Federico García Lorca

De Spaanse dichter en toneelschrijver Federico Garcia Lorca werd geboren op 5 juni 1898 in Fuente Vaqueros, Granada. Zie ook alle tags voor Federico Garcia Lorca op dit blog.

 

Nacht

Kaars, olielamp,
glimwormlicht en lantaarn.

De constellatie
van de saeta.

Gouden raampjes
beven,
en in de dageraad
deinen kruisen
boven elkaar.

Kaars, olielamp,
glimwormlicht en lantaarn.

 

Ontwaak

De kam van de dag
komt tevoorschijn.

De witte kam
van een gouden haan.

De kam van mijn lach
komt tevoorschijn.

De gouden kam
van een dolende haan.

 

Korte ballade voor de dode Eloïse

(woorden van een student)

‘Je was dood’
als aan het eind
van alle romans.
Ik had je niet lief, Eloïse,
en je was zo zacht!
Met muziek van groene
lente
droomde je me mooi en
met halflang haar.
Ik gaf je kussen
en sloeg er geen acht op
dat ik je niet zei:
O Kersenrode lippen!
Wat was je
een groot romantica!
Je dronk azijn achter de rug
van je grootmoeder.
Je werd als
wilde lentejasmijn.
En ik was verliefd
op een ander. Zie je niet wat een kwelling?
Op een ander die een naam
schreef in het zand.

Toen ik in je huis aankwam
lag je dood
te midden van waskaarsen en basilicum,
net als in romans.
De meisjes van school
liepen rondom je scheepje.
Je had de azijn gedronken
van de fles der eeuwigheid.
Ding ding, dong dong
de goede klokken
huilden om je.

Dong dong, ding ding
in de namiddag
met pijn in het hoofd.
Misschien sliep je dromend,
dat je Ophelia was
op een blauw meer met
koortsig water.
Ding ding, dong dong
Laten de zachte klokken
om je huilen!
Dong dong, ding ding
in de namiddag
met pijn in het hoofd.

 

Vertaald door Marije Dekkers

 

Lied van de kleine dood

Dodelijke weide van manen
en bloed onder de aarde.
Weideland van oud bloed.

Schijnsel uit gister en morgen.
Dodelijke hemel van gras.
Schijnsel en nacht uit zand.

Ik kwam de dood er tegen.
Dodelijke weide uit aarde.
Het was een kleine dood.

De hond op het terras.
Enkel mijn linkerhand
doorkruiste eindeloze
bergen van dorre bloei.

Sintelen kathedraal.
Schijnsel en nacht uit zand.
Een kleine kleine dood.

Een dood en ik een mens.
Een mens alleen en daar
een kleine kleine dood.

 

Vertaald door Dolf Verspoor

 

Federico García Lorca (5 juni 1898 – 19 augustus 1936

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e juni ook mijn blog van 5 juni 2020 en eveneens mijn blog van 5 juni 2019 en ook mijn blog van 5 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Ralf Thenior, Buddy Wakefield

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Kind und Spiegel

Das Kind lächelt sich an,
was auch das Kind im Spiegel kann.
Ich starr dich nieder, denkt das Kind
und senkt den Blick ganz tief ins
andere Auge ein; das Lächeln zer-
schmilzt wie die Haut des Gesichts
zerschmilzt wie Frühlingsschnee,
unter den Wangen blüht eine blasse
Blume aus Äderchen fein, die blühen
und verblühen rot, ein Loch dieser
offene Mund – ein Knochenschädel
taucht im Spiegel auf. Das Kind
schreit. Der Spiegel zerbricht.
Weinend rennt das Kind zur Mutter,
birgt seinen Kopf in ihrem Schoß.
Schon sind die Tränen getrocknet.
Doch das Gesehene bleibt

 

Lebenslärm

Tellergeklapper, Geflüster
bei offenem Fenster, Balkontür weit offen.
Kind logolallt, ein Schrei verhallt,
freudig (endlich! ) Leka nosht! Iyi akshamlar!
Fai var mi? Keine zweite Wirklichkeit,
alles eins zu eins. Welches Salatöl?!,
ein leiser Streit, friedlicher Abend.
So ist jede Begegnung in Echtzeit
beglückend, man lebt und sieht andere leben.
(unterdrückt) So wie ich kann, bin ich hier weg!
Andele, andele! wie das Kleinkind den Hund
lockt: Schango, Tjango, Dlango, Du Rango …
Hr. Dingsbums in seinen freudlosen vier Wänden
schweigend lötet er Drähte zusammen.

 

Zielsverhuizing

Half slapend, de dageraad brak aan,
Zag ik een ziel voor me in de lucht
compact, licht en gelig –
liggend zweefde ze in de ether
langzaam en gestaag omhoog naar de hemel.
Verrast dacht ik in mijn droom,
totaal niet bang, zou die van mij zijn
of die van een vriend, van een vriendin,
van een vijand die op dit uur
afscheid wil nemen van mij en de wereld.
Waar je ook vliegt, kleine ziel,
moge jouw reis gemakkelijk zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

De verheerlijking van de champignon

Waarom was je ze niet?
Bekijk ze eens goed, onbevlekt,
echte gekweekte, bijna kiemvrij,
waarschijnlijk al robotoogst,
untouched van aarde naar consument,
waarvan ik de steel afsnijd,
daarna gaan de hoedjes in plakken
(Als ik gemeen zou zijn
kreeg ze van mij de Venus van Willendorf
als kerstkado)
opgediend in hete olijfolie
met een klontje boter,
en veel uien en knoflook.
En de steeltjes gooi je weg?
Geen denken aan. Ik snijd alleen
de aarde van de stomp af,
dan worden de stelen gehalveerd en ook
bij de geglaceerde uien met knoflook gevoegd
en omdat het goed is voor je hart
niet met zout maar met peper gekruid
vers uit de molen
daarbij een half bekertje zure room
en een bord warme bulgur.
Ik trek de Primitivo alvast open!

 

Vertaald door Tsead Bruinja

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

De Amerikaanse (slam) dichter Buddy Wakefield werd geboren op 4 juni 1974 in Shreveport, Louisiana. Zie ook alle tags voor Buddy Wakefield op dit blog.

