Like A Heatwave Burning (John Stammers), Wolf Wondratschek, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heatwave door Gayle Price Thomas, 2018

 

Like A Heatwave Burning

It was the hottest summer on record;
we flew into rages at the drop of a pin.
The heat made cacti of us all.

I woke up hot crazy at one in the morning.
The day’s sun had heated up the sky so heavy
it felt like being ironed.

We sat on the curbside like hot bananas
and Jane read me the Miranda
of our future lives together:

there would be no future lives together.
I’d never heard the nightjay squawk
so damnably shrilly in the
still, still stilly.

My eyeballs made sinuous rills.
I sloughed on my sandals and loped
onto a streetcar named expire.

Tyres welded cars to the road.
I got out my character
and began the tasks of a lifetime.

Pine trees collapsed in a dead swoon
all over the place. Believe you me,
honeydew features, it was hot.

 

John Stammers (Islington, Londen, 1954)
Islington, Londen

 

De Duitse dichter en schrijver Wolf Wondratschek werd geboren op 14 augustus 1943 in Rudolstadt. Zie ook alle tags voor Wolf Wondratscheck op dit blog.

 

Baudelaire in Manhatten 

Ik hou van die vrouwen
die niemand meer wil hebben,
die oud zijn en getrouwd
en nooit biezonder gelukkig waren
en nooit een onvergeeflike zonde hebben begaan,
eenzame vrouwen met maatschappelike verplichtingen,
romantiese vrouwen met volwassen kinderen
en gelakte nagels,
vrouwen die van een whisky dronken zijn
als kleine kinderen, die nog niet weten
hoe je ademhaalt onder het zoenen;
ik hou daarvan,
ondergoed
en Mozart op de radio
en voetstappen op de gang
en de manier waarop ze ‘klootzak’ zeggen
of ‘o God’.
Ik hou daarvan,
vrouwen zonder mannen,
echtgenotes,
trouwe vrouwen zonder geluk,
lelike vrouwen in het nachtelik vuur van hun verlangens,
die het, machteloos van schaamte,
maar een keer doen in hun leven
en mij daarom voor een schrijver
van wereldliteratuur aanzien.
En dat ze op de grond liggen,
daar is achteraf ook vast wel
een ouderwetse verklaring voor.
Ik hou daarvan,
zij willen dood en ik
wil leven.

 

Vertaald door S. Lapinski en Martin Reints

 

Wolf Wondratschek (Rudolstadt, 14 augustus 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e augustus ook mijn blog van 14 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 14 augustus 2018 en ook mijn blog van 14 augustus 2016 deel 1 en ook deel 2.

Hittegolf 2, (David van Reybrouck), Wolf Wondratschek, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Zindering door Peter Smit, 2002

 

HITTEGOLF 2

1.
ben je bereid te bloeden
met je huid van berkenhout
en je wervels aan de muur?

kan je nog splijten
tot houtskool en nacht
nu haar bed als een netel
een lucifer wacht?

hoe je stapels laat staan
en pakhuizen ontziet
hoe je met één veeg niet
het nachtkastje wreekt

wij verstaan dit niet
windstil is de zomer
en slapeloos het gloren
was de winter dan een ander gewas?

een hotelkamer
een plein vol plassen
spijt, even
onmisbaar als het ontbijt

 

David van Reybrouck (Brugge, 11 september 1971)
Brugge in de zomer

 

De Duitse dichter en schrijver Wolf Wondratschek werd geboren op 14 augustus 1943 in Rudolstadt. Zie ook alle tags voor Wolf Wondratscheck op dit blog.

 

Zo waarlijk helpe mij God almachtig

Toen ik verliefd op je werd,
wist mijn lichaam eerder dan ik,
wat was er aan de hand en begon te schreeuwen,
iets in de richting van de buik,
wat onmiddellijk doorwerkte in mijn benen,
want ze waren onbruikbaar toen ik opstond
en me excuseerde. Op dat soort nieuwigheden
was ik niet voorbereid (en ik haatte romans,
waarin dit aan de orde van de dag was).
Mijn lichaam echter was alles om het even.
Het schreeuwde niet meer, maar zijn gefluister,
dat toen begon, was nog luider.
Ik sloot mijn ogen.
Mijn hoofd was een racebaan van vele gedachten
die allemaal de weg naar huis waren vergeten en nu
het toilet niet wilden verlaten.
Ik had er moeite mee om weer tegenover je te gaan zitten.
We hebben gepraat, geloof ik, waarbij mij opviel
dat je veel liever met mijn neus sprak,
met mijn vingers, mijn schouders.
Natuurlijk ging je er terecht van uit
dat die je beter begrijpen dan ik.
Ook mijn buik bemoeide zich er weer mee,
grenzeloos enthousiast over jou.
Toen, ik was niet in staat, het te verhinderen
stak je een sigaret aan op mijn huid.

 

Wolf Wondratschek (Rudolstadt, 14 augustus 1943

 

Zie voor nog meer schrijvers ook mijn blog van 11 augustus 2021 en ook mijn blog van 11 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 11 augustus 2016 en ook mijn blog van 11 augustus 2011 deel 2.

Hitte (C. S. Adama van Scheltema), Michael Longley, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Podol zomer, Kiev door Andrey Kutsachenko, z.j.

 

Hitte

Hoog staat het stralend witte zonjuweel
En slaat zijn hete licht op ’t land te gruis,
De zilvren vlammen laaien uit ’t hemelhuis,
De barnende aarde blakert grijs en geel.

Elk buigt zijn rug onder het zware kruis
Van vlammen, een last van vuur, – het lijkt of heel
De wereld brandend draait, – de zon ziet scheel
En kookt het gulzig zweet op ’t heet fornuis.

Kon ik die zon aan bei mijn borsten drukken
En drinken van haar licht, dat ik in dagen
Van duisternis de mensen zou verrukken!

Wie dorst zijn ziel in ’t barre zonlicht dragen,
Om uit zijn hart voor andren de oogst te plukken, –
Wie dorst om zweet – wie dorst om waarheid vragen?

 

C. S. Adama van Scheltema (26 februari 1877 – 6 mei 1924)
Stadsstrand met uitzicht over het IJ in Amsterdam de geboorteplaats van Adama van Scheltema

 

De Ierse dichter Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie ook alle tags voor Michael Longley op dit blog.

 

HET PATROON

Op de kop af zesendertig jaar na ons trouwen,
toen er een koude, figuur-onthullende wind tegen je aan woei
en je sluier oplichtte, vind ik in zijn dikke envelop
het Vogue-patroon van zes shilling van je bruidsjapon,
gecompliceerde handleiding voor het naaien van lijfje
en rok, dubbele plooien en zomen, vloeipapieren knippatronen,
Gelijkenissen van huid die ik zenuwachtig openvouw
en in sneeuwlicht omhooghoud, want het heeft gesneeuwd
op deze windstille dag, en ik zie een glimp van je bruidsjurk
en witte schoenen buiten in de getransformeerde tuin
waar de waslijn en alle twijgen bedekt zijn.

 

Vertaald door Ko Kooman

 

Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juli ook mijn blog van 20 juli 2017 en ook mijn blog van 20 juli 2013 deel 2 en eveneens deel 3.

Pas op voor de hitte (Annie M.G. Schmidt), Ghayath Almadhoun, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heatwave door Jane Denman, 2019

 

Pas op voor de hitte

Denk aan juffrouw Scholten,
die is vandaag gesmolten,
helemaal gesmolten, op de Dam.
Dat kwam door de hitte,
daar is ze in gaan zitten
– als je soms wil weten hoe dat kwam.
Ze hebben het voorspeld: Pas op, juffrouw, je smelt!
Maar ze was ontzettend eigenwijs…
Als een pakje boter,
maar dan alleen wat groter,
is ze uitgelopen, voor het paleis.

Enkel nog haar tasje
lag daar in een plasje…
Alle kranten hebben het vermeld
op de eerste pagina.
Kijk het zelf maar even na.
Ja, daar staat het, kijk maar: dame smelt.

Die arme juffrouw Scholten…
helemaal gesmolten…
Als dat jou en mij eens overkwam…
Laten we met die hitte
overal gaan zitten…
maar vooral niet midden op de Dam.

