Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.

Uit: Het huwelijk van Jan en Sofie

“Jan Deutekwam was op weg van z’n flat in de Grauwpoort naar z’n atelier in de Tolhuislaan. Hij werkte als naaier. Hij naaide alles wat los en vast zat, en had daar een goede naam mee verworven. Vele mensen brachten hun kapotte kledij bij hem, en dan verstelde hij die. Hij was betreffende het naaien een autodidact. Hij had universitaire studies gedaan en beschikte over een master in de psychologie, maar na z’n afstuderen had de roep van het naaien luider geklonken dan welke roep ook. Geef jan naald en draad, en je zal uren geen last hebben van hem. Jan was een meter zesentachtig groot voor tweeëntachtig kilo, was slank, had kort haar, groene ogen, smalle schouders, en een ferme kaaklijn. Hij had liever blauwe of bruine ogen dan groene gehad. Hij vond die groene ogen redelijk verwijfd. Hij had kleurlenzen geprobeerd, maar die deden pijn aan z’n irissen. Af en toe zette hij een zonnebril op, om de kleur van z’n ogen te maskeren. Op een keer had hij aan z’n beste vriend, Teun Binnestein, gevraagd: ‘Teun, vind jij groene ogen niet vrouwelijk?’ Teun had nagedacht, en op den duur gezegd: ‘Niet echt, neen. Wat ik wel vrouwelijk vind is je bord aflikken na het eten.’ Daar was Jan het mee eens. Hij had z’n vader ‘ns z’n bord zien aflikken na het verorberen van een door z’n moeder bereide mislukte moussaka, en had gedacht: vader, je bent precies een mokkel. Z’n vader, André Deutekwam, had krulhaar, ook dat nog. De vrouwen met krulhaar, die zijn toch niet te tellen? Als feminist vond Jan dat vrouwen vaker de neiging zouden moeten hebben om hun haar te ontkrullen. En om minder vaak hun bord af te likken. En om niet te zeggen: ‘ik ben een echte vrouw, want ik heb groene ogen.’ Jan bereikte z’n atelier, dat zich bevond op de tweede verdieping van een vroeger schoolgebouw. In die school hadden vooral Turkse kindertjes gezeten. Een van hen had de school op een keer in brand willen steken, twee van hen hadden alle ruiten ingegooid met bakstenen, en drie van hen hadden de leraar geschiedenis, een albino met een witte wijnvlek in z’n gezicht, in elkaar gemept, nadat hij had gedoceerd dat de Turken in de Middeleeuwen wereldveroveraars waren geweest die moordend en verkrachtend door Europa waarden. Maar de school was niet gesloten vanwege de acties van sommige Turkse kindertjes, ze was wel gesloten omdat er asbest in het bouwsel bleek te zitten. Een makelaar had de school van de stad overgekocht, het asbest verwijderd, de hele boel opgeknapt, en de vrijgekomen ruimtes verhuurd, vooral aan kleine en eenmansbedrijfjes. Van deze laatste was The House Of Naai het bedrijfje van Jan.”

 

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Tadeusz Różewicz op dit blog.

 

WARMTE

Je kunt je handen
net zo goed warmen
aan een pot hete koffie

als het in de wereld
toch al zo koud is
de mensen toch al zo koud
voor zich uit staren
zelfs je eigen kinderen

’s morgens wakker wordend
spreken ze met stemmen
van blik en van roest
sissen en zoemen ze

 

Vertaald door Gerard Rasch

 

Tadeusz Różewicz (9 oktober 1921 – 24 april 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e oktober ook  mijn blog van 9 oktober 2018 en ook mijn blog van 9 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 9 oktober 2016 deel 2.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Politeia

Ik wil niemand uitroeien,
maar als ik per se iemand moest uitroeien,
zouden het de Zwitsers zijn.
De Russen kunnen we ook wel missen.
Russen eruit, zonnepanelen erin.
Het is tijd voor realisme in Den Haag.

Mijn lievelingsstaatsvorm is
de constitutionele dictatuur.
Met een ceremoniële dictator
aan het hoofd die lintjes doorknipt
en tot zijn dood aan de macht blijft.
Dan wordt hij gelyncht door het volk.