 

In Landscape

Speak your piece from the I can do anything.
Say it clearly.
Follow through
on runways,
in turbulence.
There is a book
living inside your chest
with dilated instructions
on how to make a safe landing.
It was written
for crash landers.
Thank you.
I am coming home to listen.
It is time.
Please
forgive me my distractions.
There’s a freckle on your lip.
It is a national archive.
Give it to my ear
so you can see what I mean.
Here hold my breath
I will be right back.
There are gifts
hidden beneath these lungs.
Slide your hand over my mouth
and I will speak them
in hang glider,
in hilltop,
from the loyalty of a landscape,
silk in a sandpaper offering plate,
the jacket on a handsome man.
That lip
Sweet Grape, you cannibal,
kiss my eyes
until they see what it is that I wish to write down:
Your name.
Film strips of prayer.
Ribbons of a garden in stereo.
Driftwood welded to the guesthouse.
Ringfinger wrapped in a horseshoe nail.

 

Buddy Wakefield (Shreveport, 4 juni 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e juni ook mijn blog van 4 juni 2020 en eveneens mijn blog van 4 juni 2019 en ook mijn blog van 4 juni 2018 en ook mijn blog van 4 juni 2017 deel 2.

Norbert Gstrein, Ralf Thenior

De Oostenrijkse schrijver Norbert Gstrein werd geboren op 3 juni 1961 in Mils bei Imst, Tirol. Zie ook alle tags voor Norbert Gstrein op dit blog.

Uit: Vier Tage, drei Nächte

„Keiner von diesen Idioten hat Ines geliebt, wie ich sie geliebt habe und nach wie vor liebe, aber dass sich wiederholt einer fand, der sich das einbildete, ist eine andere Geschichte. Ich hatte oft mit ihr darüber gesprochen, ob sich heute überhaupt noch glaubwürdig ein solches Drama ausdenken lasse wie in einem der großen Ehebruchsromane des neunzehnten Jahrhunderts, wo es immer Frauen waren, die an ihren Sehnsüchten zugrunde gingen, ob in unserer Zeit so etwas geschrieben werden könne, ohne dass es von Grund auf lächerlich sei, und sie hatte stets gesagt, selbstverständlich nicht, Liebe in diesem Sinn gebe es ja nicht mehr und man sei gut beraten, sich in Sicherheit zu bringen, wenn einer davon spreche, weil sich dahinter meistens etwas anderes verberge, und das Drumherum, das ganze Gebräu aus Macht und Eifersucht, sei ekelhaft, unkontrollierte Leidenschaft, eine einzige Peinlichkeit. Man müsste die Geschichte hinter den Mond verlegen, aber die erdabgewandte Seite des Mondes interessiere einzig und allein die Sternengucker, und es ginge vielleicht nur mit einem Element von ganz außen, das auf unerwartete Weise eine Drucksituation erzeuge. Ich entgegnete dann jedesmal: »Und meine Liebe, Ines?«, und sie sagte: »Deine Liebe, Elias?«, sagte: »Unsere Liebe?«, und lachte: »Wie sollte die davon berührt sein?«Natürlich gebrauchten wir das Wort immer in unter- schiedlicher Weise. So, wie ich es tat, vermochte ich es nur auf sie anzuwenden, und es stimmte beides, ich liebte Ines, weil sie meine Schwester war, und ich liebte Ines, obwohl … während ich bei ihr nicht sicher war, ob sie es nicht auf die halbe Welt anwenden konnte. Auf jeden Fall musste sie wissen, wovon sie sprach, schließlich galt sie als Expertin. Denn sie war dabei, sich über die romantische Liebe in der deutschsprachigen Literatur zu habilitieren, und hielt seit Jahren einschlägige Vorlesungen zu dem Thema, aber ob sie das auch im Leben klüger machte, wage ich nicht zu beantworten. Ich hatte eine ganze Reihe ihrer Liebschaften aus allernächster Nähe mitbekommen, doch es bedeutete für mich nicht weniger als den Ausnahmezustand, dass sie sich mit ihren fünfunddreißig Jahren von neuem auf eine solche Affäre eingelassen hatte. Zu oft hatte ich ihr helfen müssen, die Dinge zu Ende zu bringen, nicht allein in unserer Studienzeit, sondern auch danach noch einmal, viel später, als sie auf diesen schockverliebten Schriftsteller hereingefallen war, der zum Dank tagelang ihr Haus belagert hatte, als sie ihn endlich loswerden wollte.“

 

Norbert Gstrein (Mils, 3 juni 1961)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Agenda

Ik geef niet op.
Ik koop tulpen.

Mijn kat is dood
Ik kan niet meer schrijven.
Mijn man, chemisch besmet.

Geen courgette, zegt de
staatssecretaris gezondheid.

De tulpen gaan open.
Ze bloeien op de keukentafel.

Ik heb roze met een witte rand
gekozen, wellustig hangen ze in de lucht.

Ik verdedig mijn strandstoel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e juni ook mijn blog van 3 juni 2021 en ook mijn blog van 3 juni 2019 en eveneens mijn blog van 3 juni 2018 deel 2.

Eckhart Nickel, Ralf Thenior

De Duitse schrijver en journalist Eckhart Nickel werd geboren op 2 juni 1966 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Eckhart Nickel op dit blog.

