Lucille Clifton

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

brothers

(being a conversation in eight poems between an aged Lucifer and God, though only Lucifer is heard. The time is long after.)
1
invitation

come coil with me
here in creation’s bed
among the twigs and ribbons
of the past. i have grown old
remembering the garden,
the hum of the great cats
moving into language, the sweet
fume of the man’s rib
as it rose up and began to walk.
it was all glory then,
the winged creatures leaping
like angels, the oceans claiming
their own. let us rest here a time
like two old brothers
who watched it happen and wondered
what it meant.

2
how great Thou art

listen. You are beyond
even Your own understanding.
that rib and rain and clay
in all its pride,
its unsteady dominion,
is not what you believed
You were,
but it is what You are;
in your own image as some
lexicographer supposed.
the face, both he and she,
the odd ambition, the desire
to reach beyond the stars
is You. all You, all You
the loneliness, the perfect
imperfection.

3
as for myself

less snake than angel
less angel than man
how come i to this
serpent’s understanding?
watching creation from
a hood of leaves
i have foreseen the evening
of the world.
as sure as she
the breast of Yourself
separated out and made to bear,
as sure as her returning,
i too am blessed with
the one gift You cherish;
to feel the living move in me
and to be unafraid.

 

broers

2
hoe groot U bent

luister. U gaat zelfs
Uw eigen verstand te boven.
die rib en regen en klei
in al hun trots,
hun onvaste heerschappij,
is niet wat U geloofde dat
U was,
maar het is wat U bent;
naar uw eigen beeld zoals zekere
lexicograaf veronderstelde.
het gezicht, zowel hij als zij,
de vreemde ambitie, het verlangen
om voorbij de sterren te reiken
ben U, allemaal U, allemaal U
de eenzaamheid, de perfecte
onvolmaaktheid.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juni ook mijn blog van 27 juni 2020 en eveneens mijn blog van 27 juni 2019 en ook mijn blog van 27 juni 2016 en eveneens mijn blog van 27 juni 2015 deel 2.

Elisabeth Büchle, Lucille Clifton

De Duitse schrijfster Elisabeth Büchle werd geboren op 26 juni 1969 in Trossingen, Baden-Württemberg. Zie ook alle tags voor Elisabeth Büchle op dit blog.

Uit: Im Schatten der Vergangenheit

„Ein fernes Wetterleuchten kündigte ein Gewitter an. Der Wind schob grauschwarze Wolkentürme über den abendlichen Himmel. Für Roy Woods sah es aus, als saugten sie den letzten hellen Schimmer am Horizont auf. Schweiß lief dem Neunzehnjährigen in Strömen über das Gesicht und den Rücken. Nicht vor Angst oder Aufregung, und schon gar nicht wegen der sommerlichen Hitze, sondern vor unterdrückter Wut. Ja, er hasste sie, diese Niggerbrut! Mehr noch, seit er Matt kennengelernt hatte.
Von vorn kam ein leiser, anfeuernder Ruf. Die Truppe setzte sich gemeinsam in Bewegung. Roy war das erste Mal dabei, ebenso wie der Einundzwanzigjährige an seiner Seite. Der schlaksige Kerl keuchte laut. Offenbar hatte er Angst. Angst vor der eigenen Courage?
Roy hingegen fieberte dem Ereignis entgegen. Die weißen Gewänder und die spitz zulaufenden Kapuzen, die ihre Gesichter verdeckten, wurden vom Fackelschein schemenhaft beleuchtet. Sie waren altmodische Relikte, aber überaus wirkungsvoll. Windböen drückten die Flammen der Fackeln fauchend nach unten, verliehen der Prozession den Anschein, als würde der Todesengel sie mit seinem Atem vorantreiben.
Die Straße lag völlig verlassen vor ihnen. In dem kleinen Nest am Mississippi war um diese Uhrzeit kaum noch jemand unterwegs.
Roy wich einer Eiche und dem an ihren Ästen weit herunterhängenden spanischen Moos aus. Die Grillen im Gras verstummten, als spürten sie die Gefahr.
Ihr Ziel, das Haus eines Schwarzen, der sich zur Wahl des Bürgermeisters hatte aufstellen lassen, lag etwas abseits von den anderen Gebäuden in jener Straße. Die frisch gestrichene weiße Fassade und ein Cadillac Coupe DeVille in der kurzen Auffahrt zeugten von dem neu erlangten Wohlstand der Familie.
Roy beschleunigte seine Schritte. Sein Groll trieb ihn vorwärts. Er überholte die anderen Vermummten und gesellte sich an die Seite ihres Anführers. Heute trug auch Matt nur ein weißes Gewand, obwohl er in der Hierarchie des Klans weit über Roy stand.
Wie abgesprochen verteilten sie sich lautlos um das Haus. Roy schob mit dem Fuß ein im Gras liegendes Kinderrad beiseite. Er hatte als Kind keines besessen; dafür hatte das Geld nicht gereicht. Plötzlich richtete sich sein Hass sogar gegen das Rad. Er holte aus, wollte es am liebsten zertreten, wie man einen Käfer zertritt.“
„Lass das! Sei leise!“, raunte Matt ihm zu. Er klang vielmehr belustigt als böse. „Du bist ganz heiß darauf, nicht?“

 

Elisabeth Büchle (Trossingen, 26 juni 1969)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

broers

(zijnde een gesprek in acht gedichten tussen een bejaarde Lucifer en God, hoewel alleen Lucifer wordt gehoord. De tijd is lang daarna.)

1
uitnodiging

kom rol je samen met mij op
hier in het bed van de schepping
tussen de twijgen en linten
uit het verleden. ik ben oud geworden
herinner me de tuin,
het gezoem van de grote katten
dat verschoof naar taal, de zoete
rook van de rib van de man
toen die opsteeg en hij begon te lopen.
het was allemaal glorie toen,
de gevleugelde wezens die sprongen
als engelen, die de oceanen opeisten
als hun bezit. laten we hier een tijdje uitrusten
als twee oude broers
die het zagen gebeuren en zich afvroegen
wat het betekende.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juni ook mijn blog van 26 juni 2020 en eveneens mijn blog van 26 juni 2019 en ook mijn blog van 26 juni 2018 en ook mijn blog van 26 juni 2017 en eveneens mijn blog van 26 juni 2016 deel 2.

Rob van Essen, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en vertaler Rob van Essen werd op 25 juni 1963 geboren in Amstelveen. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: Miniapolis

“In tram 81 zat zijn moeder. Jonathan had haar niet zien instappen, opeens zat ze daar, aan de overkant van het gangpad, op een van die banken die met hun rug naar het raam stonden, ingeklemd tussen twee andere passagiers.
Ze was al vier jaar dood en zag eruit alsof ze zware jaren achter de rug had. Ze droeg een paarse muts en wierp ontevreden blikken om zich heen, met karikaturaal neergetrokken mondhoeken. Er sprak stuurse haat uit haar blik, de haat van iemand die zich te goed voelt voor haar omgeving maar zich tegelijkertijd tot die omgeving veroordeeld weet. Behalve die paarse muts droeg ze een legerjas, een
spijkerbroek en lompe zwarte schoenen, alsof ze haar in een tweedehandszaak hadden aangekleed. Jonathan probeerde haar blik te vangen, om haar te laten weten dat hij hier zat, dat hij haar zag, maar ze keek dwars door hem heen, zonder enig blijk van herkenning.
De volle tram schokte van halte naar halte. Buiten regende het, er stroomde water langs het raam, in de tram druppelde het hier en daar van jassen. Sommige passagiers moesten blijven staan, maar Jonathan stond zijn stoel niet af, hij kwam net van de brug, hij mocht blijven zitten van zichzelf. Zo nu en dan werd hem het zicht op zijn moeder ontnomen. Je zou denken dat zo’n tram overzichtelijk was, rechttoe rechtaan, maar door de bij elke bocht zwenkende segmenten en de rijen glanzende stangen tussen vloer en plafond waarvan het perspectief bij elke zwenking verschoof was het toch een rommelige toestand.
Opeens was de plek van zijn moeder leeg. De tram stopte, Jonathan zag haar paarse muts nog net verdwijnen, op weg naar de verder weg gelegen deuren – alsof ze niet wilde uitstappen bij de deuren waar hij vlakbij zat. Hij bleef zitten tot de tram weer optrok, pas toen besefte hij
dat ze hem inderdaad niet had herkend, en geen wonder, na al die jaren.
Twee haltes verder moest hij er zelf uit. Hij zette zijn kraag op tegen de regen en keek een paar keer om, alsof hij hoopte haar nog ergens te zien, maar dat kon niet, waarom zou ze nadat ze was uitgestapt door zijn gelopen in de rijrichting van de tram? Nergens een paarse muts te zien. Toen hij een paar straten verder was, hield het op met regenen en brak de zon door. Hij sloeg een paar hoeken om en stak het kleine vierkante plein over. In het lege bekken van de fontein lag natgeregend vuil. Aan de overkant van het plein belde hij aan bij nummer 14. “

