Jeroen Brouwers, Ulla Hahn

De Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers werd geboren op 30 april 1940 in Batavia, de hoofdstad van het voormalige Nederlands-Indië (tegenwoordig Djakarta, Indonesië). Zie ook alle tags voor Jeroen Brouwers op dit blog.

Uit: Cliënt E. Busken

“Ze heeft me met een riem om mijn middel in de stoel gefixeerd, de metalen gesp op mijn navel is niet door mij te openen. Mijn woede daarover en mijn verzet worden met injecties en pillen platgekookt. Wat nog kan bewegen zijn mijn handen en onderarmen. Met mijn benen, mijn voeten, kon ik schoppen, tot die ook aan de stoel werden vastgeknoopt. Hebt u uw saffies?
Aansteker? Fluitje zit hier in het linker zakje van uw overhemd, meneer Busken. Als u voelt dat u moet, meteen blazen. Dat er weer geen ongelukjes gebeuren. Ik denk dat ze niet beseft dat ze schreeuwt. Haar fraaie verschijning is als die op dat schilderij, doch haar decibels verstoren mij. Ze kijkt naar me. Ja meneer Busken? U hoort me wel. Meneer Busken? Antwoord geven kan u ook best.
Hier raakt ze mijn hoofd aan, bij mijn slaap, met haar gesloten slanke hand een duwtje bij mijn oor, niet hard, maar toch dat ik het voel, een lichtgevend stompje. Vandaar dat ik opeens aan mijn moeder denk. Ze marcheert terug naar het gebouw, het instituut, de inrichting, de gijzelaarsbewaarschool, Huize Madeleine voor ouden van dagen die in hun luier pissen en de rest. Haar plastic kontje in de broek die zich er vacuüm omheen en tegenaan heeft gezogen. Op haar slofjes, waarmee men haar en dezulken nooit hoort aankomen. Geluidloos, onhoorbaar zijn ze er altijd plotseling als witte geesten, wat altijd even schrikken is. Rechtop, het bovenlichaam zelfs ietwat achterover, loopt ze in het neutrumpersoneelsuniform van het gesticht haar ivoorblote armen voor‑ en achteruit te zwaaien.
Mij is het een troost van schoonheid haar te zien, naar haar te kunnen kijken, maar waar haalt ze die stem vandaan met de kracht en de klank van een ramsbazuin uit die zoete mond en die keel als van een zwaan. Wat zou ze zijn, eind twintig? Voorin, maar beslist niet ouder dan halverwege de dertig.
Zou ze een vrijer hebben? In het korte halfblond van haar jongenscoupe plakt iets wat meebeweegt op haar kordate passen, een blaadje van een struik of boom of bloemetje, een snippertje, iets fladderends. Ze is hier pas enkele dagen. Hoelang ik hier zelf ben weet ik niet. Ik ben Moniek, baste ze toen ze zich voor het eerst, halfzeven ’s ochtends, ze maakte me wakker, aan mijn bed vertoonde.

 

Jeroen Brouwers (Batavia, 30 april 1940)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Ulla Hahn werd geboren op 30 april 1946 in Brachthausen. Zie ook alle tags voor Ulla Hahn op dit blog.

 

Hij komt

Winkelen: kersensap, spinazie en
nieuwe aardappels asperges niet die
is nog steeds te duur of ach wat
twee pond asperges, alstublieft.
Oh mijn god: de kapper had
geen kleur meer. Neem ik in plaats van
rood mahonie alleen niet
zo kort van voren.
De jurk zit als gegoten: maar
de jeans zit strakker van blauw

houdt hij en zwart goed
dus zwart blauw.
Staat de klok stil: nee, nog een keer het
Beethoven Trio in het tweede deel gaat
de bel ik open de deur
ben je er al?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ulla Hahn (Brachthausen, 30 april 1946)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e april ook mijn blog van 30 april 2020 en eveneens mijn blog van 30 april 2018 en ook mijn blog van 30 april 2016 deel 1 en eveneens deel 2.

K. P. Kaváfis, Monika Rinck

De Griekse dichter Konstantínos Petros Kaváfis werd geboren te Alexandrië (Egypte) op 29 april 1863. Zie ook alle tags voor Konstantínos Petros Kaváfis op dit blog.

 

Agelaos

Op het congres van Naupaktos zei Agelaos
verstandige dingen: Grieken moeten niet meer
met Grieken oorlog voeren. Dichtbij woedt
een strijd die ons bedreigt. Of Carthago
danwel Rome zegeviert, men zal zich
nadien tegen ons keren. Koning
Philippos, beschouw toch alle Grieken als uw onderdaan.
Wenst u oorlog, bereidt u zich dan voor
op de confrontatie met de overwinnaar in Italia.
De tijd is voorbij om elkaar te bevechten.
Koning Philippos, redt Griekenland.

In de vreselijke, rampzalige dagen
van Kynoskephalae, Magnesia, Pydna
zouden vele Grieken zich de wijze woorden,
die nergens op uitliepen, herinneren.