Uit: Von Unterwegs

Indonesia mon amour
Fernweh beginnt mit Worten. Mit einem Klang, der die Sehnsucht nach Abenteuer bereits in der magischen Abfolge seiner Wohllaute buchstabiert. Krakatoa zum Beispiel, östlich von Java. Ein Vulkan, so mächtig und gewaltig wie sein Name. Oder Sumatra. Eine Insel, in deren üppigem Dschungel man im Nu einen wilden Tiger vor sich wähnt, Nashörner, Orang-Utans und Elefanten. Oder Bali. Diese grün leuchtende Phantasie aus anmutigen Wellen um die Hügel geschwungener Reisplantagen. Was alle diese Orte eint, ist das riesige Land, in dem sie sich befinden: Indonesien. Kein Land im eigentlichen Sinne. Mehr Kollektion von unzähligen Insel-Juwelen, in einer sanften Kurve aufgeschnürt als Perlenkette geographischer Natur, über 17.000 an der Zahl. Mal links, mal rechts des Äquators. Der Traum des Seefahrers: sie alle zu umrunden. Doch es sind nicht nur leuchtend schöne Bilder, die sich abrufbar im Kopf einstellen, auch fremde Düfte steigen in die Nase. Die legendären Inseln der Gewürze. Der Tabak. Kaffee und die Pflanze, für die den Kolonialmächten im fernen Europa kein Weg zu weit war und mit der der Wettlauf um den viel zitierten Platz an der Sonne erst begann, die Pflanzereien ihren Ursprung nahmen: Muskatnuss. Zu finden lediglich bei den Molukken, auf den Banda-Inseln, südöstlich von Sulawesi. Ein englischer Ethnologe, George Windsor Earl, kam im 18. Jahrhundert auf einen Namen für das Land, aus dem Griechischen, Indos und Nesos: Indonesien. Indische Insel. Das, was nach Indien ostwärts, immer der Sonne entgegen, irgendwann aus dem Meer auftaucht. Man kann das heute noch auf jedem Flug nach Südostasien mitverfolgen, von oben aus. Und dann das Wappen: Garuda Pancasila. Der Adler ist aus Gold und diente in der Mythologie Lord Vishnu als Vehikel. Schon an dem Motto, das das Wappentier in seinen Klauen hält, kann man lernen, wie das Leben im globalen Zeitalter nur funktionieren kann. Nur dass man in Indonesien mit dieser Einsicht dank der Natur des Landes der Zeit schon etwas voraus war. Kein Wunder bei über 300 verschiedenen ethnischen Gruppen und 742 Sprachen und Dialekten: Bhinneka Tunggal Ika ist Altjavanesisch und meint: Einheit in der Vielfalt — viele, aber dennoch eins. Das Motto entstammt einem traditionellen Gedicht aus dem 14. Jahrhundert, das zur Toleranz zwischen Hindus und Buddhisten rät, und zeigt die eminente Bedeutung der Kultur in Indonesien. Ein Wahlspruch, der in Abwandlung seit 2000 sogar die Europäische Union ziert: »In Vielfalt geeint.« Die Symbole, die der Adler dazu als Schutzschild auf seiner Brust trägt, legen nicht nur Zeugnis von den Bodenschätzen des Landes ab, sondern sind programmatisch zu verstehen: Der Stern in der Mitte bedeutet Glaube an Gott, in allen Religionen.”

 

Eckhart Nickel (Frankfurt am Main, 2 juni 1966)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Waarheen je ook vliegt, kleine ziel

Een van die gele middagen,
die verboemelden,
waarop het werk blijft liggen
en het hart in de woning
op trektocht gaat.
Twee onzichtbare gitaren
spelen een samba
in het vale licht
van de koele junimiddag.

Op het balkon hiernaast
hangt een winterjas
bontvoering naar buiten,
om aan de lijn te luchten.
Hij groet elke keer
als je het balkon oploopt
om de zacht wiegende populierentakken
in de achtertuin
te bekijken

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e juni ook mijn blog van 2 juni 2021 en ook mijn blog van 2 juni 2019 en ook mijn blog van 2 juni 2018 deel 2.

Wiel Kusters, Connie Wanek, Ralf Thenior

De Nederlandse dichter, schrijver en letterkundige Wiel Kusters werd geboren in Spekholzerheide op 1 juni 1947. Zie ook alle tags voor Wiel Kusters op dit blog.

 

S. Vestdijk: de glanzende kiemcel, p. 74

Als Vestdijk het niet doet, doe ik het zelf.
Met die gedachte slaap ik in, een varen
rust niet harder in zijn laag. Versteende aren
onder mij. Versteend geruis. Een schelf
van steen waarin ik mij met gruis bedelf,
de slaap. Zo slapen is bedaren.

De schedel is ons zekerste gewelf,
al breekt hij ooit: de druk der jaren,
ook bij jou. Kijk, met naden
ligt de mijne hier gesierd,
goed zichtbaar in mijn droom:

Ik haal, hoewel bedolven, adem
en waar mijn schedel kiert
verschijnen wolkjes. Damp of stoom.

 

Doodstil

Ik ging eens niet op reis,
bleef zitten in mijn stoel.
Mijn reis ging razendsnel.
Ik was nog niet vertrokken
of ik was al weer thuis.

Ik ging eens niet graag dood,
bleef zitten tot ik stierf.
Mijn dood was een soort dood.
Ik was nog niet geboren
of ik was nog steeds in leven.

 

Dochter in de trein

‘Ga nu maar vast,
wacht nou maar niet.’

Tot je trein vertrekt
wil ik naar jou zwaaien,
lang daarna nog
breeduit waaien
in de bomen
langs het spoor
(of anders wel
in wapperend wasgoed).

Ik ga maar vast
en wacht maar niet.

‘Kom heelhuids aan,
daarginds en hier.
Ga maar blijf
op jouw manier.’

 

Wiel Kusters (Spekholzerheide, 1 juni 1947)

 

De Amerikaanse dichteres Connie Wanek werd geboren op 1 juni 1952 in Madison, Wisconsin. Zie ook alle tags voor Connie Wanek op dit blog.

 

Daisies

In the democracy of daisies
every blossom has one vote.
The question on the ballot is
Does he love me?

If the answer’s wrong I try another,
a little sorry about the petals
piling up around my shoes.

Bees are loose in the fields
where daisies wait and hope,
dreaming of the kiss of a proboscis.
We can’t possibly understand

what makes us such fools.
I blame the June heat
and everything about him.

 

Butter

Butter, like love,
seems common enough
yet has so many imitators.
I held a brick of it, heavy and cool,
and glimpsed what seemed like skin
beneath a corner of its wrap;
the decolletage revealed
a most attractive fat!

And most refined.
Not milk, not cream,
not even creme de la creme.
It was a delicacy which assured me
that bliss follows agitation,
that even pasture daisies
through the alchemy of four stomachs
may grace a king’s table.

We have a yellow bowl near the toaster
where summer’s butter grows
soft and sentimental.
We love it better for its weeping,
its nostalgia for buckets and churns
and deep stone wells,
for the press of a wooden butter mold
shaped like a swollen heart.

 

Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Eenvoudige dingen

Er gebeuren elke dag eenvoudige dingen
om mij heen; gefluisterd Turks
in de gang, voorbij wankelende paraplu’s,
een knoop wordt aangenaaid,
een maaltijd smaakt goed, gedichten,
langzaam word ik dikker.

Prijs voor de aanblik van de eenvoudige dingen
is een grote inspanning of een borrel
of een pil of een joint.
En dan zitten we daar en
zien de eenvoudige dingen.

Waarom probeert de huisbewaarster
haar invloedssfeer te vergroten?
Waarom spreek ik zo vaak defensief
om de anderen niet dichterbij te laten komen?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e juni ook mijn blog van 1 juni 2020 en eveneens mijn blog van 1 juni 2019 en ook mijn blog van 1 juni 2018.