 

Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

1994 (1996)

ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen een duim van ijs
zichzelf hard dichtbij mijn hart schopte
je hebt je eigen verhaal
je weet van de angsten de tranen
het litteken van ongeloof
je weet dat de meest trieste leugens die zijn
die we onszelf vertellen
je weet hoe gevaarlijk het is
geboren te worden met borsten
je weet hoe gevaarlijk het is
een donkere huid te dragen
ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen ik wakker werd in de winter
van een koud en sterfelijk lichaam
terwijl dunne ijspegels afhingen van
die ene gekke tepel die huilde
zijn we geen goede kinderen geweest
hebben wij niet de aarde beërfd?
maar je weet hier vast alles van
uit je eigen huiveringwekkende leven

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juni ook mijn blog van 25 juni 2020 en eveneens mijn blog van 25 juni 2019 en ook mijn blog van 25 juni 2018 en ook mijn blog van 25 juni 2017 deel 2.

Matthijs Kleyn, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Matthijs Leonard Kleyn werd geboren in Leiden op 24 juni 1979. Zie ook alle tags voor Matthijs Kleyn op dit blog.

Uit: Cesar

“Met de auto gaan we naar de andere kant van de stad, daar zit het echopunt. Al honderd keer heb ik het woord verkeerd uitgesproken, Bente corrigeert me dan.
‘Een echoput staat in de Efteling, je bevindt je nu in het echte leven. Het is echopunt!’
EchopuNt. EchopuNt. EchopuNt. Check, komt goed!
De lange straat waarin de echoput zich bevindt, kent eenrichtingsverkeer. Precies aan de verkeerde kant rijd ik erin, waardoor we nog tien minuten moeten lopen als ik de auto heb geparkeerd.
We gaan dus te laat komen op de allereerste afspraak die met verantwoordelijk ouderschap te maken heeft.
‘Je gaat straks het hartje van je kind horen, kun je dat aan?’ vraagt ze.
‘Tuurlijk. Als je tenminste echt zwanger bent.’
‘Dat ben ik, geloof het nou maar gewoon. Ik heb negen zwangerschapstesten gedaan, allemaal positief. Toen de buurman op de tiende plaste, was-ie negatief. De testen werken dus, je wordt vader.’
Je wordt vader… ordt vader… ader… der… er… r. We zijn gearriveerd bij de echoput.
Nog voordat we sorry kunnen zeggen omdat we te laat zijn, wordt ons gemeld dat we te laat zijn. We mogen een snoepje pakken en in de wachtkamer plaatsnemen. Om ons heen hangen folders over kraamzorg, met informatie over borstvoeding, illustraties van tepelkloven en posters van zonnebloemkinderen in bloempotten. We zeggen allebei niks. Naast een thermoskan liggen zakjes Pickwick met aardbeiensmaak. Ineens zit ik weer bij m’n moeder aan de keukentafel. Altijd zat ze klaar met koekjes en zakjes Pickwick met aardbeiensmaak als ik uit school kwam. Zo zal Bente er over een decennium ook bij zitten. M’n vriendin zal dus veranderen in m’n moeder. Of ik, omdat m’n vriendin moet werken. Dan komt er een dienstregeling, zodat we beurtelings kunnen veranderen in m’n moeder. Want er moet geld verdiend worden, anders kunnen we z’n
school niet betalen. Op m’n telefoon check ik m’n banksaldo. Ik heb geen idee of het genoeg is voor schoolgeld.
We worden binnengeroepen. Een vrouw die boos lijkt, zegt tegen Bente dat ze moet gaan liggen. Ik mag ernaast zitten. Als een lul die toekijkt en er verder niet toe doet. Ze spuit blauw spul op de veel te sexy buik van m’n vriendin en smeert het uit met een dikke dildo. Op een groot scherm zie ik ineens een figuurtje. Een tekenfilmfiguurtje. Precies tegelijkertijd pakken m’n vriendin en ik elkaar
vast. Het tekenfilmfiguurtje trapt in het rond met heel dunne beentjes. Ik zie een rond voorhoofd en een heel klein neusje. Ik hoop zo voor dit kindje dat het de neus van m’n vriendin heeft, vooral als
het een meisje is. Niet die enorme unit van mij; het is al erg genoeg dat er later niemand thuis is na school, dus bespaar dit kind alsjeblieft de gêne van een grote neus.
‘Het is een jongetje!’ zegt Bente. ‘Ik zie een flubbertje tussen zijn benen!’

