Ostern (Joachim Ringelnatz), Louise Glück

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 


Pasen – eieren versieren door Dusan Vukovic, 2013

 

Ostern

Wenn die Schokolade keimt,
Wenn nach langem Druck bei Dichterlingen
“Glockenklingen” sich auf “Lenzesschwingen”
Endlich reimt
Und der Osterhase hinten auch schon presst,
Dann kommt bald das Osterfest.

Und wenn wirklich dann mit Glockenklingen
Ostern naht auf Lenzesschwingen, –
Dann mit jenen Dichterlingen
Und mit deren jugendlichen Bräuten
Draussen schwelgen mit berauschten Händen –
Ach, das denk ich mir entsetzlich,
Ausserdem – unter Umständen –
Ungesetzlich.

Aber morgens auf dem Frühstückstische
Fünf, sechs, sieben flaumweich gelbe, frische
Eier. Und dann ganz hineingekniet!
Ha! Da spürt man, wie die Frühlingswärme
Durch geheime Gänge und Gedärme
In die Zukunft zieht
Und wie dankbar wir für solchen Segen
Sein müssen.

Ach, ich könnte alle Hennen küssen,
Die so langgezogene Kugeln legen.

 


Joachim Ringelnatz (7 augustus 1883 – 17 november 1934)
De Sankt Marien dom in Wurzen, de geboorteplaats van Joachim Ringelnatz

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste en schrijfster Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.

 

Vespers

Ooit geloofde ik in je; ik plantte een vijgenboom.
Hier, in Vermont, land
zonder zomer. De proef op de som: als de boom bleef leven
zou dat betekenen dat jij bestond.

Volgens deze logica besta je niet. Of je bestaat
uitsluitend in warmere klimaten,
op het verzengende Sicilië, in Mexico, in Californië,
waar ze de onvoorstelbare
abrikoos kweken en de tere perzik. Misschien
zien ze jouw aangezicht in Californië; hier zien we nog niet
de zoom van je kleed. Ik moet mezelf dwingen
de tomatenoogst met John en Noah te delen.

Als er ooit in een andere wereld recht wordt gedaan, moeten
degenen zoals ik, door de natuur gedwongen
tot levens van onthouding, het leeuwendeel
van alles krijgen, alle
onderworpenen aan honger, gulzigheid zijn dat
om jou te prijzen. En niemand prijst
intenser dan ik, met meer pijnlijk
beteugeld verlangen, of verdient het meer
gezeten te zijn aan jouw rechterhand, als die bestaat, en deel te hebben
aan de bederfelijke, onsterfelijke vijg
die zich niet verkassen laat.

 

Vertaald door Erik Menkveld

 


Louise Glück (22 april 1943 – 13 oktober 2023)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e april ook mijn blog van 21 april 2020 en eveneens mijn blog van 21 april 2019 deel 2 en eveneens deel 3.

Pasen (Albert Verwey), Martinus Nijhoff, Manuel Bandeira

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 


De Verrijzenis van Christus door Noel Coypel, ca. 1700

 

Pasen

Op Goede Vrijdag
Is Hij begraven,
Niet in een graf – zijn graf was het hellevuur-,
Doch zondagmorgen
Was Hij weer opgestaan,
Ging door de velden,
Glimlachend vredig
Naar de hemel van blinkend blauw.

De bloemen stonden,
Trossen en kelken,
Schommelend en wiegend,
Pralend en teder,
Terwijl Hij, kijkend, kwam;
De duinrand waasde
Leeuweriken schoten –
Paarlen van klank en
Vederen van vreugde –
Door de zonnestralen
Boven Zijn hoofd.

Hij wist niet beter
Of deze dag was
Voor Hem geschapen,
Een dag van de aarde,
Maar zo geheven
Boven het aardgedoe,
Dat alle wandelaars
En lange slierten
Van wielen berijdende
Knapen in gele
Kurassen van de trompetbloem
Hem schenen gezien als uit hoge hemel,
Klein en ver door de slingerende wegen
Van ’t landschap, – boden
Van de éne tijding:
‘Hij was begraven,
Zijn graf was het hellevuur,
Maar nu is Hij opgestaan,
Ging door de velden,
Steeg op naar de hemel:
Zie hoe Hij neerziet
Op ons en lacht’.
En ’s avonds daalde
Hij op Zijn duintop
En zag de velden
Veelkleurig schemeren –
Nog teder blinken –
Zag hoe de zon zich
Baadde in de golven,
Zag hoe de zee zich
Wond om Zijn aarde,
En al de sterren
Stegen en daalden
Rondom Zijn hoofd.

