Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

Uit: Licht

„… und wäre jetzt gern bei Dir. Sehr gern würde ich etwas Rk Dich tun, Dir eine Zeitung mit guten Nachrichten kaufen, Frühstücksbutter aus Deinem Mundwinkel küssen, vielleicht Deine Kniekehlen streicheln, irgendwas. Ich bin fast umgefallen, als Du mich angerufen hast, Deine Stimme so nah und so schrecklich weit weg. Dir zuliebe kann ich alles tun, arbeiten, früh aufstehn, vernünftig sein. Ich bin ganz benommen, wenn Du mich anrufst. Alles ist gut, solange es mit uns stimmt, gleichgültig ob ein Glück dabei herauskommt. Ich brauche kein Glück, ich kann auch ohne Illusion mit Dir lachen. Hast Du mein blaues Feuerzeug bei Dir? Vermißt Du mich? Bist Du wieder in Deiner Wohnung gewesen? Und ob wir zusammen nach San Francisco fahren (gibt es dort Straßencares wie in Paris)? Ich möchte so gern mit Dir nach San Francisco fahren, chinesische Zeitungen lesen, die Seehunde bellen hören und mich mit Dir auf der Himmelfahrtsbahn fotografieren lassen. Denkst Du noch an das Haus in Bercy-les-Landes und an die vielen Schuhe im Flur? Die Fahrräder im Anbau, der Autofriedhof neben dem Schloß, die Sommernachtsfrösche im Wasserbassin und die vielen, nach Staub und Jod riechenden Brennesseln dort? Und die Nacht, als wir aufwachten, weil es zu regnen anfing, und Du ranntest barfuß die dunkle Treppe hinunter und hinaus in den Regen, weil wir vergessen hatten, das Autodach zuzumachen. Aber es war schon zu spät, der Vordersitz triefnaß, die Zeitungen und Landkarten aufgeweicht. Und wie Du naß zu mir in das Bett zurückgekommen bist! Und als wir zum erstenmal nach Tagen wieder Zeitung lasen im Caf6 an der Küstenstraße, im heißen hitzigen Wind mit dem vielen Staub, aber wir blieben vorm Caf6 sitzen und lasen Zeitung, jeder die Hälfte, und die Seiten flatterten über die Hände und ließen sich nicht mehr richtig zusammenlegen. Dann flog die halbe Zeitung weg und Du ranntest hinter den Seiten her über die Straße, ein Lieferwagen stoppte im letzten Moment, und Du ranntest ziemlich weit auf den Strand hinaus und kamst mit zerknüllter Zeitung ins Caf6 zurück und warst fast beleidigt, weil ich lachte. Ich denke daran und nichts fehlt mir. Ich möchte immer an solche Sachen denken, und ich möchte mich immer auf etwas freuen. Ich muß diese Freude empfinden können, wenn ich nicht nur ein Mensch sein soll, der mehr oder weniger einseitig funktioniert. Funktionieren, schon das Wort ist schrecklich. Ich funktioniere nicht. Ich will nichts geschenkt bekommen und ich will nichts auslassen, aber ich will, daß es das jederzeit für mich gibt: Freude, mit oder ohne Grund, mit Dir und allein — vielleicht nur einen Moment lang wie im Februar, als wir von der Party bei Mona nach Hause kamen und Hunger hatten die ich für die Amseln in Deiner Straße gekauft hatte — erinnerst Du Dich?“

 

Stationstrap

Wie keer op keer sterrenbeelden wil rangschikken
en uit elkaar trekken. Ik verwacht
een snuit met hoektand, een betaalde kus
een vuist op de keel,
mijn vuist op de keel van de ander
vies van het leven, niet langer onschuldig
oog in oog, hij, ik of allebei.

Toen wij achter elkaar aan naar beneden
naar de biertafels liepen, in schamel licht –
mijn sigarettenpeuk op de trap
hij raapte hem op en stak hem tussen zijn tanden
spottend, nonchalant, de ander, rotzak, engel
moordenaar mens, mijn verschrikkelijke kans –

Leven, leven, uit elkaar getrokken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

Corpus Christi (Liam Ó Muirthile), Sophie van der Stap, Christoph Meckel

 

Bij Sacramentsdag

 

La Procession de la Fête-Dieu door Auguste-Xavier Leprince, 1820

 

Corpus Christi

Surely this procession
filed out of another zone,
Crist’s body borne aloft.

I imagine the parade at home
ascending a narrow Mediterranean street,
the sun massaging it at piazza corners.

Christ, an anonymous tourist,
had his passport stamped indifferently
by custom’s men dressed for the job.

But this sorry cortege, staggering
out of kilter, threatened by rain,
makes an altar of every house.