 

Matthijs Kleyn (Leiden, 24 juni 1979)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

eerbetoon aan mijn heupen (1987)

deze heupen zijn grote heupen
ze hebben ruimte nodig om
naar binnen bewegen.
ze passen niet in weinig
kleine plaatsen. deze heupen
zijn vrije heupen.
ze houden er niet van om tegengehouden te worden.
deze heupen zijn nooit tot slaaf gemaakt,
ze gaan waar ze heen willen
ze doen wat ze willen doen.
deze heupen zijn machtige heupen.
deze heupen zijn magische heupen.
ik heb ze gekend
om een man te betoveren en
draai hem als een tol!

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juni ook mijn blog van 24 juni 2020 en eveneens mijn blog van 24 juni 2019 en ook mijn blog van 24 juni 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

David Leavitt, Lucille Clifton

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: Shelter in Place

“Unless it’s hate speech,” Rachel said.
“Fuck hate speech,” Aaron said.
“Speaking for myself, I’d be disinclined to take the risk,” Min said. “What about you, Jake?”
“Me?” said Jake, who was not used to being addressed on these occasions. “Well, I wouldn’t not do it out of fear. I mean, I wouldn’t do it—but not out of fear.”
“The thing is, even if you did kill him, would it do any good?” Sandra said. “Pence would be president. That might actually be worse.”
“We’re not talking about actually killing him,” Grady said. “We’re talking about asking Siri how to kill him. There’s a big difference.”
“You mean it’s a sort of thought experiment,” Sandra said.
“Oh, for God’s sake.” Aaron took his phone out of his jacket pocket, pressed the home button, and said, “Siri, how would I—”
“No, don’t.” Rachel grabbed the phone away from him. “I won’t let you.”
“Who, me?” Siri said.
“Give me my phone,” Aaron said.
“That may be beyond my abilities at the moment,” Siri said.
“Only if you promise not to do it,” Rachel said.
“Rachel, I’m asking nicely,” Aaron said. “Give me back my phone.”
“No.”
Right then Matt Pierce came onto the porch with the scones. “Sorry for the delay,” he said. “Normal service has been resumed . . . What’s the matter?”
“I’ll count to ten,” Aaron said to Rachel. “One, two, three—”
“Oh, just take it,” Rachel said. “Just take the goddamn thing.”
She threw the phone at him and ran into the house.
Everyone looked at Aaron.
“What?” Aaron said.
“Don’t those scones smell delicious?” Eva said. “But I fear the tea may have oversteeped.”
“I’ll make a fresh pot,” Matt said, backing through the door that led to the kitchen.
*
In the winter of 2016, Eva Lindquist was fifty-six but looked ten years younger. Though tall, she did not give an impression of height, perhaps because Bruce, her husband, was so much taller, nearly six foot six. Given her last name, many people assumed her to be of Scandinavian descent, an impression she did little to counteract and more than a little to cultivate, most notably by tying her hair in plaits and wrapping them around her head.”

 

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Maankind

wat er ook de kamer van mijn moeder in glipte die
late juninacht, en op haar dikke buik klopte,
riep me rondhoofdig en zonder lachen naar buiten.
is dit de maan, grijnsde mijn vader,
die mij altijd wiegde? het was de maan
maar dat wist toen niemand.

de maan begrijpt donkere plaatsen.
de maan heeft haar eigen geheimen.
ze houdt zoveel licht als ze kan.

wij meisjes waren tien jaar oud en giechelden
in onze afdankertjes. we wilden borsten,
deden alsof we ze hadden, stopten tissues
onder onze hemdjes. jay johnson leert
me tongzoenen, schepte ella op, wie
leert het jou? wie zeg je; mijn vader?

de maan is de koningin van alles.
ze heerst over de oceanen, rivieren, regen.
wanneer mij wordt gevraagd van wie deze tranen zijn
geef ik altijd de maan de schuld.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juli 2020 en eveneens mijn blog van 23 juni 2019 en ook mijn blog van 23 juni 2018 deel 1 en ook deel 2.

Lucille Clifton

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

if mama / could see

if mama
could see
she would see
lucy sprawling
limbs of lucy
decorating the
backs of chairs
lucy hair
holding the mirrors up
that reflect odd
aspects of lucy.

if mama
could hear
she would hear
lucysong rolled in the
corners like lint
exotic webs of lucysighs
long lucy spiders explaining
to obscure gods.

if mama
could talk
she would talk
good girl
good girl
good girl
clean up your room.