 

Annie M.G. Schmidt (20 mei 1911 – 21 mei 1995)
Kapelle, de geboorteplaats van Annie M.G. Schmidt

 

De Zweeds – Palestijnse dichter, toneelschrijver, journalist en literair criticus Ghayath Almadhoun werd geboren op 19 juli 1979 in Damascus. Zie ook alle tags voor Ghayath Almadhoun op dit blog.

Hoe ik een dichter werd

Haar verdriet viel van het balkon en brak. Ze kreeg behoefte aan een nieuw verdriet. Toen ik met haar naar de markt ging, bleken de prijzen van verdriet onwaarschijnlijk hoog, dus adviseerde ik haar een tweedehands verdriet te kopen. We vonden een verdriet dat in goede staat verkeerde, het was alleen een beetje groot. Het had aan een jonge dichter toebehoord, die die zomer zelfmoord had gepleegd, vertelde de handelaar ons. Het verdriet beviel haar wel en we besloten het te nemen. Maar we waren het niet eens met de prijs, dus zei de handelaar dat hij er, als we het verdriet zouden kopen, gratis een pakketje leed uit de jaren zestig bij zou geven. We stemden in met zijn voorstel en ik was blij met het extra leed, waarop we niet hadden gerekend. Toen ze merkte hoe gelukkig ik ermee was, zei ze: ‘Je mag het hebben.’ Ik deed het leed in mijn tas en we gingen op weg. Die avond schoot het me weer te binnen. Ik haalde het uit mijn tas en bekeek het van alle kanten. Het was van hoge kwaliteit en verkeerde in goede staat, hoewel het al een halve eeuw was gebruikt. Kennelijk had de handelaar geen idee van de waarde gehad, anders had hij het ons vast niet gegeven in ruil voor de aanschaf van het onbeduidende verdriet van een jonge dichter. Wat me vooral tevreden stemde, was dat het existentieel leed was, dat bovendien uiterst professioneel in elkaar was gezet, met prachtige, bijzonder verfijnde details. Het had vast toebehoord aan een geleerde of een ex-gevangene. Ik begon het te gebruiken en zo werd de slapeloosheid mijn dagelijkse metgezel en werd ik een voorstander van de vredesbesprekingen. Ik ging niet meer op bezoek bij mijn naasten, het aantal memoires in mijn boekenkast groeide en ik uitte nog maar zelden mijn mening. Mensen werden me dierbaarder dan het vaderland en ik begon me te vervelen. Maar wat ik vooral opmerkelijk vond, is dat ik een dichter werd.

 

Vertaald door Djûke Poppinga

 

Ghayath Almadhoun (Damascus, 19 juli 1979)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e juli ook mijn blog van 19 juli 2020 en eveneens mijn blog van 19 juli 2019 en mijn blog van 19 juli 2017 en ook mijn blog van 19 juli 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Zonnige toekomst (Driek van Wissen), Steffen Popp, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heat Wave door Chris Breier, 2016

 

Zonnige toekomst

Doordat de zon zo onbarmhartig scheen
Was hier op onze opgewarmde aarde
Veel extra sterfte onder de bejaarden;
Wij raken aardig door de oudjes heen.

Dus blijven onze zomers zo extreem
Dan is straks de vergrijzing geen probleem.

 

Driek van Wissen (12 juli 1943 – 21 mei 2010)
De Prinsentuin in Groningen, de geboorteplaats van Driek van Wissen

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

De zee bewoont mij, zoals licht een stad

De open balkons lichtten op, eilanden aan de ringweg
de lucht lag in het rond, een pont, waarschijnlijk sliep ze

ik vleide mijn hoofd in haar romp
trof een stroming, het regime van rivieren
onder de bruggen en in de tunnels
de instrumenten
lichtketenen, die zich bewogen.

Aan de haven
was ik alleen met het water, dat daar aan land gaat
havenkranen bevestigden het continent
aan zijn randen, op de achtergrond zwoegden
de zeeën

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Indian Summer (Sara Teasdale), Elly de Waard, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 

Indian Summer door Jacques Pepin, z.j.

 

Indian Summer

Lyric night of the lingering Indian summer,
Shadowy fields that are scentless but full of singing,
Never a bird, but the passionless chant of insects,
Ceaseless, insistent.

The grasshopper’s horn, and far off, high in the maples
The wheel of a locust slowly grinding the silence,
Under a moon waning and warn and broken,
Tired with summer.

Let me remember you, voices of little insects,
Weeds in the moonlight, fields that are tangled with asters,
Let me remember you, soon the winter will be on us,
Snow-hushed and heartless.

Over my soul murmur your mute benediction
While I gaze, oh fields that rest after harvest,
As those who part look long in the eyes they lean to,
Lest they forget them.

 

Sara Teasdale (8 augustus 1884 – 29 januari 1933)
City Museum in St. Louis, de geboorteplaats van Sara Teasdale

 

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Drie kleine vogels levend op de rand van zee en strand

Drie kleine vogels levend op de rand van zee en strand
houden mij gezelschap aan de branding.
De gratie van hun rennen en bewegen,
half vliegen over het water, te licht voor zwaartekracht,
samen alleen in lucht, nat zand en spiegeling,
dat woordloze toebehoren aan elkaar en niemand anders –
opeens zijn ze verdwenen zonder dat ik zag waarheen.

Die eenvoud, dacht ik, is voldoende paradijs,
wij drieën zijn het, ik ook eindelijk gestorven
en levend had ik het geluk het al te mogen zien.
De aarde is niet sterk genoeg om ons te binden,
zij klemt zich nog slechts aan mijn voeten vast,
maar wind dwingt zand mijn stappen toe te dekken
en ik heb niets te doen dan dat ik wacht.

 

Liefste van ooit

De blonde leeuwen
met hun gemelijke
koppen, trekken rondom
lopen kringen
in het losse zand, aleer
zij door de brandende hoepels
springen –

Een koperen pauw
draagt in zijn snavel
je spiegel –

Jij Narcissus die naar
haar evenbeeld kijkt

Ik: altijd bezig je ongrijpbaarheid
te bezweren in het net zo efemere*)
van de liefdesdaad

Lucht is je teken, lucht
doorzichtig van helderheid
en water dat van je ogen –
de mijne zijn lucht en vuur en
strijd

 

Zoals het lijden niet is

Zoals het lijden niet is te
Vermijden, het is gegeven, zo voel
Ik een verdriet dat als een spoel uit
Een machine in mij losschiet: ik dacht
Nooit aan de weg, ik dacht aan het doel.
Als ik trappenhuizen van flatgebouwen
Zag, die als verlichte ritsen in een
Onzichtbare jas gestoken stonden
In de nacht, dan waren het ritsen die
Ik opentrok. Ik was op weg, blind als een

Zenuw die onder een ooglid klopt, doel-
Treffend als een pees die is gespannen op.
– En drie uur reizen voor één nacht
Met je samen, en dan te moe om je met
Liefde te beslapen – was ik altijd
Onderweg zonder ooit thuis te raken,
Wat ik vergat, omdat ik aan niemand en
Niets anders denken kan dan dat en hoe
Je laatste snik onder mijn ontembaar
En ellendig ik geklonken had.

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

ELKE MORGEN

lees ik de kranten.
Ik vouw ze open en blader ze door in het zonlicht.
De manier waarop de rode mortel, op foto’s,
In de omgeving naar beneden buigt
als sterren, de manier waarop de dood

alles tot een grijs puin kamt voordat
de camera verder gaat. Welke
donkere schaal van mijn ziel
huivert: meer wil je niet weten
hierover. En dan: je weet van niets
tenzij je dat wel doet. Hoe de slapers
ontwaken en naar de kelders rennen,
hoe de kinderen schreeuwen, hun tongen
proberen weg te zwemmen-
hoe de morgen zelf eruit ziet
als een langzame witte roos
terwijl de gestalten over de borrelende drempels klimmen,
zich verplaatsen tussen de vernielde auto’s, de straten
waar de tetterende ambulances de hele dag
niet stoppen – dood en dood, smerige dood –
dood als geschiedenis, dood als gewoonte—
hoe soms de camera pauzeert terwijl een gezin
zichzelf telt, en ze zijn allemaal in leven,
hun monden droge holen van woordeloosheid
in de vlekkerige manen van hun gezichten,
een waanzin waar we tot nu toe geen naam voor hebben—
dit alles lees ik in de kranten,
in het zonlicht,
lees ik met mijn koude, scherpe ogen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2020 en eveneens mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Dolce far niente, Marge Piercy, Louis Couperus, Nikki Giovanni

 

Dolce far niente

 

Gorse and Wild Roses, Sannox door Nancy Turnbull, z.j.

