zegt hij Zie die pracht
Ben een zwak man
eentje die zielen
stempelt op lui zoals jij

Maar wat is leven anders
dan omgevormde verwonding
jarenlang bladeren in ontwerpen
en dan tipt een andere vinger
op het beste Het doodsmotief

 

Vertaald door Monique de Waal

 


Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

June Twilight (John Masefield), Thomas Heerma van Voss, Silke Scheuermann

 

Dolce far niente

 


Twilight in June door Edwin Headley Holgate,1950

 

June Twilight

The twilight comes;
the sun dips down and sets,
The boys have done
play at the nets.

In a warm golden glow
The woods are steeped.
The shadows grow;
The bat has cheeped.

Sweet smells the new-mown hay;
The mowers pass
Home, each his way,
through the grass.

The night-wind stirs the fern,
A night-jar spins;
The windows burn
In the inns.

Dusky it grows. The moon! The dews descend.
Love, can this beauty in our hearts end?

 


John Masefield (1 juni 1878 – 12 mei 1967)
Ledbury, Herefordshire, de geboorteplaats van John Masefield

 

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

Uit: Het archief

“Mijn vader vertrouwde spullen meer dan mensen. De torens van papier rondom zijn bureau, de tijdschriften en notulen, de poppenhuizen, tasjes, pennen en paperclips, dvd’s, videobanden: mijn moeder beschouwde het vooral als rommel, hij zag voorwerpen die hij door en door kende en die altijd nog eens van pas konden komen. ‘Je moet voorbereid zijn,’ zei hij op mijn zesde of zevende, de ruit van zijn Opel Vectra was ingetikt en het bleek dat hij mijn cassettebandjes preventief thuis had verstopt. Bedrog kon overal opduiken. Wisselgeld in de supermarkt diende nageteld te worden. Achter iedere goedlachse collectant kon een oplichter schuilgaan.
Vanaf zijn twaalfde had hij al zijn agenda’s bewaard. Daarin legde hij zijn dagen zorgvuldig vast, onvoorziene ontmoetingen en voetbaluitslagen noteerde hij ook. Op de laatste pagina’s stonden, steevast gecodeerd, de gegevens die nooit mochten kwijtraken. Het wachtwoord van zijn mailaccount duidde hij aan met ‘kluisbeveiliging bv Gerard Oegel’. Toen ik mijn eerste bankrekening opende, schreef hij in zijn agenda iets over het Italiaanse restaurant Pierre Rabopinni, gelegen aan de Via nog wat op nummer 1098.
Na een van mijn eerste biologielessen vroeg ik tijdens het avondeten wanneer ik verwekt was.
‘Gadverdamme,’ zei mijn broer.
Mijn moeder begon opgetogen over een broeierige avond in een hotelletje in Saint-Valery-sur-Somme, een badplaatsje met meer bootjes dan inwoners, later een vaste uitvalbasis halverwege onze zomerse autorit naar Bretagne.
‘Onmogelijk,’ zei mijn vader meteen. ‘Dan zou Pierre na dertien maanden geboren moeten zijn.’
Hij schudde zijn hoofd, verliet met vlugge passen de tafel, opende de glas-in-loodschuifdeuren die toegang gaven tot zijn werkkamer – ik zie hem nog lopen. Moeiteloos trok hij tussen het mikado van boeken en papieren het geschrift tevoorschijn dat hij zocht: zijn beduimelde Parker-agenda uit 1990. Hij bladerde, wees tevreden naar een decemberdag die in zijn keurige handschrift was volgeschreven. Afspraken met mensen die ik niet kende, een rits tijdstippen en cafés. Onderaan stond iets over een verjaardagsetentje bij Centra. ‘Daarna is het gebeurd,’ zei hij met gespeelde nadruk tegen mijn moeder, als een advocaat die een verdachte heeft klemgezet. ‘Zo jammer trouwens dat dat restaurant weg is.’

 


Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

DISTANTIE EN EEN ZEKER LICHT

We stonden tussen de kaars en de sterren
hadden tot overmaat van liefde besloten dat de
nacht niet alles zou krijgen Niet vandaag
Slaap zou ons in zijn handen draaien
alleen En daarvoor hoorden we hetzelfde concert
Maar dan rechts en links van de recorder
staarden versteld een donkerte in zo volmaakt
dat onze polsslag elk moment zou kunnen stijgen
en wij zouden vliegen
Werkelijk en waarachtig
een spiegel binnen vliegen
die niet splinterde

 

Vertaald door Monique de Waal

 


Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Vader (Anton Korteweg), Joël Dicker, Maylis de Kerangal, Silke Scheuermann, Frans Roumen

 

 

Vader en zoon door Lutz Baar, 1976

 

Vader

Als hij groot is, koop ik een auto
Kan hij die ’s zaterdags wassen.
En een gazon. Dat moet hij dan maaien.

Oude vrouwtjes jaag ik de straat op.
Kan hij die helpen oversteken.
Knaapjes het wakke ijs. Die moet hij
redden met levensgevaar.

Eenmaal toch moet ik het meemaken dat ik
goedkeurend hem op de schouder kan kloppen.
diep in de ogen kijk, verlegen mompel:
‘Jongen, je vader is trots op je.’

 

Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)
Zevenbergen, mark

 

De Zwitserse schrijver Joël Dicker werd geboren op 16 juni 1985 in Genève. Zie ook alle tags voor Joël Dicker op dit blog.

