David van Reybrouck, Mary Oliver

De Vlaamse dichter, schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck werd geboren in Brugge op 11 september 1971. Zie ook alle tags voor David van Reybrouck op dit blog.

Uit: De kolonisatie van de toekomst

“Tegen het eind van deze lezing zullen er naar schatting zes á zeven soorten zijn uitgestorven. Een tropische salamander, een glimmende kever, een onopvallend korstmos, een vogel, een varen, een vis — het kan van alles zijn. Na duizenden of zelfs miljoenen jaren te hebben bestaan zullen ze het komende uur niet overleven en onherroepelijk van de aardbodem verdwijnen. Tegen middernacht kunnen het er al 70 zijn. Morgen rond deze tijd zullen we ongeveer op 150 soorten zitten. En wanneer volgend jaar de siste Huizinga-lezing wordt uitgesproken, kan de teller op ss.000 uitgestorven soorten staan. Nee, niet staan, maar voortrazen, onophoudelijk, want we zitten midden in de zesde grote uitstervings-golf die onze planeet ooit gekend heeft, de eerste echter die door menselijk handelen werd veroorzaakt. De vorige vond 65 miljoen jaar geleden plaats, toen de dinosauriërs door een meteorietinslag massaal het loodje legden. Tot 55.000 soorten per jaar: dit getal is geen apocalyptisch visioen van enkele ecologische fundi’s, maar een schatting afkomstig van de internationale Convention on Biological Diversity, een multilateraal verdrag tussen 196 landen.’ Volgens de recentste wetenschappelijke berekeningen van het IBPES, het VN-panel voor de biodiversiteit, dreigt van de acht miljoen levende soorten er één miljoen uit te sterven binnen één of enkele generaties. Het gaat om een voorzichtige schatting’ Op Mauna Loa, een wetenschappelijk onderzoeksstation op 3400 meter hoogte op Hawaii, werd dit jaar in april een co:-concentratie van 420 parts per million (ppm) gemeten. Het cijfer zegt de meeste mensen niks, maar het gaat wellicht om het belangrijkste nieuwsfeit van dit jaar. Stek u zich onze atmosfeer voor als een zwembad met daarin één miljoen donker- en lichtblauwe ballen: dat zijn de moleculen zuurstof en stikstof. In dat blauwe ballenbad zie je hier en daar ook een knalrode bal. Ze zijn niet talrijk, slechts enkele honderden, maar ze zijn verschrikkelijk heet, ze blijven heel lang heet en warmen daardoor heel het zwembad op. Dat zijn de co2-moleculen. Welnu, 420 rode ballen op een miljoen blauwe is alarmerend hoog. Manna Loa is een onherbergzame vulkaan, een hellend maanlandschap van steen dat uitkijkt over de Stille Oceaan. Het is ook de plek waar al sinds maart 1958 dagelijks waarnemingen van de atmosfeer worden gedaan, de langste reeks op aarde. Drieënzestig jaar geleden, bij het begin van de waarnemingen, bedroeg het co2-gehalte nog maar 315 ppm. Vandaag 420. Het is ongelooflijk snel gegaan: van 315 naar 420 rode ballen in minder dan een mensenleven, dat is gigantisch als je beseft dat we de voorbije achthonderdduizend jaar, met al zijn barre ijstijden en warme tussenijstijden, hooguit tussen de 170 en 300 ppm schonunelden.
Het grote wee-rapport dat afgelopen augustus verscheen, gebaseerd op meer dan veertienduizend wetenschappelijke publicaties, liet er geen twijfel meer over bestaan. De aarde warmt snel op en dat komt door de mens. Gletsjers en poolkappen zijn kleiner dan ze de voorbije duizenden jaren waren, het zeeniveau is in drieduizend jaar niet zo snel gestegen en de co2-concentratie is de hoogste van de voorbije twee miljoen jaar.”

 

David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De Zwaan

Heb jij hem ook gezien, de hele nacht ronddrijvend op de zwarte rivier?
Heb je hem ’s ochtends gezien, opstijgend in de zilverachtige lucht –
Een armvol witte bloesems,
Een perfecte beweging van zijde en linnen terwijl hij leunde
in de gebondenheid van zijn vleugels; een sneeuwbank, een veld van lelies,
Met zijn zwarte snavel in de lucht bijtend?
Heb je hem gehoord, zoemend en fluitend?
Een schelle donkere muziek – zoals de regen die tegen de bomen klettert – als een waterval
Die de zwarte richels afsnijdt?
En heb je hem, tenslotte, gezien, net onder de wolken –
Een wit kruis dat door de lucht stroomt, zijn voeten
Als zwarte bladeren, zijn vleugels als het uitgestrekte licht van de rivier?
En voelde je in je hart hoe het met alles te maken had?
En heb jij ook eindelijk door waar schoonheid voor dient?
En heb je je leven veranderd?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2021 en ook mijn blog van 11 september 2020 en eveneens mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Theo Olthuis, Mary Oliver

De Nederlandse dichter en schrijver Theo Olthuis werd geboren in Amsterdam op 10 september 1941. Zie ook alle tags voor Theo Olthuis op dit blog.