 

Vertaald door Hans Warren en Mario Molegraaf

 

Alexandrijnse koningen

Ze verzamelden zich, de Alexandriërs,
om Cleopatra’s kinderen te zien,
Caesarion en zijn broertjes
Alexander en Ptolemaeus, bij hun eerste
publieke optreden, in het Gymnasium,
waar ze tot koningen werden gekroond
temidden van de luisterrijke gelederen der soldaten.

Alexander werd koning geheten
van Armenië, Medië en de Parthen.
Ptolemaeus werd koning geheten
van Cilicië, Syrië en Phoenicië.
Caesarion stond verder naar voren,
gekleed in rozenkleurige zijde,
met op zijn borst een krans van hyacinten,
om zijn middel een dubbele rij saffieren en amethisten,
de riempjes van zijn sandalen wit, bestikt met lilaroze parels.
Híj werd geheten meer dan zijn broers,
híj werd geheten: Koning der Koningen.

 

Vertaald door Hans Boland

 

Toen de wachter het licht zag

’s Winters en ’s zomers zat hij uit te kijken
op het dak van de Atriden, de wachter. Nu heeft hij
goed nieuws. Ver weg zag hij een vuur ontvlammen.
En hij is blij; ook aan zijn inspanning komt een eind.
Het is zwaar om dag en nacht
in de warmte en in de kou, in de verte
over de Arachneon te turen naar vuur. Nu
is het verlangde teken verschenen. Als het geluk
komt geeft het minder vreugde
dan verwacht. Toch is duidelijk
dit gewonnen: we zijn verlost van hoop
en verwachting. Er staat de Atriden veel
te wachten. Men hoeft niet wijs te zijn
om dat te voorzien, nu hij het licht zag,
de wachter. Daarom: geen overdrijving.
Goed is het licht, ook zij die komen zijn goed,
hun woorden en hun daden, ook die zijn goed.
En laten we wensen dat alles in orde komt. Maar
Argos kan het zonder Atriden stellen.

Huizen zijn niet eeuwig.
Velen zullen natuurlijk van alles te zeggen hebben.
Wij moeten luisteren. Maar we zullen ons niet
voor de gek laten houden door Onmisbaar, Uniek, Groot.
Een andere onmisbare, unieke en grote
zal altijd meteen gevonden worden.

 

Vertaald door Marjoleine de Vos

 

K. P. Kaváfis (29 april 1863 – 29 april 1923)

 

De Duitse dichteres en essayiste Monika Rinck werd geboren op 29 april 1969 in Zweibrücken. Zie ook alle tags voor Monika Rinck op dit blog.

 

Berg

Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen: Wat zal ik denken? Niets.
Je zult niet denken. Je komt er niet doorheen. Er staat een berg voor.
De berg bestaat uit vele bergen, enkele bestaan uit slijk,
sommige uit schroot, andere weer uit triolen, uit molm of kurk.
Je komt er niet doorheen. Ze groeien je, pruikenbok, over het voorhoofd,
over de ogen. Ze hebben samenhang. Je moet nu niets denken.
Maar moet ik niet denken, dat ik mij vandaag zal, omdat ik mij
morgen kan? Nee, verheug je, je zult en moet nu niets denken.
Maar stel je voor: Wat je niet denkt is duizendmaal erger
dan al het gedachte. Het komt altijd terug. Zoals een berg terugkeert,
die ik met schoepen, baggermolens en brandy, met 200-decibelsymfonieën
van Haydn, met zeer lange hortende delen, met perslucht,
koevoet en een heerschaar van zware gereedschappen voor altijd wegdroeg.
De berg zegt: Spoedig zal alles effen en vlak zijn. En komt terug.

 

Vertaald door Hélène Gelèns en Miek Zwamborn

 

Monika Rinck (Zweibrücken, 29 april 1969)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e april ook mijn blog van 29 april 2020 en eveneens mijn blog van 29 april 2019.

Gerbrand Bakker, Monika Rinck

De Nederlandse schrijver Gerbrand Bakker werd geboren in Wieringerwaard op 28 april 1962. Zie ook alle tags voor Gerbrand Bakker op dit blog.