De marteling als machtsmiddel
mag niet uitgesloten worden,
maar wel met duidelijke regels
en een onafhankelijk toezichthouder.
Transparantie is daarbij belangrijk.
Geen geweld meer achter gesloten deuren.

De verkoop van literaire thrillers
maakt duidelijk dat de huisvrouw
veel geweld tekortkomt in haar leven.
Het slachten van miljoenen dieren
en het versnipperen van kuikentjes
gebeurt voortaan op stadspleinen.

We heffen de schaduwmaatschappij op.
Het Jeugdjournaal bericht vanaf nu
over de Nederlandse investeringen
in wapenhandel en executietechnologie.
Elk AZC krijgt zijn eigen realityshow.
IKEA een ballenbak met ingewanden.

 

De stand van zaken

Met T. gaat het nu beter.
In haar ogen spat nog altijd glaswerk
uit elkaar, maar ze komt haar bed weer uit.
B. is voorlopig doordeweeks niet te bereiken.
K. mag zijn kinderen weer zien: eentje tegelijk.
I. heeft het eindelijk gedaan.
P. is dood. L. ook.
Ikzelf – het gaat hier even niet om mij.
En met de maatschappij – ze zeggen dat er een crisis is.
Ach, de mensen hebben geen oog voor alles wat goed gaat.
Nog velen proberen kinderen te krijgen.
Oma Z. stond om een uur ’s nachts op van het dronken feest,
en ging te fiets naar huis, negentig jaar oud.
Veel verstandige mensen hebben vandaag vers eten bereid.
Achter miljoenen ramen is de warmte van een bed met iemand erin.
De kale ficus heeft zeven nieuwe blaadjes gekregen.

 

Weekoverzicht

Maandag log ik in op mijn computer, vrijdag log ik uit.
Zaterdag lig ik op mijn laminaat.
Zondag begint zich voorzichtig iets kenbaar te maken,
maar voordat ik mijn mond kan openen
om een woord te vormen
is het alweer maandag.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

onder ons

toen was mijn vader meer dan één
toen was mijn vader meer dan duizend
toen was mijn vader alle mannen
en ook moeder was
en ook zij was meer dan één meer dan duizend
en ook zij was alle moeders

en toen ontmoette vader zichzelf
in de fabriek bij de machines
dreef zichzelf aan en schreeuwde rond en vader
ontmoette zichzelf in alle auto’s die hem
na het werk tegemoet reden en zijn stem sprak
toen hij de autoradio aanzette

en ook moeder kocht ’s ochtends vlees bij zichzelf
nam het geld uit haar hand en begroette zichzelf
in het trappenhuis en hoorde haar eigen stem
haar eigen zorgen aan de telefoon van iemand
die sprak als zij die haar stem haar zorgen had

en toen vader kwam, kwam vader overal
en toen moeder de deur opende, opende moeder overal de deur
en al mijn moeders verwelkomden al mijn vaders
en er was niets geks aan in elk huis grepen
al mijn vaders naar al mijn moeders
en al mijn moeders tilden al hun moederrokken op
en al mijn vaders openden alle vaderritssluitingen

en toen was ik er en ik kende alleen mezelf
mijzelf als adolescent tussen
andere adolescenten die ik ook was
mijzelf als speelkameraadje, die speelde met iemand die ik was
mijzelf als voetbalteam dat alleen tegen andere
voetbalteams die uit mij bestonden aantrad
en dus zat er voor mij niets anders op dan mezelf te troosten
en het was mijn enige troost dat alle anderen die ik ook was
zichzelf zoals ik mij moesten troosten

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Een schuldgevoel (Uit: Welverdiende onrust)