 

Gehoorsafstand

Zondagochtend,
voorjaarswind
langs mijn balkon
met uitzicht op
de oude linde
en het massieve pand
van Petrus en Paulus.

In de kerk
gepland gezang.
Vanuit de boom
spontaan een lied.

 

Verwondering blijft

Als in een lichtflits
bijna elke dag opnieuw
zomaar weer even dat moment,
komend als vanzelf.
Hier te kunnen zijn,
te mogen zijn op deze planeet
tussen al die sterren in de ruimte.
Wel bijzonder
en zover begrepen
niets meer of minder
dan gewoon een wonder.

Met ergens in het achterhoofd
de dood als blindganger
het leven vierend,
waarin van dag tot dag
boven in het brein,
onmetelijk magazijn,
zelfs de kleinste dingen
zich verzamelen,
Duurzaam en houdbaar
tot onzekere datum,
die niet kan worden overschreden
en mooi dat ik dat weet.

 

Het hele landje

Het hele landje
met vijver en al
geborgen tussen
strippenkaart
munten en papier
waar ik ook ben
achter dof plastic
blijft ze rennen
oren plat
staart zwierend
zand stuift op
zonder terugval

 

Theo Olthuis (Amsterdam, 10 september 1941)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De reis

Op een dag wist je eindelijk
wat jij had te doen, en begon,

hoewel de stemmen rond je
hun slechte advies bleven schreeuwen,

hoewel het hele huis begon te schudden

en hoewel je de oude trek aan je enkels voelde.

“Heel mijn leven” riep elke stem.
Maar je stopte niet
Jij wist wat jij had te doen

Ondanks dat de wind met haar stijve vingers
Peuterde aan de fundamenten en
Die anderen verschrikkelijk zwaarmoedigheid klonken.

Het was al laat genoeg,
een wilde nacht
En de weg vol met gevallen takken en stenen.

Maar beetje bij beetje
Met hun stemmen achter je
Begonnen de sterren
te branden door het wolkendek
en er was een nieuwe stem
Die je langzaam begon te herkennen als de jouwe
Die je gezelschap hield
terwijl je dieper en dieper
de wereld in trok.

Vastbesloten
Het ene ding te doen dat je kon doen,
vastbesloten het enige leven te redden dat je kan redden

 

Vertaald door Walter Berghoef

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2..

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

Le couple/Lipschitz

Toen zij samen sliepen
de eerste nacht
werd de wereld dieper
het lachte zacht

hun lichamen aarde
en hemelboog
die de warmte bewaarden
van ’t daglichtoog

maar woorden ontstonden
toen de wereld verging
hun lippen vonden
verwildering.

Dat zij samen lagen
de tweede nacht
zo klein en verslagen
tezamen gebracht

door de angst der dingen
de nacht en de kou
of het gaan zingen
en mooi worden zou

zij voelden verlegen
het vreemde geluid
van hun zielen bewegen
achter hun huid.

Dat toen zij verlangden
een derde nacht
zij lagen bang en
op hun rug op wacht

of één zou beginnen
gefluisterde naam
strak trok het linnen
om hun lichaam

dat toen zij hoorde
dat hij al sliep
god is geboren
het jong verdriet.

 

Liefde

handen heb ik niet
om er mee te leven
woorden op papier
hebben zichzelf geschreven

liefde is: een stoep
deur die wordt gesloten
luisteren naar de voet –
stappen op de loper

dan de stoep afdalen
als een ooievaar
snuivend ademhalen
nachtwind komt van waar

bij de zevende lantaren
al mijn veren tot een kuif
en met sprekende gebaren
dans ik dan mijn liefde uit

statig al mijn Glück und Wonne
voor het nachtelijk publiek
van een zwerfkat en twee nonnen
God wat is de wereld ziek

 

Jagers

Een wee gevoel van moed,
gesneld, geteld, gehangen
de lijken en hun naam
is haas.

Gedwee, gewijd,
een moederloos geslacht;
gewei verwijst voorouderlijk
naar glas in gouden lijst.

Honger somber hurkt
in vensternissen, schaduw
van stilte schoort de balken,
spert
de echo van een schot
sprengt
die Dämmerung das Echo eines
Schusses, klaffend kalte Sterne.

Aan tafel zitten. Kandelabers.
Handen verzilveren.
Handen schillen
bevroren fruit.