Uit: Het mysterie van kamer 622 (Vertaald door Manik Sarkar)

“Toen ik aan het begin van de zomer van 2°18 naar het Palace de Verbier ging, een prestigieus hotel in de Zwitserse Alpen, kon ik onmogelijk vermoeden dat ik mijn vakantie zou wijden aan het oplossen van een moord die daar jaren geleden was gepleegd. De vakantie was bedoeld om mij een welkome afleiding te gunnen na twee kleine rampen die in mijn leven hadden plaatsgehad. Maar voordat ik jullie vertel wat er die zomer gebeurde, moet ik eerst nog even terugkomen op datgene wat aan deze hele geschiedenis ten grondslag ligt: de dood van mijn uitgever, Bernard de Fallois. Bernard de Fallois is de man aan wie ik alles verschuldigd ben. Mijn succes en mijn faam heb ik aan hem te danken. Ze noemden me De schrijver en dat komt door hem. Dankzij hem word ik gelezen. Toen ik hem ontmoette, was mijn werk nog niet eens uitgegeven: hij maakte van mij een schrijver die over de hele wereld werd gelezen. Bernard was, onder het uiterlijk van een elegante patriarch, een van de meest vooraanstaande figuren uit de Franse uitgeverswereld. Voor mij was hij een leermeester, en ook, ondanks de bijna zestig jaar die we scheelden, een goede vriend. Bernard stierf in januari 2018, in zijn tweeënnegentigste levensjaar, en ik reageerde op zijn dood zoals iedere schrijver dat zou doen: door een boek voor hem te schrijven. Ik stortte me erop met hart en ziel, opgesloten in de werkkamer van mijn appartement in de Geneefse wijk Champel, aan de avenue Alfred-Bertrand 13. Zoals altijd wanneer ik schreef, was de enige menselijke aanwezigheid die ik verdroeg die van mijn assistente Denise. Zij was de goede fee die over me waakte. Steevast goedgehumeurd hield ze mijn agenda bij, schiftte en sorteerde ze de lezerspost, herlas en corrigeerde ze wat ik had geschreven. Verder vulde ze mijn ijskast aan en zorgde ze ervoor dat ik nooit zonder koffie zat. Ten slotte vervulde ze de functie van scheepsarts wanneer ze aanmonsterde op mijn werkkamer, alsof ze na een eindeloze oversteek aan boord van een schip kwam, en me gezondheidsadviezen gaf. `Naar buiten!’ commandeerde ze op vriendelijke toon. ‘Ga maar wandelen in het park, je hoofd luchten. Je zit hier al uren opgesloten!’ `Ik heb vanochtend al hardgelopen,’ zei ik. `Je moet zorgen dat je hersenen regelmatig zuurstof krijgen!’ drong ze aan. Het was een haast dagelijks ritueel: ik bleef koppig weigeren en ging alleen even op het balkon staan. Ik vulde mijn longen met een paar teugen frisse februarilucht, dan wierp ik haar uitdagend een geamuseerde blik toe en stak een sigaret op. Ze protesteerde en zei: “Als je maar weet dat ik je asbak niet leeggooi, Joël. Dan besef je tenminste dat je rookt.”

 

Joël Dicker (Genève, 16 juni 1985)

 

De Franse schrijfster Maylis de Kerangal werd geboren op geboren 16 juni 1967 in Toulon. Zie ook alle tags voor Maylis de Kerangal op dit blog.

Uit: De levenden herstellen (Vertaald door Jan Pieter van der Sterre en Reintje Ghoos)

“DIE NACHT DUS remde er een busje op een verlaten parkeerterrein, kwam scheef tot stilstand, de voordeuren sloegen dicht en een zijdeur schoof open, er kwamen drie gestalten tevoorschijn, drie schimmen die afstaken tegen het duister en bevangen waren door de kou — februari en ijskoud, natteneuzenweer, slapen met je kleren aan —, jongens kennelijk, die hun jasje tot de kin dichtritsten, hun muts tot hun wimpers afrolden, de vlezige bovenkant van hun oren onder hun fleece vest schoven, en blazend in hun bol gevouwen handen poolshoogte gingen nemen bij de zee, die op dat uur louter geluid was, geluid en duisternis. Jongens, ja, nu kon je het zien. Achter het muurtje dat het parkeerterrein van het strand scheidde, stonden ze op een rijtje te trappelen en diep adem te halen — pijnlijke neusgaten door de instroom van jodium en kou — en ze peilden die duistere vlakte waar tempo niet bestaat buiten het lawaai van exploderende golven, dat tumult dat aanzwelt tijdens het uiteindelijke neerstorten, ze tuurden naar wat daar dreunend voor hen lag, dat krankzinnige gebulder waar niets was om de blik op te richten, niets, behalve misschien de wittige schuimrand, miljarden tegen elkaar geslingerde atomen in een fosforescerende halo, en de drie jongens, verdoofd door de winter toen ze uit de bus stapten, bedwelmd door het donker boven zee, vermanden zich nu, stelden hun ogen en oren in, taxeerden wat hun te wachten stond, de swell, maten de deining op het oor, schatten de hoeveelheid brekers, de diepte, en herinnerden zich dat op volle zee gevormde golven zich altijd sneller voortbewogen dan de snelste boten. Prima, bromde een van de drie jongens bedaard, het wordt een mooie sessie, de andere twee glimlachten, waarna ze gedrieën terugliepen, traag, met hun zolen over de grond schrapend en om hun as draaiend, tijgers, ze keken op en tuurden in de duisternis voorbij het   stadje, de nog dichte duisternis achter de kliffen, en toen keek degene die had gesproken op zijn horloge, nog een kwartiertje, jongens, en ze klommen terug in de bus om te wachten op de dageraad aan zee. Christophe Alba, Johan Rocher en hij, Simon Limbres. Terwijl de wekkers afgingen schoven ze hun laken weg en stapten uit bed voor een sessie waar ze kort voor middernacht per sms toe hadden besloten, een sessie bij halftij zoals er een paar per jaar voorkomen: ruwe zee, regelmatige deining, zwakke wind en geen hond ter plaatse. Jeans, jasje, ze glipten naar buiten zonder iets te eten of te drinken, niet eens een glas melk, een handje muesli, zelfs geen stuk brood, posteerden zich beneden voor de flat (Simon) of voor de poort van hun vrijstaande huis (Johan), en wachtten op het busje, dat ook stipt op tijd was (Chris), en terwijl ze normaal ondanks moederlijke vermaningen op zondag nooit vóór de middag opstonden, terwijl ze dan naar verluidt alleen maar konden pendelen tussen de bank in de zitkamer en de stoel in hun slaapkamer, één slappe hap, stonden ze nu om zes uur ’s ochtends te popelen, met losse veters en een stinkadem — “