“Nice, onder de onwerkelijk blauwe hemel, die de folders hadden beloofd. Aan prettige dingen denkend, liep ik op de boulevard Gambetta en ging op een gemeentebankje zitten. Maar dat bleek geen gunstig gekozen plaats voor een zorgeloze vakantieganger, want vlak tegenover me verrees een wit gedenkteken dat wel twintig namen opsomde van mannen die in het verzet waren omgekomen. Ambrosio Nini, Fernand Boyer, André Constantinov, Dermatorissian N. Ik kon niet nalaten de hele lijst eerbiedig en in een gepast tempo te lezen en de man die, wat dichter bij het monument, rechtop stond, deed het ook, dat zag ik aan zijn bewegende lippen. Hij was van mijn generatie en een typische Niçois, om zo te zien. Maar ik zie meestal verkeerd, want toen hij even opzij keek, riep hij in de taal van onze geëerbiedigde vorstin: ‘Verrek, is u hier nou óók al?’
Hij kwam naast mij zitten en stelde zich voor. Jan heette hij ook nog, mijn typische Niçois, en hij woonde op de Apollolaan.
Hij wees naar het monument en las, hardop: ‘Is. Lippmann – een joodse jongen in het verzet, moedig hoor. Is het niet echt iets voor mensen van onze leeftijd om zelfs hier, in de vakantie, weer tegen die oorlog op te lopen? Nou ja, gelukkig zijn mijn kinderen en mijn kleinkinderen er niet bij, want die kijken, als ik over de oorlog begin, of ze zeggen willen: “Zet eens een andere plaat op.” Daarom doe ik het maar niet meer. Horen, zien en zwijgen, net als die aapjes. En toch heb je herinneringen. En schuldgevoelens…’
Hij keek me van opzij aan en grijnsde.
‘Niet dat ik bunkerbouwer ben geweest of zoiets,’ zei hij. ‘Nee, ik had het voordeel van de volstrekte onbeduidendheid. Eind april 1940 was ik een brave jongen van zesentwintig die met een beetje geld van zijn vader een handeltje had opgezet. Een grossierderijtje in postpapier. Mijn hele voorraad lag in een pakhuisje aan de Egelantiersgracht. En daar hield ik ook kantoor. Of beter gezegd: daar zat mijn enige personeelslid, een meisje van achttien, bij de telefoon te wachten op de eerste klant. Maar er kwam geen klant. Er kwam een heel Duits leger. En toen zat niemand verlegen om mijn postpapier.’
Weer grijnsde hij zo’n beetje.
Hij zei: ‘Toen we ons oorlogje verloren hadden ging het leven verder, nietwaar? Zo heette dat. En – de handen uit de mouwen. Ik begaf me weer naar de Egelantiersgracht en daar verscheen ook, keurig op tijd als steeds, mijn enige personeelslid. Weet u hoe ze heette? Brenda Cohen. Een aardig meisje.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ik verklaar het plastic afval in de oceanen

ik verklaar het plastic afval in de oceanen
tot kunst
en dus dank ik de getijden
ik dank de golfbeweging
Ik dank het Uv-licht
voor de ontbinding
de reproductie
van mijn kunst
ik dank verschillende zeebewoners
ik dank het plankton
voor het inlijven van mijn kunst
dat mijn kunst in de voedselketen belandt
dat iedereen eraan kan meedoen
ik dank de wasmachines
dat het vezels die zijn gemaakt van fleece
en andere synthetische kledingstukken
in het afvalwater en dus in mijn kunst brengt
ik dank de stromingen
de grote oceaanwervelingen
vooral de Noord-Pacifische oceaanwerveling
voor de kolkende concentratie van mijn kunst
dat die miljoenen keren per vierkante kilometer
zee voorhanden is dat in totaal
honderd miljoen tonnen van mijn kunst
in alle zeeën circuleren, ik dank ervoor
dat ik een kunstenaar ben die
om alle continenten heen mag spelen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Victor Vroomkoning, Horst Bingel

De Nederlandse dichter Victor Vroomkoning (pseudoniem van Walter van de Laar) werd geboren op 6 oktober 1938 in Boxtel. Zie ook alle tags voor Victor Vroomkoning op dit blog.

 

Wilgen

Sommige vrouwen kleden zich
als wilgen in april: zo doorzichtig
dat je stam en takken niet kunt missen.

Een park vol dergelijk perspectief
is een lust voor de doorkijkliefhebber.

Onder het lopen willen ze lichtzinnig
ruisen met wat ze nauwelijks dragen.

Echte wilgen zijn ingetogener:
je hoort ze staan huiveren in zichzelf.