 

More Than Enough

The first lily of June opens its red mouth.
All over the sand road where we walk
multiflora rose climbs trees cascading
white or pink blossoms, simple, intense
the scene drifting like colored mist.

The arrowhead is spreading its creamy
clumps of flower and the blackberries
are blooming in the thickets. Season of
joy for the bee. The green will never
again be so green, so purely and lushly

new, grass lifting its wheaty seedheads
into the wind. Rich fresh wine
of June, we stagger into you smeared
with pollen, overcome as the turtle
laying her eggs in roadside sand.

 

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)
Zomers tafereel in Detroit

 

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit De lof der luiheid

“Maar slapen is het onbewuste! Wat ik wil, is bewust te rusten, bewust rustig te zijn, lui te zijn zonder geheimzinnige, pijnlijke zenuwwroeging; lang, als Orlando, lui te kunnen neêrliggen, zonder dadelijk te denken: ja, nu rust ik…. maar wat zal ik straks doen?
Wat ik heerlijk vind, is wakker te worden en dan nog lang na te liggen. Maar meestal word ik te laat wakker, als dezen morgen, en klopt Salvatore en komt met scheerwater binnen, en zegt:
– De signore is al naar zee, en heeft gevraagd of de signorino ook gauw kwam, zoodra hij wakker was. De signore heeft den signorino niet wakker willen maken.
De signorino, dat ben ik. Hoewel ik ouder ben dan Orlando, blijf ik voor de bedienden, de signorino. Let wel, dat ze nooit Orlando den signorino hebben genoemd – misschien, toen zijn vader nog leefde. Maar ik heb dien tijd nooit gekend. Ik ben echter dadelijk de signorino geweest en zal dien blijven, al wordt ik zestig jaar. Nu is het ook om verschil te maken, dat zij mij zoo noemen, en dan ook nog uit sympathie. Het woord beteekent zoo wel meneertje als jongenheer.
Orlando heeft gevraagd of ik dadelijk kwam, maar daar ik scheerwater heb gekregen, scheer ik mij even. Dat is het eenige toilet, dat ik maak. In pyama haast ik naar buiten, de brokkelsteenen trap af, naar de zee, langs agave en cypres. De morgen is nog koel, al heb ik ook de eerste parelen frischheid voorbij laten gaan.
Daar zie ik Orlando! Hij zwemt al. Hij zwemt met de rustige gratie, waarmeê hij alles doet, geheel naakt: dit is zijn strand, niemand stoort hem hier. Zoo als hij zwemt, is het als of hij, zwemmende, rust; als of hij zwemmende lui is. Of het hem nooit vermoeien zal, of het zijn natuur is te zwemmen: zóo zijn armen te bewegen en beenen, is hem nauwlijks krachtinspanning, schijnt het, – is even kalm wat spelen in het water. Als ik de lof der luiheid wil zingen, moet ik een indruk geven kunnen van het zwemmen van Orlando. Het is niet zwemmen: het is harmonisch zich in het water bewegen, met de beweging vereischt aan dat element. Als ik flaneer langs de straat, kan ik wel tegelijkertijd lui zijn, niet waar? Nu, zoo flaneert Orlando al zwemmende.
O, zoo zal ik nooit zwemmen. Nu ben ik naakt in de zee geloopen, maar ik spat, ik plas, ik sla met mijn armen, ik trap met mijn beenen, ik proest. Dat alles vermoeit, na een pooze. Toch heb ik Orlando bereikt, en wij drijven naast elkaar, op den rug. Ik kijk in den hemel, en voel mij, naast hem, kalm worden.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Standbeeld op het Lange Voorhout in Den Haag.

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Knoxville Tennessee

Van de zomer hou ik altijd
Het meest
Je kunt verse maïs eten
Uit papa’s tuin
En okra
En groenten
En kool
En veel
Barbecue
En karnemelk
En zelfgemaakt ijs
Bij de picknick van de kerk
En luisteren naar
Gospelmuziek
Buiten
Op de wijdingsdag
Van de kerk
En naar de bergen gaan met
Je grootmoeder
En op blote voeten lopen
En het warm hebben
Altijd
Niet alleen als je naar bed gaat
En slaapt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Dolce far niente, Tony Hoagland, Thomas Mann

 

Dolce far niente

 

Holland Lake Summer door Monte Dolack, 2014

 

SUMMER STUDIES

When Ellen told Mary about the secret lake
she swore her to silence
but Mary invited Jerome
who couldn’t even swim and Luanne
came with him and it was funny that summer
the way that scarce resources
collided with the whole system
of who was cool, or not
the old rule being that who was cool
would get to stay that way
by jumping into the lake
and who was not would have to stay
hot and dirty
by simple omission of information.
But that dry summer the rumors spread:
someone was giving out maps, someone
was giving tutorials in every twist and
bobby-pin turn
you had to take in the red dirt road
that got you there.
When you got near you could hear
through the trees
splashes and cries of people who
might not even be friends.
And the clear water, like the social milieu that summer
was quite frankly stirred up, confused
thanks to the leaky lips, Ellen said,
of certain persons
who would let anyone in.

 

Tony Hoagland (19 november 1953 – 23 oktober 2018) Fort Bragg, North Carolina. De geboorteplaats van Tony Hoagland

 

De Amerikaanse dichter Tony Hoagland werd geboren in Ford Bragg, North Carolina, op 19 november 1953.

 

Ik heb nieuws voor je

Er zijn mensen die een kapotte schommel in de speeltuin niet zien
als een symbool van een verwoeste kindertijd

en er zijn mensen die het gedrag van een vlieg
in een motelkamer niet interpreteren als een spottende weergave van hun denkproces.

Er zijn mensen die niet langs een leeg zwembad lopen
en aan onherstelbare genoegens uit het verleden denken

en dan daar staan ​​blijven en het trottoir blokkeren voor andere voetgangers.
Ik heb gelezen over een stad ergens in Californië waar mensen

niet hun kronkelige voederwortels
diep in de potgrond van het emotionele leven van anderen sturen

alsof ze hebzuchtige zesjarigen waren
die de laatste halve centimeter milkshake opzuigen door een luidruchtig rietje;

en andere personen in het middenwesten die kunnen kussen zonder
te debatteren over de imperialistische bagage van heteroseksualiteit.

Zie je die romige, citroengele maan?
Er zijn een aantal mensen, in tegenstelling tot jij en ik,

die niet verlangen naar roem of liefde of hoeveelheden geld zo
                       onbereikbaar als die maan;
dus hoeven ze later niet
                       meer tijd te verspillen
door het voorwerp van hun vroegere passie te belasteren.

Of als gevolg daarvan zich haastig zelf te kruisigen
in een eenzaam middernachtelijk Starbucks Golgotha.

Ik heb nieuws voor je –
er zijn mensen die ’s ochtends opstaan ​​en door een kamer lopen

en een raam openen om de zoete bries binnen te laten
en zich erdoor over hun hele gezicht en lichaam te laten aanraken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Tony Hoagland 19 november 1953 – 23 oktober 2018)

 

Op 12 augustus 1955 overleed de Duitse schrijver Thomas Mann. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Joseph und seine Brüder