The Visitation (Alfred Joyce Kilmer), Walt Whitman

Bij Maria Visitatie

 

De Visitatie door Jacopo Tintoretto, ca. 1588

 

The Visitation

There is a wall of flesh before the eyes
Of John, who yet perceives and hails his King.
It is Our Lady’s painful bliss to bring
Before mankind the Glory of the skies.
Her cousin feels her womb’s sweet burden rise
And leap with joy, and she comes forth to sing,
With trembling mouth, her words of welcoming.
She knows her hidden God, and prophesies.

Saint John, pray for us, weary souls that tarry
Where life is withered by sin’s deadly breath.
Pray for us, whom the dogs of Satan harry,
Saint John, Saint Anne, and Saint Elizabeth.
And, Mother Mary, give us Christ to carry
Within our hearts, that we may conquer death.

 

Alfred Joyce Kilmer (6 december 1886 – 30 juli 1918)
De Saint Peter the Apostle Church in New Brunswick,
New Jersey, de geboorteplaats van Alfred Joyce Kilmer

 

De Amerikaanse dichter Walt Whitman werd geboren op 31 mei 1819 in Westhills, Long Island, New York. Zie ook alle tags voor Whalt Whitman op dit blog.

 

Te denken aan tijd

[9]

Ik zweer dat ik nu zie dat alles een eeuwige ziel heeft!
De bomen, geworteld in de grond… de wieren van de zee… de dieren.

Ik zweer dat ik denk dat er niets anders is dan onsterfelijkheid!
Dat het grote plan ervoor is, en het troebele vlot ervoor is, en de samenhang ervoor is,
En alle voorbereiding ervoor is… en wezen ervoor is… en leven ervoor is en dood.

achterpeinst de docht aan dagen aan vandaag aan tijd op handen
knaagera’s der aardkeveren grimmelend ontjouwen
zo niets iets is dan zeker is niets

bepeinst de docht aan zon in het oosten man en vrouw buigzaam
en echt met leven voor handen sluimerera’s van jouwloos wachten
en de docht aan hunloos jou in deze dagen

gaan er dagen niet voorbij zonder ontjouwing en onthunning
en gaan de trage nachten voorbij de trage dagen voorbij
en knikt de hand van de dokter met knoken geloken het laken
over de leden komen broeders en zusters aldus ontboden
huilen kinderen uit hun functie ontheven met recht
staan de pillen nutteloos op de plank walmt kamfer door de vertrekken
met de hand van in handen klam in de hand onthand
bibberen lippen met zoveel met zoveel nog klein op het voorhoofd
stokt hart in keel en is er kijken slechts naar lamme leden
en ze zijn tastbaar zoals de levenden tastbaar zijn
is er kijken met een blik en een hogere vorm van talmen

verpeinst de docht aan rivieren en de sneeuw het rijpen van vruchten
en zij zullen onsloos rijpen de docht aan huizen gebouwd ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem enkele jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem zeventig jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem langer zal dienen ik zie

traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer zijn het de graflijnen hij die president was is begraven
hij die president is zal worden begraven

kille golfslag aan kaai van het veer sneeuw en ijs in de rivier
half bevroren modder in de straten een grijze moedeloze hemel
de laatste stuiptrekkingen van een vale dag in december
lijkwagen en koetsen in konvooi langs eerbiedig stilstaan ik zie
de begrafenis van een oude koetsier de stoet voornamelijk koetsiers

rap stap naar het kerkhof klok slaat zijn plicht door de poort
stilstaan naast gedolven graf levenden stappen uit lijkwagen open
kist uitgeladen en neergezet de zweep wordt op de kist gelegd
als een zwarte bladerloze bloem van december en vlug vlug
scheppen aarde een minuut niemand spreekt of beweegt klaar
hij is naar behoren weggedaan

hij was een peer van een okéë vent het mondje rap geroerd opvliegend
niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders
hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend
dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken
kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek
hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf
op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis

thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem
zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht
de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf
rechtdoor tweede links eerste man of achterste man
een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen
de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol

verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was
onthemd in aarde

openingskoersen kabinetsberaad dertiende maand de docht
ontpeinst hoe wij het al bepeinzen in dagen en nachten hoe anderen
het al zullen bepeinzen en wij ontonst niet meer zullen bepeinzen
cool kut goed fout bepeinst de docht hoe danig en terdege
en hoe wij ontonst voorbij het verschil zullen varen

en dan de dingen van jippie! kijken naar wolken gedichten
shoppen op zaterdag in de stad kerstborrel nominatie verkiezing
vrouw en hond met kinderen thuis je moeder en je zussen
leuk gesnuffelde spulletjes voor het huis ah kijk eens hoe schattig
en de docht aan dat loos vloeien in ontjijenikte dagen
en dan te denken aan boeren met hun ploeterend geboer
om have winst oogst klauwzeer en zwijnenpest en dan te denken
de docht van ontnutte aarde in dagen op handen

wat zal zijn zal goed zijn want wat is is goed bepeinzing
is goed want goed is ontpeinzen de hemel hijgt hoog
hijgen man en vrouw buigzaam en echt met leven voor handen
hijgt de dichter in wolken bekeken hijgt de lichtgans in het kozijn
de neuspulkende files dit al is geen drogspook maar weegt
de aarde onder je stappen is geen echo de docht is doordacht
dat jij jezelf bezelft rondzelvig om jezelf verjijt

dat jij vervloeid en ontplopt uit een moeder en vader
is niet bedacht om jou te ontbinden het is bedacht om jou
aan jou te binden het is niet bedacht om jou te wankelen
op weifelende voet het is bedacht om jou op voeten te gaan
een iets heeft zich verjout als schering en inslag en alles
is nodig geweest het orkest heeft gestemd de baton viel op de één
en de gast is gekomen hij had gegoede redenen om zo lang te wachten
hij heeft content zijn intrek genomen hij is een van hen
die mooi en gelukkig zijn hij is een van hen
waarnaar je maar hoeft te kijken om mooi en gelukkig te zijn

de wet van achter de rug kan niet ontdoken de wet
van voor handen en op hand kan niet ontdoken
de wet van leefsels kan niet ontdoken de wet van voorwaarts
en anders kan niet ontdoken de wet van helden en weldoeners
kan niet ontdoken de wet van zatlap matennaaier achterbak
kan niet ontdoken

traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer de noorderling wordt gedragen en de zuiderling wordt gedragen
en zij aan de atlantische kust en zij aan de pacific en zij daartussenin
en door het hele land van de mississippi en over de hele aarde
de grote maestro’s en de kosmos gaan goed als ze gaan de helden
en weldoeners gaan goed de wereldleiders en uitvinders
en de grootgrondbezitters en de vromen en voornamen mogen goed gaan
maar er gaat een grotere gang in hun gaan en dat is waarom het gaat