 


Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
De katholieke St. Nicolaaskerk in Amsterdam, de geboorteplaats van Albert Verwey

 

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

Maar kinderen keren, zo vlug
ze gaan, zo langzaam terug.
Zo zijn ze, zo ging het hier.
Het kostte wel een kwartier,
eer elk zijn servet voor had
en rustig aan tafel zat.
En bij de deur, op het dak,
ja zelfs op zijn dooie gemak
in ’t open raamkozijn,
zong een klein vogeltje zijn
om kruimels popelend lied.
Alleen in de bomen niet.
Neen, niet in de bomen, want
die waren nog niet geplant.

Hoe mooi anders, ach, hoe mooi
zijn bloesems en bladertooi. –
Hoe mooi? De hemel weet hoe.
Maar dat is tot daaraantoe.

Het was zomerdag.
De doodstille straat lag
te blakeren in de zon.
Een man kwam de hoek om.
Er speelde in de verte op de stoep
een groep kinderen, maar die groep
betekende niet veel,
maakte, integendeel,
dat de straat nog verlatener scheen.
De zon had het rijk alleen.
Zelfs zij, wier tweede natuur
hen bestemde, hier, op dit uur,
te wandelen: de student,
de dame die niemand kent,
de leraar met pensioen,
waren van hun gewone doen
afgeweken vandaag;
men miste, miste hen vaag.
Sterker: de werkman die
nog tot een uur of drie
voor bomen in ’t middenpad
de kuilen gegraven had,
had zijn schop laten staan
en was elders heen gegaan.
Maar vreemder, ja inderdaad
veel vreemder dan dat de straat
leeg was, was het feit
der volstrekte geluidloosheid,
en dat de stap van de man
die zojuist de hoek om kwam
de stilte liet als zij was,
ja, dat zijn gestrekte pas
naarmate hij verder liep
steeds dieper stilte schiep.

 


Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)
Portret door Toon Kelder, 1924

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

In diepe slaap

Toen ik gisteren insliep
Het was de nacht van Sint-Jan
Was er vrolijkheid en drukte
Geknal van bommetjes Bengaals vuur
Stemmen gezang en gelach
Rond de brandende vuren.

Midden in de nacht werd ik wakker
Hoorde geen stemmen meer geen gelach
Alleen ballonnen
Dreven over
In diepe stilte
Alleen het geluid van een tram
Zo nu en dan
Doorboorde de stilte
Als een tunnel.
Waar waren zij die zojuist nog
Dansten
Zongen
En lachten
Rond de brandende vuren?

– Ze sliepen allemaal
Ze lagen allen
Te slapen
In diepe slaap.
Toen ik zes jaar was
Kon ik het eind van het Sint-Jansfeest niet zien
Omdat ik in slaap viel.

Nu hoor ik de stemmen niet meer uit die tijd
Mijn oma
Mijn opa
Totônio Rodrigues
Tomásia
Rosa
Waar zijn zij allemaal?

– Ze slapen allemaal
Ze liggen allen
Te slapen
In diepe slaap.

 

Vertaald door August Willemsen

 


Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)
Standbeeld in Rio de Janeiro

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e april ook mijn blog van 20 april 2020 en eveneens mijn blog van 20 april 2019 deel 2 en ook deel 3.

Naar 1 Korintiërs 15:35-55 (Lloyd Haft), Manuel Bandeira

 

Bij Stille Zaterdag

 


The Tomb is Empty door Melissa Carlton, z.j.

 

Naar 1 Korintiërs 15:35-55

Wij zien ons
van de doodskant van het leven:
dat stempel,
die druk.

Voelen nog niet ons echte oog
al opengaan
dat bergt in één opslaan
die werden en wie worden.

Daar
houdt niet meer de aarde
ons in, met al haar stenen:

zij beeft
want in het uur van onze vrijheid
staan zelfs de graven open –
wie kan er binnen blijven
waar het kind al buiten is?

Dat zijn wij, ter ure
dat we ons te buiten beven.

Met één stoot,
één klank gekeerd –

in vreze doorgekeerd
in onze vrede.

 


Lloyd Haft (Sheboygan, 9 november 1946)
De katholieke Holy Name of Jesus kerk in Sheboygan

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

De dorpsweg

Deze dorpsweg waaraan ik woon, tussen twee bochten,
Is belangrijker dan een stadse straat.
In steden lijken alle mensen op elkaar.
Iedereen is hetzelfde. Iedereen is eenieder.
Hier niet: je voelt hoe elk zijn ziel met zich meedraagt.
Ieder schepsel is uniek.
Zelfs de honden.
Deze dorpshonden lijken wel zakenlui:
Altijd in de weer.
En wat is het een komen en gaan van mensen!
En alles draagt dat opvallende karakter dat tot nadenken stemt:
Begrafenisstoet te voet of melkkar getrokken door een koppig bokje.
Zelfs watergemurmel ontbreekt niet om met symbolische stem te suggereren
Dat het leven voorbijgaat! voorbijgaat!
En dat je jeugd eindig is.

Petrópolis, 1921

 

Vertaald door August Willemsen

 


Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)
Portret door Candido Portinari, 1931

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e april ook mijn blog van 19 april 2022 en ook mijn blog van 19 april 2020 en eveneens mijn blog van 19 april 2019 en ook mijn blog van 19 april 2018 en ook mijn blog van 19 april 2015 deel 2.

Goede Vrijdag (Leonard Nolens), Hanane Aad

 

Bij Goede Vrijdag

 


De kruisiging door Francesco Conti, 1709

 

 

Goede Vrijdag

Met jou begon mijn dag, mijn tijd in de lijdende vorm,
Doordacht verdriet waaruit mijn jaartelling verscheen.
Je groeide op tot heer en meester van je nietigheid
En je betastte alle pijn, je nam haar bij de graat.

Hoe heftig moest je haat jegens je enkelvoud, je naam,
In hartebloed gekookt om honderd generaties te doorstaan?

Je wonden waren de ogen waardoor ik de wereld bekeek,
Want ik, een ongelovige, geloofde dat onmenselijk gebaar,
Die open armen vastgespijkerd om me los te maken.
Je dood pakte mijn schreeuwen af en stal mijn dood.

 


Leonard Nolens (Bree, 11 april 1947)
De Sint-Michielskerk in Bree

 

De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.

 

De Lichtspeler (over Albert Einstein)

Ja, de geest heeft in hem zijn wijze dichter.
De lichtspeler – Is hij de meester? Is hij de speler met het licht?
Of wist hij alleen hoe hij de tijd moest verlichten met een olielamp,
vanuit het verlangen tot aan de zekerheid
en door de omarmingen van de kennis?

Ridders van de relativiteit –
Hij betoverde hen en was betoverd.
Hij heeft zijn naam in het voorhoofd van de tijd gekerfd
met de edele beitel van de wetenschap.
Met de inspanning van het zoeken naar het zoeken.

Denkers over het ontstaan van de wereld,
bewakers van het spirituele ontwaken.
Hij speelde ooit viool,
Tegenwoordig bespeelt hij de snaren van de tijd.
Hij zegt zonder te spreken: Ik heb de tijd ingehaald.

Ja, de geest heeft in hem zijn wijze dichter.
Hij is de meester, de lichtspeler, de speler met het licht.
De bekwame speler in dienst van het licht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Hanane Aad (Beiroet, 18 april 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e april ook mijn blog van 18 april 2023 en eveneens mijn blog van 18 april 2019 en ook mijn blog van 18 april 2017 en ook mijn blog van 18 april 2015 deel 2.

Maundy Thursday (Malcolm Guite), Sarah Kirsch

Bij Witte Donderdag

 


Christus wast de voeten van de discipelen door Paolo Veronese, ca. 1580

 

 

Maundy Thursday

Here is the source of every sacrament,
The all-transforming presence of the Lord,
Replenishing our every element,
Remaking us in his creative Word.
For here the earth herself gives bread and wine,
The air delights to bear his Spirit’s speech,
The fire dances where the candles shine,
The waters cleanse us with his gentle touch.
And here he shows the full extent of love
To us whose love is always incomplete,
In vain we search the heavens high above,
The God of love is kneeling at our feet.
Though we betray him, though it is the night,
He meets us here and loves us into light.

 


Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De katholieke kathedraal St. Mary in Ibadan

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Het dorp

‘s Avonds was de stilte volkomen.
De krekels verstomden in hun gaten
Op de heuvel stond de eik
Zwart voor de lakrode hemel.

Dan kwam ik in het dorp uit het veen.
Ging over glanzend stoppelveld
Ster en sterren schenen helder
In de huizen vlamde het licht op.

Vermorzeld stof op de straat.
Kneuterend onder de voeten
Reikte van deur tot deur een zomertapijt.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 


Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Palmzondag (Ed Hoornik), Seamus Heaney

 

Bij Palmzondag

 


Palmzondagmis door Zdzisław Jasiński, 1891

 

 

Palmzondag

Een nagel in zijn hoef gedreven,
de lage schoft met slijk besmeurd……
– Waar is het ezelsjong gebleven? –
De palmenbron is rood gekleurd……

Zijn vochte muil zocht de olijven;
dan, likkend aan des Meesters hand,
liet hij zich uit de tuinen drijven
de stad toe, door het heete zand.

De oude, die hem had geworpen,
liep, traag van tred, de heuvels op.
Men hoorde haar balken in de dorpen;
daar vlood het jong met witten kop……

Een klaaglied waart langs stad en dreven,
ter duist’re metten wordt geluid……
Waar is het ezelsjong gebleven?
Wie steekt de roe over mij uit?

 


Ed Hoornik (9 maart 1910 – 1 maart 1970)
De Onbevlekt Hart van Mariakerk in Den Haag,
de geboorteplaats van Ed Hoornik

 

De Ierse dichter Seamus Heaney werd op 13 april 1939 te County Derry, Noord-Ierland, geboren. Zie ook alle tags voor Seamus Heaney op dit blog.

 

Ophelderingen

3

Terwijl alle anderen weg waren naar de Mis,
Was ik geheel de hare, we schilden aardappels.
Ze verbraken de stilte, ze vielen een na een
Zoals de tranen soldeersel van de bout;
Een koel elkaar moed geven, gedeelde dingen
Die in een emmer proper water gingen glimmen.
En daar viel er weer een. De vrolijke spatjes
Van elkaars werk brachten ons dan tot bezinning.

Toen de parochiepriester bij haar sterfbed
Hemel en aarde bewoog met zijn gebed
En de enen meebaden en de anderen huilden
Herinnerde ik me haar hoofd dat boog naar mijn hoofd,
Haar adem in de mijne, onze messen die vloeiend sneden –
Nooit zo dicht meer bijeen in ons hele later leven.

 

Vertaald door Willy Spillebeen

 


Seamus Heaney (13 april 1939 – 30 augustus 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e april ook mijn blog van 13 april 2019 en ook mijn blog van 13 april 2018 en ook mijn blog van 13 april 2014.

Aschermittwoch (Carl  Geisheim), Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

 

Bij Aswoensdag

 


Maskers op de ochtend van Aswoensdag door Alfred Stevens, 1853

 

 

Aschermittwoch

Kehrst du nie mit bangem Herzen,
Nie in Reue, nie in Schmerzen
Aus des Lebens Lust und Glück
In dein stilles Haus zurück?

Überselig reine Seele,
Sonder Vorwurf, sonder Fehle,
Die nur wandelt in dem Licht,
Du bedarfst der Buße nicht!

Aber sieh nur, wie beklommen
All’ die frommen Pilger kommen,
Die sich, schlagend an die Brust,
Ihres Fehles sind bewusst.

Scheuest du, dich selbst zu fragen,
Deiner Schuld dich anzuklagen,
Deine Freud’ ist dann ein Spott,
Deine Seele nicht in Gott.