 

Maylis de Kerangal (Toulon, 16 juni 1967)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Paardenbloem

Wat houd ik van de wind;
hij kamt grassen en schuurt stenen glad,
leidt mijn zaden,
hij is er altijd,
soms sterker, soms zwakker.
Als ik de wind met jullie vergelijk,
zoals jullie alles vergelijken,
komen jullie er slecht af.

Hij heeft nooit geprobeerd mij een naam te geven
zoals jullie. En toch: ik geef de voorkeur aan hem.
In zijn onstoffelijke aanwezigheid is hij
mijn vader en heer. Zijn manier,
om mij aan te raken, doelbewust, zonder het valse
gevoel de regen te brengen, geuren.
Hij laat me vergeten hoe kleinzielig
de wereld is die mij onkruid noemt.

Verbazingwekkend dat jullie de eindjes aan elkaar knopen,
geheel zonder bezittingen, zonder eigen plek op de grond.
Bovendien zijn jullie zwaar,
Als beladen met tienduizend bloemen.
Dat jullie volgens je eigen regels leven,
kan ik slecht vermoeden.
Wat ben ik blij dat ik geen wetten ken,
die zoveel vernietiging brengen, zoveel leed.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

En als toegift bij een andere verjaardag:

 

Klassiek
voor Arno

Ik heb een handdoek om mij heen geslagen
die nog naar hem ruikt en zo is hij hier
en heel dicht bij me, gunt me het plezier
wat liefde van zijn geur liet, op te dragen.

Hij douchte zich en als om mij te plagen
had hij de celdeur schijnbaar op een kier
gezet. Nu luister ik naar een klavier-
concert, om – Brahms – mijn hartslag te verlagen.

Niet dat zijn naakte lichaam in mij lust
schiep ooit, of toch wel ooit, maar nooit voor lang en
ofschoon geen hartstocht ons dat toch verbood,

maar met die innige, volmaakte rust,
waarmee hij me kust, op mond kust en op wangen,
raakt hij een leven, dieper dan de dood.

 

Frans Roumen (Wessem, 16 juni 1957)
In the Locker Room door Bruce Sargeant, z. j.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juni ook mijn blog van 16 juni 2019 en ook mijn blog van 16 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Silke Scheuermann, Olivier Guez

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

VERWANDELTE WEIDE

Mein Halt im Boden war beinah
vergessen Ich beugte
mich tief Spöttisch
inspizierte der Sturm
den Widerstand meiner Zweige
begann dann ernsthaft
den Kampf

Es war etwas am Wind das Gedanken freisetzte
hindurch strich sie ausdünnte
und etwas das mich ans Sterben erinnerte
mir singend verriet das hier sei keine
Welt im Gleichgewicht
Es werde mal dieser Mal jener
Platz nach nicht genauer bekannten Befehlen
geräumt – leisen Befehlen
gegeben in Stille Wo

ich stand fand
ich meine Angst wieder
Sie leistete allen erdenklichen Widerstand
Wollte sich nicht
auf ein Anderswo richten Noch
war sie Kontrolleur
Lange noch? Letztlich
war sie doch nur
Anfängerin
machte in Wolken

Ich sah überall um mich Wagen
mit schwarzen Scheiben als gäbe es
nicht weit von mir
ein unheimliches
Unternehmen das
ständig wuchs
wie Holzhandel wachsen und
Fäulnis Was genau

würde es sein das ich
als erstes losließ? Den Schmerz
der mich weniger brauchte als ich ihn?

Ich würde so leicht werden
als schwebte ich über den Jahren
ein schwarzes Zeichen
so hoch gewachsen dass es
nicht mehr lesbar war

 

ES WAR WOMÖGLICH OPHELIAS LIEBLINGSQUALLE

Sie kam vom Ostwind angeschwemmt
Formlos Wenig mehr als die Frage
nach dem was da war bevor das Meer nach ihr trat
und wir seine Verbündeten
sie mit den Fußspitzen kitzelten

Ophelias Liebe zum Beispiel All die wilden
Spiele mit der See Das gewagte
Herumgeschubse von Schwimmern
als Strafe dass sie
dermaßen schlecht im Sichvorstellen warn
wer sonst noch lebte und zuckte
Nicht so nachgemacht wie die Wasserfrau
in den Schaukästen saß

Wir etwa: Kein Seestück an das wir uns erinnerten
kein Rocksaum mit blauen Muschelketten besetzt und doch –
gibt es uns hier Heute So sicher wie auf Papier
und nicht auf irgendeiner Insel draußen auf der
niemand uns kennt oder erwartet und ernst nehmen will
die beiden Fremden die auf den Boden starren
die Qualle ansehn und denken Die Welt