Uit: De kapperszoon

‘Ik ben bezig met een nieuwe roman,’ zegt de schrijver met het ooit stroblonde haar.
‘Ach,’ zegt Simon.
‘Waarin een kapper het belangrijkste personage is.’
‘Hm.’
‘Dus nu wil ik vragen of ik niet hier een paar dagen zou mogen zitten.’
‘Hier?’ vraagt Simon.
‘Niet in deze stoel natuurlijk.’ Hij gebaart naar de stoel die voor het raam staat. ‘Daar bijvoorbeeld, of tegen de wand.’
‘En dan?’ vraagt Simon. Tegen de wand is uitgesloten, dat is precies de plek waar Simon niemand wil hebben, dat is de plek van waaraf ze hem in zijn rug kijken.
De schrijver met het inmiddels grijze haar komt hier al jaren. Een paar ringetjes in zijn linkeroor, zijn handen in zijn schoot gevouwen onder de kapmantel, zijn schoenen stevig op de voetensteun die tegen de plint staat. Vrijwel altijd meldt hij waarom hij in de stoel zit. Een literair festival in Londen. Een boekpresentatie op de Nederlandse ambassade in Berlijn. Een prijsuitreiking in Spanje. Hij is als Martine en Jason. Ouderwets, ergens. Er is iets, iets met andere mensen, een feest, een vakantie, een bijeenkomst, dus ga je naar de kapper. En hij is niet helemaal als Martine en Jason, want de schrijver heeft enorme vliegangst. Hij doet alles altijd met de trein. Simon wil serieus op zijn vraag ingaan, deze man is niet zomaar iemand die wat voor zich uit schrijft. Hij is een vertaald schrijver, die in het buitenland prijzen toegekend krijgt, iemand die leeft van zijn werk. Simon is, vindt hij zelf, een gemiddelde lezer. Hij heeft alle boeken van deze man in huis, domweg omdat de schrijver hem die boeken geeft. Simon heeft de romans gelezen en elke keer als de schrijver in zijn stoel zit, is hij beducht voor de vraag wat hij van deze of die roman heeft gevonden, hoewel hij ook weet dat de schrijver zoiets nooit zou doen omdat hem dat op de een of andere manier niet lijkt te interesseren. Er is één boek, Beneden is het kil, over een dochter die op een dag haar moeder in de kelder stopt omdat ze haar niet langer kan verdragen, dat hem erg beviel.
‘Je moet je niks van me aantrekken,’ zegt de schrijver.
‘Nou…’ zegt Simon.
‘Het gaat mij erom dat ik zie wat je doet, dat ik je woorden hoor gebruiken, woorden die te maken hebben met knippen en scheren, woorden die ik niet ken.’

 

Gerbrand Bakker (Wieringerwaard, 28 april 1962)

 

De Duitse dichteres en essayiste Monika Rinck werd geboren op 29 april 1969 in Zweibrücken. Zie ook alle tags voor Monika Rinck op dit blog.

 

Blussen

Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen. Waren de hoornen
op het spoor, wilden vuur vouwen, blussen. Zodat het uitgaat.
Ai, kijk nou, de schemering. Het penseel er diep ingedoopt.
Aquamarijn. En Paynegrijs. De heidegeesten gingen slapen.
Waren op de terugweg. Nieuwe maan trad op, daarna de grote barst.
In het script, in het beeld, overal. Spanrupsen langs de lichaamsgrenzen.
Was dat zonet, gisteren, vanmorgen toen de vrouw op het open veld
de softbal wierp? Toen er geen schaduw was en haar armen
rood opgloeiden? Brandden? Wanneer waren de guirlandes? Klingklang.
Toen de vliegende draak zijn tong adderachtig uitstak en nergens,
werkelijk nergens meer vuur was? Neem de ring van je vinger,
een lichte streep of een potloodtekening? Onvolkomenheden.
En van de breuk de grote schok en het blussen, ingelijst
door de half gebluste schrik dat er iets ontbreekt, maar wat?

 

Vertaald door Miek Zwamborn

 

Monika Rinck (Zweibrücken, 29 april 1969)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e april ook mijn blog van 28 april 2021 en ook mijn blog van 28 april 2020 en eveneens mijn blog van 28 april 2019 deel 1 en ook deel 2.

Robert Anker, André Schinkel

De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Robert Anker werd geboren in Oostwoud op 27 april 1946. Zie ook alle tags voor Robert Anker op dit blog.

 

De seizoenen, gekorrigeerd

II Lente

s Nachts wordt hij weer uitgestuft.
Hij kiest een nieuwe route in de witte wereld.
Of hij wordt nagewuifd? Een witte boord?

Hij is een kwieke reiziger in hout
en ruwe materialen.
Hard rock dendert door zijn hoofd.
Ha! Hij lacht, hij klaksonneert.

Over de induktie van beweging.
Bv. het geluid van banden door een landschap:
stokt heimwee naar een toekomst in je keel.

Bijvoorbeeld: wat je denkt doordat je praat.

Zo zwenkt hij dorpen in en uit,
valt werkplaatsen binnen met zijn mopjes.
Het gevoel een film te zijn.
Action! Een glanzende man.

Thee en koffie drinkt hij in de keukens.
Daar gaat hij in debat over het weer,
de wereld en het ruwe hout.
De timmerman vertoont hem tekeningen
van zijn prachtige konstrukties.
De reiziger praat losjes door de tekeningen heen.

Over het opdoen van nieuwe ervaringen
en het bewaren ervan, huiswaarts.

Vervuld van wat hij zelf genereerde,
loopt hij het witte tuinhek door, het grintpad op,
naar binnen. In de lente van zijn eenzaamheid.

Hij manoevreert zich langs de koppen van de krant.
Hij denkt: ik ben alweer vergeten waar ik was,
maar mijn hoofd zit vol met maten en getallen.
Dat komt als ik ga praten goed van pas.
Wat mij beweegt. Wat mij bestemt.

Wat hem zo vast verankert in het heden.

 

I Zomer

Het land dat hij verlaten heeft is leeg.