de onuitroeibare horden van de onwetenden en slechten zijn niet niets
de barbaren van afrika en azië zijn niet niets het gemene volk
van europa is niet niets de amerikaanse inboorlingen zijn niet niets
een zambo of een voorhoofdloze crowfoot of een camanche is niet niets
de geïnfecteerden in het immigrantenziekenhuis zijn niet niets
de moordenaar of vuilschurk is niet niets de eeuwige opeenvolging
van oppervlakkige mensen is niet niets als zij gaan de hoer is niet niets
de bespotter van godsdienst is niet niets als hij gaat
ik zal gaan met de rest

ons kent voldoening
ik heb gedroomd dat wij niet ontonst zullen lossen en dat de wetten
niet ontdoken dat de wet van de weldoener en zatlap niet ontdoken
want ik heb gedroomd dat de wet genoeg is ons kent voldoening
en er is geen ons geen aarde geen lijf en docht zonder voldoening

ik zal gaan met de rest onontslapen want ontslapen
kent geen voldoening tonen van hier en daar een dit of dat
en dan onteigenen dat kent geen voldoening en er is geen wet
dan de wet die zegt dat wij van het onuitroeibare ras der besten
en niet wat ons dochten bedenkt de rotting verraad van maden en ratten
zo ik maden zou raden zo zou ik gaan naar de maden
denk je dat ik vriendelijk en goedgekleed zou kunnen lopen
naar vernietiging?

zo loop ik vriendelijk en goedgekleed en waarheen ik loop
kan ik niet syllogismiseren maar ik weet dat ik goed loop
want wolken kosmos en wereld zeggen dat ik goed loop
wat was en wat is zegt dat ik goed loop

hoe dier zijn de dieren hoe denkbaar mijn docht hoe aards
is aarde het kleinste ding op aarde hoe goed is wat goed is
en wat slecht is is even goed hoe plant zijn de planten en stenen
hoe diep de wateren traagzaam voorhanden gekropen
traagzaam voortend voorhanden

de docht van mijn docht kent voldoening de dieren en planten
kent voldoening de wetten van aarde en wolken kent voldoening
kan ik mijn voldoening niet definiëren toch is het zo
kan ik mijn leven niet definiëren
toch is het zo

en zo wil mij zweren dat ik weet heb en mijn weet is dat onontslapen
dat het grote plan en het troebele vlot ervoor zijn en samenhang
ervoor is en voorbereiding ervoor is en wezen ervoor is
en dood

 

Vertaald door Ilja Leonard Pfeijffer

 

Walt Whitman (31 mei 1819 – 26 maart 1893)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e mei ook mijn blog van 31 mei 2020 en eveneens mijn blog van 31 mei 2019 en ook mijn blog van 31 mei 2017 en ook mijn blog van 31 mei 2015 deel 2.

Oscar van den Boogaard, Elizabeth Alexander

De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard werd geboren in Harderwijk op 30 mei 1964. Zie ook alle tags voor Oscar van den Boogaard op dit blog.

Uit: In de naam van de zoon

“Terwijl er niets leek te gebeuren is alles veranderd. Ik ben opgehouden te leven maar beginnen te bestaan. De cocon is deze morgen opengescheurd. Ik zet de doos met aantekeningen in mijn auto. ‘Het jaar van de metamorfose’ staat op het karton gekrabbeld. Ik zal de planten nog een keer water geven, de thermostaat op het maantje zetten, de mezoeza een handkus geven, het huis goed afsluiten, voorzichtig rijden, iedere twee uur stoppen, een hotel nemen zo vaak ik het nodig heb. Ik heb mijn middeltjes bij me. Een blik op het dashboardklokje en de tijd begint te tikken. 2200 kilometer, berekent het navigatiesysteem. Ik heb achtenveertig uur om Italië binnen te rijden. Het is wennen om terug te zijn in de wereld, terwijl die op slot zat vergat ik dat tijd en ruimte bestaan. In mijn hoofd hoefde ik geen afstanden te overbruggen. Mijn man was zich de laatste maanden zorgen gaan maken omdat ik hele dagen in mezelf gekeerd was. Ik zou nog In mezelf verdwijnen. Druiven en noten houden me de eerste paar honderd kilometer gefocust, de radio blijft uit., zozeer ben ik van de stilte gaan houden. In Luxemburg kan ik me niet goed oriënteren. Een tikje met mijn zoekende vinger en de kaart draait plots om. Ik ga zelf over de kop. een seconde maan een kortsluiting in mijn hoofd. Ik zet mijn auto aan de kant. In een flits zie Ik het schitterend wrak, de sportwagen met de witte banden glanst onaangetast, maar de hele voorkant is verbrijzeld. I let portier staat keurig open. De krantenfoto die mijn moeder vroeger bewaarde in de doos waarop ze IP.B: had geschreven komt tot leven. Bernhard had eerst zijn brilletje kunnen rechtzetten en is grijnzend uitgestapt terwijl hij het stof van zijn kleren klopt. Was de motor van de Ford cabriolet losgekomen, toen hij in 1937 In ‘nemen met honderdzestig kilometer per uur tegen een zandwagen botste, had hij hem verpletterd. Ik ZOU zevenentwintigjaar later niet zijn geboren.
Ik stel mijn navigatiesysteem opnieuw Inliet Is de man die lk vader noemde niet gelukt om mij kaart te leren lezen. De militair had met mij geen geduld. lk leefde te veel in mijn fantasie en te weinig In de realiteit. Ik zou de oorlog nooit kunnen winnen. ‘Welke oorlog. papa?’ Het was voor hem altijd oorlog. een conflict was, dreigde hij zichzelf neer te schieten. Onbewust begreep ik de boodschap. Als Ik zou vertellen dat hij niet mijn biologische vader was, ging de trekker over. Dat is wat ik nog steeds niet kan begrijpen. Ik heb me monddood laten maken. Ik had de kracht niet, ik was al zo lang niet meer aanwezig in mijn lichaam. Beter dan op het scherm te kijken, laat ik me gidsen door de Fransman op mijn boordcomputer die zo opgewekt klinkt dat een hellevaart een zegetocht lijkt. Via slingerende wegen over beboste heuvels, door wijngaarden en dorpen met vakwerkhuizen waarvan ik de namen ken van de drijvende etiketten in mijn moeders ondergelopen wijnkelder, is hij het die me door de Fins richting Zwitserland leidt.”