 

VAN DE WILG DIE VERANDERDE

Mijn houvast in de grond was bijna
vergeten Ik boog
diep voorover Spottend
inspecteerde de storm
de weerstand van mijn takken
ging vervolgens serieus
de strijd aan

Er was iets in de wind wat gedachten losmaakte
er doorheen streek ze uitdunde
en iets wat me aan sterven herinnerde
mij zingend verried dat dat hier geen
wereld in evenwicht is
dat nu deze dan die
plek op niet nader bekende bevelen
ontruimd wordt – gedempte bevelen
gegeven in stilte Waar

ik stond vond
ik mijn angst terug
Die verzette zich uit alle macht
Wilde zich niet
op een elders richten Nu
was hij nog controleur
Nog lang? Tenslotte
was hij toch maar
beginneling
deed in wolken

Ik zag overal om mij heen wagens
met zwarte ruiten alsof er
niet ver van mij vandaan
een onheilspellende
onderneming was die
gestaag groeide
zoals houthandels groeien en
verrotting Wat precies

zou het zijn wat ik
als eerste losliet? De pijn
die mij minder nodig had dan ik hem?

Ik zou zo licht worden
alsof ik boven de jaren zweefde
een zwart teken
zo in de hoogte geschoten dat het
niet meer leesbaar was

 

Vertaald door Monique de Waal

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

De Franse schrijver,  essayist en journalist Olivier Guez werd geboren op 15 juni 1974 in Straatsburg. Zie ook alle tags voor Olivier Guez op dit blog.

Uit: Grand Tour Europa (Vertaald door Katelijne de Vuyst)

“Het is absurd, suïcidaal haast. Sinds de jaren 1950 bouwen we aan een monumentale constructie, maar we vergeten de fundamenten ervan te verstevigen. We bouwen om beurten, zonder de bewoners met elkaar in contact te brengen; we zien het cement over het hoofd, de verstandhouding die ervoor moet zorgen dat we samen kunnen leven en dromen: de cultuur. En we voorzien niet in de middelen om ons te identificeren met het spannende avontuur van de Europese integratie. Alsof we opzettelijk vanaf de zijlijn blijven toekijken. De wijken van de Europese instellingen in Brussel, Luxemburg en Straatsburg zien er glad, functioneel en luguber uit. Niemand gaat er op zondag wandelen. In de Brusselse Wetstraat werd een beeldhouwwerk opgericht, Stepping Forward. Vanaf zijn voetstuk zet een slaapwandelaar een stap in het ijle: bloedstollende symboliek. En onze bankbriefjes… In plaats van het gezicht van Dante, Goethe, Mozart of Victor Hugo, in plaats van Toscaanse of Beierse landschappen of een Griekse tempel heeft men er kunstmatige computerbeelden van bruggen en bogen op gezet. Zijn we dan bang van onszelf, onze geschiedenis, onze identiteit? Of zijn we te lui om die te definiëren en ervoor uit te komen? Een Chinees die een reis maakt in onze contreien zou dat niettemin moeiteloos kunnen doen. Zelfs een Amerikaan uit het Middenwesten zou erin slagen het Europese erfgoed in grote lijnen te herkennen. Als de toeristen in het zuiden van Europa rondkuieren, kunnen ze met hun eigen ogen de Grieks-Romeinse invloeden vaststellen, of het Saraceense stempel in Andalusië en de Balkan. Overal, van het noorden tot het zuiden en van het oosten tot het westen, kunnen ze kerken en kloosters, kathedralen en basilieken bewonderen. In het jaar i000 was Europa christelijk en hadden alle Europese vorsten, met uitzondering van de Litouwse heersers, zich tot het christendom bekeerd. Een gids zou vertellen dat Europa tot aan de grote slachtpartijen van de toste eeuw het uitverkoren land was van de Joden, en dat het continent vorm heeft gekregen op basis van supranationale ideeën.”

 

Olivier Guez (Straatsburg, 15 juni  1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juni ook mijn blog van 15 juni 2021 en eveneens mijn blog van 15 juni 2019 en ook mijn blog van 15 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Alex Boogers, Silke Scheuermann

De Nederlandse schrijver Alex Boogers werd geboren op 14 juni 1970 in Vlaardingen. Zie ook alle tags voor Alex Boogers op dit blog.