Dat is pas reizen in het knallen van de motor.
Hij woont in het lawaai. Er zijn geen echo’s.
Want hij luistert niet. Hij hoort maar wat hij ziet.

Zo komt hij binnen het verband, vergeten wat nog komt.

Of, vertikaal: de mateloze avondlucht, zijn hoofd
ter hoogte van het riet, de poten van het vee,

zich bukkend onder bruggen.
Door het lauwe water sliert zijn hand.

Waar je hem ziet, daar moet hij zijn.
Er zijn geen vragen. Je zou het kunnen filmen.

Dat hij alleen vaart. Dat er geen zwanen voor hem uitgaan.
Er wil een rat in dit verhaal, als een symbool.
Om mee te zwemmen in de boeggolf. Snorren, oogjes.

Het hondje staat als boegbeeld op de plecht.
Bloembollen reizen los van verleden.
Dat hij een bouwer is die terugkeert van het land.
Wat hij natuurlijk is, hij is geen metafoor,
hij is een lege man, om in te kleuren.

Hij vaart achter het dorp langs met stilte in zijn hoofd.
Om etenstijd, dus niemand die hem ziet of hoort.
Vrede haaks op de tevredenheid.

Tenslotte legt hij aan, vol wolken, land en water.
De bollen laat hij maar voor later.
Dat is pas aankomst: voorbij nog iets te doen.

Het ruikt naar heimwee in de schuur, van zaad en bonen.
Van de grond. En god ruist in de bomen om het erf.
D.i. de bomen ruisen en hij draait zich om:
dampende velden ziet hij en de zon.

Zijn bord staat in de keuken op de krant.
Het beslagen raam, de pan met aardappels voorbij,
waagt hij de vergeelde toetsen even
aan zijn gekloofde hand, om Schubert.

Dan kijkt hij op, in ons gezicht.
Klaar om in details te treden.

 

Robert Anker (27 april 1946 – 20 januari 2017)

 

De Duitse dichter, schrijver en archeoloog André Schinkel werd geboren op 27 april 1972 in Eilenburg. Zie ook alle tags voor André Schinkel op dit blog.

 

De stuifmeelvlucht

In het voorjaar bewegen de wolken
Rood-geel van bloeiend verlangen,
Door de schaduwen, de groene
Hyperbolen van het voorgebergte;

De merels roepen tevergeefs
En pluizen de borsten op
Tegen de eksters, die bedrijvig
De nesten leeghalen; en

De wielewaal bevedert schuchter de zwart-
Gele stempel van de vlucht

In het uitgeleverde landschap
Waar stuifmeel heerst; –

Wat een omgeving denk je,
Vertrekt vol spijt: met in je
Rug de kuddes van de heuvels,
Die op de drinkplaats afgaan.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

André Schinkel (Eilenburg, 27 april 1972)
Hier geflankeerd door Caroline Schlegel-Schelling, Novalis en Schiller

 

Zie voor de schrijvers van de 27e april verder ook mijn blog van 27 april 2020 en eveneens mijn blog van 27 april 2018 en ook mijn blog van 27 april 2016 en mijn blog van 27 april 2013 deel 1 en eveneens deel 2.

Carl Christian Elze

De Duitse dichter en schrijver Carl-Christian Elze werd geboren op 26 april 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Carl-Christian Elze op dit blog.

 

du hast zu lange auf schwankenden pontons gestanden

du hast zu lange auf schwankenden pontons gestanden
und jetzt schwankst du selbst, ein einziges schwanken
durch gassen, die sich salzig verbiegen
zu möwenflügeln, selbst im schlaf schwankst du noch
selbst im traum. eine durchsichtige mülltüte
auf deinem kopf, die im vaporetto flattert und sich sanft
an dich legt, deine schläfen. alles was du siehst
ist ein trick, um deine augen zu schälen
ohne dass du es merkst. jemand operiert dich
auf der piazza, ohne dass du es merkst.
ganz im innern deiner zapfen gibt es ein küken
in einem palast, das dich empfängt, um dir zu sagen
dass deine eltern erfindungen sind
und auch du bist erfunden. deine brüder und schwestern
sind gondeln und kreuzfahrtschiffe, kirchen und ratten.
nur deshalb schwankst du
diese stadt ist ein teilchenbeschleuniger
sie löst dich auf, um dich sehend zu machen
deine ewigen teilchen, und du kannst nicht mehr fliehen
zurück ins wartezimmer, wo die illustrierten liegen

 

unsere mütter haben uns auf einem flughafen ausgesetzt

unsere mütter haben uns auf einem flughafen ausgesetzt
ohne gepäck, blutig und nackt, entkabelt.
einige haben sofort geschissen, klebrig und schwarz
so schwarz, als wäre der teufel aus uns herausgetreten
und so klebrig, als könnten wir niemals mehr schweben
was so nicht stimmt, wir schweben sofort
mit einem arsenal von grausamkeiten, auf einem flughafen
der selber schwebt. unser flughafen ist gefüllt
mit ländern, städten und winzigen flughäfen, die nur
vom namen her flughäfen sind, in wirklichkeit:
flitzende punkte, obwohl worte wie flitzende punkte
in wirklichkeit nirgendwo sind, nur teilchen, schwebende
teilchen, die schwingen, ununterbrochen schwingen
solange wir warten in form von lose zusammengefügten
relativ kurzen, sprechenden stäbchen, warten
auf unseren einzigen flug, der uns abstürzen lässt
und unsere gehirne zurücknimmt; nicht in die engen schöße
unserer mütter, die längst morsch geworden sind
aber in die vorschöße; zwischen die schenkel 
einer hoffentlich gut aussehenden, uralten, mädchenhaften
planetaren dame.

