Vincent Corjanus, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter Vincent Daniel Corjanus werd geboren op 17 april 1995 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Vincent Corjanus op dit blog.

 

Een gedicht van bordkarton

Krats.
Auw.
Inktvlek.
Stroman.
Adempauze.
Blut.
Vecht.
Lont.
Geknapt.

Brand in mijn hoofd.
Blussen met benzine.

 

Naar de Dorpsstraat

Waar e elkaar weer zagen
Per toeval
hetzelfde moment, dezelfde plek
Je rode haren steeds dichterbij
Want ik zie steeds slechter

Zo diep kan ik blijkbaar gaan
Want mijn liefde voor jou
is groter dan onze zee van afstand

Op de dagen dat ik je zie
En alles wat daar nog buiten gaat liggen
In de regen
in de zon
De liefste vervloeking
voor altijd houden

 

Vincent Corjanus (Zwolle, 17 april 1995)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Brandnetelbloem

Het kleine tuinpaviljoen
Verloor ramen en deuren.
De zwaluwen vliegen er doorheen
Alsof het er niet meer is
Vleermuizen slapen door het leven
ondersteboven aan de nok.
Er steken zeisen en vorken in het zand
Van de opgeloste verkruimelde cementvloer.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: November

“De afgelopen week hadden Graham McKinley Jr. en zijn broer Maurice (`Ugh, die eikels,’ zei Luana altijd over hen, iets waarover Ralph het volmondig met zijn vrouw eens was) vanaf de poort in het hek en het naastgelegen generatorhuisje stroomkabels van enorme haspels gerold, uit het zicht in het struikgewas. Krachtstroom, natuurlijk. Hun overbuurman Marc Wachowski had geholpen met de aankleding. Meer dan driehonderd ledlichtbakken waren op tactische posities links en rechts van het pad geplaatst, kalm oplichtend op het ritme van de meditatieve soundscapes uit evenzoveel speakers, alle in regenwerende behuizing Ze hadden vanaf de poort systematisch dieper het bos in gewerkt in de richting van de rustplaats (de ‘executieplaats’ noemde Maurice McKinley die steevast; ‘Een van de redenen,’ zo zei Luana, ‘maar beslist niet de enige, van zijn eikelschap.’) Tot slot hadden ze de meer dan twaalfhonderd elektrische windlichten uit het depot in clusters aan takken opgehangen. Het resultaat was magisch: tot de plek waar de South Sunday Trail doodliep was het een drie kilometer lange reis door roze, blauw en groen feeëriek licht, zinderend op de repetitieve klanken van de muziek. Als je je ogen toekneep kreeg je de indruk je door een tunnel te begeven vol dwaallichten. Ralph merkte dat zoveel twinkellichtjes bij elkaar de eigenschap bezaten je zintuigen voor de gek te houden. Bijna hoorde je de stromende regen niet meer. Bijna zag je niet meer de grimmige, kale novembertakken die als skelettenhanden deinden aan de rand van je gezichtsveld, of wat net daarbuiten scharrelde. Bijna vergat je de stank van keldervocht en kreupelrot.
Ze vormden een processie van zes.
Ralph en Harry Aikman droegen de ouderwetse palankijn aan lange stokken, waarop ze mevrouw Olsen Dickinson in haar overdekte zetel hadden gehesen. Harry liep voor, Ralph achter. Zwaar was het niet: de vrouw was uitgemergeld. Maar het terrein liep heuvelopwaarts en was niet eenvoudig, en de regen verkleumde bovendien zijn blote handen om de stokken. Harry’s vrouw Elizabeth trippelde als een trouw, klein hondje naast de zieke, maar het nauwe pad dwong haar steeds uit te wijken om dikke boomstammen heen of door kniediep kreupelhout en ze was al eens uitgegleden. Juliette McKinley, de duldbare zus van de onduldbare broers McKinley, liep voorop met een lantaarn. Haar vrouw Olivia Davis sloot de optocht af en Ralph kon haar nerveuze ademhaling horen. Olivia woonde pas drie jaar aan Bird Street en voelde zich duidelijk niet op haar gemak. Ralph kon het haar niet kwalijk nemen. Ann Olsen Dickinson was een gezonde zestiger geweest, tot ze in 2019 werd gediagnosticeerd met baarmoederhalskanker. Aanvankelijk leek de operatie en de daaropvolgende radio- en chemotherapie aan te slaan en Ann waren nog twee relatief goede jaren gegund, weliswaar onder de beperkingen van de pandemie. Maar afgelopen september waren uitzaaiingen ontdekt in haar lymfeklieren en longen en kreeg ze de mededeling dat behandeling alleen nog symptomen kon verlichten. Haar tijd iets kon rekken. Hoe de buren van Bird Street dit wisten?”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Bomen lezen