Wilgen laten van nature naar zich
kijken. Wilgenvrouwen doen het erom.

 

Handen

De avond is ernaar: kaarslicht, zicht
op houtvuur, eeuwige Bach, wijn
uit de Médoc. Een hand, die van je
vrouw diep in de veertig, komt vleien
aan je knie. Tegenover je je ouders
viermaal veertig, precies vijftig jaar
je ouders. Aan je benen speelt je zoon.
Ongericht verdriet staat in je op.

Later, je kinderen achterin je auto
tussen ze in. ‘Ik zie, ik zie wat jij
niet ziet,’ begint er een. Oktober spant
een tunnel mist tot aan hun woning.

Thuis, in de zakdoek van je laken
komt het toch nog over je. Een hand,
die van je vrouw heel jong ineens,
begint met je te laten overleven.

 

Sneeuw

Dat krijg je van sneeuw:
dat een plotselinge sluier
je uitgeleefde tuin verduistert
met de helderheid van een leeg
wit blad papier, de verblindende
scherpte van een verliefdheid;

dat je na de schittering,
als de dooi inzet, je ogen
opnieuw in moet stellen
op het gras, de vijver, alles
wat er is zoals het was;

dat het gedicht dat boven
water komt, vertrouwd meteen
verrassend anders is. Als lente,
je eigen vrouw: geruststellend
hetzelfde, even nieuw.

 

Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)

 

De Duitse dichter, schrijver, graficus en uitgever Horst Bingel werd geboren in Korbach op 6 oktober 1933. Zie ook alle tags voor Horst Bingel op dit blog.

 

Stadspark

De boom torent nog steeds erbovenuit,
boven het meer, het plein,
waarop ze spelen,
de plaats waar ze
silhouetten bouwen uit steen
en beton en uit steen.

Lawaai boven de straten,
op pleinen, lawaai en
ongemotiveerd geschreeuw.
In de toren, in de toren
midden in de stad
nestelen de spreeuwen en
niet meer in de boom,
de spreeuwen, niet meer in de
tuin, in de rode, de kleine,

en de bloemenvrouw, de
bakkersjongen danst vandaag,
midden in de stad
en de spreeuwen.

Over de brugleuning, eroverheen
werpt de jongen de steen
tegen de wind in en werpt,
werpt de jongen de steen
om het hardst de jongen met de wind

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Horst Bingel (6 oktober 1933 – 14 april 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e oktober ook mijn blog van 6 oktober 2021 en ook  mijn blog van 6 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.  

John Taggart, Roberto Juarroz

De Amerikaanse dichter en criticus John Taggart werd geboren op 5 oktober 1942 in Guthrie Center, Iowa. Zie ook alle tags voor John Taggart op dit blog.

 

All the Steps (Fragment)

11
Danger of its poison and of its tongue
danger of its poison and of its tongue against our teeth.

12
Had better break the habit the habit of prayer
better let the jokes come back to us when we’re at prayer.

13
What really kills me is standing in the need of prayer
standing in a gathering in the need of prayer.

14
Don’t if we don’t if we don’t break the habit
we will be made to climb all the steps of the ladder.

15
Brood over someone else’s dream: three-story red tower
beneath the tower the train is always departing.

16
Danger of its tongue for those gathered like a group
gathered like a group of all virgins with their downcast eyes.

17
There is this problem with cutting off the prayer hand
there is this problem with the other hand.

18
How insensitive is how those who hear better be
how insensitive how unmoved and cold they had better be.

19
You can call him you can call him up and ask him
if we had only asked for “Sleep Walk by Santo & Johnny.

20
Red tower green sky three-story tower against green sky
beneath the tower the train is always departing.

 

John Taggart (Guthrie Center, 5 oktober 1942)

 

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

 

15

Het ene zoeken
is altijd het andere vinden.
Dus om iets te vinden,
moet je iets zoeken dat het niet is.

De vogel zoeken om de roos te vinden,
de liefde zoeken om ballingschap te vinden,
het niets zoeken om een mens te ontdekken,
naar achteren gaan om vooruit te komen.

De clou van de weg ligt
niet zozeer in zijn splitsingen,
zijn verdachte begin
of zijn twijfelachtige einde,
maar in de bijtende humor
van zijn tweerichtingsverkeer.