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)
Portret door Paul Boswijk, 1996

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Als ik tussen de bomen ben

Als ik tussen de bomen ben,
vooral de wilgen en de valse christusdoorn
evenals de beuk, de eiken en de dennen,
ze geven zulke blijk van blijdschap.
Ik zou bijna zeggen dat ze mij redden, en dat dagelijks.

Ik ben zo ver verwijderd van de hoop op mezelf,
waarin ik goedheid en onderscheidingsvermogen heb,
en me nooit door de wereld haast
maar langzaam loop en vaak vooroverbuig.

Om mij heen roeren de bomen hun bladeren
en roepen: ‘Blijf nog even.’
Het licht stroomt uit hun takken.

En ze roepen opnieuw: “Het is eenvoudig”, zeggen ze,
“en ook jij kwam ter wereld
om dit te doen, om kalm aan te doen, om vervuld te worden
met licht en om te schijnen.”

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Dolce far niente, Elly de Waard, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 

Indian Summer door William Wendt, 1910

 

Indian Summer

BY the purple haze that lies
On the distant rocky height,
By the deep blue of the skies,
By the smoky amber light
Through the forest arches streaming,
Where Nature on her throne sits dreaming,
And the sun is scarcely gleaming
Through the cloudlets, snowy white,
Winter’s lovely herald greets us
Ere the ice-crowned tyrant meets us.

A mellow softness fills the air,
No breeze on wanton wing steals by
To break the holy quiet there,
Or make the waters fret and sigh,
Or the golden alders shiver
That bend to kiss the placid river,
Flowing on and on for ever.
But the little waves are sleeping,
O’er the pebbles slowly creeping,
That last night were flashing, leaping,

Driven by the restless breeze,
In lines of foam beneath yon trees.
Dressed in robes of gorgeous hue,
Brown and gold with crimson blent;
The forest to the waters blue
Its own enchanting tints has lent;
In their dark depths, life-like glowing,
We see a second forest growing,
Each pictured leaf and branch bestowing
A fairy grace to that twin wood,

Mirror’d within the crystal flood.
’Tis pleasant now in forest shades;
The Indian hunter strings his bow
To track through dark, entangling glades
The antler’d deer and bounding doe,
Or launch at night the birch canoe,
To spear the finny tribes that dwell
On sandy bank, in weedy cell,
Or pool the fisher knows right well—
Seen by the red and vivid glow

Of pine-torch at his vessel’s bow.
This dreamy Indian-summer day
Attunes the soul to tender sadness;
We love—but joy not in the ray:
It is not summer’s fervid gladness,
But a melancholy glory
Hovering softly round decay,
Like swan that sings her own sad story
Ere she floats in death away
The day declines; what splendid dyes,

In flickered waves of crimson driven,
Float o’er the saffron sea that lies
Glowing within the western heaven!
Oh, it is a peerless even!
See, the broad red sun is set,
But his rays are quivering yet
Through nature’s veil of violet,
Streaming bright o’er lake and hill;
But earth and forest lie so still,
It sendeth to the heart a chill;

We start to check the rising tear—
’Tis Beauty sleeping on her bier.

 

Susanna Moodie (6 December 1803 – 8 April 1885)
Oxford, de geboorteplaats van Susanna Moodie

 

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Soms
Voor Andreas om te lachen

Soms –
wachtte ze ook op mij

liggend in bed, gereed
mij te ontvangen. Onder haar

dunne hemd alleen in de slip
gekleed, die ik uit Parijs

voor haar had meegebracht:
een vlek van kant en zij

en over de hele bilnaad
slechts een smalle band.

Haar te bezitten gaf mij
het gevoel dat ik haar schiep

dat ik haar lijf onder mijn
handen zijn volmaaktheid

gaf, ik die tevens een diep
ontzag voor de schier eindeloze

stroom van haar orgasmes had
die ik als een natuurverschijnsel

zag, waar ik een even nietig
als onmisbaar onderdeel

van was. – Een wijfjesdier
dat ben je en altijd

geweest! En wat ben jij dan?
– Ik? Ik ben gewoon alleen

een beest

 

Existentiële vraag

Wat is er in de lichtheid
van mijn leven overdag
dat het betaald moet worden
met de zwaarte van de nacht?

Dat uit het hijgen van mijn
borst, uit dat moeras, uit van
mijn dromen de benarde damp
de kracht getrokken moet

voor lachen? Leef ik mijn tijd
te snel, waardoor de donkere
materie van de aarde zelf
als zij haar kans krijgt, mij
terneer drukt en haar tol eist?

 

En in de schemering

En in de schemering zong
de uil zijn blues; veel

van ook zijn verdriet
was al geweest, zijn droevig

lied kwam immers uit
zijn hele lichaampje en niets

gekunstelds was er aan
het werd door niets

gestuit – zo hoort muziek
te zijn: voluit, een druppel

die je dorstige, je uit-
gedroogde ziel

in zich opzuigt.