 


Carl  Geisheim ( 6 september 1784 -29 januari 1847)
De St. Elisabethbasiliek in Breslau (tegenwoordig: Wrocław in Polen), de geboorteplaats van Carl  Geisheim

 

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit:Dove hond

“2
Hij is trouwens niet helemáál doof. Soms kijkt hij wel degelijk op van het knarsen van een scharnier, het dichtslaan van een deur.
Je kunt hem ook nog fluiten. Als hij maar dicht genoeg bij je is. Bij het afwerken van een onderzoekje in de huiskamer bij voorbeeld. En het vreemde is dat hij dan steevast de verkeerde kant op kijkt. Hij hoort iets en je kunt niet zeggen dat hij niet weet waar het vandaan komt. Hij weet precies waar het vandaan komt. Dat denkt hij tenminste.
Zelfs als er verder niemand in de buurt is, zelfs als hij ziet dat jij het bent die je lippen tuit, dan nog kijkt hij de verkeerde kant op als het fluiten tot hem doordringt. Hij draait zich ogenblikkelijk om en zoekt, en zoekt.
December vorig jaar deden we een paar van die proefjes in een huisje in Hoog-Sauerland, niet ver van Winterberg. Dus Rekel opgelet! Bij elk fluitsignaal rende hij naar de rommelkast, en daar ging hij dan buitengewoon intelligent naar de deur staan kijken. Hé, denkt Rekel, er zit iemand in de kast.
Dan naar buiten, de besneeuwde heide op, de koude bossen in, en ik wil mijn hond beslist niet uit het oog verliezen, als je hem hier kwijtraakt vind je hem nooit terug. Dus óf wij blijven bij hem, óf hij blijft bij ons, en als hij dan toch een eindje dreigt af te dwalen steek ik mijn vingers in mijn mond. Van het geluid dat ik nu produceer zouden de naalden van de bomen vallen.
Jawel, hij heeft het gehoord. Stomverbaasd kijkt hij om zich heen en hé, denkt Rekel, daar heb je die vent uit de kast weer.”

 


Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

De Apennijnen

1

Zondronken, bleekgekookte bergenketen,
stil theater, de stille maan is je bewust,
lauw boven Lucca’s velden, te zeer bezeten

van mensenwerk, witheet boven de kust
van de Versilia, zo vol boven het lege
zeevlak – verbijsterd boven de rust

van ruimen, rompen, gesjorde zeilen,
na het oud gebruik van de vissersreis
rond Elba, Mont’Argentario…

De maan, ander leven zou er niet zijn.
En daarin bleekt Italië, van Pisa,
lint langs de Arno in een dood festijn

van lichten, tot Lucca, kuis in het grijze
licht van zijn katholieke, eeuwenoude
volmaaktheid…

Aan deze verijsde stenen onttrekt
menselijk de maan een hitte
van diepe hartstochten… Er blijkt

achter hun stilte, de dode witte
gloed die herinnert aan hun stil ontstaan:
het marmer, in Lucca of Pisa, tufsteen

in Orvieto…

 

Vertaald door Karel van Eerd

 


Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2024 en ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Jetzt hebt der Fasching an (Hoffmann von Fallersleben), Robert Kleindienst

 

Bij Carnaval

 


Carnaval door Tanja Ritterbex en Bas de Wit, 2016

 

 

Jetzt hebt der Fasching an

Jetzt hebt der Fasching an,
Des Jahres tolle Lustbarkeit,
Und wer kein Narr sein kann,
Der ist auch nicht gescheit.
Die Maske vor, lauf’ ich herum
……als Geck, als Geck,
Ich fopp’ und necke Jedermann:
……das eben ist mein Zweck.

So Mancher läuft das Jahr
All überall als Narr herum
Und denkt, daß er’s nie war –
Das ist erschrecklich dumm.
Drum sag’ ich ihm vor aller Welt
……ganz keck, ganz keck:
Willkommen, lieber Herr Colleg!
……willkommen, Bruder Geck!

Wenn ich mich täusche nicht,
So ist die Welt der Narren voll,
Nur daß man’s ins Gesicht
Nie sagen darf und soll.
Der Fasching macht die Narren nicht,
……o nein! o nein!
Sie finden sich zu jeder Zeit
……auch ohne Fasching ein.

 


Hoffmann von Fallersleben (2 april 1798 – 19 januari 1874)
De St.-Marien-Kirche in Fallerslebben, de geboorteplaats van de dichter

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Robert Kleindienst werd geboren op 4 maart 1975 in Salzburg. Zie ook alle tags voor Robert Kleindienst op dit blog.