 

je hebt te lang op schommelende pontons gestaan

je hebt te lang op schommelende pontons gestaan
en nu schommel je zelf, een enkel schommelen
door steegjes die zich gezouten verbuigen

tot zeemeeuwvleugels, zelfs in je slaap schommel je nog
zelfs in dromen. een doorzichtige vuilniszak
op je hoofd die fladdert in de vaporetto en zachtjes
tegen je aan gaat liggen, tegen je slaap. alles wat je ziet
is een truc om je ogen te schillen
zonder dat je het merkt. iemand opereert je
op de piazza zonder dat je het merkt.
precies in je kegeltjes zit een kuiken
in een paleis dat je verwelkomt om je te vertellen
dat je ouders verzinsels zijn
en jij bent ook verzonnen. je broers en zussen
zijn gondels en cruiseschepen, kerken en ratten.
Alleen daarom schommel je
deze stad is een deeltjesversneller
zij lost je op om je te laten zien
je eeuwige deeltjes, en je kunt niet langer vluchten,
terug naar de wachtkamer, waar de tijdschriften liggen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Carl Christian Elze (Berlijn, 26 april 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e april ook mijn blog van 26 april 2020 en eveneens mijn blog van 26 april 2019 en ook mijn blog van 26 april 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Erik Menkveld, Ted Kooser

De Nederlandse dichter Erik Menkveld werd geboren op 25 april 1959 in Eindhoven. Zie ook alle tags voor Erik Menkveld op dit blog.

 

De waarheid nadert

Deze dag, waarop elke inwoner zijn angstigst
vermoeden uit zal zien komen, lijkt nog een dag
zonder mij: vertrouwde geuren van houtvuur,
vochtige aarde, dampend voorjaarsgroen. Een vrouw
staat de buitenboel te doen, achter de slaperdijk
oefent een koor. In het hakbos stuiten de honden
lallend op eigen spoor. Door weinigen nog voor
mogelijk gehouden schijn ik niet meer te bestaan
tegenwoordig. Dat gaan ze hier beleven vandaag.
Levensgroot en oorverdovend nader ik het dorp.

 

Hoekse Waard 1 

Gaarne biedt ons kunstenaarscollectief jongens
laat elkaar eens met rust deels bestaande uit architecten
u als dichter vierentwintig uur exclusief
volstrekte eenzaamheid jongens mag ik dit even
lezen in een grote, sober vormgegeven lege houten kist
ergens in the middle of nowhere koelkast magnetron
matras en verder niks toe nou jongens hou eens op
met dat gekibbel eventueel een blocnote mag
natuurlijk maar het gaat om wat er zich dan in u
af zal spelen nu is het afgelopen naar jullie kamers
allebei laat u ons even weten of u ervoor voelt
gebruik te maken van deze mogelijkheid.

 

Regen

Glimmende straat. Een raam
met Duitsland 3 nog aan

en een waar net het licht
uit gaat. Stapt iemand

daar in bed? Dan glijdt
zijn hand nu langs de rug

die er al ligt, de lakens
dringen hun vertrouwdheid

aan hem op, misschien
herinnert hij zich nu

waar hij mee wakker werd.
Geclaxonneer. En grootlicht

zet ons op een streperige
filmcopie, onhandige fietsen

tussen onze benen; lachen
in de taxi die passeert.

De achterlichten vreten
in het wegdek

en de vermoeide woorden
die ik praat.

 

Erik Menkveld (25 april 1959 – 30 maart 2014)

 

De Amerikaanse dichter Ted Kooser werd geboren op 25 april 1939 in Ames, Iowa. Zie ook alle tags voor Ted Kooser op dit blog.

 

Verandaschommel in september

De verandaschommel hangt vast in een ochtendzon
die zijn grijze latten verbleekt, zijn gebloemde kussen
waarvan de bloemen verwelkt zijn, zoals die van de zomer,
en een kleine bruine spin heeft haar web uitgehangen
op een lijn tussen verandapaal en ketting
zodat niemand kan schommelen zonder het te breken.
Ze zegt dat het tijd is om te stoppen met schommelen,
tijd dat het kraken en rinkelen en ploffen
dat door het plafond gonsde is afgelopen,
tijd nu voor de zachte vibraties van motten,
de wesp die elke plank afklopt voor een ingang,
de koele dauwdruppels die ze van haar werk afborstelt
elke morgen, één wereld tegelijk.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ted Kooser (Ames, 25 april 1939)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e april ook mijn blog van 25 april 2020 en eveneens mijn blog van 25 april 2019 en ook mijn blog van 25 april 2016 en mijn blog van 25 april 2015 deel 2.