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

In het bos slapen

Ik dacht dat de aarde
me nog kende, ze
nam me zo liefdevol terug, haar donkere
rokken schikkend, haar zakken
vol korstmossen en zaden. Ik sliep
als nooit eerder, een steen
op de rivierbedding, niets
tussen mij en het witte vuur van de sterren
behalve mijn gedachten, en ze fladderden
licht als motten tussen de takken
van de perfecte bomen. De hele nacht
hoorde ik de kleine koninkrijken om me heen
ademen, de insecten, en de vogels
die hun werk in het donker doen. De hele nacht
ging ik op en neer, alsof ik in water dreef, worstelend
met een schitterend noodlot. Tegen de ochtend
was ik minstens tien keer verdwenen
in iets beters.

 

Vertaald door Sietske Boonstra

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Merijn de Boer, Mary Oliver

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Het Surinamedagboek

“Zaterdag 26 maart 2011 Vanochtend bladerde ik door De Groene Amsterdammer en las de volgende advertentie:

Gratis last minute op vakantie? Maak een avontuurlijke en literaire reis door het binnenland van Suriname in het kielzog van Albert Heiman. Meer informatie: helmanreis@paradijsvogels.n1 of 0572-301406.

lk heb meteen gebeld. Erg aardige man aan de lijn. Het blijkt te gaan om een door de Stichting Vrienden van Lou Lichtveld betaalde reis van drie weken door het oerwoud. Overdag varen in een uitgeholde boomstam en ’s nachts slapen in een hangmat langs de rivier. Het lijkt me wel wat. De reis is bedoeld om meer bekendheid te creëren voor het leven en werk van Albert Helman. De man, Maurits Blomhert heet hij en hij werkt aan de biografie van Helman, vroeg of ik weleens van de schrijver had gehoord. Toen ik zei van wel, en vertelde dat ik tijdens mijn studie “De stille plantage” heb gelezen, was hij enorm verrast. Hij wilde meer van me weten en ik vertelde dat in september mijn debuut Nestvlieders uitkomt en dat ik als redacteur voor uitgeverij Van Oorschot werk. lk vertelde ook dat ik altijd al geïnteresseerd ben geweest in Suriname omdat mijn vader er is geboren. Blomhert vond dit allemaal interessant om te horen. Hij kan zelf niet mee met de reis vanwege allerlei gezondheidsklachten en familieperikelen waarover hij nogal uitvoerig uitweidde. Hij suggereerde dat ik misschien een reisverslag kan schrijven. ‘Het zou echt heel mooi zijn als je dat wilt doen,’ zei hij. Hij heeft, als secretaris van de Stichting Vrienden van Lou Lichtveld, de reis georganiseerd en vindt het duidelijk ais je dat wilt doen; zei hij. Hij heeft, ais secretaris van de stichting Vrienden van Lou Lichtveld, de reis georganiseerd en vindt het duidelijk erg jammer dat hij thuis moet blijven. Toen begon hij voor een tweede keer uitgebreid over die gezondheidsklachten, met details over urinewegen die ik niet per se had hoeven horen trouwens (al snap ik nu wel waarom hij niet mee kan). Het zou een troost voor hem zijn als hij een reportage van de reis kan lezen. Een van de andere reizigers heeft hij al gestrikt om onderweg foto’s te maken. Die kunnen dan, samen met mijn verslag, te zijner tijd bij de stichting worden ingeleverd. Misschien wilde ik er zelfs wel een boek van maken, suggereerde hij. Waarom niet? Ja, waarom niet, dacht ik. Het klonk me allemaal uitermate aangenaam in de oren. Ik zei dus op alles ja, met als gevolg dat ik geloof ik aanstaande dinsdag al naar Suriname vlieg. Ik moet het nog wel met Van Oorschot bespreken.“

 

Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Rozen, nazomer

Wat gebeurt er
met de bladeren als
ze rood kleuren of goud, als ze
afvallen? Wat gebeurt er

met de zangvogels
als ze niet langer kunnen
zingen? Wat gebeurt er
met hun snelle vleugeltjes?

Denk je dat er een
persoonlijke hemel is
voor ieder van ons?
Denk je dat er iemand,

gene zijde van die duisternis,
ons zal roepen, daarmee ons zal bedoelen?
Achter de bomen
blijven de vossen hun welpen leren

hoe je leeft in de duinpan;
het lijkt wel of ze nooit verdwijnen, ze zijn er altijd
in het bloeiende licht
dat elke ochtend weer oprijst

in de donkere lucht.
En nog weer een duinenrij verder,
vlak langs de zee,
beginnen de laatste rozen hun productie van lieflijkheid,

en schenken ze deze terug aan de wereld.
Als ik een ander leven zou krijgen,
zou ik het willen geven aan een onbekend
tomeloos geluk.