Were they all in vain: those sweltering days,
melting on sticky car seats,
the priest droning from a tannoy gob?

Is this all we’re left: a welter
of simmering emotion stirred up
with a pinch of belief.

We woke to our bodies long ago,
shut the door
on that stale, gutted spirituality.

But behold the bared body
of Christ, awkwardly borne,
unsettling us once more.

 

Liam Ó Muirthile (15 november 1950 – 18 mei 2018)
Cork, de geboorteplaats van Liam Ó Muirthile, met de Holy Trinity Church

 

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: En wat als dit liefde is

“Ik ben 63, afhankelijk en ik houd niet van mensen. Een ongelukkige uitkomst van omstandigheden, maar ik probeer het als een onoverkomelijkheid te beschouwen, en niet als een gevolg van de dingen die ik, als ik erover zou mijmeren achteraf anders had kunnen doen. Dat geldt trouwens voor alle dingen die me ontstemmen; het enige wat graven in mijn verleden me oplevert is pijn in m’n hart, hoofd en nek (van al dat omkijken). Niets wat de strijd van het gevecht waard is. Omdat ik mijn tijd niet hoef te besteden aan het zien groeien van mijn kapitaal (Monsieur), het achternarennen van vintage mantel. pakjes (mevrouw De Bourbon), het wachten op een ander leven (Sé-verine) of het verschijnen in televisieprogramma’s (Tara) — ziezo, nu weet je een beetje in wat voor buurt ik woon — heb ik mij toegelegd op een studie naar de Waarheid achter de dingen terwijl ik deze bijzondere banaliteiten observeer. En dat is wat ik doe: observeren, registreren, analyseren. Met dezelfde behendigheid waarmee mevrouw De Bourbon zondags op de markt nietsvermoedende echtgenoten wegrooft, vergaar ik de missende stukjes uit de meest mysterieuze puzzel waar de mens zich over kan buigen: de mens zelf. Iedere ochtend steek ik mijn voeten in Tod’s-achtig schoeisel. Mijn paar is van suède en donkerblauw van kleur, met een neus die niet rond maar ook niet puntig is. Zo zou ik mezelf ook prima kunnen beschrijven. Mijn lijf heeft ronde vormen, maar mijn karakter is scherp, puntig. lk heb dezelfde schoenen in ecru, voor de zomerdagen. Daar is niks toevalligs aan; mijn uiterlijk is volledig uitgebalanceerd met het doel mezelf zo goed mogelijk aan het zicht van de medebewoners te onttrekken. Een onopvallend uiterlijk is onmisbaar in mijn bezigheid de Waarheid te bemachtigen. Zo heb ik mezelf aangeleerd geruisloos door de straat te bewegen; ik stap niet, ik glijd. Verder wijk ik niet af van mijn vaste route. Variatie of een misstap is catastrofaal. Te allen tijde vermijd ik de verrassing. En dat werkt. De mensen zien me niet.”

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Ontwerp van een mens van de toekomst

Iemand loopt met de mobiele telefoon
rond in Monza,
praat met zijn monsters,
Leren riem-bendes, aan toekomstige moordenaars
onbekend, lege smoel –
how are you. I’m fine.
Wie hem zoekt
lokaliseert bloedbeeld, frequentie, functie
van zenuw en bot.
Niemand weet iets over hem. Onvindbaar
waar leegte de ruimte overnam
en zich voortzet in voortijd, eindtijd, natijd.
Hij loopt door de dag, de nacht
zonder gemist te worden, zonder gevraagd te worden,
business and more.
Zonder gevoelens te uiten
en binnen te laten. Zonder. Zonder.
En is geen stof voor zichzelf
en zijn soort.
Geen geheim getal, geen code.
Volgt geen spoor, laat niets achter
human society, niet zijn huis.
Komt terug in niemands plaats.
Geen reden voor doodslag, gelach, genade.
Niet te vinden in chronologie
en verschijningen van anderen.
Hem eigent geen God en geen hel zich toe.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

Jan Brokken, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Jan Brokken werd geboren op 10 juni 1949 in Leiden. Zie ook alle tags voor Jan Brokken op dit blog.