„Darum auch hatte sich Charran, noch in dem Machtbereiche des Nimrod gelegen, in Wahrheit nur als »Stadt des Weges« erwiesen, nämlich als eine Station, aus welcher der Mondmann über ein kleines sich wieder gelöst hatte, nebst Sarai, seiner Eheschwester, und allen seinen Verwandten und seiner und ihrer Habe, um als ihr Führer und Mandi seine Higra mit unbestimmtem Ziele fortzusetzen. So war er nach dem Westlande gekommen, zu den Amurru, die Kenana bewohnten, wo damals Männer von Chatti die Herren waren, hatte in Etappen das Land durchzogen und war tief in den Süden vorgestoßen, unter andere Sonne, in das Land des Schlammes, wo das Wasser verkehrt geht, ungleich dem Wasser von Naharina, und man stromab nach Norden fährt; wo ein altersstarres Volk seine Toten anbetete und für den Ur-Mann und seine Not nichts zu suchen und auszurichten gewesen war. Er war ins Westland zurückgekehrt, dem Mittellande eben, das zwischen dem des Schlammes und Nimrods Gebieten gelegen war, und hatte in dessen Süden, der Wüste nicht fern, in bergiger Gegend, wo es wenig Ackerbau, aber reichliche Weide gab für sein Kleinvieh und wo er sich mit den Einwohnern rechtlich vertrug, eine Art von oberflächlicher Seßhaftigkeit gefunden. Die Überlieferung will wissen, daß ihm sein Gott, der Gott, an dessen Wesensbild sein Geist arbeitete, der Höchste unter den anderen, dem ganz allein zu dienen er aus Stolz und Liebe entschlossen war, der Gott der Äonen, dem er Namen suchte und hinlängliche nicht fand, weshalb er ihm die Mehrzahl verlieh und ihn Elohim, die Gottheit, versuchsweise nannte: daß also Elohim ihm ebenso weitreichende wie fest umschriebene Verheißungen gemacht hatte, des Sinnes nicht nur, er, der Mann aus Ur, solle zu einem Volke werden, zahlreich wie Sand und Sterne, und allen Völkern ein Segen sein, sondern auch dahingehend, das Land, in dem er nun als Fremder wohne und wohin Elohim ihn aus Chaldäa geführt hätte, solle ihm und seinem Samen zu ewiger Besitzung gegeben werden in allen seinen Teilen, —

Friedrich Overbeck: Verkoop van Joseph aan de Egyptische kooplieden, 1816

wobei der Gott der Götter ausdrücklich die Völkerschaften und gegenwärtigen Inhaber des Landes aufgeführt hätte, deren »Tore« der Same des Ur-Mannes besitzen solle, das heißt: denen der Gott im Interesse des Ur-Mannes und seines Samens Unterwerfung und Knechtschaft bündig zugedacht habe. Das ist mit Vorsicht aufzunehmen oder jedenfalls recht zu verstehen. Es handelt sich um späte und zweckvolle Eintragungen, die der Absicht dienen, politische Machtverhältnisse, die sich auf kriegerischem Wege hergestellt, in frühesten Gottesabsichten rechtlich zu befestigen. In Wirklichkeit war das Gemüt des Mondwanderers auf keine Weise geschaffen, politische Verheißungen zu empfangen oder hervorzubringen. Nichts beweist, daß er das Amurruland auch nur von vornherein als zukünftiges Gebiet seines Wirkens ins Auge gefaßt habe, als er die Heimat verließ; ja, der Umstand, daß er versuchsweise auch das Land der Gräber und der stutznäsigen Löwenjungfrau erwanderte, scheint das Gegenteil zu beweisen. Wenn er aber des Nimrods großmächtiges Staatswesen im Rücken ließ und auch das hochangesehene Reich des Oasenkönigs mit der Doppelkrone sogleich wieder mied, um ins Westland zurückzukehren, das heißt in ein Land, dessen zersplittertes Staatsleben es zu politischer Ohnmacht und Abhängigkeit hoffnungslos bestimmte, so zeugt dies für nichts weniger als für seinen Geschmack an imperialer Größe und seine Anlage zur politischen Vision. Was ihn in Bewegung gesetzt hatte, war geistliche Unruhe, war Gottesnot gewesen, und wenn ihm Verkündigungen zuteil wurden, woran gar kein Zweifel statthaft ist, so bezogen sich diese auf die Ausstrahlungen seines neuartig-persönlichen Gotteserlebnisses, dem Teilnahme und Anhängerschaft zu werben er ja von Anbeginn bemüht gewesen war.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)

 

Zie voor de schrijvers van de 12e augustus ook mijn blog van 12 augustus 2019 en ook mijn blog van 12 augustus 2018 en mijn blog van 12 augustus 2015 en mijn blog van 12 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Pablo Neruda, Martin Piekar

 

Dolce far niente

 

Lazybones door Liz Gribin, z.j.

 

Lazybones

They will continue wandering,
these things of steel among the stars,
and worn out men will still go up
to brutalise the placid moon.
There, they will found their pharmacies.