Uit: Alle dingen zijn schitterend

“De laatste jaren heb ik geen verhaal gehoord dat me niet al eens eerder was verteld. Elk gesprek was een herhaling van een ander gesprek. Elke nieuwe gebeurtenis leek zich al eens te hebben afgespeeld, op een ander moment, met andere gezichten en namen. Misschien lag het aan mij. Voordat ik vanochtend van huis vertrok zei Taij: “Jij bent, pap, ik heb het paard verplaatst naar C4.” “Vanavond, als ik weer thuis ben, goed?” “Nee, nu, papa!” “Je moet zo naar school.” “Het is bijna vakantie, we doen geen belangrijke dingen meer. De juf zegt dat dit de pretuurtjes zijn.” “Zegt ze dat, pretuurtjes? Gaat het er zo aan toe tegenwoordig? Ik had geen pretuurtjes vroeger.” Ik aaide hem over zijn hoofd, ritste mijn groene winterjack dicht en gaf hem een kus. “Pretuurtjes,” zei ik, met een lichte verbazing in mijn stem. “Vergeet je snoepjes niet in te nemen.” Hij ging met zijn hand door zijn blonde haar, alsof hij mijn aanraking ongedaan wilde maken. Hij was tien, een overdreven liefkozing werd al snel als iets kinderachtigs gezien. De lokken vielen onmiddellijk weer voor zijn gezicht “Dat zijn geen snoepjes, pap!”
Een half uur later sta ik op een parkeerterrein bij het kleine winkelcentrum, vlak bij Albert Heijn, want daar hebben ze mooie, had Stephanie gezegd. De motor draait. De verwarming staat aan. Buiten wachten mannen met bomberjacks en verkleumde gezichten op klanten. Ik toets het nummer van Bleeker in en druk de telefoon tegen mijn oor. “Hallo?” De vertrouwde stem van Bleeker, haastig, nerveus als altijd, alsof hij in een migrantenwijk in Gouda, Den Haag of Rotterdam met een bord om zijn nek loopt waarop staat:
MOSLIMS OPROTTEN! “Bleeker.” “Arthur? Waar ben je? Kom je nog hierheen? Wacht… Ja, ik ben er. Vijf minuutjes, ik moet zo een vergadering in. Lukt dat?” Ik zeg: “Ik moet een boom oppikken en ik heb nog een interview om uit te tikken. Maar luister -” “Wacht, Art, iemand zegt hier iets – wat?” De mannen bij het plein slepen de kerstbomen aan hun netten uit de verroeste container. Ze staan er al een week en doen me denken aan visserlieden op de Beringzee die in de vrieskou de kooien met degenkrabben binnenhalen, hopend op een vangst die het seizoen veiligstelt. Mannen met een ongeschoren gezicht, verkleumde handen, een kleine wollen muts op, en een opgebrand shaggie in de mondhoek. Ze houden elkaar warm met verhalen over Feyenoord. Ze grijnzen en stoten wolkjes rook naar buiten.”

 

Alex Boogers (Vlaardingen, 14 juni 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Uraniavlinder

Wat was ons doel; we waren voortdurend ’s nachts
met vertraging onderweg destijds, toen de discotheken ons nog
hun liefde iets te luid verklaarden en ons dat niet opviel,
omdat we ons in het centrum van de straling bevonden; het was toen
altijd klaarlichte dag, wij voortdurend met onze lichamen
in de weer, die oneindig veel sterker waren dan verwacht,
pretentieus, mooi; de droom loste op in de tijd;
we waren beschikbaar voor elkaar. Wij wilden vergeten,
wilden de vloek van onze afkomst vergeten. Hoe de
priester het bloed dronk, de zondagen ons vlees roosterden,
vader barbecuede, terwijl moeder het brood brak. In de tuin
rijpten tomaten, wij groeiden op, vlinders
op natuurlijke bloemen. Maar dan: de wereld op zijn kop,
nieuwe natuurervaringen. Licht flikkerde, stenen werden gerookt.
Welk doel, ik herinner mij het niet, en waarom geloofden
wij toen alles bereikt hebben? Omdat wij in de
steden altijd door licht gestuurd werden, door
autokoplampen, reclameborden, glitters
reflecterende winkelcentra? Omdat we
dode insecten van de vloer raapten in lichte appartementen,
afscheid namen van vrienden die het hadden over vermoeidheid?
Ze zeiden dat ze op de rand van uitputting balanceerden,
kregen er niet eens applaus voor. Welk doel toch,
vandaag zie ik vreemde mannen door de straten snellen,
weet niet waarheen, en jij bent een van hen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Joël Dicker, Silke Scheuermann, Frans Roumen

De Zwitserse schrijver Joël Dicker werd geboren op 16 juni 1985 in Genève. Zie ook alle tags voor Joël Dicker op dit blog.

Uit: De zaak Alaska Sanders (Vertaald door Angela Knotter)

“De jaren 2006 tot en met 2010 staan ondanks de successen en de roem in mijn geheugen gegrift als moeilijke jaren. Ze vormden ongetwijfeld de achtbaan van mijn bestaan.
Voordat ik u het verhaal ga vertellen van Alaska Sanders die op 3 april 1999 in Mount Pleasant, in New Hampshire, dood werd aangetroffen, en voordat ik uitleg hoe ik in de zomer van 2010 bij het onderzoek naar dit elf jaar oude misdrijf betrokken raakte, moet ik dan ook kort ingaan op mijn persoonlijke situatie op dat moment en met name op het verloop van mijn prille schrijverscarrière.
Die had in 2006 een bliksemstart gekend met een eerste roman waarvan miljoenen exemplaren waren verkocht. Ik was amper zesentwintig toen ik toetrad tot het selecte clubje van rijke en beroemde schrijvers en naar de top van de Amerikaanse bestsellerlijsten werd gelanceerd.
Maar ik zou al snel tot de ontdekking komen dat de roem zo zijn weerslag had: mensen die me van het begin af aan volgen, weten hoezeer het enorme succes van mijn eerste roman me uit balans zou brengen. Ik was zo verpletterd door de bekendheid dat ik niet meer tot schrijven in staat was. De schrijver was leeg, de inspiratie op, de bladzijden bleven blanco. De teloorgang.
Toen kwam de zaak Harry Quebert, waarvan u ongetwijfeld hebt gehoord. Op 12 juni 2008 werd het lichaam van Nola Kellergan, een meisje dat in 1975 op vijftienjarige leeftijd was verdwenen, opgegraven in de tuin van Harry Quebert, een levende legende uit de Amerikaanse literatuur. Die zaak trok ik me erg aan: Harry Quebert was mijn docent aan de universiteit maar vooral ook mijn beste vriend destijds. Ik kon niet geloven dat hij schuldig was. In een eenzame kruistocht trok ik door New Hampshire om mijn eigen onderzoek te doen. Hoewel het me uiteindelijk lukte zijn onschuld te bewijzen, zou onze vriendschap de geheimen die ik daarbij over hem ontdekte niet overleven.
Het onderzoek leverde me stof voor een boek, De waarheid over de zaak Harry Quebert, dat in het najaar van 2009 verscheen en zoveel succes had dat ik daarmee mijn naam als schrijver van nationaal belang vestigde. Dat boek was het bewijs waarop mijn lezers en de critici sinds mijn eerste roman hadden gewacht om me definitief in de schrijversstand te kunnen verheffen. Ik was niet langer een eendagsvlieg, een vallende ster die door de nacht was opgeslokt, een uitgebrand lopend vuurtje; ik was nu een door het publiek erkende schrijver die alle recht had zich onder zijn gelijken te scharen. Dat voelde als een enorme opluchting. Alsof ik mezelf had teruggevonden na drie jaar ronddolen in de woestijn van het succes.”

 

Joël Dicker (Genève, 16 juni 1985)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

De lamp

Ik doe de deur open op een kier:
nog steeds de gang met de ouderwetse
lamp. Vroeger spookte het hier. Als ik vandaag
de trap op ga, weet ik nooit wat me in de kamer
te wachten staat. Zal de kamer zijn leeggeruimd,
koud en kaal? Is het een berging geworden voor
een verzameling Madonna’s? Hoe oud is hij eigenlijk
ondertussen, de kamer van mijn jeugd? Het is
de kam
er van mijn leven is geworden, is
zo vaak veranderd. Maar elke keer herkennen we elkaar weer.

Fosforescerend stof in het donker. De ruggen van de boeken
verzamelen stof. Woorden nauwelijks leesbaar, de snede verguld, de letters
ook. Dat was lang voordat ik begon te lezen, we lagen
in het water als narcissen. Het meer was van het huis net ver genoeg
weg om elkaar onopgemerkt te omarmen. Daarna
vluchtte ik de kamer in. De deur ging dicht. Ik wilde de ruggen
van de woordenboeken strelen, maar men had ze
haastig weggebracht. Waarheen? Ik stond daar alleen
met de muren. En dacht aan jou, alleen met de stenen.
Sterren tussen ons, zo’n helder licht
als de gang niet eens kan aanduiden. Ik
moest de kamer al weer uit
om jou te zoeken Ik ga. Steeds weer. Hij blijft.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

En als toegift bij een andere verjaardag:

 

De dood der geliefden (als Baudelaire)

Ons wachten bedden vol van lichte geuren.
Er liggen divans, diep als graven, klaar.
De lucht is mooier boven hoven, waar
zich vreemde bloemen in ontluiken kleuren.

We zullen lang ons laatste uur betreuren.
Als fakkels branden onze harten zwaar.
Ze schijnen, dubbel in het spiegelpaar
van onze geest, naar eigen vlam te speuren.

Een avond valt tot rose-blauwe mystiek.
We vloeien samen in een licht, uniek
als grote tranen die van afscheid beven.

En later zal men ons een engel sturen
die, trouw en vrolijk, voor ons nieuw laat leven,
beroete spiegels en gedoofde vuren.

 

Frans Roumen (Wessem, 16 juni 1957)
Tristan en Isolde (De Dood) door Rogelio de Egusquiza, 1910  

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juni ook mijn blog van 16 juni 2019 en ook mijn blog van 16 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Silke Scheuermann, Olivier Guez

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Lepra

een sprookjesachtige schok was in het begin
de simpele injectie van een landschap
in een lichaam, zodat het voller lijkt, tegelijkertijd levenlozer,
het botox-effect, de verspreiding ervan: overal dode feeëngezichten
goed en slecht zijn niet langer gelijk verdeeld,
omdat de kunstmatige spieren van de
taal zijn weggekwijnd
goedkoop spul dat het gezicht van een vrouw modelleert
en haar lichaam dat we ooit in
stormogen, rotsmond, riviertranen opsplitsten
in sneeuwgeslachten, zoute lippen.
kerkerbrein, vingers van ijs
konden opdelen in zijn
bliksemzenuwen, aardtongen,
wolkenborsten en elk orgaan
had zijn vaste plaats, precies zoals hartzeer
er geen heeft gehad

stel dat ons drie wensen waren vergund om binnen te dringen
in de fictieve structuur van schoonheid, wat als we
de rotsmond gesloten wensten, dat
de mond waarover
men graag zegt dat hij eruitziet als een snee
er niet meer was, slechts een glad stukje huid, dat
naar het mes zoekt, een relatief
kleine setting,
die de wind laat verstommen, die de ellende kan absorberen, en
deze doelgerichte wens zou ons dan kunnen laten
opwegen tegen het gewicht van alle gemeenplaatsen van gisteren, wij
zouden meer dan vederlicht zijn, weet je

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

De Franse schrijver,  essayist en journalist Olivier Guez werd geboren op 15 juni 1974 in Straatsburg. Zie ook alle tags voor Olivier Guez op dit blog.