 

asper texas 1998
for j. byrd

i am a man’s head hunched in the road.
i was chosen to speak by the members
of my body. the arm as it pulled away
pointed toward me, the hand opened once
and was gone.

why and why and why
should i call a white man brother?
who is the human in this place,
the thing that is dragged or the dragger?
what does my daughter say?

the sun is a blister overhead.
if i were alive i could not bear it.
the townsfolk sing we shall overcome
while hope bleeds slowly from my mouth
into the dirt that covers us all.
i am done with this dust. i am done.

 

slaveships

loaded like spoons
into the belly of Jesus
where we lay for weeks for months
in the sweat and stink
of our own breathing
Jesus
why do you not protect us
chained to the heart of the Angel
where the prayers we never tell
and hot and red
as our bloody ankles
Jesus
Angel
can these be men
who vomit us out from ships
called Jesus Angel Grace of God
onto a heathen country
Jesus
Angel
ever again
can this tongue speak
can these bones walk
Grace Of God
can this sin live

 

Eva denkt

het is een wild land hier
broeders en zusters koppelen
klauw en vleugel
en betasten elkaar

ik wacht
terwijl de tweevoeter uit klei
in zijn borst rommelt
op zoek naar taal om

mij te roepen
maar hij is traag
vanavond als hij slaapt
zal ik onze namen
in zijn mond fluisteren

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juni ook mijn blog van 27 juni 2020 en eveneens mijn blog van 27 juni 2019 en ook mijn blog van 27 juni 2016 en eveneens mijn blog van 27 juni 2015 deel 2.

Elisabeth Büchle, Lucille Clifton

De Duitse schrijfster Elisabeth Büchle werd geboren op 26 juni 1969 in Trossingen, Baden-Württemberg. Zie ook alle tags voor Elisabeth Büchle op dit blog.

Uit: Mehr als nur ein Traum

„Fabienne Chevalier warf zum wiederholten Mal einen Blick in den Rückspiegel. Ein Wagen folgte ihr, wie an den kreisrunden Schein-werfern unschwer erkennbar war. Das war ungewöhnlich. Vor allem zu dieser nächtlichen Stunde. Erschöpft strich sie sich den Schweiß von der Stirn. Ihr Gesicht war für ihre 48 Jahre erstaunlich faltenfrei, dafür hob sich die Narbe auf ihrer Wange umso deutlicher hervor.Schwüle Hitze beherrschte die Nacht. Ein weißer Mond stand fast perfekt rund am Firmament und tauchte die Landschaft in ein blaues Licht. Der Mississippi wälzte sich brodelnd unter der alten Holzbrücke hindurch. Fabienne lenkte ihr Automobil vorsichtig über die knarrenden Holzbretter, kurz darauf rumpelte sie über die Schienen, die in Richtung des Holzfällerlagers und des Sägewerks führten.In dem von Schwarzen bewohnten Dorf brannte kein Licht. Friedli-che Stille lag über den einfachen Hütten und Anbauten. Trotz des lauten Motors hörte Fabienne eine Kuh in ihrem Verschlag brüllen, untermalt vom endlosen, schrillen Zirpen der Grillen.Die Schlaglöcher in der nicht befestigten Straße zwangen sie, langsa-mer zu fahren. Hinter ihr kamen die Autoscheinwerfer näher. Sie ver-ließ die Ansammlung der heruntergekommenen Hütten und drückte das Gaspedal durch. Das Land war durchzogen von Bodenwellen, über die die schnurgerade Piste hinwegführte. Links und rechts erhoben sich dunkle Baumriesen und ließen das Mondlicht nur sporadisch durch.Schließlich erreichte Fabienne ihr Ziel. Sie hielt am Straßenrand, stellte den Motor ab und schaute erneut in den Innenspiegel. Das Fahr-zeug, das ihr folgte, hatte ebenfalls nicht im Dorf angehalten. Soeben verschwanden seine Scheinwerfer in einer Senke und tauchten gleich darauf auf dem Hügelkamm wieder auf. Das flaue Gefühl in ihrer Ma-gengegend nahm zu. Mühsam kurbelte sie das Fenster hoch, griff nach ihrer Handtasche und stieg aus.
6Der Pick-up hielt auf der gegenüberliegenden Straßenseite. Über die Melodie der Grillen und das laute Knattern des Motors hinweg hörte sie, wie ratschend die Handbremse festgestellt wurde. Der Fahrer verließ seinen Wagen. Er ließ den Motor laufen, und die Scheinwerfer beleuch-teten die sandige Piste bis zur nächsten Bodenwelle.Der schwarze Schatten, der auf Fabienne zukam, ging leicht gebeugt, als wolle er etwas verbergen. Der Mann trat ins Mondlicht und Fabienne atmete erleichtert auf. „Sie sind es“, sagte sie und lächelte. „Kann ich etwas für Sie tun?“„Ja. Sterben Sie.“Fabienne taumelte unwillkürlich einen Schritt zurück. Sie tastete nach der offen stehenden Fahrertür. In den sonst so freundlichen Augen des Mannes lag ein gefährliches Glitzern. Erst jetzt bemerkte sie, dass er eine Schusswaffe in der Hand hielt.„Was …?“Sie kam nicht mehr dazu, den Satz zu Ende zu bringen. Die Pistole spuckte Feuer, brachte Lärm, Schmerz und Tod.”