In this time of the swollen grape,
the wine begins to come to life
between the sea and the mountain ranges.

In Chile now, cherries are dancing,
the dark, secretive girls are singing,
and in guitars, water is shining.

The sun is touching every door
and making wonder of the wheat.

The first wine is pink in colour,
is sweet with the sweetness of a child,
the second wine is able-bodied,
strong like the voice of a sailor,
the third wine is a topaz, is
a poppy and a fire in one.

My house has both the sea and the earth,
my woman has great eyes
the colour of wild hazelnut,
when night comes down , the sea
puts on a dress of white and green,
and later the moon in the spindrift foam
dreams like a sea-green girl.

I have no wish to change my planet.


Vertaald door Alastair Reid

 

Pablo Neruda (12 juli 1904 – 23 september 1973) Plaza de Armas in Parral, de geboorteplaats van Pablo Neruda

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

Centraal Station
Wiesbaden

I.

Definitie: remix van tijden.
Kaiserspoor en ik
we schrijven allebei geschiedenis
of gedichten. in treinen
zit het heimwee, zit
weg-
gedoken. Hier lijkt het ziek
en koortsig – strepen
als scheuren en mijn vervelling
zit er nog in. beide
zijn vandaag dieper
verankerd. Een vriend die
in een tehuis trok, trok me mee –
het was zijn eerste voor en niet
tegen hem.
Ik trok mijn huid hier uit
en kreeg vrienden. Tieners
getuigen van mythen, getuigen
van vreemdvergane geschiedenissen.
maar de eigen geschiedenis
is niet voorbij gegaan
zij gaat voorbij, zij
gaat altijd voorbij.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar
(Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e augustus ook mijn blog van 7 augustus 2019 en ook mijn blog van 7 augustus 2017 en ook mijn blog van 7 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2.

Zomernacht (Hélène Swarth)

Dolce far niente

 

Zomernacht  door Harald Sohlberg, 1899

 

Zomernacht

De sterren bloeiden in den zomernacht;
De zuidewind suisde in de boomen zacht.
Op de oude huizen trilde manelicht,
Hunne oogen loken stil de zwanen dicht,
Die straks nog dreven op den donkren gracht.
De sterren bloeiden in hun flonkerpracht.

Wij togen droomend door de straten heen.
– De erinnring troost me als ik, verlaten, ween. –
In kalmen sluimer lag de stille stad.
De maan dreef langzaam langs haar zilvren pad
En langzaam togen we over de oude brug.
– Die oude erinnring komt zoo trouw terug! –

‘En zoekt ge een rots waarop gij leunen moogt?
O neem mijn arm, die u te steunen poogt!
En zoekt ge een warme, vaak doorgriefde borst?
O neem de mijne en stil uw liefdedorst!
En zoekt ge een ziel, die zegge: – “Doode, ontwaak!”
O neem de mijne voor die godetaak!’

En jaren vloden na dien zomernacht.
Weer ruischt een koeltje door de boomen zacht.
Ik zie die oogen, blauw in ’t sterrenlicht,
Die stille stad, als in een vergezicht.
En ’t woord dat mij zijn liefde gaf, dien nacht,
Dat zal ik hooren in mijn graf… heel zacht.

 

Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)
De Grimburgwal in Amsterdam, de geboorteplaats van Hélène Swarth

 

De Duitse dichter en schrijver Marius Hulpe werd geboren op 6 juli 1982 in Soest, Nordrhein-Westfalen. Zie ook alle tags voor Marius Hulpe op dit blog.

Een korte wandeling

een korte wandeling door het park een vrouw
filmt de familie van haar zoon en zwenkt
nadat alles is vastgelegd richting kinderwagen archivering
heet dat een verleden produceren een
dat tastbaar is zichtbaar & hoorbaar voor lange tijd
de behoefte aan herinneringen stilt aan de kindertijd &
om ze onsterfelijk te maken de uren van de eerste
stapjes hoe schattig moet op een dag
iemand zeggen die ervoor zit voor de een of andere
toekomstige kijkbuis met een de moeder
trots makende overweldigde gezichtsuitdrukking

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Marius Hulpe (Soest, 6 juli 1982)

 

Zie voor de schrijvers van de 5e juli ook mijn blog van 5 juli 2019.