Uit: Schrijven (De dingen die je beschrijft moet je wel ervaren hebben, maar je moet ze opnieuw liegen. Over Simon Carmiggelt)

“Simon Carmiggelt (65) loopt ’s morgens door de stad, drinkt koffie in een café, kijkt, luistert, en maakt aantekeningen, ’s Middags, van half één tot kwart voor vier, schrijft hij. In negen van de tien gevallen lukt het hem binnen die drie uur een verhaal te maken. Gaat het een keer niet, dan spreekt hij zijn voorraad aan, die uit zes verhalen bestaat.
De eerste versie schrijft hij met de balpen, de tweede versie typt hij. Soms maakt hij nog een derde versie. Hij laat me zijn schrift zien. Het aantal doorhalingen is soms gering, soms bijna chaotisch. ‘Dat ligt aan het soort verhaal. Het ene is razend moeilijk; het andere schrijf je zó, achter elkaar op.’
Zijn bureau staat voor het raam van de slaapkamer, op de tweede etage van zijn flat aan het Weteringplantsoen in Amsterdam. Naast de schrijftafel ligt de laatste loodpagina die op de zetterij van Het Parool gemaakt is. Het is nu het blad van z’n schrijfmachinetafel. Van achter zijn bureau heeft hij een panoramisch zicht op het Rijksmuseum, de Stadhouderskade, het Eerste Weteringplantsoen en de Weteringschans. Het is een druk punt, maar het geluid van auto’s en trams stoort hem niet.
Hij maakt geen getergde indruk, schrijven vindt hij een prettig beroep. ‘Ik heb me in dit vak nog nooit een dag verveeld.’
Vroeger werkte hij ’s nachts. Zijn schrijfsysteem verandert om de zoveel jaar. Toen de kinderen nog thuis waren, werd het pas om negen uur rustig in zijn toenmalige, kleine flat. Hij sliep een uur en zette zich om een uur of tien aan het werk. ’s Nachts schreef hij anders, hij was meer in voor pathetische dingen. Hij wijdt dat aan de invloed van de maan. De volgende dag las hij zijn verhaal met een nuchter oog over. Vaak moest hij zinnen schrappen, ‘omdat ze vals, of te zwaar waren’.
Hij schreef vroeger ook vaak in cafés, in grote, rommelige cafés. Of in de trein, als hij terugkwam van een lezing. Hij kon overal schrijven, hoewel de kwaliteit er wel eens onder leed. Tegenwoordig schrijft hij meestal thuis, daar kan hij meer aandacht aan zijn werk geven.
‘Met het schrijven ben ik continu bezig. Regelmatig zoek ik in boek-antiquariaten naar oude biografieën en memoires, want daar kan ik vaak een paar regels voor een verhaal uit putten. Ik lees selectief, boeken over Hollywood, over acteurs, regisseurs, schrijvers. De dagboeken van de man die spraaklessen aan Hitler gaf, dat vond ik fascinerende lectuur, daar kan ik over schrijven.
Als ik met mensen praat of als ik naar de televisie kijk, ontstaan veel ideeën. Mijn kleinkinderen zijn dol op quiz-programma’s, en daar kijk ik dan ook naar. Al snel valt mijn oog op een kandidaat met een intrigerend gezicht, en in gedachten probeer ik die man te beschrijven. Na een tijdje weet ik een volzin, en die noteer ik.”

 

Jan Brokken (Leiden, 10 juni 1949)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

De sprookjes, de wonderen zijn oud…

-God heeft waarlijk de mens
heel weinig sprookjes gegeven –
……………………………………..( (Mihaly Babits)

De sprookjes, de wonderen zijn oud
En ontdaan van ingewanden als slachtvee.
Nieuwe zijn niet verschenen. De god is weg,
aan hem behoort het wonder, niets te zijn
in de ruimtes buiten.
De klok is een vat voor geluid en toon
En komt het dichtst bij een wonder, en is geen wonder.
De kaars houdt licht en vuur vast,
komt het dichtst bij het wonder, en is geen wonder.
De vogel is van alles het tegenovergestelde
en komt het dichtst bij het sprookje, en is geen sprookje.

’s Ochtends schreeuwde de sperwer in de sproeinevel buiten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2021 en ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Thomas Heerma van Voss, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

Uit: Condities

“Al zeker vijf minuten ligt Vincent Pek op de massagetafel zonder dat hij wordt aangeraakt. Hoofd opzij, buik tegen het leer. Hij kijkt naar de smetteloos witte muur naast hem, naar twee schreeuwerige prenten van Chinese wijsgeren. Diep ademt hij in, zo veel zuurstof als hij kan, hij ruikt een zweem van eucalyptus en voelt zijn ingewanden uitzetten. Tot zijn opluchting doet het geen pijn, even lijkt alles zowaar in balans, zijn lichaam, zijn houding, kalm en gezond zoals het hoort – zelfs de vraag waarom hij hier in vredesnaam is verdwijnt uit zijn gedachten.
‘We gaan beginnen.’ Boven hem klinkt een mannenstem. Hoog, vriendelijk. ‘Sorry dat je moest wachten.’
Alleen zijn onderbroek heeft Pek nog aan. De rest van zijn kleren is hier overbodig, werd hem bij binnenkomst gezegd. Pas na die mededeling stelde de tengere, zongebruinde veertiger tegenover hem zich voor. Shiatsumasseur, therapeut, ademhalingscoach. Pek deed zijn best belangstellend te reageren, hoewel Femke hem deze informatie thuis al had gegeven. Hij keek de smalle gang in, hij wilde weten hoe deze ruimte in elkaar zat, waar de wc zich bevond. Drie dichte deuren. Een leeg aluminium aanrecht. De naam van de masseur kon hij niet verstaan, Mike, Mick, Rick? Voor de vorm wilde Pek uitleggen hoe hij hier terecht was gekomen, maar de man viel hem in de rede: ‘Ja, ja. Ik weet waarvoor je hier bent. Kom maar mee naar mijn werkkamer. Ga lekker liggen.’