Uit: De verdwijning van Josef Mengele (Vertaald door Geertrui Marks, Saskia Taggenbrock en Martine Woudt)

“De North King doorklieft het modderige water van de rivier. De passagiers zijn aan dek gekomen, ze turen al sinds het ochtendgloren naar de horizon, en nu de hijskranen van de scheepswerven en de rode lijn van de havenpakhuizen door de mist breken, heffen Duitsers een strijdlied aan, Italianen slaan een kruis, Joden bidden en ondanks de motregen omhelzen echtparen elkaar: na een overtocht van drie weken arriveert het passagiersschip in Buenos Aires. Helmut Gregor staat in zijn eentje aan de reling te piekeren. Hij hoopte dat een hoge ome van de geheime politie hem zou komen afhalen en hem de pesterijen van de douane zou besparen. In Genua, waar hij aan boord is gegaan, heeft Gregor Kurt dringend verzocht hem die gunst te bewijzen, hij deed zich voor als wetenschapper, een uitmuntend geneticus, en bood hem geld aan (Gregor heeft veel geld), maar de mensensmokkelaar glimlachte en deed ontwijkend: dat soort voorrechten is voorbehouden aan de echte kopstukken, aan de hoogwaardigheidsbekleders van het oude bewind, zelden aan een SS-kapitein. Maar hij zal evengoed een kabeltelegram naar Buenos Aires sturen, Gregor kan op hem rekenen. Kurt heeft de marken aangenomen, maar de hooggeplaatste is niet gekomen. Dus staat Gregor met de andere emigranten te wachten in de gigantische hal van de Argentijnse douane. Hij houdt zijn twee koffers stevig vast, een kleine en een grote, en kijkt minachtend naar het verbannen Europa om hem heen, naar de lange rijen anonieme reizigers, goed of slordig gekleed, die hij tijdens de overtocht heeft gemeden. Gregor keek liever naar de oceaan en de sterren, of las Duitse poëzie in zijn hut; hij heeft de afgelopen vier jaar van zijn leven de revue laten passeren, vanaf het moment dat hij Polen in januari 1945 overhaast verliet en in de Wehrmacht opging om aan de klauwen van het Rode Leger te ontkomen: de paar weken internering in een Amerikaans gevangenkamp, zijn vrijlating omdat hij valse papieren heeft op naam van Fritz Ullmann, zijn onderduikperiode op een boerenbedrijf in Beieren, niet ver van Günzburg, zijn geboortestad, waar hij drie jaar lang onder de naam Fritz Hollmann hooigras heeft gemaaid en aardappels heeft gesorteerd, vervolgens zijn vlucht met Pasen, twee maanden geleden, de tocht door de Dolomieten over dichtbegroeide smokkelpaden, de aankomst in Italië, in Zuid-Tirol, waar hij Helmut Gregor is geworden, en toen eindelijk in Genua, waar die oplichter Kurt hem heeft geholpen met zijn aanvragen bij de Italiaanse autoriteiten en de Argentijnse immigratiedienst.”

 

Olivier Guez (Straatsburg, 15 juni  1974

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juni ook mijn blog van 15 juni 2021 en eveneens mijn blog van 15 juni 2019 en ook mijn blog van 15 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Alex Boogers, Silke Scheuermann

De Nederlandse schrijver Alex Boogers werd geboren op 14 juni 1970 in Vlaardingen. Zie ook alle tags voor Alex Boogers op dit blog.

Uit: Wij zijn van diamant

“Het had al twee weken niet geregend toen ze zijn lichaam vonden. Het laatste wat William zich herinnerde was hoe hij hem had vastgehouden, intensief en beknellend, zoals ze zo vaak hadden gevochten. Aan de meeste gevechten had hij geen littekens overgehouden, ondanks het feit dat zijn broer zich in elk gevecht stortte als een doodsverachting. Zo kon hij hem nog omschrijven: als een vechter. Maar hij zei: liefdevolle broer.’
Ach, lieverd, meen je dat?’ vroeg Rena. Een Mexicaanse of Puerto Ricaanse, gokte William. Ze liet een prachtige glimlach zien en deed haar rieten hoed, die bij haar uniform als park ranger hoorde, af. Zweetdruppeltjes parelden op haar gezicht. Ze depte haar voorhoofd met de rug van haar hand, en zette haar hoed weer op.
‘Pas je op, baby! It’s still slippery!’
William zag dat haar robuuste wandelschoenen onder de modder zaten. Ze had een hoge stem, en vertelde dat ze eraan gewend was om met kinderen en jonge mensen om te gaan. Rena was ongetwijfeld een van de vele werkende moeders in de stad en had thuis een paar kinderen die ze ook ‘baby’ noemde. Kinderen die Rosita en Juan heetten, fantaseerde William.
‘Was hij je oudere broer?’ vroeg Rena, die behoedzaam afdaalde tussen de keien.
‘Twee jaar ouder,’ zei William. ‘Drieëntwintig.’
‘Watch out, honey!’
William greep zich vast aan de dunne stam van een conifeer langs het glibberige pad. Het was tropisch warm geworden, maar daarvoor had het weken onafgebroken geregend, het onverharde pad was een glijbaan geworden. Rena trok achteloos een dennennaald uit haar hand, glimlachte en liep verder.
‘En je had nog nooit van Snoqualmie Falls gehoord?’ vroeg ze hijgend en met een licht cynische ondertoon, die niet aan hem voorbijging. William schudde zijn hoofd en dacht terug aan de ontmoeting met de agent en de park ranger in de slecht verlichte lobby van zijn hotel. Door de diepe rimpels in hun gezichten en de groene uniformen leken ze op acteurs uit een film uit de jaren negentig.
‘Snokalmie?’ had William gevraagd toen ze hem uitlegden dat zijn broer was gevonden in het park. Het woord klonk indiaans. Was het indiaans? Het indiaanse bloed zat hier in de grond, had hij in het vliegtuig gelezen. De geesten waarden hier al zo’n vierduizend jaar lang rond, lang voordat de westerse pioniers verschenen. Zijn broer had er ook al over gesproken en had net zo verbaasd opgekeken toen William had gezegd dat hij nog niet naar het park was geweest.
Hij had zijn haar achter zijn oren gestreken en beet op zijn onderlip.
‘Je komt als een toerist naar Seattle, maar je weet niet wat Snoqualmie Falls is?’ had de park ranger gevraagd, die zich had voorgesteld als ‘gewoon Ray’.
‘Ik weet wie Bill Gates is, die komt hier toch vandaan?’