 

Elisabeth Büchle (Trossingen, 26 juni 1969)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Adam denkt

zij
gestolen uit mijn gebeente
is het een wonder
dat ik wanhopig verlang om
terug naar binnen te kruipen
om rib en klei opnieuw te verbinden
en weer heel zijn
er is een drang in mij
die worstelt om brullend door mijn mond
een naam te worden
deze schepping is zo fel
dat ik liever was geboren

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juni ook mijn blog van 26 juni 2020 en eveneens mijn blog van 26 juni 2019 en ook mijn blog van 26 juni 2018 en ook mijn blog van 26 juni 2017 en eveneens mijn blog van 26 juni 2016 deel 2.

Rob van Essen, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en vertaler Rob van Essen werd op 25 juni 1963 geboren in Amstelveen. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: Een man met goede schoenen

“In de Rijnstraat (bij de Albert Heijn)
Ik had mijn boodschappen op de band van kassa 4 gelegd en stond onder het wachten gedachteloos om me heen te kijken. Eerst zag ik het niet, of beter: ik zag het wel, maar registreerde het niet; maar opeens was het alsof ik mezelf op de schouder tikte en zei: kijk dan nog eens goed! Pas toen viel het me op: de man die bij kassa 5 zijn boodschappen op de band had gezet, had precies hetzelfde gekocht als ik. De boodschappen stonden zelfs min of meer in dezelfde volgorde. Een bakje blauwe bessen. Een doosje kastanjechampignons. Een literpak biologische milde magere yoghurt. Drie bananen. Een pak rijstwafels. Een fles appelsap. Een doosje brillendoekjes, niet de oranje, maar de blauwwitte, die beter zijn. En ik zag dat hij, net als ik, op het laatste moment nog een Bros-reep uit het snoepvak achter de band had gepakt en bij zijn boodschappen had gelegd. Hij ving mijn blik. We keken elkaar recht in de ogen, we waren even lang. Hij was van mijn leeftijd, en zijn bril leek sterk op die van mij. Ook hij droeg een lange jas, alleen was die niet donkerblauw, zoals de mijne, maar donkerbruin. We droegen allebei de sjaal met sneeuwkristallenmotief die een paar jaar geleden door de Hema werd verkocht. Ik maakte een gebaar naar mijn boodschappen en wilde een opmerking maken, maar een vreemde beklemming zorgde ervoor dat ik geen woord kon uitbrengen. Bovendien waren wij nu allebei aan de beurt, en gingen we op zoek naar onze portemonnee. Onze boodschappen werden over de scanner gehaald, de piepjes klonken vrijwel gelijktijdig, toen ze waren opgehouden, rekenden we hetzelfde bedrag af. Nadat we onze boodschappen hadden ingepakt (we hadden allebei een plastic Albert Heijn-zak met feestdagen-opdruk) liepen we naast elkaar naar buiten. Weer ving hij mijn blik, weer wilde ik iets zeggen, weer lukte het niet. Nadat de winkeldeuren achter ons waren dichtgeschoven, sloeg ik rechts af; hij liep naar links. Na een paar passen hield ik stil. Ik keek om en zag dat hij ook omkeek, met zijn hoofd een beetje schuin, zoals ook ik mijn hoofd een beetje schuin hield. We maakten allebei een kleine beweging, alsof we naar elkaar toe wilden lopen, maar we bleven staan, blijkbaar beseften we allebei dat we door moesten lopen in de gekozen richting, hij richting Victorieplein, ik richting Van Woustraat — alsof er een evenwicht verstoord zou worden als een van ons op de ander zou aflopen, een evenwicht waarvoor wij verantwoordelijk waren en dat op meer betrekking had dan onze levens alleen. Ik keerde me om en terwijl ik doorliep, bedwong ik de neiging om een blik over mijn schouder te werpen om te controleren of ook hij zijn weg vervolgde. Er vormden zich ideeën in mijn hoofd die ik niet helemaal tot het einde kon doordenken. De wereld bestond uit twee helften die even langs elkaar waren geschuurd, zonder dat dat de bedoeling was geweest; dimensies waren doorbroken en tijd en ruimte hadden zich door een kleine onoplettendheid in de kaart laten kijken.”