Men komt altijd aan,
maar altijd elders.

Alles gaat voorbij.
Maar de andere kant op.

 

Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu

 

Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e oktober ook mijn blog van 5 oktober 2018 en ook mijn blog van 5 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 5 oktober 2014 deel 2.

De grote hond en de kleine kat (Albert Verwey), Roberto Juarroz

 

 

Portret van een kat en een hond door Carl Suhrlandt, 1884

 

De grote hond en de kleine kat

Een grote hond en een kleine kat,
Die zaten op de kamermat;
En de hond die zei: Zeg, scheelt jou wat?
Scheer je weg!

En de kat die zei: Jij bent een hond,
En ik een kat, niet zonder grond;
Hou jij dus nou jouw grote mond:
Scheer je weg!

Scheer je weg: waf, waf! Scheer je weg: sis, sis
Scheer je weg: die is raak! Scheer je weg: die ’s nie mis!

Waf waf! Sis sis! Woef woef! Mauw mauw!
En een houw en een beet en een blaf en een grauw:
En de grote hond en de kleine kat,
Die vlogen van de kamermat,
En de keuken in: Zeg, scheelt jullie wat?

En hij trapte op een teen,
En zij beet in een been
Van de meid, die riep: Ga je heen! O mijn been!
Scheer je weg!

En de grote hond en de kleine kat,
Die zaten weer samen op de kamermat,
En ze lachten en praatten: ‘Och hemeltje, wat
trapte ik op haar teen!’
‘En ik beet in haar been!’
”t Is gek, maar zo ’n mens krijgt ook altijd wat!’

 

Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
Amsterdam, de geboorteplaats van Albert Verwey, rond 1890

 

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

 

Van tijd tot tijd

Van tijd tot tijd
is het nodig de dingen de revue te laten passeren,
opnieuw hun aanwezigheid vast te stellen.
Wij moeten weten
of de bomen daar nog staan,
of de vogels en de bloemen
hun onwaarschijnlijke toernooi voortzetten,
of de verborgen helderheid
de wortel van het licht nog voedt,
of de buren van de mens
nog aan de mens denken,
of god zijn plaats
heeft afgestaan aan een vervanger,
of jouw naam jouw naam nog is
of al de mijne,
of de mens zijn leerschool heeft afgemaakt
zich van buitenaf te bekijken.

En als wij alles de revue laten passeren
moeten wij ons niet laten misleiden:
geen ding kan een ander ding benoemen.
Niets mag het afwezige vervangen.

 

Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu

 

Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e oktober ook mijn blog van 4 oktober 2018 en ook mijn blog van 4 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 4 oktober 2015 deel 2.

Kira Wuck, Roberto Juarroz

De Nederlandse dichteres Kira Wuck werd geboren in Amsterdam op 3 oktober 1978. Zie ook alle tags voor Kira Wuck op dit blog.

 

Wasdagen

Soms gebeurt het als je brak naar de wasmachine kijkt in de wasserette
ziet hoe de machines zich voor je uitsloven
geuren uit kleding verdrijven en schone dagen beloven

er iemand een deuntje fluit en even naar jou kijkt
en voordat je het weet in een flamencobar belandt
elkaar wanhopig aanstaart
vraagt of het morgen mooi weer wordt en waar de was gebleven is.

Als we uiteengaan, zeg je dat je de was niet meer op zaterdag doet
dat we voortaan de wasdagen zullen verdelen.

 

Gevonden voorwerpen

Sleutelbossen met toegang tot vakantieverblijven, auto’s, wijnkelders en villa’s.
Iemand heeft ze nodig of laat ze roesten omdat hij zich liever wilde uitkleden en de
zee in wou gaan. Zijn kleding had hij midden in de nacht op marktplaats gezet.

De volgende dag miste niemand hem behalve de hond. Die bleef wachten op een
woord, liggend op een mat. De vrouw bracht de hond naar de afdeling gevonden
voorwerpen.

Ik hoef geen persoonlijk contact zei ze bij de balie, en als iemand voor mij belt zegt u
dat ik ben verloren. De hond trok zwijgzaam zijn wenkbrauwen op.