 

Ungeträumt

um ade nach drei fährt man
auf. ein gelbes Licht geht durch
den Raum, es wird wieder
dunkel. noch einmal fährt
ein Finger zwischen die Augen,
der riecht nach Fisch
und Zitrone

 

Vorzeichen

es bewölkt sich erste Fenster
werden geschlossen noch
fällt kein Tropfen vom Himmel
fliegen Schwalben tief übers Feld
im Haus spricht man verhalten
mit der Wetterzentrale
hält Polizzen bereit
für die Zeit danach

 

Vandaag, lang geleden

zie je, de schommel staat stil
in Sisal, zie je, een kind
zit erop dat geen schaduw werpt,
totdat de wind het tilt naar de andere oever.
wij wachten niet daar, het is
al te laat, wordt ons verteld
in de lobby. allemaal vroegtijdig
afgereisd. later zullen wij
de rekening betalen,
vertrekken, slechts één keer
omkijken, om te zien,
wie zwaait

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Robert Kleindienst (Salzburg, 4 maart 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e maart ook mijn blog van 4 maart 2019 en ook mijn blog van 4 maart 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Kostümball-Gedanken (Joachim Ringelnatz), Abbas Khider, Elisabeth Borchers

 

Bij Carnaval

 


Carnaval à Nivelles (Carnaval in Nijvel) door Edith Gorren, 2015

 

Kostümball-Gedanken

Es wechseln die Moden,
Aber der Hosenboden
sitzt sinngemäß
Immer unterm Gesäß.

Bunt stimmt viel froher
Als beispielsweise Grau.
Aber viel sowieso er
reizt der Busen der Frau.

Das nächste Mal gedenke ich
Als ganz Nackter mitzumachen.
Und auch dies Kostüm verschenke ich.
Nur damit die Leute lachen.

 


Joachim Ringelnatz (7 augustus 1883 – 17 november 1934)
De Ringelnatzfontein in Wurzen, de geboorteplaats van Joachim Ringelnatz

 

De Duits-Iraakse schrijver Abbas Khider werd geboren op 3 maart 1973 in Bagdad. Zie ook alle tags voor Abbas Khider op dit blog.

Uit: Der Erinnerungsfälscher

»Komm so schneit wie möglich her«, sagt sein Bruder am anderen Ende der Leitung. »Es ist so weit. Unsere Mutter liegt im Krankenhaus. Der Arzt sagt, es wird nicht mehr lange dauern.« Said Al-Wahid sitzt in einem ICE irgendwo zwischen Mainz und Berlin. Draußen ist es grau und trüb, ein regnerischer Junitag. Saids Mutter war in den Jahren zuvor oft krank. In den vergangenen Wochen hat sich ihr Zustand verschlechtert. Sie schlief ununterbrochen. Nur für wenige Minuten am Tag war sie wach. Said war bewusst, dass der Moment nahte, in dem der Tod, der alte, unerwünschte Gast, auf der Türschwelle stehen würde. Mit dem Vater und der Schwester wird die Mutter bald vereint sein. Im Himmel ist die Familie vollständiger als auf Erden.
In Mainz hat Said an einem Podiumsgespräch teilgenommen. Er ist auf dem Weg nach Hause zu Monica und seinem Sohn Ilias. Er überlegt, ob er am nächsten Halt aussteigen und mit einem anderen Zug zum Frankfurter Flughafen fahren soll. Mit dem Handy schaut er nach Flügen, die er buchen könnte. Sein Bruder würde ihn niemals dazu auffordern, nach Bagdad zu fliegen, wenn der Zustand ihrer Mutter nicht wirklich ernst wäre. Aber wie soll er nun schnellst-möglich dorthin kommen? Direkte Flüge gibt es seit Ewigkeiten nicht mehr. Ist der Bagdader Flughafen überhaupt in Betrieb? Während welchen Krieges wurde er ge-schlossen? Ob er seine Mutter noch sehen wird, bevor sie sich von der Welt verab-schiedet? Hat der Tod ein wenig Mitgefühl und lässt sie noch ein paar Tage am Le-ben? Wartet er auf ihn? Möglicherweise hat die Mutter es eilig, den Rest der Familie im Jenseits wieder-zusehen. Keiner der Überlebenden ihrer Sippe hat eine Ahnung, wo der Leichnam des Vaters beerdigt wurde. Von den Körpern der Schwester und ihrer Familie fand man kaum noch Überreste. Im Irak, das weiß Said, drehen sich die Minutenzeiger nicht über Ziffern, sondern über Wunden.”