De masseur legt een voorverwarmde handdoek onder Peks schouders, en ook een op zijn billen. Hij doet het zachtjes, net of Peks lichaam bij iedere onverhoedse aanraking kan barsten.
Dan zet hij een extra lamp aan naast de massagetafel. Uit zijn ooghoek ziet Pek zijn eigen lichaam oplichten, zijn bovenarmen, zijn ellebogen. Wit. Ontzettend wit, bijna ziekelijk.
‘Je staat flink onder spanning,’ hoort hij terwijl de masseur zijn schouders vastgrijpt en erin knijpt. Zachte vingers smeren olie over zijn rug, de achterkant van zijn nek, zijn linkerzij, zijn rechterzij. De eucalyptuslucht wordt penetranter, er komt een vleug tijgerbalsem bij. ‘Probeer te relaxen. Je hoeft niks te doen behalve je hoofd in het gat steken, ja, zo. En laat het allemaal gaan, je ideeën, je gedachten, je body.’ De masseur smeert de olie met lange halen uit. ‘Hoe adem je nu?’ vraagt hij.
‘Normaal.’ Pek wordt inmiddels zo stevig tegen de bank gedrukt dat zijn stem half verloren gaat in de handdoek. ‘Door mijn longen.’

De masseur schiet enigszins hysterisch in de lach. ‘Je ademt, hoe zal ik het zeggen, totaal verkeerd.’ Steeds harder knijpt hij in Peks rug, een voor een pakt hij de spieren vast, drukt ze samen, laat ze los. ‘Dat hoorde ik al toen je binnenkwam: veel te vlug, veel te oppervlakkig. Echt, ik voel de stress overal zitten, je lichaam is helemaal verkrampt. Zonde, je bent een gezonde, mooie jongen – geen grammetje vet ook, daar mag je trots op zijn. Maar ik zie dat je vastzit. Dus concentreer ik me vandaag op de achterkant van je lichaam, ik begin met je rug, het epicentrum van veel spanning, en ik eindig met je hoofd. Laten we die neerwaartse spiraal omzetten in iets positiefs.’

 

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Zwartgalligheid

Niet wenselijk om met haar
…………………………………naar de eilanden te komen
als de terugkeer van daar meer en meer
haar melancholie verdiept
en achter blijft wat er op andere plaatsen
van de bereikbare aarde voor haar
voorhanden zou moeten zijn —

Een bungalow, winterklaar gemaakt,
,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,van hout en leisteen,
nachtdruppels in de notenboom,
vogeltrek in september, horizonnen
voor heldere zones, stromend water
en wat door verwoesting niet bereikt –

Wij trekken verder, mijn vogel,
wij vliegen weg –

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)
In 1974

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Wer könnte Platz nehmen

Wer könnte Platz nehmen
in der Gerechtigkeit
mit seinem Gepäck, seiner Spottdrossel, seinem Namen
der Freundschaft des Brotes gewiß, und sicher
daß das Wasser seinen Anblick erträgt
und die Liebe ihn achtet —
wer könnte ausruhn bei den Säulen und sagen:
hier bin ich, eingeschlossen
in Salz und Licht.

Er rückt sich in ihr keinen Sessel zurecht.
Von ihrem Vorwurf
betäubt und geschunden
am Rand der Straße hockt er noch immer
und zählt wie die Katze seine sieben Leben
unversöhnlich, hungrig
es tröstet ihn nichts.

 

Gevatter

Er kam am Abend zu mir,
hatte nachts in der Nähe zu tun.
Frühstückte meinen Schlaftrunk,
wusch die Glasaugen,
wechselte Haar und Hände.

Ich erkannte ihn noch
an Blech und Blei seiner Zähne.
Seit er sich bei mir aufhält
versorge ich seine Schatten
in meinem Lichtschrank,
die Gestorbenen und die Ratten.

Früher fuhr er allein
auf dem Tandem entlegene Wege.
Heute chauffiert er einen Autobus,
Plätze für 60 Seelen
auf wechselnden Pisten.