Oude mannen houden de wacht. Ze roken een pijp. Wat niemand komt halen mogen
ze houden.

 

Minste van beide

Als je er niet bent dan verstop ik me in jouw huis
speel met de lichtknoppen
aan/uit/aan/uit
zwaai naar het huis aan de overkant
daarna kleed ik me aan
maak me op en was het weer eraf
een lichaam is niet voldoende om het hier warm te houden
daarom draag ik het liefst kleding die iets te krap zit
vroeger knipte je een gat in het midden van mijn trui
terwijl ik hem nog droeg

ik kruip in jouw bad
stolsels in het putje houden het water tegen
dichter dan dit zijn we nooit geweest
terwijl hijskranen buiten de tuin verwoesten

 

Kira Wuck (Amsterdam, 3 oktober 1978)

 

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

 

Er zijn sporen die niet met hun voet samenvallen.
Er zijn sporen die op hun voet vooruitlopen.
Er zijn sporen die hun voet maken.
Er zijn sporen die meer voet zijn dan de voet.

Wat kan een voet doen
wanneer hem zulke dingen overkomen?
Enkel
zich naar de lucht keren.

 

Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu

 

Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e oktober ook mijn blog van 3 oktober 2020 en evenens mijn blog van 3 oktober 2018 en ook mijn blog van 3 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 3 oktober 2015 deel 2.

Dimitri Verhulst, Wallace Stevens

De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst werd op 2 oktober 1972 geboren in Aalst. Zie ook alle tags voor Dimitri Verhulst op dit blog.

Uit: Bechamel Mucho

“In Spanje is alles straffer: de koffie, de look, de sigaretten, de baardgroei. Dus misschien ook wel de rouwverwerking. Elma’s man was vier maanden geleden overleden, geen arts die wist aan wat. Zoals een wasmachine het opeens haast onverklaarbaar begeeft, terwijl die daarnet nog olijk zwierde en rammelde, geen vuiltje aan de lucht, zo zat hij met nog al zijn kwaliteiten en mogelijkheden plotsklaps dood in de zetel. Nooit gerookt, nooit buitensporig gezopen, gevitaminiseerd tot in zijn tenen, spaarzaam op zijn verval. Zesenveertig was hij. Een kind nog, zei zijn vader. Er kwam ondertussen bijna geen post meer voor hem aan, zelfs geen geadresseerde reclame voor haagscharen of kettingzagen, doder kon men haast niet worden. Meer zelfs, het kon er bij momenten soms op lijken alsof hij er nooit was geweest, de wereld was hem al vergeten, en zijn verdwijning werd Elma te veel. Alles werd haar te veel. De winter, de nevel, dinsdagen. Ze moest het huis uit, het huis met de gehate zetel, alleszins voor even. En ze had in een opwelling een vakantie geboekt in een clubhotel met animatie, en wel precies omdat ze een hekel had aan clubhotels, met of zonder animatie. Zij was het type dat zich schuldig voelde bij het beleven van geluk. En als weduwe al helemaal. Ontroostbaarheid ervoer ze als een blijk van liefde. Pijn die slijt is aanstellerij.
Natuurlijk kende ze de geruchten over die hotels, waar dames aanpapten met het personeel, omdat het nu eenmaal kon.

Natuurlijk kende ze de geruchten over die hotels, waar dames aanpapten met het personeel, omdat het nu eenmaal kon. Animatoren. je denkt dat ze zijn besneden. Maar in werkelijkheid is hun voorhuid gewoon afgesleten. Een citytrip had uiteraard veel meer in de lijn van haar persoonlijkheid gelegen. Lissabon, Gent, Utrecht, Hamburg. Een dagje of drie, voldoende om de batterijen op te laden, de rommel in haar kop op te ruimen, afgeleid met een lijstje aan bezienswaardigheden op zak dat niet noodzakelijk helemaal diende te worden afgevinkt. Maar ze was te lusteloos om zo’n uitstapje voor zichzelf te organiseren. Het eindeloze geslenter door middeleeuwse stegen stond haar voor een keertje tegen, het hoppen van museum naar kathedraal, het zieltogende in haar eentje zitten te eten in een restaurant dat nochtans de stratosfeer in werd geprezen door gezaghebbende reisgidsen met een verschrikkelijke lay-out. Ze had het zichzelf makkelijk willen maken, vond dat ze recht had op luiheid en leegte, een strandvakantie heette zoiets, het recht om een hele dag te zweten van het liggen. Dat ze onderwijl een teint zou krijgen die voor het gros van het toeristendom een voorname drijfveer was, vond ze bijzaak, doch niet onprettig.”