 

Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Gedaantewisselaar gedichten

1
de legende wordt gefluisterd
in de vrouwentent
hoe de maan als ze vol
opkomt
sommige mannen in zichzelf volgt
en ze daar verandert
het seizoen is kort
maar vreselijke gedaantewisselaars
ze dragen vreemde handen
ze lopen door de huizen
’s nachts hun dochters
kennen ze niet

2
wie is er om haar te beschermen
uit de handen van de vader
niet de ramen die zien en
niets zeggen niet de maan
dat vreselijke oog niet de vrouw
die ze zal worden met haar
tong vol littekens hoe hoe hoe klaagt
de uil in de avond hoe
zal ze beschermd worden dit mooie kleine meisje

3
ligt het kleine meisje
stil genoeg
gesloten genoeg
hard genoeg
loopt gedaantewisselaar vanavond
misschien niet rond
de volle maan vindt hem
hier misschien niet
met zijn haar
dat overeind staat
dat op-
stijgt

4
het gedicht aan het einde van de wereld
is het gedicht dat het kleine meisje ademt
in haar kussen dat ene
dat ze niet kan vertellen dat ene
er is niemand om dit gedicht te horen
is een politiek gedicht is een oorlogsgedicht is een
universeel gedicht maar gaat niet over
deze dingen dit gedicht
gaat over één mensenhart dit gedicht
is het gedicht aan het einde van de wereld

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juni ook mijn blog van 25 juni 2020 en eveneens mijn blog van 25 juni 2019 en ook mijn blog van 25 juni 2018 en ook mijn blog van 25 juni 2017 deel 2.

Matthijs Kleyn, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Matthijs Leonard Kleyn werd geboren in Leiden op 24 juni 1979. Zie ook alle tags voor Matthijs Kleyn op dit blog.

Uit: Cesar

“M’n vriendin begint te lachen, voor het eerst vandaag. Haar blik verraadt dat ze weet wat ik denk omdat ze het zelf ook denkt. Dat alle buren direct meeleven, geeft haar het gevoel dat we er niet alleen voor komen te staan. Ze pakt m’n arm vast en lacht door haar tranen heen. Ik heb nog nooit iemand zien lachen terwijl ze huilt, maar ik heb dan ook nooit eerder iemand bezwangerd.
Bij de wc-deur wacht ik tot Bente klaar is, ik probeer me voor te stellen hoe een vrouw eruitziet als ze op iets probeert te plassen. Ze wil nog steeds niet dat ik erbij ben als ze op de wc zit, terwijl ik er geen enkel probleem mee heb om naast haar m’n broek open te doen voor wat dan ook. Het zal wel zijn doordat ze nog verliefd op me is, dat vertel ik mezelf althans. Maar ik ben ook verliefd op haar, en toch kan ik in haar bijzijn plassen. Misschien test ik stiekem hoeveel ze van me houdt. Als ze bij me blijft na het aanschouwen van het meest dierlijke dat ik kan doen, dan zal ze wel echt heel veel van me houden. Ik hoop dat ik ooit naast haar mag staan als ze plast, dan kan ik haar daarna laten voelen hoe ontzettend gek ik op haar ben.
‘Thijs,’ hoor ik zacht.
Met een ruk trek ik de wc-deur open.
Steeds doe ik er een nieuwe laag verf op. Heel soms spiek ik naar Bente. De tafel was een half uur geleden al klaar, ze heeft hem wit geverfd. En toch begon ze direct erna opnieuw. Ik kijk naar de plinten en de hoeken, ik kan het niet opbrengen om nog een laag op de muren te smeren. Warme lucht blijft door de balkondeuren het huis in stromen, ik vermoed dat de muren eerder droog zijn dan m’n rug. Als ik de roller in de emmer gooi, lijkt Bente uit haar trance te schieten. Ze kijkt me lang aan, zo lang dat ik er verlegen van word. Het meisje waar ik al verliefd op ben sinds ze zich aan me voorstelde, draagt ineens iets van mij in haar lijf. Ik loop naar haar toe en pak haar bij haar schouders.
‘Ja, hè,’ zegt ze.
‘Ja,’ antwoord ik.
Ze drukt haar gezicht tegen mijn borst en lijkt voor het eerst sinds de twee streepjes uit te ademen. Ik wil haar fijn drukken en optillen zoals ik altijd doe, maar ik besef dat dat nu niet meer kan.”