 


Abbas Khider (Bagdad, 3 maart 1973)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Elisabeth Borchers werd geboren in Homberg op 27 februari 1926. Zie ook alle tags voor Elisabeth Borchers op dit blog.

 

April

Er komt een tijd
met regen,
met hagel,
met sneeuw.

Met wind die de hoek om raast.
Hij neemt de man de hoed van het hoofd
Hé, roept de man, waar is mijn hoed?
Hé, roept de hoed, waar is mijn man?
En hij is al helemaal daarboven.

De haan op de gouden kerktoren
die denkt: ik zie het vast niet goed.
een hoed zonder man,
een hoed die nog vliegen kan
en heeft toch geen vleugels aan?

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Elisabeth Borchers (27 februari 1926 – 25 september 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e maart ook mijn blog van 3 maart 2020 en ook mijn blog van 3 maart 2019 en ook mijn blog van 3 maart 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

 

Humba täterä (Olaf Lüken), James Merrill

 

Bij Carnaval

 


Carnaval door Jean Brusselmans, 1952

 

 

Humba täterä

Wenn Schüler ihre Lehrer grüßen,
wenn Essig kann Geschmack versüßen.
Die Engel schreien und laut fluchen,
Heilige nach dem Teufel suchen.

Wenn Opas junge Buben sind,
und Oma spielt ein Waisenkind.
Der Wirt nicht einen Gast vermisst,
die Elfe eine Hure ist.

Wenn die Maus die Katze reitet,
ein Lamm mit einem Löwen streitet.
Der Soldat auf einer Taube fliegt,
ein Pazifist im Krieg obsiegt.

Wenn der Reiche spielt den Armen.
Eine Nonne kennt kein Erbarmen.
Wenn der Lahme schlägt Krawall,
dann ist wieder Karneval!

 


Olaf Lüken (Herne, 13 december 1952)
Carnaval in Herne

 

De Amerikaanse dichter James Merrill werd geboren op 3 maart 1926 in New York. Zie ook alle tags voor James Merrill op dit blog.

 

Stemmen uit de andere wereld

Het theekopje bewoog toen wij het beroerden,
Cirkelde toen kalmpjes rond
Van A tot Z. De eerste stem die wij hoorden
(Als het stemmen zijn: deze spellers zijn stom)
Was die van een ingenieur

Van Keulse komaf.
Op zijn tweeëntwintigste dood
Aan de cholera in Cairo, hij had geen
geluk gekend. Wel had hij Goethe eens ontmoet.
Goethe had hem gezegd: volhard.

Onze blinde hond jankte. Daarmee kwam er een horde
Aan stemmen bijeen boven het ouija-bord,
Sommige kinderlijk en, zou je zeggen, door slaap
Omfloerst; één kleine jongen,
Wil geheten, wellicht niet graag in plooikraag

Als een page-met-pet op een El Greco, trok
Het tapijt weg voor de volgende stem,
Koud en gewichtig: alles is verloren.
verlaat dit huis. otto von thurn und taxis.
gehoorzaam. u hebt geen keus.

Geschrokken hielden wij op, maar woelden na
Tot de zon de verkreukelde lakens streepte met goud.
Elke avond sindsdien wast de maan,
Fladderen kleine insecten om een koude toorts
Die we aansteken, waarna ze wegritselen naar de veranda.

Maar geen echt Teken. Nieuwe stemmen komen,
Dicteren adressen, vragen ons te schrijven;
Sommigen waarschuwen voor verkwiste levens en allen voor
Een doem op manieren die ons zo vrolijk maken
Dat we goed slapen de laatste dagen.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 


James Merrill (3 maart 1926 – 6 februari 1995) 

 

Zie voor de schrijvers van de 2e maart ook mijn blog van 2 maart 2024 en ook mijn blog van 2 maart 2020 en ook mijn blog van 2 maart 2019 en ook mijn blog van 2 maart 2018 en ook mijn blog van 2 maart 2014 deel 2.