St. Thomas the Apostle (Malcolm Guite), George Oppen

 

Bij Beloken Pasen

 

Het ongeloof van St. Thomas door Matthias Stom, 1641-1649

 

St. Thomas the Apostle

“We do not know… how can we know the way?”
Courageous master of the awkward question,
You spoke the words the others dared not say
And cut through their evasion and abstraction.
Oh doubting Thomas, father of my faith,
You put your finger on the nub of things
We cannot love some disembodied wraith,
But flesh and blood must be our king of kings.
Your teaching is to touch, embrace, anoint,
Feel after Him and find Him in the flesh.
Because He loved your awkward counter-point
The Word has heard and granted you your wish.
Oh place my hands with yours, help me divine
The wounded God whose wounds are healing mine.

 

Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
Oritamefa Baptist Church in Ibadan, Nigeria

 

De Amerikaanse dichter George Oppen (eig. George Oppenheimer) werd geboren op 24 april 1908 in New Rochelle, New York. Zie ook alle tags voor George Oppen op dit blog.

 

Vijf gedichten over poëzie

1- HET GEBAAR

De vraag is: hoe houd iemand een appel vast
Die van appels houdt

En hoe gaat iemand om met
Vuil? De vraag is

Hoe houdt iemand iets
In gedachten waar hij greep op

Wil krijgen en hoe houdt de verkoper
Een prul vast dat hij van plan is

Te verkopen? De vraag is
Wanneer zullen er geen honderd

Dichters zijn die dat gebaar verwarren
Met een stijl.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

George Oppen (24 april 1908 – 7 juli 1984)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e april ook mijn blog van 24 april 2021 en ook mijn blog van 24 april 2020 en eveneens mijn blog van 24 april 2019 en ook mijn blog van 24 april 2016 deel 2.

William Shakespeare, Peter Horst Neumann

De Engelse dichter en schrijver William Shakespeare werd geboren in Stradford-upon-Avon op, vermoedelijk, 23 april 1564. Zie ook alle tags voor William Shakespeare op dit blog.

 

Sonnet 107

Not mine own fears, nor the prophetic soul
Of the wide world dreaming on things to come,
Can yet the lease of my true love control,
Supposed as forfeit to a confined doom.
The mortal moon hath her eclipse endured,
And the sad augurs mock their own presage;
Incertainties now crown themselves assured,
And peace proclaims olives of endless age.
Now with the drops of this most balmy time,
My love looks fresh, and Death to me subscribes,
Since, spite of him, I’ll live in this poor rhyme,
While he insults o’er dull and speechless tribes:
And thou in this shalt find thy monument,
When tyrants’ crests and tombs of brass are spent.

 

Sonnet 105

Laat niemand mijn liefde betichten van Afgoderij,
En laat mijn geliefde ook geen Afgod schijnen,
Want al mijn gezangen zijn alleen de zijne,
Aan één, van één, steeds weer, en altijd hij.
Mijn lief is zuiver vandaag, en zuiver ook morgen,
Verheven als een onbewogen wonder,
Dus ligt mijn gedicht in dit patroon geborgen,
Verlangt het maar één ding, niets in ’t bijzonder.
Mooi, zuiver en goed is heel mijn onderwerp,
Mooi, zuiver en goed in telkens andere talen,
En in die variatie blijf ik scherp:
Drie thema’s in één, een rijkdom aan verhalen.
Mooi, zuiver en goed, ze leefden vaak alleen,
Tot nu toe troonden drie nog nooit in één.

 

Vertaald door Bas Belleman

 

Sonnet 64

Wanneer ik zag door Tijds hand fel gegrepen
Trotsch-rijke pronk van moe begraven eeuw,
En trotsche torens tot de grond geslepen,
En eeuwig erts voor menschenwoede als sneeuw;

Wanneer ik zag hoe hongrige Oceaan
Het koninkrijk van ’t vastland wreed omvat
En dan weer vaste grond de zee verslaan,
Schat meerdrend met verlies, verlies met schat;

Als ik zoo elk ding zag van staat verandren
Of zijn staaat zelf geheel tot niets verleemd;
Leerde verwoesting mij als alle schrandren
Dat de Tijd straks mijn lief ook tot zich neemt.

Dat denken is als dood: wat kan ik dies,
Dan schat beweenen die ik straks verlies.

 

Vertaald door Albert Verweij

 

William Shakespeare (23 april 1564 – 23 april 1616)
Standbeeld bij de British Library in Londen

 

De Duitse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Peter Horst Neumann werd geboren op 23 april 1936 in Neisse. Zie ook alle tags voor Peter Horst Neumann op dit blog.

 

Mijn vader

Hij nam geen deel aan de oorlog,
zond vanuit Frankrijk

geen pakketjes, bevroor niet
vóór Stalingrad en was
er ook in Warschau
niet bij (als jullie
nog weten wat ik bedoel).

Omdat hij zijn veters
niet zelf kon strikken:
een klompvoet van kindsbeen af.