 

Alex Boogers (Vlaardingen, 14 juni 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Medusa’s kapper

Spraakzaam als een faun valt hij pas
stil in het bijzijn van zijn liefste klant

krabt zuchtend op haar achterhoofd
bedreigt teder met de schaar alle

zwarte slangen en zachtjes sprekend
steekt hij woesch

zijn vingers in de koude schubben
snijdt de uiteinden af haalt ringdikke

plakjes vlees weg Soms legt hij
de schaar weg modelleert en zit vast
Er wordt gezegd zo bedrijft hij ook de liefde: met zijn handen vrij

Hij is nieuw en briljant een kapper voor de vervloekten
Boeddha van de Kammen Held van de Shampoos

Maar als de klant verdwijnt, verandert hij zichzelf
terug in de kromme knipper
eindstation van alle legendes

Dan gooit hij roddels naar het haar
en de grond wemelt
Medusa die is
vroeger een betoverende vrouw geweest

lang voor haar metamorfose
de val uit het laatste hoofdstuk

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e juni ook mijn blog van 14 juni 2020 en eveneens mijn blog van 14 juni 2019 en ookmijn blog van 14 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Thomas Heerma van Voss, Silke Scheuermann

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

Uit: Passagiers / achterblijvers

“Het boek is roze en heeft zesenveertig bladzijdes. Dat zijn zesenveertig kinderen. Ik ken ze geen van allen. Of eigenlijk ken ik ze wel. Ik weet wat hun favoriete bezigheden zijn, hun lievelingsgerechten, hun grootste dromen. Ik weet hoe ze eruitzien – ze hebben zelf een pasfoto opgeplakt, boven aan hun eigen pagina. En hun adressen hebben ze ook opgeschreven. Ze wonen allemaal hier in de buurt.
Het boek is van een meisje dat ik nooit meer zal zien. Ze is twee maanden geleden vertrokken. Behalve het boek liet ze niets achter.
Je zou kunnen zeggen dat een verhaal, nee, dit verhaal zo begint: een meisje gaat met haar moeder terug naar haar geboorteland en vergeet haar vriendenboek. Je zou ook kunnen zeggen dat een begin zelden eenduidig te achterhalen valt. Dat verhalen al weken, maanden voor aanvang vorm krijgen, zonder dat iemand het doorheeft. En dat dit verhaal niet begon met het vriendenboek, maar met geschreeuw.
Ik was net verhuisd naar een kamer aan de rand van de stad. De eerste weken daar waren aangenaam. Overzichtelijk. Ik vermaakte me met een paar toegankelijke televisieseries en de verhalen waaraan ik werkte vorderden goed. Er werd niets van me verwacht. De huur was laag, ik had een beetje spaargeld, de studie zou ik niet meer oppakken, en behalve mijn ouders wist niemand waar ik uithing.
Maar toen begon het geluid op de etage boven me. Nieuwe bewoners. Allebei Aziatisch, zag ik toen ze de binnenplaats overstaken, ik stond half verdekt achter mijn raam. Een kleine vrouw van in de dertig, een meisje van hooguit acht. Moeder en dochter? Het was onduidelijk waarom ze hier waren beland, waar ze vandaan kwamen, wat ze zochten. Wellicht vroeg de dochter het zich ook af en schreeuwde ze daarom zo.
De eerste paar dagen zei ik nog tegen mezelf: tja, ze is hier net, ze moet wennen, ze mag een beetje lawaai maken. Maar gaandeweg werd ze alleen maar luidruchtiger. En steeds vaker hoorde ik haar. Ze roffelde de trap af, stampte op de vloer, en haar piepstemmetje kwam meer en meer door de muren heen, zo hoog dat ik me nauwelijks kon concentreren.
‘Ik heb er eerlijk gezegd geen last van,’ zei mijn buurman toen ik hem ernaar vroeg, in mijn zoektocht naar een bondgenoot.
Wij tweeën leefden aan weerszijden van het centrale trappenhuis, boven ons lag een woonruimte die zich over onze beide kamers uitstrekte, dat had de huisbaas me althans verteld – ik heb die verdieping nooit te zien gekregen.”

 

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

De voorheen meest voorkomende vogel ter wereld

Laatste van een soort te zijn
wat een vreemde opdracht
Waar je toch ooit andere voorstellingen van
engte en wijdte had Heel verschillend
van de Senior Suite in de dierentuin van Cincinnati
Martha laatste trekduif ter wereld
wat een dilemma dat jullie zo goed smaakten
Een enkele delicatessengroothandel
verkocht in 1855 achttienduizend
van jullie aan hongerige New Yorkers
Als jullie in jullie volière
het echte vliegen missen
denk aan jullie zwermen
duizenden meters breed
of aan de broedkolonies
vijftig bij zes kilometer Hoe jullie
als de eerste Europese
emigranten naar Amerika kwamen
de lucht verduisterden Hoe jullie ze uren
in het duister lieten staan met hun verbluffende berekeningen
Denk aan de tijd voor
de moordmethoden en het spoorwegnet
Een paar wilde dieren
hebben jullie bedreigd

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.