Er scheint alt geworden, krank,
sein Geschäft geht schlecht,
der Autobus bleibt zur Hälfte leer.
An die ganz großen Sachen
kommt er nicht ran.
Kein Sterblicher beneidet ihn
um seinen Job.

Er kommt immer seltener zu mir.
Seine Verkleidung
hängt in meinem Spind,
er läßt sie hängen.
Er ist alt geworden, krank.

Stürzte den Autobus ins Meer.

 

Mitte Oktober

Hat der Herbstmond eine Schlafmütze auf,
vergißt er dem Holunder adieu zu sagen,
der Wind zieht sich goldene Handschuhe an,
um die letzten Blätter der Akazie
in sein Tagebuch zu legen;
die erste Schneeflocke zögert noch,
sie läßt sich auf meine Schulter fallen.

Der Regen meint es gut mit mir,
er geht auf dem Dach der Welt
in leisen Pantoffeln spazieren.
Aber der liebe Gott hat Siebenmeilenstiefel an
und übergeht die Jahre, in denen ich lebe.

 

Bestaan van de sterren

In de herinnering van de sterren rusten,
gelaten beschouwd de millennia van de aarde,
de wolken en vogelformaties die altijd al
de stille omstreken van de maan doorkruisten, –
geloof me, het bestaan van de sterren
is vreemder dan dat van verblinde tovenaars,
verloren koekoekseitjes of geamputeerde poppen.

Er zijn uit de mode geraakte sterren
die hun burgerrechten alleen nog aan de man in de maan
en de secretarissen van de duivel vergoeden.
Ik ken er echter een, waarover ik u
niet meer verteld dan
dat hij op een nacht van wanhoop
met de oververmoeide god
in een vergeten zee zal vallen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

Sophie van der Stap, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: De mogelijkheid van jou

“Voor de spiegel tilt ze haar borsten één voor één op en legt ze in de bedding van haar beha. Ze knoopt haar jurk dicht. Door haar linkeroorlel prikt ze een gouden oorbel.
Het grote leven is dichtbij. Ze ziet het in de ochtend, als de daken oranje kleuren. Ze ziet het als de avond beginnen gaat, in de eindeloze lichtjes van de stad. De stad die haar het gevoel geeft te bestaan, maar ook het gevoel dat ze iets mist. Wat datgene is, is meer een gevoel dan een gedachte, iets wat daarom onuitgesproken blijft — welke woorden kan ze er immers aan geven?
Omdat het onuitgesproken blijft, wordt het steeds meer van haar en steeds minder van anderen, als iets wat haar van anderen scheidt. Misschien omdat het staat voor iets wat ze niet definiëren kan. En misschien ook omdat dat onuitgesproken gevoel pijn doet.
Ze stift haar lippen rood en daalt het trappenhuis af. Een moment van twijfel — metro of fiets? Ze kijkt naar haar hakken, alsof die haar iets kunnen vertellen wat ze nog niet weet. Ze kiest voor de fiets. Ze rijdt langs volle terrassen, kruist blikken. Sommige blijven, heel even, de lengte van een gedachte, in haar ogen haken. Andere glijden onoplettend over haar heen. En terwijl ze langs al dit leven rijdt, voelt ze hoe al dit leven bij haar naar binnen sijpelt, en het gemis dat eronder ligt naar buiten. Ze lacht; hier bestaat ze.
Voor het restaurant van Hugo maakt ze haar fiets vast aan een paal.
Hugo buigt voorover en draait zijn wang naar haar toe: ‘Schat, ga zitten, ik ben zo klaar.’ Ze kust hem, slaat haar armen om zijn nek.

‘Q lippenstift.’ Ze wil de rode afdruk afvegen.
‘Laat maar zitten.’ Hij gooit zijn handen in de lucht; er valt nou eenmaal niks tegen lippenstift — en vrouwen — te doen.
‘Nico! Maak je hem open?’ Hij wijst naar een fles achter de bar.
‘Nou, we zijn er bijna. Volgende maand open.’ Ik heb het al weken niet gezien.’
‘We rijden er straks langs. Nu eerst eten. Ober!’
Een jongen in een T-shirt met gaten brengt eten op houten plankjes: ham, brood, paté, een bos radijs.
‘En?’
‘En wat?’‘Laurence…’ Hugo veinst ongeduld, haalt zijn schouders op. ‘Misschien helpt een verliefdheid.’
‘En waar zou een verliefdheid me mee helpen?’ Volwassen worden.’
`Bah.’ Ze neemt een slok. ‘Ik wist niet dat het zo’n gesprek zou zijn.’
‘Een echt gesprek, bedoel je?’

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

De Sirenen
– haalden me uit de buik van het schip, bevrijdden
handen en voeten van de kettingen en zetten me
aan de reling in het volle licht (zeeglas
gloeiend in het teken Leeuw) zodat ik
het gezang te horen kreeg met open oren
van mijn verstand beroofd enzovoort
(zij lagen
in de schaduw van de zeilen met dichtgestopte koppen)
We dreven dicht bij de beruchte rotsen
en er gebeurde niets – de Sirenen
en ik, de zangvogel, oude alliantie,
privé verhaal –

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

Louis Couperus, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit: Eline Vere

“Marie, nog even als Lili niet gedrapeerd, sprak door het gesloten raam, met den vuurwerker, die in den besneeuwden tuin, in een dikken duffel, wachtte om het Bengaalsche licht af te steken. Een groote reflector was door het venster als een bleeke, lichtlooze zon zichtbaar.
-Eerst wit, dan groen, dan rood! riep Marie, terwijl de vuurwerker knikte.
De kamer was donker, slechts verlicht door de lamp, die Bet vasthield, terwijl Dien bij de porte-brisée der, nu verlaten, kleedkamer stond.
-Voorzichtig, Freddy, voorzichtig! sprak Paul.
Frédérique liet zich zeer behoedzaam in de kussens van het rustbed neêr; Paul schikte haar draperieën, haar kettingen, heur haren, haar diadeem, en strooide hier en daar een bloem.
-Is het zoo goed? vroeg zij met bevende stem, eene, van te voren bestudeerde, poze aannemende.
-Je bent om te stelen, prachtig; nu Marie, Lili hier!

Lili wierp zich op den grond, Marie vlijde zich tegen de bank, met het hoofd aan Frédérique’s voeten. Vlug drapeerde Paul beide meisjes in kleurige châles, sluiers, strengelde snoeren om haar armen, in heur haren.
-Marie en Lili, wanhopig kijken! Meer wringen je armen, Lili! In wanhoop, meer in wanhoop! Freddy, jij meer smachten, je oogen omhoog, in je mond iets treurigs.
-Zoo?
Marie schaterde.
Ja, zoo! Zoo is het beter; stil nu, Marie, alles klaar?
-Klaar! sprak Marie.
Paul schikte nog iets, een plooi, een bloem, in wantrouwen, of alles gereed zoû zijn.
-Kom, nu maar beginnen! sprak Lili, die zeer ongemakkelijk lag.
-Bet, breng de lamp weg; Dien, de deur dicht, en dan beiden hier, elk aan een kant der porte-brisée van de groote zaal.
Dit gebeurde, en zij bevonden zich allen met kloppende harten in het pikdonker, terwijl Paul aan het venster tikte, om zich daarna bij de jongens in den hoek te voegen.
Langzaam en weifelend ontvlamde het Bengaalsche licht tegen den reflector aan, de porte-brisée schoof statig open, een helle witte gloed verheerlijkte het tableau.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Portret door Peter Donkersloot, 2001

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Goudvis

Omdat ik van de maan en het water hou
leeft er een goudvis in mijn haar,
dit verbaast me en ik realiseer me,
dat dit bij geen andere persoon
het geval is.

Sindsdien heb ik door veel rivieren gezwommen,
maar het water stond hem niet aan,
ik bood hem de man in de maan als cadeau aan,
maar hij weigerde om in het licht van de sterren
tussen de wolken en vogels te zwemmen,
ik leidde hem naar de Rode Zee,
maar hij staat erop,
om in de schemering van mijn haar ouder te worden.

Ik zal hem verder dragen,
totdat zijn schubben afbrokkelen,
totdat hij zwart wordt
en dood neervalt in een grijze plas

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2021 en ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Fernando Pessoa, Christoph Meckel

De Portugese dichter en schrijver Fernando António Nogueira Pessoa werd geboren in Lissabon op 13 juni 1888. Zie ook alle tags voor Fernando Pessoa op dit blog.

Uit: Fernando Pessoa, Heimwee naar vereeuwiging

Sonnet XXIV

Er is iets in mij dat het licht al zag
Voordat de zon in het heelal bestond
En, knarsend, onze eigen gele dag
Verbinding met het absolute vond.
Door nachtgepeins, gelijk een sleets gewaad,
Sleep ik achter mij aan dit oud verleden
Dat, stil en weids, de bleke dageraad
Van al het mogelijke aan zag treden.
Het gaat nog verder terug dan Gods geboorte,
Zonder geboorte kwam de wereld later.
Die is mij als na een gefluisterd woord
De redeloze echo van geschater.
Dat zij een doel heeft, heb ik steeds voorvoeld,
Maar doel hebben blijkt al wat zij bedoelt.