Het zou een vos kunnen zijn, of een boom
vol met wuivende takken.
Ik zou het niet erg vinden een roos te zijn
in een veld vol met rozen.

Angst is nooit tot hen doorgedrongen; ambitie evenmin.
Verstand valt buiten hun besef.
Ook vragen ze nooit hoe lang ze rozen moeten zijn, en wat dan?
Of welke idiote vraag dan ook.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

David van Reybrouck, Mary Oliver

De Vlaamse dichter, schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck werd geboren in Brugge op 11 september 1971. Zie ook alle tags voor David van Reybrouck op dit blog.

Uit: Zink

“Drie weken voor mijn geboorte stierf een man van 68 die de laatste twintig jaar van zijn leven voornamelijk bij het raam had gezeten. Hoestend, rochelend, rokend. Zijn pijp verbrandde meer lucifers dan tabak. Geduldig en vriendelijk schilde hij de aardappels en sneed hij de prei. Het was de zomer van 1971, in het uiterste oosten van België, het gebied dat Duitstalig is. ‘Ik zie hem nog zitten,’ zegt Betty, een van zijn dochters, ‘daar in de hoek.’ Ze wijst naar een stoel bij het raam. Betty is samen met drie van haar oudere broers in het ouderlijk huis blijven wonen. We zitten met zijn allen in de salon, ik met een schriftje op schoot. ‘De laatste jaren kwam hij niet meer buiten. Ik heb hem nooit anders gekend dan moeizaam ademend,’ zegt ze. De drie grijze broers knikken.
Langdurig ziek, sedentair bestaan, tamelijk jong gestorven – het lijkt niet te wijzen op een erg bewogen leven. Maar ik heb inmiddels geleerd dat de laatste levensjaren van een mens vaak weinig zeggen over het leven dat eraan voorafging. Zachtmoedige bejaarden blijken soms decennialang onuitstaanbare sujetten te zijn geweest. Bij jovialen komt het gezeik vaak met de jaren. En zelfmoord volgt soms op een leven vol uitbundigheid.
Maar zelden was het contrast groter dan bij deze vroeg versleten man. In de loop van enkele uren in dat stille huis leer ik dat hij niet alleen elf kinderen, maar ook vijf nationaliteiten en twee identiteiten heeft gehad. Een veelbewogen, maar weinig rooskleurig leven. ‘Mein Leben war von Anfang an ein Leidensweg,’ staat er op zijn doodsprentje, dat zijn dochter voor mij fotokopieert. Er zijn mensen in wier lichamen de geschiedenis zoveel lijnen trekt, krast en kerft, dat stilzitten, zodra het kan, nog de enige optie is. Na de wirwar het wit – of in elk geval het verlangen ernaar.
Maar waar te beginnen?
Het begint met knoopjes, zo stel ik me voor, fijne, zwarte knoopjes dicht opeen, de rits is nog niet uitgevonden, knoopjes die welven op het tempo van haar jachtige ademhaling, hoog in haar borst. Wat raast er door haar heen? Hunkering, schrik, of het heimelijke genot dat schrik soms kan geven? De donkere opwinding van een grens die wordt overschreden? Knoopjes van haar korset, waarin ze ’s ochtends nog de kamers heeft schoongemaakt, ’s middags nog de soep uit de terrine heeft geserveerd, ze voelde zijn blik. Het zilveren bestek op het tafelkleed van damast. Het gerinkel van glazen.
Knoopjes die zijn verzorgde vingers nu onverstoorbaar een voor een openmaken. Hij heeft dit vaker gedaan, dat kan ze wel merken. Düsseldorf, mei 1902. De negentiende eeuw is nog volop bezig. Hij is eigenaar van een fabriek, zij is dienstmeisje. Zij komt uit Rheydt, in de buurt van Mönchengladbach. Ze is naar Düsseldorf getrokken, net als zovelen. Daar is werk.”

 

David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Koud nu

Dicht bij de rand. Bijna
ondraaglijk. hopen
wolken zich op en verdampen
uit het noorden van de witte beer.
Deze boom splijtende ochtend
droom ik van zijn diepe sporen,
het levensreddende niervet.

Ik denk aan de zomer met zijn stralende vruchten,
bloesems die zich omvormen in bessen, bladeren,
handenvol graan.

Misschien is wat koud is de tijd
dat we de liefde meten die we altijd hebben gehad, in het geheim,
voor onze eigen botten, de harde messcherpe liefde
voor de warme rivier van het ik, boven al het andere; misschien

is dat wat het betekent de schoonheid
van de blauwe haai die koers zet naar de tuimelende zeehonden.