Toen ik ontdekte dat Oedipus
klompvoet betekent, was het
voor complexen te laat en
het moorden van de vaders voorbij.

Hij zat elke ochtend
voor mijn bed, half
slapend kruiste ik
zijn veters tussen de oogjes
en over de lus
legde ik voor een dag
houvast en stevigheid mijn knoop.

Gisteren, na veertig jaar
ben ik van zijn stem
wakker geworden met mijn naam
in het oor, en vandaag (voor wie het
interesseert) heb ik hem
zien dansen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Peter Horst Neumann (23 april 1936 – 27 juli 2009)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e april ook mijn blog van 23 april 2020 en eveneens mijn blog van 23 april 2019 en ook mijn blog van 23 april 2017 deel 3.

Andrej Koerkov

De Oekraïense schrijver Andrej Joerjevitsj Koerkov werd geboren in de oblast Leningrad op 23 april 1961 als zoon van een piloot en een arts. Hij groeide echter op in Kiev, waar hij aan het Instituut voor Vreemde Talen onder andere Japans studeerde. Na zijn studie had hij uiteenlopende baantjes, waaronder redacteur, gevangenisbewaker en cameraman. Vanwege zijn kennis van het Japans werd hij in de jaren tachtig soms ook wel ingeschakeld door de KGB en later de militaire politie. Koerkov publiceerde zijn eerste werk in eigen beheer vlak voor de val van de Sovjet-Unie in 1991 (eerder had hij al acht romans geschreven welke hij niet gepubliceerd kreeg). Vervolgens kreeg hij snel succes, ook internationaal. Zijn romans werden in veel landen vertaald en ook verfilmd. Koerkov, die ook veel filmscenario’s schreef, is sinds 1988 lid van de P.E.N.-club in Londen, waar hij sinds 1996 ook regelmatig woonachtig is. In Oekraïne wordt hem wel verweten dat hij als Oekraïner, in de post-Sovjetperiode, toch altijd in het Russisch is blijven schrijven. In Nederlandse vertaling verschenen van hem: “Picknick op het ijs”(2000), “De laatste liefde van de president” (2008), “Grijze bijen” (2022) en “Dagboek van een invasie”(2022).

Uit: Dagboek van een invasie (Vertaald door Anne-Marie Vervelde, Catalienvan van Paassen-Nelissen en Willem van Paassen)

“23 februari 2022
Spanning, maar geen paniek. Al drie avonden achter elkaar krijg ik voortdurend telefoontjes. Een paar oude vrienden, Ihor en Irina, belden om te zeggen dat zij met de auto naar de Karpaten vertrekken. Anderen willen alleen maar weten of ik denk dat het oorlog wordt, en zo ja, of ik verwacht dat die onmiddellijk of over twee weken zal beginnen. Twee dagen geleden sprak de Russische president op tv het volk toe om zijn versie van de geschiedenis van Rusland en Oekraïne uit te leggen en om de wereld te veranderen.
Rusland erkent de twee niet-bestaande ‘staten’ op Oekraïens grondgebied en heeft verdragen met ze gesloten over vriendschap en militaire samenwerking. Poetin zei dat het Russische leger deze ‘grenzen’ met Oekraïne – oftewel de frontlinie – nu zal bewaken. Dit betekent dat het Russische leger voortaan vanaf Oekraïens grondgebied op Oekraïens grondgebied zal schieten.
Verandert dat iets, vraag je je misschien af. Ja, heel veel. Vóór Poetins ‘reorganisatie’ verdedigden de Oekraïense troepen zich met vuurkracht tegen de beschietingen van separatisten. Gaat het Oekraïense leger nu reageren op de beschietingen van het Russische leger, dan is er sprake van een Russisch-Oekraïense oorlog. En de Russische troepen die Oekraïne omsingelen, kunnen het land binnenvallen vanaf elk punt langs de grens met Rusland en Belarus.

Voor het eerst is er spanning voelbaar in Kyiv. Maar van paniek is nog steeds geen sprake. Vlak bij mijn huis is het Libanese restaurant Mon Cher een zomerterras aan het bouwen. We hebben dit jaar een zeer korte meteorologische winter gehad. Het is lente en de temperatuur is 13 à 14 graden Celsius. De zon schijnt, de vogels zingen en over de wegen uit het westen komen militaire vrachtwagens en militaire medische voertuigen aanrijden. Ze passeren Kyiv en rijden door naar het oosten.
Het doet me denken aan 2014, toen gepantserde wagens met infanterietroepen en militaire vrachtwagens van het westen van Oekraïne naar het oosten reden. In de tegenovergestelde richting kwamen wrakke tanks en uitgebrande pantservoertuigen die door trekkers terug werden gebracht. Nu gaat het allemaal oostwaarts. Er is nog wel een andere stroom die van oost naar west gaat. Vluchtelingen uit Stanytsja Loehanska aan de frontlinie bij Loehansk hebben Charkiv bereikt. Tot nu toe gaat het nog maar om een tiental mensen. Ze verlieten hun appartementen en huizen in de wetenschap dat er binnenkort waarschijnlijk niets meer van over zal zijn. Ze overleefden 2014-2015, toen een derde van de huizen in hun stad van 15.000 inwoners beschadigd raakte door artilleriebeschietingen. Tot voor kort verbleven er nog ongeveer 7000 mensen in de stad. Hoeveel er nu nog over zijn, vooral sinds de door een granaat van de separatisten getroffen kleuterschool, is moeilijk te zeggen. Wonder boven wonder kwam niemand om het leven.
En ik ben mijn treinkaartjes kwijt. Ik zou op 2 maart naar Severodonetsk gaan en de 4de met de nachttrein terugkeren naar Kyiv. Nu ga ik niet.”