 

Sonnet XXV

We are in Fate and Fate’s and do but lack
Outness from soul to know ourselves its dwelling,
And do but compel Fate aside or back
By Fate’s own immanence in the compelling.
We are too far in us from outward truth
To know how much we are not what we are,
And live but in the heat of error’s youth,
Yet young enough its acting youth to ignore.
The doubleness of mind fails us, to glance
At our exterior presence amid things,
Sizing from otherness our countenance
And seeing our puppet will’s act-acting strings.
An unknown language speaks in us, which we
Are at the works of, fronted from reality.

 

Sonnet XXV

Zelf in en van het lot ontberen wij
Uitwendigheid waaraan de ziel zich toont.
Het lot gaat slechts voor onze dwang opzij
Omdat het lot ook in dat dwingen woont.
De waarheid laat zich niet meer achterhalen,
Hoezeer wij niet zijn wat wij zijn. Ons leven
Wordt in de gloed geleefd van jeugdig falen,
Al is haar dadendrang ons om het even.
De dubbelheid ontbreekt ons voor het kijken
Hoe wij aanwezig zijn met ons bezit,
Proberend op het andere te lijken,
Het zien hoe onze wil aan touwtjes zit.
Wij zijn een taal die niemand heeft geleerd,
Als woorden van de wereld afgekeerd.

 

Fernando Pessoa (13 juni 1888 – 30 november 1935)
Hommage aan Fernando Pessoa-Lissabon door José Guimare, 2008

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Wie zou er plaats kunnen nemen

Wie zou er plaats kunnen nemen
in de gerechtigheid
met zijn bagage, zijn spotvogel, zijn naam
verzekerd van de vriendschap van het brood en ervan verzekerd
dat het water zijn aanblik verdraagt
en dat liefde hem respecteert –
wie zou bij de pilaren kunnen uitrusten en zeggen:
hier ben ik, opgesloten
in zout en licht.

Hij zet in haar geen fauteuil op zijn plaats.
Door haar beschuldiging
verbijsterd en gehavend
zit hij nog steeds gehurkt langs de kant van de weg
en telt zoals de kat zijn zeven levens
meedogenloos, hongerig
niets biedt hem troost.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

Flüstern

Dass du sie geküsst hast, am Ufer mit ihr
gegangen bist, und der Mond war da –
Dass du ihr Kleider gekauft hast, Röcke und Leibchen
Geschmeide und Goldkram wie mir, und Sommerhüte
Wein von den Hügeln und Löffelchen Silber –

Und dass du ihr Namen geschenkt hast
Nachttropfen meiner Seele, Vogel Blau –
dass, du mit ihr unterwegs warst im hellen Juni
verschollen im Herbst, in Irdisch-Unkraut –

Aber dass du mit ihr geflüstert hast
in der Nacht, die Kerze brannte, die Eule schrie –
Es ist das Geflüster. Es ist das Geflüster.

 

Schwarzgalle

Nicht wünschenswert, mit ihr
                                 auf die Inseln zu kommen,
wenn die Rückkehr von dort immer mehr
ihre Schwermut vertieft,
und zurückbleibt, was an anderen Stellen
 der erreichbaren Erde für sie
vorhanden sein sollte —

Ein Bungalow, winterfest,
                                    aus Holz und Schiefer,
Nachttropfen im Nussbaum,  
Vogelflug im September, Horizonte
vor hellen Zonen, strömendes Wasser
und was von Verwüstung nicht erreicht —

Wir ziehn weiter, mein Vogel,
                                              wir fliegen fort —

 

Erscheinung

Sie kommt, solang die Zeit an ihr festhält
im Abend des kürzesten Tags
zu ihm in das Zimmer, im offenen Mantel,
sorglos, Schuhe in Händen, im Schein der Kerze
und er erzählt ihr die Erscheinung:

sie kam, bevor die Zeit sie verbrauchte,
am Mittag des kürzesten Tags
zu mir in die Gärten, in fremden Kleidern,
unruhig, übernächtigt, die Laubfeuer rauchten,
und ich erzählte ihr die Erscheinung:

du kommst, bevor die Zeit dich verändert,
am Abend des vorletzten Tags
zu mir in die Unterkunft, mit erloschnen Haaren,
frierend im Tosen von Schutt und Flammen,
und ich erzähle dir die Erscheinung:

du kamst, bevor die Zeit dich erkannte,
im Abend der kürzesten Nacht
zu ihm in das Haus am Wasser, verwirrt, betrunken,
taumelnd im Zwielicht der Eisblumenfenster,
und ich erzählte dir die Erscheinung:

sie erschien, bevor die Zeit sie entrückte,
am Morgen des kürzesten Tags
im Gaslicht der Flurbeleuchtung, vor seiner Suite
wortlos, unbewegt, in Handschuh und Schleier,
und er erzählte ihr die Erscheinung:

 

Aankondiging

AAN ALLE BEZOEKERS!
Op het beursterrein zijn
georganiseerde bedelaars en dieven actief.
Wij adviseren u om goed op uw geld te letten.
AAN ALLE REIZIGERS!
In de omgeving van de luchthaven zijn
georganiseerde ontvoerdersbendes actief.
Wij adviseren u om in uw bagage te verdwijnen.
AAN ALLE LEVENDEN!
In het theater van de vrede zijn
georganiseerde bendes van moordenaars actief.
We adviseren om onzichtbaar te blijven.
AAN ALLE DODEN!
Op de puinhopen scharrelen
Aanwervingsteams voor het volgende leven rond.
Wij adviseren u om te blijven liggen.
BLIJFT U LIGGEN
.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

William Styron, Christoph Meckel

De Amerikaanse schrijver William Styron werd op 11 juni 1925 in Newport News in de staat Virginia geboren. Zie ook alle tags voor William Styron op dit blog.

Uit: The Long March

“But in training here in the States in peacetime (or what, this sweltering summer in the early 1950s, passed as peacetime) one had felt no particular need for that type of self-defense, and the slick nude litter of intestine and shattered blue bones, among which forks and spoons peeked out like so many pathetic metal flowers, made a crazy, insulting impact at Culver’s belly, like the blow of a fist. And on the other hand (and the pulsing ache at his brow now as he vomited helplessly onto his shoes lent confirmation to what he’d been trying to deny to himself for months): he was too old, he was no longer an eager kid just out of Quantico with a knife between his teeth. He was almost thirty, he was old, and he was afraid.
Lieutenant Culver had been called back to the marines early that spring. When, one Saturday morning, his wife had thrown the brown envelope containing his orders onto the bed where he lay sleeping, he experienced an odd distress which kept him wandering about, baffled and mumbling to himself, for days. Like most of his fellow reserves he had retained his commission after the last war. It was an insouciant gesture which he had assumed would in some way benefit him in case of an all-out conflict, say, thirty years hence, but one which made no provisions for such an eventuality as a police action in Korea. It had all come much too soon and Culver had felt weirdly as if he had fallen asleep in some barracks in 1945 and had awakened in a half-dozen years or so to find that the intervening freedom, growth, and serenity had been only a glorious if somewhat prolonged dream. A flood of protest had welled up in him, for he had put the idea of war out of his mind entirely, and the brief years since Okinawa had been the richest of his life. They had produced, among lesser things, a loving, tenderly passionate wife who had passed on to their little girl both some of her gentle nature and her wealth of butter-colored hair; a law degree, the fruits of which he had just begun to realize, even though still somewhat impecuniously, as one of the brightest juniors in a good New York law firm; a friendly beagle named Howard whom he took for hikes in Washington Square; a cat, whom he did not deign to call by name, and despised; and a record-player that played Haydn, Mozart and Bach.
Up until the day that his orders came— the day that he tried to forget and the one that Betsy, his wife, soon bitterly referred to as “the day the roof fell in“—they had been living in a roomy walk-up in the Village and experiencing the prosaic contentment that comes from eating properly, indulging themselves with fair moderation in the pleasures of the city, and watching the growth of a child. This is not to say that they were either smug or dull.”

 

William Styron (11 juni 1925 – 1 november 2006)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Spreken over het gedicht

Het gedicht is niet de plaats waar schoonheid wordt gecultiveerd.

Er wordt hier gesproken over zout, dat brandt in de wonden.
Er wordt hier gesproken over de dood, over vergiftigde talen.
Over vaderlanden die op ijzeren schoenen lijken.
Het gedicht is niet de plaats waar de waarheid wordt versierd.

Er wordt hier gesproken over bloed dat uit de wonden stroomt.
Over de ellende, over de ellende, over de ellende van de droom.
Over verwoesting en uitvaagsel, over gammele utopieën.
Het gedicht is niet de plaats waar de pijn wordt genezen.

Er wordt hier gesproken over woede en begoocheling en honger,
(De stadia van verzadiging worden hier niet bezongen).
Er wordt hier gesproken over eten, gegeten worden,
over zwoegen en twijfel; hier is de kroniek van het lijden.
Het gedicht is niet de plaats waar het sterven verzacht,
waar de honger gestild, waar de hoop gepoëtiseerd wordt.

Het gedicht is de plaats van de dodelijk gewonde waarheid.
Vleugels! Vleugels! De engel valt, de veren
Vliegen afzonderlijk en bloederig in de storm van de geschiedenis!

Het gedicht is niet de plaats waar de engel wordt gespaard.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.