In het sneeuwseizoen,
in de onmetelijke kou,
worden we wreed maar eerlijk; wij houden
onszelf in leven,
als we kunnen, nemen, het ene na het andere
van de noodzakelijke lichamen van anderen, de vele
geplette rode bloemen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver 10 september 1935 – 17 januari 2019)
Icoon door Kelly Latimore, 2019

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2021 en ook mijn blog van 11 september 2020 en eveneens mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Paweł Huelle, Mary Oliver

De Poolse schrijver Paweł Huelle werd geboren op 10 september 1957 in Gdańsk. Zie ook alle tags voor Pawel Huelle op dit blog.

Uit: Castorp (Vertaald door Renate Schmidgall)

„Bevor er diese Reise unternahm, die für sein junges Herz – wir wollen es nicht verhehlen – eine Art Herausforderung zu großen, wenn auch noch unbestimmten Taten war, führte er ein langes Gespräch mit Konsul Tienappel. Der beleibte ehrbare Alte konnte anfangs die einfache Idee, ein
paar Semester im Osten zu studieren, nicht verstehen, und als Hans Castorp sie ihm auf philosophische Art, nach dem Prinzip der Analogie, erläuterte, erhob der Onkel sich vom Sofa, schritt im Salon auf und ab und hielt eine kleine politische Ansprache. In wenigen Sätzen zeichnete er, für seine phlegmatische Natur ungewöhnlich ausdrucksvoll, einen allgemeinen Abriß der Weltgeschichte, der Geschichte Europas und schließlich Deutschlands, in dem für den Osten als solchen keine besonders guten Wertungen vorgesehen waren.

«Deine Vergleiche», sagte er und blieb plötzlich am Fenster stehen, «sind, wenn sie auch von der Distanz zeugen, die einem Menschen in unseren Kreisen eigen ist, völlig fehl am Platz. Die Zeiten, da unsere Vorfahren nach Reval, Riga, Königsberg oder Danzig aufbrachen, sind unwiederbringlich vorbei. Sicher – du willst kein Kontor gründen und keine Ritterrüstung anlegen, du willst Schiffe bauen.
Aber was können die dort für eine technische Hochschule haben? Bestimmt eine miserable, das sag ich dir, mein Lieber – eine miserable, denn was ist das schon für eine Schule, die gerade erst gegründet wurde? Und außerdem» – hier drückte Konsul Tienappel beinahe das Gesicht an die Scheibe und senkte aus für Castorp unverständlichen Gründen die Stimme – «sollte man Situationen meiden, in denen die mühsam erarbeiteten Formen im Chaos versinken könnten.»

All dies war dermaßen verwunderlich, daß Castorp, an solch eine Ereiferung des Alten nicht gewöhnt, dessen Bewegungen und Worte halboffenen Mundes verfolgte, was aussah, als sei er so beeindruckt, daß ihm die Luft wegblieb.
Schließlich überwand er seine Scheu und sagte: «Aber, lieber Onkel, du redest ja mit mir, als wollte ich in den Krieg ziehen oder zumindest in ein entlegenes, gefährliches Reich, aus dem die Rückkehr zwar nicht ausgeschlossen, aber alles andere als sicher ist. Ich denke doch, daß ein Ort, den man ohne Problem mit der Eisenbahn und den Dampfern unserer Schifffahrtslinien erreicht, nicht allzu gefährlich sein kann. Oder irre ich mich da?»
«Deine Sophisterei, mein Lieber», der Konsul wandte das Gesicht vom Fenster ab und sah Castorp aufmerksam an, «übrigens typisch für dein Alter, und auch dein Mangel an Erfahrung machen es zu einem unsinnigen Unterfangen, dir meine Gründe weiter zu erläutern. Ich hatte natürlich nie die Absicht, und die habe ich auch jetzt nicht, auf deine Entscheidungen Einfluß zu nehmen.“

 

Paweł Huelle (Gdańsk, 10 september 1957)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De storm

Nu stoeit mijn kleine hondje door de witte
boomgaard, vertrapt de nieuwe sneeuw
met wilde pootjes.
Rent van hier naar daar, opgewonden,
nauwelijks in staat te stoppen, hij springt, hij draait
totdat de witte sneeuw beschreven is
met grote, uitbundige letters,
een lange zin, die de geneugten
van het lichaam uitdrukt in deze wereld.
O, ik had het niet beter kunnen zeggen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2..