 

Andrej Koerkov (Oblast Leningrad, 23 april 1961)

Giorgio Fontana, Louise Glück

De Italiaanse schrijver Giorgio Fontana werd geboren op 22 april 1981 in Saronno. Zie ook alle tags voor Giorgio Fontana op dit blog.

Uit:  Tod eines glücklichen Menschen (Vertaald door Karin Krieger)

„Sie wollten also Rache. Colnaghi nickte einige Male nachdenklich, als wollte er Gedanken sammeln, die er nicht hatte oder die noch zu verworren waren. Dann stützte er die Hände auf den Tisch und sah wieder zu dem Jungen, der gesprochen hatte.
In dem Raum, den der Kindergarten des Viertels zur Verfügung gestellt hatte, herrschte Schweigen: Schweißflecken unter den Achseln, dazu die sich langsam drehenden Flügel des Ventilators. Alle warteten auf seine Antwort, auf das x-te gute Wort.
Die Verwandten und Freunde des Opfers waren etwa dreißig an der Zahl. Vissani war Chirurg gewesen, ein prominenter Vertreter des äußersten rechten Flügels der Mailänder Christdemokraten, zweiundfünfzig Jahre alt, aschblond, dicklich. Das Foto vor dem Rednerpult war von Blumen-
sträußen umgeben.
Colnaghi mochte ihm in den letzten Jahren ein-, zweimal begegnet sein. Er hatte im «Corriere» etwas über ihn gelesen, vielleicht einen Artikel im Lokalteil, über die Stellung, die er sich damals innerhalb der Partei erobert hatte. Colnaghi hatte für jene DC nichts übrig, doch wer weiß: Vielleicht hatten
sie sich in der Vergangenheit sogar einmal die Hände geschüttelt, waren einander von einem Kollegen vorgestellt worden, der Karriere machen wollte, vielleicht an einem Abend Mitte Mai, wenn Mailand von Schwalben durchzogen wird und das Licht eine unfassbare Farbe hat. Vielleicht waren sie damals beide gutgelaunt gewesen, vielleicht hatte Vissani über einen Witz Colnaghis gelacht und sich auf die Schenkel geklopft, und ebenso schnell hatte der Arzt dem Staatsanwalt die gute Laune mit einer unangebrachten Bemerkung verdorben, einer von vielen, die er in den Ermittlungsakten hatte nachlesen können – etwas Unangenehmes über die Jugend von heute oder dass die Regierung hart durchgreifen müsse.
Wie dem auch sein mochte, Folgendes war geschehen: Dieser gewöhnliche, abstoßende, doch unschuldige Typ war am späten Abend des 9. Januar 1981 in der Nähe der Piazza Diaz erschossen worden. Zwei Projektile, Kaliber 38Special. Vor sechs Monaten. Ein Mord, zu dem sich der Proletarische Kampfverband bekannte, eine Splittergruppe der Roten Brigaden. Ein noch nicht abgeschlossener Fall auf Staatsanwalt Colnaghis Schreibtisch.
Er hatte lange darüber nachgedacht, ob es eine gute Idee sei, an der Gedenkfeier teilzunehmen. Schließlich war seine Aufgabe, sich von solchen Leuten fernzuhalten, und nicht, sich ihnen auszusetzen. Doch am Ende hatte er aufgegeben.“

 

Giorgio Fontana (Saronno, 22 april 1981)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste en schrijfster Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.

 

Metten

Wil je weten hoe ik mijn tijd doorbreng?
Ik loop door de voortuin en doe alsof
ik onkruid wied. Je zou moeten weten
dat ik nooit wied, op mijn knieën, bosjes
klaver uit de bloembedden trek: in feite
ben ik op zoek naar moed, naar enig bewijs
dat mijn leven zal veranderen, hoewel
het een eeuwigheid duurt, om elke klomp
te controleren op het symbolische
blad, en de zomer loopt spoedig ten einde, verkleurt
de bladeren al, de zieke bomen altijd
het eerst, stervende worden ze
briljant geel, terwijl een paar donkere vogels
hun avondklok van muziek uitvoeren. Wil je mijn handen zien?
Even leeg nu als bij de eerste noot.
Of was het altijd de bedoeling
om verder te gaan zonder een teken?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Louise Glück (New York, 22 april 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e april ook mijn blog van 22 april 2020 en eveneens mijn blog van 22 april 2019 deel 1 en eveneens deel 2.