 

Matthijs Kleyn (Leiden, 24 juni 1979)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Johannes

iemand komt in het zwart
als een ster
en de wereld zal een grote struik
op zijn hoofd zijn
en zijn ogen zullen vuur zijn
in de stad
en zijn mond zal waar zijn als de tijd

hij zal de mensen broer noemen
zelfs achter tralies
zelfs in de gevangenis

ik ben maar een doopprediker
er komt iemand groter dan ik
in het zwart als een ster

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juni ook mijn blog van 24 juni 2020 en eveneens mijn blog van 24 juni 2019 en ook mijn blog van 24 juni 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

David Leavitt, Lucille Clifton

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: Shelter in Place

“Would you be willing to ask Siri how to assassinate Trump?” Eva Lindquist asked.
It was four o’clock on a November afternoon, the first Saturday after the 2016 presidential election, and Eva was sitting on the covered porch of her weekend house in Connecticut with her husband, Bruce; their houseguests, Min Marable, Jake Lovett, and a couple named Aaron and Rachel Weisenstein, both book editors; Grady Keohane, a bachelor choreographer who had a place down the road; and Grady’s houseguest, his cousin Sandra Bleek, who had recently left her husband and was staying with him while she got herself sorted out. Not sitting on the porch was Eva’s younger friend Matt Pierce—younger in that he was thirty-seven.
He was in the kitchen, preparing a second batch of scones after having had to throw away the first, to which he had forgotten to add baking powder.
A benevolent autumn sunset illuminated the scene, which was one of comfort and ease, the porch warm from the woodstove and the guests snug on the white wicker chairs and sofa, the cushions of which Jake, Eva’s decorator, had covered in a chintz called Jubilee Rose. On the white wicker table, a pot of tea, cups, saucers, a bowl of clotted cream, and a bowl of homemade strawberry jam awaited the tardy scones.
Eva repeated her question. “Who here would be willing to ask Siri how to assassinate Trump?”
At first no one answered.
“I’m only asking because since the election, I’ve been possessed by this mad urge to ask her,” Eva said. “Only I’m afraid that if I do, she’ll pass it straight on to the Secret Service and they’ll arrest me.”
“Darling, I hardly think—” Bruce said.
“Why not?” Eva said. “I’m sure they can do it.”
“What, listen in on what we say to our phones?” Sandra said.
“I’m not saying they can’t do it,” Bruce said, “I’m just saying that in all probability, the Secret Service has better things to do than monitor our conversations with Siri.”
“Hello, am I the only person here who remembers Watergate?” Grady Keohane said. “Am I the only person here who remembers phone tapping?”
“Can cell phones be tapped?” Rachel Weisenstein said. “I thought only landlines could be tapped.”
“What century are you living in?” Aaron asked his wife.
“I mean, if we were terrorists, maybe,” Bruce said. “If we were an ISIS cell or something. But a bunch of white people drinking tea on a covered porch in Litchfield County? I don’t think so.”
“In that case, do it.” Eva handed him her phone. “Ask her.”
“But I don’t want to assassinate Trump,” Bruce said.
“See? You’re chicken,” Min Marable said. “Cluck, cluck, cluck.”
Suddenly Aaron had one of his famous tantrums. “You people,” he said. “Will you just listen to yourselves? I mean, look what’s happening to you. Is this really happening? Don’t we have a First Amendment in this country? Don’t we have the right to say whatever we damn please?”

 

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Ik word beschuldigd van een hang naar het verleden

Ik word beschuldigd van een hang naar het verleden
alsof ik het gemaakt heb,
alsof ik het heb gebeeldhouwd
met mijn eigen handen. dat deed ik niet.
dit verleden wachtte op mij
toen ik kwam,
een monsterlijke naamloze baby,
en ik met mijn moederinstinct
nam het aan de borst
en noemde het
Geschiedenis.
ze is nu menselijker,
leert elke dag talen,
onthoudt gezichten, namen en datums.
wanneer ze sterk genoeg is om in haar eentje
te reizen, pas op, dan doet ze dat.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juli 2020 en eveneens mijn blog van 23 juni 2019 en ook mijn blog van 23 juni 2018 deel 1 en ook deel 2.