 

Dimitri Verhulst (Aalst, 2 oktober 1972)

 

De Amerikaanse dichter en essayist Wallace Stevens werd geboren op 2 oktober 1879 in Reading, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 2 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Wallace Stevens op dit blog.

 

Lebensweisheitsspielerei

Het zonlicht valt steeds
Valer op de middag. De fieren,
De sterken zijn vertrokken.

Die overblijven zijn
De onvolmaakten, kwijnende
Inheems, finaal menselijk.

Hun armoede is armoe
Van het licht en aan hun vodden kleeft
Bleekte van de sterren.

Maar allengs gaat de nagelaten Najaarse poverheid
Over in een blik, enkele woorden:

Ieder mens raakt ons
Volledig in zijn eigenheid,
Zichzelf in de verschaalde pracht
En praal van de vernieling.

 

Vertaald door Lloyd Haft

 

Wallace Stevens (2 oktober – 1879 – 2 augustus 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e oktober ook mijn blog van 2 oktober 2023 en ook mijn blog van 2 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 2 oktober 2018.

Oktober-rozenknop (Hélène Swarth), P. N. van Eyck, John Hegley

 

 

Opulent october door Tom Thomson, 1915-1916

 

Oktober-rozenknop

De rozen bloze’ in ’t broze oktoberblauw
En aadmen vrolijk hoop- en zomergeuren.
Eén knop alleen voorvoelt het herfstgebeuren
En wil niet bloeie’ in najaars tranendauw.

Die bloem voorvoelt, in pronk van bonte kleuren
Vermomd, verborgen, zwarten bomenrouw,
In vleiend zoeltje, zoenend zonnelauw,
Kil-wrede wind, die ruw haar zal verscheuren.

In ’t groene pantser, dat haar eng omkleedt,
Houdt zij beloken, als een kleinood veilig,
Haar smartehartje, zwaar van aardeleed.

De wolken dobbren, bootjes zilverzeilig,
Door ’t broze blauw… En de éne bloem die weet
Zal valle’ in knop, een jonkvrouw wijs en heilig.

 

Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)
Herfst in Amsterdam, de geboorteplaats van Hélène Swarth

 

De Nederlandse dichter criticus, essayist en letterkundige Pieter Nicolaas van Eyck werd geboren op 1 oktober 1887 in Breukelen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor P. N. van Eyck op dit blog.

 

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
wat deren waan’ge dagen?
‘k Heb mij in bedden neer-geleid
waar vreemde doden lagen…

Wat schade aan hergenoten waan?
Misschien zal ik vergeten
hoe doornen langs een liefde-laan
mijn lede’ aan stukken reten…

Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij,
te kunnen stil geloven
in nieuw-aanblazend min-getij
door oud-gekende hoven.

 

Een droom uit het zuiden
(Het lied van een zieltje dat wijsjes zong, tot het de liefde leerde.)

Daar was een rozentuintje,
Zo fris en morgen-jong,
De Meiwind roerde elk kruintje
En ’t wufte bijtje zong.

De Meizon vleide een kleurtje
Om àl de roosjes heen,
Waar menig teder geurtje
Uit wolkte en stil verdween.

De kleur’ge vlindervluchtjes
Omrilden tak en bloem,
Zij neurden korte zuchtjes
Van een geheime roem.

En rose en witte blaadjes
Die daalden traag en zacht,
En sierden blanke paadjes
Met schoonheid zonder pracht.

Daar liep een heel klein meisje,
In zilver-wit gekleed,
Zij speelde een fluitewijsje
Van vreugde en dàn van leed.

Een nauw bewegend kindje,
’t Leek blijde en heel tevree,
Heur haar in ’t murmlend windje
Woei met de geurtjes mee.