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

In het bos

daar was het zo stil
ik kon mijn stem er niet verbergen
in het rumoer van auto’s
in de muziek van een café

er was geen omweg voor het woord
en geen geluid waarin het kon verdrinken
en weer gevonden worden
alsof het van een ander was

wanneer ik daar gezegd had wat ik zeggen wilde
had je het onherroepelijk gehoord
hadden wij zwijgend verder moeten lopen
te stil was het ik durfde niet

en toen we bijna bij de huizen waren
en ik het zeggen ging zag je
een eekhoorn je wees
en holde naar de boom waarin hij was geklommen

 

Slapeloosheid

liefde heeft een lichaam
als het mijne huid en mond
nevels dwalen uit de grond
bij de buren ’t licht aan

nachtlucht moet ik slikken
donkernatte toverbal
bomen staan te bidden
voor een sterfgeval

tussen vingers zichtbaar
wordt een rode vonk
lucifer verdronk
in de nevel sissend

achteroverliggend
glijd ik naar de grond
hoe mijn armen dichtgaan
haren in mijn mond

 

Winterwandeling

Weet je wat is? – als het door sneeuw bedekt
zich inkeert tot een kern die wij niet kennen,
die dood lijkt als het doodse staan van dennen
aan randen die het sneeuwen samentrekt

rondom een vijver, blinder oog dan wennen
aan zo veel witheid die het oog bevlekt
van binnen uit, dat het dood ontdekt
in zich, drijvende vlokken die ontkennen

dat je het weet: het smelt op donker water
nog voor het spiegelbeeld geworden is,
oplossend tot oorspronkelijke staat-

nog zie ik jou, maar denkend nu aan later
vind ik ook in jouw ogen duisternis-
in ’t onbehuisde thuis, in jouw gelaat.

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

VEERTIG JAAR

veertig jaar lang
zijn de vellen wit papier
onder mijn handen doorgegaan en heb ik geprobeerd
om hun vreedzame leegte

te verbeteren
door kleine krullen kleine schachten
te plaatsen van letters woorden
kleine springende vlammen

niet één pagina
vond ik minder dan fascinerend
discursief vol cadans
waarvan de bleke nerven zich verbergen

in de krommen lijnen van de Q’s
achter de soldateske H’s
in de zwemvliezen van de W’s
veertig jaar

en vanmorgen weer zoals altijd
ben ik gestopt zodra de wereld terugkomt
nat en mooi ik denk
dat taal

niet eens een rivier is
geen boom is geen groen veld is
niet eens een zwarte mier is die
energiek bescheiden onderweg is

van dag tot dag van één
gouden pagina naar de andere.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Elly de Waard, Mary Oliver

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Aan…

Zoals een vader, die zich in zijn
kinderen verdiept –
zo is de wind, als hij het blad beschouwt
dat hij nog hangen liet.

De wijze waarop kou, koortsachtig,
wolken aan je lippen graast, nu je ligt uitgeteld,
is die van wollen schapen op een pasgeschoren veld –
zo raadselachtig.

Teveel doen heft tekort gedaan nooit op –
voor sommig verdriet is de dood het intiemste.
Winter, gelukkige gevangenis,
waarin wij zijn geveld door rust, niet meer door ziekte.

 

Wie Zegt

Wie zegt dat vlinders geen bibliotheken
Hebben waarin de stand van het verpoppen

Tot op de draden staat berekend?
Bloembladeren geen ponskaarten zijn

Van andere berichten dan van eten?
Onze uren zijn hun leven

Maar onze ondergang valt net zo min
Te meten aan het perspektief

Van sterren waarin wij ons onzichtbaar
Weten. Uit uitspansel is de limiet

Aan elk gedachtenstelsel
Gevangen in het gareel waarvan

Wij kruipen of rennen
Alnaargelang.

 

Media vita

Verspreid tegen de lucht gespijkerd als de sterren
En van liefde ziek ben ik, ik kom tot niets.

Nacht is het in je ziel, de grijze iris van je blik
Balt zich rondom je ondoordringbare pupillen samen.

Ons bed, de plek van je confessies, is zo naakt
Als kalend linnen en zo onbevlekt

Als het uitzicht op de stad die in de diepte
Voor het raam van dit hotel in sneeuw ligt uitgeteld.

Een wolkenkrabber klieft het stratenplan
Dat in een vorige eeuw met vaste hand werd aangelegd –

Platanen, stammen bladderend als plafonds,
Ontbloten er hun pleisterwerk en in hun takken

Hangen uitgebrand de vruchten van hun lampions –
Zwart kant bedekt frivool balcons, ook die van onze kamers

Waar de stoelen gapen nu over de vloeren
Lopers van ochtendlicht in banen worden uitgerold.

Wij reizen samen,
Slapen zonder lief te hebben en staan haastig op –

Stations zijn dit en restauraties, haltes, oponthoud
En alles wat zij van ons vergen

Is wat de opdracht is van elke dag aan elk voor zich:
De tijd te doden tot wij sterven.

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De volgende keer

Wat ik de volgende keer zou doen, is kijken naar
de aarde alvorens iets te zeggen. ik zou stoppen
net voordat ik een huis binnenging
en een minuut keizer zijn
en beter naar de wind luisteren
of naar hoe stil de lucht is.

Als iemand tegen me zou spreken, zij het
verwijtend of lovend of gewoon als tijdverdrijf,
zou ik naar het gezicht kijken, hoe de mond
moet werken, en elke spanning zien, elke
teken van wat de stem verhief.

En vooral zou ik meer begrijpen – de aarde
die zich schrap zet en zweeft, de lucht
die elk blad en veer boven
bos en water vindt, en voor ieder mens
het lichaam dat in de kleding gloeit
als een licht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Merijn de Boer, Mary Oliver

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: De Saamhorigheidsgroep

“Hij kon zich er geen voorstelling van maken, van Bronno in Amerika.
De gedachte aan hun lunchafspraak van morgen, over minder dan acht uur nog maar, maakte het onmogelijk om te gaan slapen. Hij dronk zijn glas wijn leeg, liep naar het bureau in zijn werkkamer terwijl hij met één hand zijn das losmaakte, zijn kaak omhoogwijzend en ook zijn ogen merkwaardig genoeg naar het plafond gericht, alsof het ‘ontdassen’ iets was waarbij je omhoogkeek. Flauwekul natuurlijk, en toch keek hij altijd naar het plafond als hij zijn das afdeed. Zoals hij er ook op een dag achter was gekomen dat hij zijn tanden altijd poetste met één hand op zijn rug. En dat zijn rechtervoet altijd vreemd naar buiten stond gedraaid als hij op de wc zat. Dit soort merkwaardigheden had hij niet bij zichzelf ontdekt maar had hij van Misaki moeten vernemen, toen een groot deel van zijn leven er al op zat.
Hij bleef bij zijn eikenhouten bureau staan. Het blad was ingelegd met oranje leer, de lades hadden bronzen handgrepen en aan de zijkant zat een grote verticale barst. Hij had het bureau al achtendertig jaar. In 1980, een paar weken voor de kroning van Beatrix, liep hij aan het begin van de avond langs de Prinsengracht. Tussen de Noordermarkt en de Westerstraat zag hij een oude man en een oude vrouw een van de twee ladeblokken haast komisch langzaam naar buiten tillen. Stapje voor stapje schuifelden ze door de hoge deur van het grachtenpand, pauzeerden even op het bordes en begonnen vervolgens traag aan de afdaling van de bel-etage naar de begane grond. Op het moment dat ze de stoep wilden oversteken, kruiste Bernhard hun pad. Wat zouden ze ermee gaan doen? vroeg hij zich af, maar hij zei niets, groette met een glimlach en slenterde verder. Het was een ideale lenteavond voor een wandeling: koud nog, maar je rook aan de lucht dat de winter voorbij was. Hoewel het nog licht was, brandden de lantaarnpalen al. In een verwaarloosd bootje lag een junk te slapen, met zijn schoenen uitstekend onder het blauwe zeil. Aan de overkant liep een groepje studenten.
Bernhard wandelde de hele gordel af, aan van alles en nog wat denkend, tot hij bij de Amstel kwam. Daar nam hij de brug naar de overkant, sloeg af naar links en liep weer terug naar huis, nu aan de overzijde van de Prinsengracht. Hij kwam langs het Amstelveld, het Paleis van Justitie en café Het Molenpad. Toen hij bijna weer bij de Brouwersgracht was, zag hij het bureau staan. Het was in elkaar gezet en stond tussen twee parkeerplekken op de klinkers. Er stond een stoel bij. Je kon er zo plaatsnemen om te gaan werken.
Hij liep een stukje terug en stak bij de Prinsenstraat het water over. Daar was toen net De Bolhoed geopend, het vegetarische restaurant waar hij weleens ging eten. Hij wandelde door naar het bureau en vond een briefje: Antiek bureau zoekt nieuwe eigenaar. Hij draaide zich om en keek naar het huis. Het bejaarde stel stond voor het raam op de eerste verdieping en keek hem aanmoedigend aan. De man schoof het raam open. ‘Neem maar mee, hoor, als u geïnteresseerd bent!’

 

Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Bomen in zwart water

Kijk, de bomen
veranderen
hun eigen lichamen
in zuilen

van licht,
verspreiden de rijke geur
van kaneel
en vervulling,

de lange kaarsen
van lisdodde
barsten en vloeien weg over
de blauwe schouders

van de vijvers,
en elke vijver
ongeacht welke naam
hij draagt, is

naamloos nu.
Elk jaar
alle dingen
die ik geleerd heb

in mijn levensweg
gaan terug op dit: de vuren
en de zwarte rivieren van verlies
wiens andere kant

redding is,
wiens betekenis
geen van ons ooit zal kennen.
Om te leven in deze wereld

moet je
drie dingen kunnen doen:
wat sterfelijk is liefhebben;

het knuffelen
alsof je eigen leven ervan afhangt;
en, wanneer het tijd is om het los te laten,
het loslaten.

 

Vertaald door Monica

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.