 

Oscar van den Boogaard (Harderwijk, 30 mei 1964)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Alexander werd geboren op 30 mei 1962 in New York. Zie ook alle tags voor Elizabeth Alexander op dit blog.

 

Blues

Ik ben lui, het luiste
meisje ter wereld. Ik slaap
overdag wanneer ik wil, tot
mijn gezicht gerimpeld en gezwollen is,
tot mijn lippen droog en heet zijn. Ik
eet wat ik wil: koekjes en melk
na de lunch, boter en zure room
op mijn gepofte aardappel, voedsel dat
vadsige mensen eten, die
geel en mat worden onder de huid.
Kom soms ’s zondags rond etenstijd
ben nog steeds in mijn nachthemd, dat ene
omlijst met kanten randen omdat
ik het niet heb gerepareerd. Vele dagen
sport ik niet, denk er
alleen over, wrijf dan over mijn kwabbige
buik en ga liggen. Zelfs
mijn gedichten zijn lui. ik gebruik
lettergrepen in plaats van jamben,
geef de voorkeur aan halfrijm boven de gong van volledig rijm,
schrijf kort terwijl anderen gaan
voor pagina’s. En gisteren,
werkte ik bijvoorbeeld helemaal niet!
Ik stapte in mijn auto en reed
naar factory outlet-winkels, kocht
kousen en slipjes en sokken
met het geld van mijn vader.

Denk je eens in, in de kindertijd miste ik
slechts één schooldag per jaar. Ik ging
vier dagen per week naar balletles
om vier uur vijfenveertig en
op zaterdagen, begon altijd
met plie, en eindigde met een buiging.
Denk je eens in, ik kende alleen vlijt
de vlijt van mijn ras
en van immigranten, de radio
altijd afgestemd op de zender
die zei, maak maanden van tevoren
een lijst van je zomerbaantjes Werk hard
en maak je familie niet te schande,
die hard heeft gewerkt om je te geven wat je hebt.
Er is geen zonde dan luiheid. Mat
jezelf af en blijf in beweging.

Ik vermeed jarenlang slapen,
draaide ’s nachts opnieuw
avondnieuws verhalen af over
gevangenisuitbraken dichtbij, dikke mensen
die gebakken kip aten en dood wakker
werden. In mijn slaap zoek ik
naar gedichten in de vorm van open
V’s van vogels die in formatie vliegen,
of open armen die zeggen, ik vergeef jullie, allemaal.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Elizabeth Alexander (New York, 30 mei 1962)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e mei ook mijn blog van 30 mei 2020 en eveneens mijn blog van 30 mei 2019 en ook mijn blog van 30 mei 2017 en ook mijn blog van 30 mei 2015 deel 2.

PENTECOST (Laura Read), Elizabeth Alexander

 

Prettige Pinksterdagen!

 

De nederdaling van de Heilige Geest over Maria en de apostelen door Ambrosius Francken, vóór 1618

 

PENTECOST

The week after your father died,
I see you walking home after school
in your Wimpy Kid T-shirt,
and I don’t even know you, but I want
to call you over like a kidnapper
and tell you it’s only beginning.
Your head will always be a lit match
like the apostles in the stained glass window
when Jesus came back. But he will never
come back. I say this because you know
but still you will dream of it.
You will love books and TV shows
about time travel. Like the blue
police box you can get inside and go
back to the week before last.
Or maybe he will find you
like he does in these first mornings
before you remember.
He’ll always be wearing the same shirt
when he comes in to wake you,
like my dad in his olive stripes,
as if he never wore anything else.

 

Laura Read (New York, 1970)
De Emmanuel Pentecostal Church in Brooklyn, New York

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Alexander werd geboren op 30 mei 1962 in New York. Zie ook alle tags voor Elizabeth Alexander op dit blog.

 

Boston jaar

In mijn eerste week in Cambridge probeerde een auto vol blanke jongens
me van de weg af te rijden en door het raam te spugen,
geopend om naar de weg te vragen. Ik vroeg altijd naar de weg
en was altijd aan het rijden: naar een Armeense markt
in Watertown om vijgen en kaas, abrikozen,
donkere specerijen en olijven uit vaten, tubes pasta
met onleesbare Arabische labels. ik at
gevulde druivenbladeren en zag mijn lippen opzwellen in de spiegel.
De vloeren van mijn appartement zouden nooit schoon worden.
Telkens als ik andere gekleurde mensen zag,
in boekhandels, of musea, of cafetaria’s, snoof ik,
glimlachte verlegen, maar ze zouden verdwijnen voordat ik iets zei.
Wat zou ik tegen ze hebben gezegd? Kom met mij mee? Breng
me naar huis? Ben jij mijn moeder? Nee. Ik zat alleen
in talloze Chinese restaurants en at amandel
koekjes, dronk thee met lepels en lepels suiker.
Popcorn en koffie was het avondeten. Toen ik flauwviel
van migraine in de supermarkt, zei een Portugese
man boven me: “Geen ontbijt.” Hij gaf me
sinaasappelsap en chocoladerepen. De kleur rood
stelde gerust bij het zingen van Wagners Walküre.
Hele stammen draaiden en trommelden in mijn hoofd.
Ik leerde de samba van een Braziliaanse man,
zo klein, zo versierd met glitters, dat ik zeker wist
dat hij sliep in een filigraan Fabergé-ei.
Niemand aan de deur: geen verkopers, Mormonen, meter
lezers, verdelgers, geen Harriet Tubman,
niemand. Rode tonen klinken in een grijze trolleystad.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Elizabeth Alexander (New York, 30 mei 1962)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichteres en docente Laura Read werd geboren in New York in 1970. Read verhuisde in 1973 op 3-jarige leeftijd vanuit New York naar Spokane, nadat haar vader, Richard Cefalu, een baan kreeg aan de Gonzaga University. Haar moeder, Jane, kreeg een jaar later een aanstelling aan de dezelfde universiteit en Read bracht haar jeugd door binnen vier blokken van de campus in de Logan wijk. Na haar afstuderen aan de Gonzaga Preparatory School in 1988 behaalde ze haar bachelor Engels en Frans aan de Gonzaga University.  Ze begon haar studie aan de American University in Washington, D.C., maar ze voltooide haar master in schone kunsten aan de Eastern Washington University, omdat ze weer naar Spokane verhuisde om te trouwen. Read doceert compositie, literatuur en cursussen creatief schrijven aan het Spokane Falls Community College. Ze heeft gedichten gepubliceerd in verschillende tijdschriften, meest recentelijk in Rattle, Mississippi Review, Third Wednesday en Bellingham Review. Haar chapbook, “The Chewbacca on Hollywood Boulevard Reminds Me of You”, won in 2010 de Floating Bridge Chapbook Award. Haar eerste poëziebundel, “Instructions for My Mother’s Funeral” uit 2012, werd gepubliceerd door de University of Pittsburgh Press en won in 2011 de Donald Hall Prize in Poetry. Haar tweede bundel “Dresses from the Old Country” verscheen in 2018. Laura Read was van 2015-2017 poet laureate van Spokane.

