C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

De zoon

voor Aert v.d. Goes van Naters
der Affe wird zu blau

Het licht joeg uit het water goudfazanten,
een lam liep rond met anemonen in z’n vacht,
het chlorophyl ontwaakte in de planten
en dook toen spiernaakt in de gracht.

Waar hij langs kwam werd er met respect gelachen
een lenig groen gelach en heel niet opgeschroefd;
in hem gonsde de honing van zijn krachten
alsof de wereld van zijn lichaam had geproefd.

Toen – en of natbezwete haren sloegen
in zijn verblauwde ogen en eensklaps gedrang
van bomen die hun plaats niet meer verdroegen
en zich aan hem platdrukten in hun angst –

werd hij uit een heldere lucht getroffen,
een vlerk, dacht hij, een blinde vogel, in het rond
als hagel hoorde hij de vruchten ploffen:
een hand lag voor hem op de grond,

smal en gestorven, maar met strakke spieren
en een verwonderd volgehouden aderklop,
eenzaam – de bomen sidderden als dieren
en gillend klom hij bij hun schouders op.

 

Identiteit

Wat weet ik van je:

je hebt veel slaap nodig
en koffie verdraag je slecht;

dat je houdt van je hond
en ten dele waarom;

dat je gelukkig bent
of verdrietig kan ik zien
en horen met eigen ogen
en oren;

en je houdt van mij.

Maar welke droom heeft je veranderd
in zwarte panter, witte raaf;
hoeveel gezichten heb je willen kussen
of slaan, het waarom niet gedaan.

Wat ik niet weet: hoe zou je zonder mij
geweest zijn, waar, met welke mensen,
wie in mijn plaats – ik weet het niet.

Noch hoe je dood zult gaat,
noch ook de dag waarop.

 

Op overdekt balkon

Als het ’s middags regent
verwacht ik dat er iemand komt
ik troost me met de gedachte
dat ik zijn natte kleren
in de badkamer zou hangen
en kranten in zijn schoenen stoppen
oneindig teder

Langs het balkon plenst de regen
ik luister naar de bel die niet gaat
ik zou trouwens elke bezoeker van verre zien
ik tel fonteintjes op de tegels
van het trottoir – uit vroomheid moet ik nu
gaan zingen of ik zal schaamteloos wenken als een vrouw
van lichte zeden

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)
Portret door Jacqueline Kasemier, 1993

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Lied voor de herfst

Stel je je nu niet voor dat de bladeren dromen
hoe comfortabel het zal zijn om de aarde
aan te raken in plaats van het
niets van de lucht en de eindeloze
vlagen van de wind? En denk je niet dat
de bomen, vooral die met
bemoste holtes, beginnen uit te kijken naar

de vogels die zullen komen – zes, een dozijn – om te slapen
in hun lichaam? En hoor je niet hoe
de guldenroede afscheid fluistert,
het eeuwige wordt gekroond met het eerste
tufje sneeuw? De vijver
verstijft en het witte veld waarover
de vos zo snel rent doet zijn lange blauwe schaduwen
mooi uitkomen. De wind kwispelt met
zijn vele staarten. En in de avond
verschuift het opgestapelde brandhout een beetje
dat verlangt om onderweg te zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *