Gerrit Komrij, Milton Acorn

De Nederlandse dichter, schrijver, criticus, polemist en toneelschrijver Gerrit Komrij werd geboren op 30 maart 1944 in Winterswijk. Zie ook alle tags voor Gerrit Komrij op dit blog.

 

Willem Kloos

Er zijn in Oostenrijk veel hoge bergen.
Hoe in de nacht de leidingen verzuilen.
De reuzen willen ruilen met de dwergen.
Kijk, Kloos zit op een bloem te huilen.

Maar jij huilt met één opgetrokken been
Ook wel op zachte, maar zo vreemde wijze:
Je staat als zuil om hek van zuilen heen,
Enklave. Vrouwen dalen, mannen rijzen.

Waarom de tranen juist in kalme tijden?
Talloze klieren werken op de fallus,
En als je neuken wil, dan moet je lijden.
Je weet niet of met Kloos dat het geval is.

 

Du musst verstehn

Als kind vond je een puntenslijper ’t fijnst.
Ze waren ingebouwd onder in een poesje
Of zo. Dat vond je niet zo gauw.
Er zat een inktlap aan. Die moest je

Helpen als je vlekken had gemaakt.
Van kindsbeen af heb je ’n beeld behouden,
Dat, toen je eens verloren was geraakt
In een wild bos, een vrouw, wat ouder,

(Het kon een heks zijn) zo een van binnen
Ingebouwde slijper aan je gaf.
En zei: Van nu af aan zijn we vriendinnen.
En zei: Het zijn de dingen van je graf.

 

Slakkenhuis

De melkkruk werd op een zekere dag zo groot
Dat wij er gemakkelijk van konden eten,
Met z’n twaalven; maar, aan de andere kant, de goot
Steen verschrompelde tot een eierpan. Weten

Mocht het de hemel wat ik daar nou mee moest doen.
(Vaak is het zo droevig in een mensenleven.)
Ik stond mij ook juist af te vragen, waar de schoen
Dan knelde, toen op de koop toe hele scheve

Verzakkingen en zo knaagden onder de, ja,
Waaronder? Daarna opstulpingen en deuken,
Toen kleurverschietingen, en dat gedonderjaag.
Zeg maar jaja, vriend, daar gaat je mooie keuken.

 

Gerrit Komrij (30 maart 1944 – 5 juli 2012)

 

De Canadese dichter Milton James Rhode Acorn werd geboren op 30 maart 1923 in Charlottetown, Prince Edward Island. Zie ook alle tags voor Milton Acorn op dit blog.

 

Wetende dat ik in een donkere tijd leef

Wetende dat ik in een donkere tijd leef vóór de geschiedenis,
kijk ik naar mijn portemonnee en
wordt minder getroffen door vuurgevechten in de lanen
dan door de nieuwslezer met zijn vuile roze schrale gezicht
die een sjofele dichter terugroept voor zijn wisselgeld.

De kraaien pesten de knipperende, zon-domme uil;
wolven eten eerst het achterste van een verlamd kalf,
houden hun vlees levend en vers … dit
zijn tekenen van een vooruitziende blik, een begin van verstand:
maar Jezus die doornen draagt en met een zonnesteek
die zijn leven en dood in woorden beitelt
om de roedes te breken en de bijlen van Rome bot te maken:
dit en soortgelijke dingen volgden.

Wetende dat ik in deze aangekondigde regenboog
leef als een trapezeartiest met hoofdpijn,
mijn gedichten zijn geen aspirines … ze laten
bleke bajonetten zien van gras die dunnetjes op duinen wuiven
de lamme en zijn lyrische geheimen;
mijn vriend Al, vakbondsbouwvakker en cynicus,
die aarzelt om zijn eigen fijngevoelige gedichten te geloven
uit vrees in iets beters te geloven dan zichzelf:
en de geschiedenis, die nog moet beginnen,
zal dit overtreffen, dit verheerlijken
zoals een gedicht zijn dichter uitwist en herschrijft.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Milton Acorn (30 maart 1923 – 20 augustus 1986)
Portret door Kent B. Johnson, 2018

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30 maart ook mijn blog van 30 maart 2020 en eveneens mijn blog van 30 maart 2019 en ook mijn blog van 30 maart 2018 en mijn blog van 30 maart 2017 en eveneens mijn blog van 30 maart 2014 deel 2 en ook deel 3.