 

SELF-PORTRAIT WITH SEAWEED AND MICA

I am sitting on the porch on our house on 19th
staring at the tree I am too frightened to climb.
I am amazed by my legs. They are short and round
with little blonde hairs that shine in the sun.
I like them. I have a scar on my right hand,
close to my thumb, where a mother Dalmatian
bit me when I tried to pet her puppy.
The scar looks like a crescent moon in the daytime.

I am sitting in my desk at school, looking down
at my stomach, thinking it wouldn’t be that hard
to just slice it off. But how will I hide what I’ve done?

I am swimming in Mica Bay with my boyfriend.
He can’t float so I put my hand under his back.
You have to let yourself fall into the water, I tell him.
He can’t. Mica is shining slivers in a rock.
The stars pull their needles through the water.

In the water, my body is secretly beautiful.
I am a seal who has to wear the body of a woman.
No one has touched it and said don’t tell anyone.
No boy has kept his picture of Tina on his dresser,
putting it facedown when I come over.
I have never met Tina but I picture her driving
down a California freeway in a red convertible
that matches her red nails and lips.
She is tan and thin, but in the water,

our bodies are the same, our limbs light and swaying
like a willow tree’s branches.
I loved willow trees when I was a child.
You could go inside them and no one
knew you were there.

I have a C-section scar.
Sometimes it still hurts when I roll over in bed.
When I open my eyes underwater,
for a moment I can’t tell the difference
between the seaweed and my hair.

 

Laura Read (New York, 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e mei ook mijn blog van 29 mei 2022 en ook mijn blog van 29 mei 2021 en ook mijn blog van 29 mei 2019 en ook mijn blog van 29 mei 2018 en eveneens mijn blog van 29 mei 2016 deel 2.

Vuur en wind (Inge Lievaart), Guntram Vesper, Linda Pastan

 

Prettige Pinksterdagen!

 

Pinksteren door Zacarías González Velázquez, 1795

 

Vuur en wind

Luister of het begint
ergens zal het gaan zingen
tegen het klagen in
helder en vol geheim

sterker dan harde woorden
warmer dan heet getwist
vuur van andere oorsprong

storm van een nieuw bewegen
dwars op de geest van de tijd
onrust en nochtans vrede

wacht maar en wees bereid

 

Inge Lievaart (14 april 1917 – 15 oktober 2012)
Interieur van de katholieke St. Martinuskerk in Oosterend, de geboorteplaats van Inge Lievaart

 

De Duitse schrijver Guntram Vesper werd geboren op 28 mei 1941 in Frohburg. Zie ook alle tags voor Guntram Vesper op dit blog.

Uit: Nördlich der Liebe und südlich des Hasses

„Bei den Kindern fing ich vor acht Jahren an. Dazu Anlaß gaben mir Fleiß beim Federreißen, gutes Benehmen und mein Geburtstag im Mai, zu dem ich die fünfundzwanzig Schulkinder einlud. Um zwölf Uhr war Abfahrt nach dem Wald. Um neun kehrten wir zu den vor der Tür wartenden Eltern heim. Kosten: fünfundzwanzig Liter Malzkaffee zu einer Mark und jedem Kind ein Brötchen für fünf Pfennig. Kleine Sachen und Geschenke fallen fort, wenn Eintrittsgeld gezahlt werden muß. Wir sind hundertzwanzig Menschen auf einem Gut von tausendzweihundert Morgen. Auf je zehn Morgen entfällt ein Mensch. Niemals werden zwölf Mark überschritten. Eine Extraausgabe war die Beschaffung von Material für die selbstgemachten Landesfahnen und die Vereinswimpel, die aber Jahrzehnte überdauern können, wenn sie im Gutshaus aufbewahrt werden. Allerdings nur dann. Das Ziel der Fahrten wechselt. Immer verläuft der Ausflug schön und ohne Mißklang auch für meine Besucher, die mich begleiten. Zur besseren Beaufsichtigung werden Scharwerkerinnen mitgenommen. Bei Gelegenheit konnte ich feststellen, daß die Mädchen wenige unserer schönen Volkslieder kannten, und um mit ihnen in Zusammenhang zu bleiben, bestellte ich sie mir zu Winteranfang für eine Gesangsstunde am Sonnabend abend. Verlegen und erstaunt kamen alle. Mit den Hausmädchen waren es fünfzehn. Kosten entstanden nicht, da ich alte Schulbücher benutzte. Drei Jahre lang haben wir regelmäßig geübt, um bei Familienfestlichkeiten im Dorf tätig werden zu können. Als dann der Sonnabend wegen der länger gewordenen Arbeitstage nicht mehr geeignet war, verlegten wir den Unterricht auf Sonntag abend und in den Garten. Störend war nur, daß während unserer Stunden die männliche Jugend hinter dem Zaun versteckt mitgrölte. Wir brachten sie um etwas, scheint mir. So beschloß ich, auch sie heranzunehmen, was nach einigen Schwierigkeiten gelang. Als im vorigen Herbst die geregelten Stunden wieder begannen, erschienen auf meine Bestellung alle neunzehn jungen Leute ohne Ausnahme, betrugen sich angemessen, sahen mir bei Gesprächen in die Augen und fehlten ohne ausreichende Entschuldigung nicht eine Stunde. Lediglich einmal kam es nach der Zusammenkunft zu einem Brand in einem Strohschober. Wenigstens gehörte das Stroh dem Pächter, über dessen Frau und ihr Benehmen, besonders ihre Gemeinsamkeit mit ortsfremden Personen, wir uns oft beklagt haben. Im Dezember wurde bedauerlicherweise die Dorfkirche erbrochen. Pfarrer Brummhard hatte in jener Nacht keinen Mut, Ordnung zu schaffen, sprach später aber von einem ekelhaft ausschweifenden Gelage, das stattgefunden habe.“

 

Guntram Vesper (28 mei 1941 – 22 oktober 2020)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Insomnia

Ik herinner me dat mijn lichaam
een vriend was,

toen de slaap als een brave hond
kwam als hij werd geroepen.