Zij was een room-bleek beeldje,
Haar zoet gebaar ging broos
Als een beminnend streeltje
Rondom de rijpste roos.

Die legde ze in een bedje
Van blaadjes, wit en kuis,
Toen zweefde ’t luchtig tredje
Weer naar haar lichte huis.

Haar kleine fluiteliedjes
Vergat zij gans en al,
Haar lachen en verdrietjes
In morge’ en avondval.

Daar stond het rozentuintje
Weer zwijgend en alleen,
De Meiwind roerde elk kruintje,
De Meizon lonkte en scheen.

En heel het blonde daagje
Vergleed en glom zo teer,
Geen lachje en geen klaagje
Omzong de rozen meer.

 

P. N. van Eyck (1 oktober 1887 – 10 april 1954)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Omo

We waren veertien
en we gingen met zijn tweeën kamperen
en jij smokkelde je mijn tent binnen
en we smokkelden
en ’s ochtends was je glimlach een verrukking
maar toen we terug op school waren
moesten we omdat ik een jongen was
en jij ook een jongen was
het verborgen houden
anders zouden de anderen
hun angsten op ons hebben afgereageerd
maar het was ook onze angst
en terug op school
zelfs als er niemand anders in de buurt was
praatten we alleen maar over voetbal.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e oktober ook mijn blog van 1 oktober 2021 en ook mijn blog van 1 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 1 oktober 2018 en ook mijn blog van 1 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Hendrik Marsman, Wallace Stevens

De Nederlandse dichter en schrijver Hendrik Marsman werd geboren op 30 september 1899 in Zeist. Zie ook alle tags voor Hendrik Marsman op dit blog.

 

Uit: Tempel en kruis

III

De nacht schrijdt voort;
de laatste slag verklonk,
en in zijn hart welt weer de droefenis
om het verminkt bestaan
en wat het werd,
nadat de godenbeelden zijn vernield.
en weer ziet hij zich op een morgen staan
tusschen de glooiingen en ’t heet azuur
van het demetrisch eiland,
éen brandend gouden uur
bezield door het geweld
van de antieke zuilen,
en van een rust vervuld
zoo sterk en ongekweld
dat hij den dood vergat,
het sluipend schaduwbeest
dat hem een leven lang
een dubbelganger was geweest
en hem tot in de holen van den slaap vervolgd.
toen liet het van hem af –
hij voelde dat hij rees,
terwijl hij dieper drong in het geheim der aarde
en dat hij zonder vrees kon denken aan zijn graf.

niet meer verteerd door een onwereldsch heimwee,
ontstegen aan den angst van zijn ontredderd vleesch.

 

Hendrik Marsman (30 september 1899 – 21 juni 1940)
Portret door Valentijn van Uytvanck, 1925. Houtsnede

 

De Amerikaanse dichter en essayist Wallace Stevens werd geboren op 2 oktober 1879 in Reading, Pennsylvania. Zie ook alle tags voor Wallace Stevens op dit blog.

 

The plain sense of things

Nadat de bladeren gevallen zijn
Keren wij, zien wij de dingen
Nuchter weer, gewoon.

Het is alsof wij kwamen
Aan het eind van de verbeelding
En onbezield bleven
In het roerloos gewende.

Een fantastisch streven
Is vergeefs geweest. Hiervoor
Kent men geen woorden, behalve

Dat de schoorsteen nog steeds
Scheef staat, de schuur moet geverfd…

Maar ook het eind van de verbeelding
Moest, onvermijdelijk,
Verbeeld worden –

De vijver, de loutere verschijning
Ervan, geen weerspiegeling, de bladeren,

Modder en het troebelglazen
Water waar de ratten komen
Kijken, de vijver
Met weggegooide lelies –

Dit alles moest verbeeld, als kennis
Waar niet aan was te ontkomen.

Anders had het niet kunnen zijn.

 

Vertaald door Lloyd Haft

 

Wallace Stevens (2 oktober – 1879 – 2 augustus 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e september ook mijn blog van 30 september 2023 en ook mijn blog van 30 september 2020 en eveneens mijn blog van 30 september 2018 deel 1 en ook deel 2.