De deur naar de toekomst
stond niet op het punt te sluiten,

en op mijn rug liggen
tussen koude lakens

voelde niet aan
als een repetitie.

Wat er nu nog aan licht rest
komt op – een smet in het oosten,

en de slaap, onwillig
als een druk bezette dokter,

schenkt me een beetje
van zijn tijd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023)

 

Zie voor de schrijvers van de 28e mei ook mijn blog van 28 mei 2022 en ook mijn blog van 28 mei 2019 en ookmijn blog van 28 mei 2017 deel 2 en ook mijn blog van 28 mei 2016.

Linda Pastan, Said

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Meditation By The Stove

I have banked the fires
of my body
into a small but steady blaze
here in the kitchen
where the dough has a life of its own,
breathing under its damp cloth
like a sleeping child;
where the real child plays under the table,
pretending the tablecloth is a tent,
practicing departures; where a dim
brown bird dazzled by light
has flown into the windowpane
and lies stunned on the pavement–
it was never simple, even for birds,
this business of nests.
The innocent eye sees nothing, Auden says,
repeating what the snake told Eve,
what Eve told Adam, tired of gardens,
wanting the fully lived life.
But passion happens like an accident
I could let the dough spill over the rim
of the bowl, neglecting to punch it down,
neglecting the child who waits under the table,
the mild tears already smudging her eyes.
We grow in such haphazard ways.
Today I feel wiser than the bird.
I know the window shuts me in,
that when I open it
the garden smells will make me restless.
And I have banked the fires of my body
into a small domestic flame for others
to warm their hands on for a while.

 

Petit Dejeuner

I sing a song
of the croissant
and of the wily French
who trick themselves daily
back to the world
for its sweet ceremony.
Ah to be reeled
up into morning
on that crisp,
buttery
hook.

 

TO MY IMAGINARY SIBLINGS

Dear brother and sister,
you who helped me survive
the bleakness of my only childhood,
who were as real to me then
as the characters in my thumbed-over books:
are you grown now? Did one of you become
a surgeon, like our father, and do you both
still mirror our mother’s severe beauty
which I endowed you with,
even though it passed me by?
I had my children early, thinking
they would be like my own siblings,
and though they never were,
in the busy boredom of domesticity
I somehow left the two of you behind.
If you were still around, would we chat
on the phone each morning in the warmth
of our separate cups of coffee?
Or would we have quarreled by now
over which of us was the more beloved
or over what our parents left us?
Would I have had to give one of you our mother’s
opal stickpin and the other the two lusterware jugs
that sit in my kitchen now, remnants
of our childhood home—that antique house
where in the secular heaven of the remembered
family, you are simply two more ghosts?

 

Ik ben met je getrouwd

Ik ben om allemaal verkeerde redenen met je getrouwd,
gecharmeerd door je gevaarlijke familiegeschiedenis,
door de onschuldige spieren, opzwellend als verborgen
wapens onder je hemd, door je naïeve stropdassen,
de kleuren van geschilderde stukjes zonsondergang.
Ik was ook gecharmeerd van je aannames
over mij: mijn sereniteit – die spiegel die wacht tot hij
gebarsten is, mijn flitsende acrobatiek met messen in de keuken.
Hoe mis we het allebei hebben gehad over elkaar,
en hoe gelukkig we zijn geweest.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari )

 

De Duits-Iraanse dichter en schrijver Said werd geboren op 27 mei 1947 in Teheran. Zie ook alle tags voor Said op dit blog.

Uit: Das Niemandsland ist unseres (pilgrim und bürger)

„nun sieht sich der bürger gezwungen, seine religiosität vor den gläubigen zu schützen und vor deren republik er sucht nach anderen göttern; als hätten diese nur auf ihn gewartet. die vernunft lässt er fallen, er will ja das dritte ufer erreichen – allen mahnungen albert camus’ zum trotz: »wenn ich zwischen meiner mutter und der gerechtigkeit zu wählen habe, dann entscheide ich mich fier meine mutter.« indes, nach den wunden der islamischen revolu-tion, sucht der pilger keine blendungen mehr, keine behausungen, nur schritte. sie tragen ihn fort, von fest gefügten göttern mit leicht stillbaren gelüsten. befriedigen will er seine götter nicht und schon gar nicht verstehen. meint er doch zu wissen, alles verstehen sei un-zulänglich und münde in unterwerfung. begreifen will er sie mit den händen. wie man zum mantelsaum greift. dafür dürfen sie aus dem verborgenen agieren – ohne ausweis, ohne strichcode. in seinen renitenten gebeten berührt er zwar die einheit zwischen dem menschen und den göttern. doch er lässt sich davon nicht täuschen. er will das schlummernde berühren, er will den aufruhr – ohne das geheimnis der liebe preiszugeben.

die götter, die kommen und gehen. finden ihn eines tages. weder zückt der bürger das cartesianische messer, noch vermag er die dinge im unklaren zu lassen. der bürger entblößt sich und blickt in den tag, ohne zorn, ohne eile – bis die götter aus ihren löchern herauskriechen. sodann überwältigen sie ihn hinterrücks, wie fremde es tun – in einer von begierden getriebenen welt. und er hofft, dass sie den besiegten begreifen, mit dem unrat seiner träume und dem rat seiner sprache, der auf einen anderen tod wartet.

noch immer sucht der agnostiker mit viel kummer nach »großen niemals werbenden göttern.. zuweilen ahnt er, die suche allein sei die antwort. dann aber ist er überzeugt. seine religion habe etwas verbotenes an sich, den geruch von einem brandstifter. und er folgt dem aufruf des evangelisten: »aber nun, wer einen geldbeutel hat, der nehme ihn, desgleichen auch die ta-sche, und wer’s nicht hat, verkaufe seinen mantd und kaufe ein schwert.« das schwert gebiert die unruhe und diese die de-mut – aus der die revolte wächst. doch eine religion, die sich der befreiung verschreibt und die liebe vergisst. berührt nicht mehr die mysterien der menschlichen seele – und wird unnütz. das brachland zwischen dem pilger und dem bür-ger will sich partout nicht entscheiden und sehnt sich immerfort nach einer saat. und der zögernde mund zwischen kain und abel kommt nicht umhin, das ver-steck des suchenden zu verraten. doch die götter meiden seine bände. denn sie wissen, diese verraten alles, was sie berühren.“

 

Said (27 mei 1947 – 15 mei 2021)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e mei ook mijn blog van 27 mei 2020 en eveneens mijn blog van 27 mei 2019 en ook mijn blog van 27 mei 2018 deel 2.