De regen valt in het grondwater
een ander nut
heeft hij in de winter niet, tenzij
ik hem in verband breng met dennen en sparren
van deze noordelijke bomen
wordt het stof van bloemen en paden
nu grondig afgewassen. De stammen
trekken aan mij voorbij (dat is overdreven:
ik loop langs het pad) de bomen zijn letters, ik
beweeg als op papier, sla
moeizaam de tussenruimte over, struikel een teken neer
dit is naaldbos
geen ondergroei, alles transparant
van regel tot regel, de grond vol sneeuw
die komt uit de regen, papierwit
een vreemde groep bomen
duidelijk uit het buitenland (zo
groeit het hier niet) dringt naar voren, ik loop
er met langzame stappen omheen: zes bomen
de eerste het grootst, dat zou een scheepsmast zijn,
stijgt op naar de onzichtbare hemel, erboven
een mistsliert, rook van een stoomboot
de bomen liggen afgemeerd, hun scheepsklok
wijzer springt op het hele uur
een gekraak ik ben niet bang, ja
dat zijn schoten! nu gaan we vooruit
oorlogsverklaring aan boven, neer
met domheid uitbuiting, honger, rood
schijnt mijn woord
met mij een bos!, Majakovski
speelt op zijn ruggengraat fluit
Ik lees: Aurora.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

Vincent Corjanus, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter Vincent Daniel Corjanus werd geboren op 17 april 1995 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Vincent Corjanus op dit blog.

 

As in de wieg

De eerste keer verliefd
Het gebroken hart

Rijden zonder zijwieltjes
De zilte kus

Het uitzicht vanaf de Gellért-hegy
Jouw hand in mijn haar

Het beste bier met de liefste vrienden
Je zwaarste tranen

Het vuurtorenlicht van Texel
De laatste treinreis

De koudste koffie
De pen die het papier verslaat

Het boek dat sluit
Het waaien van je as

 

Harnas

Ik zou je armen als harnas willen
Gevangen, dichtbij
Glimmend van trots

Geen mens ter wereld die mij raken kan

 

Waterval

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer mensen vechten met wapens van woorden.
De woorden vermoorden.
Krantenpapieren in verdorde schaamteloosheid.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer de muziek sterft.
Alleen mijn zonden om mij heen.
Dansen tot de naald een nieuwe plaat kust.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer wij denken dat dit het beste is.
De wereld begraven in geld, religie en macht.
De dwazen blind.
Ik wou dat ze zagen hoe hard ik huilen kon.

 

Vincent Corjanus (Zwolle, 17 april 1995)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

´s Zomers

Dunbevolkt het land.
De gigantische velden en machines ten spijt
Liggen de dorpen slaperig
In buksboomtuinen; de katten
Treft zelden een steenworp.

In augustus vallen sterren.
In september geeft men het sein voor de jacht.
Nog vliegt de wilde gans, flaneert de ooievaar
Door gifvrije weiden. Ach, de wolken
Als bergen vliegen ze over de wouden.

Als men hier geen krant heeft
Is de wereld in orde
In de pruimenmoesketels
Weerspiegelt zich mooi het eigen gelaat en
Vuurrood lichten de velden op.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: November

“De vrouw zag eruit alsof ze wilde sterven. Ze zag er ook uit alsof dat binnen afzienbare tijd vanzelf zou gebeuren, als ze haar vandaag niet zouden helpen. Toch was ze hier, in de handen van de buren van Bird Street, en droegen ze haar die namiddag de bossen in. Ze heette Ann Olsen Dickinson en het belangrijkste, dacht Ralph Lewis, was dat ze eruitzag alsof ze er vrede mee had. Ralph en zijn buurvrouw Elizabeth Aikman hadden de afgelopen weken meerdere lange gesprekken met mevrouw Olsen Dickinson gevoerd, maar Ralph had genoeg ervaring om te weten dat je hun echte motivatie pas in hun ogen kon zien in het uur van de waarheid. Soms voelden ze zich een last voor hun familie. Vooral de ouderen en de chronisch zieken. Als Ralph ook maar iets anders in hun ogen zag dan zelfbeschikking blies hij de operatie 4 last minute of niet. Dan was het ethisch niet te verantwoorden. Ralph Lewis was rechter bij de King County Superior Cour in Seattle, maar om dat te zien hoefde je geen rechter te zijn. Daarvoor moest je mens zijn. Bij Ann Olsen Dickinson was het glashelder ze was er klaar voor. Dat bleek niet alleen uit de schade die haar verwoestende ziekte op haar lichaam had aangericht — de witte stoppels op haar kale schedel, de broodmagere klauwhanden, het verschrompelde, ingevallen gezicht dat bleek als een leeggelopen maan in haar wollen sjaal verzonken lag. Nee, terwijl ze haar in de stromende regen op haar draagkoets tussen de lariksen door tilden, verkeerde mevrouw Olsen Dickinson in een staat van ultieme gelukzaligheid. Ze praatte honderduit. ‘Och, moet je nu toch kijken,’ zei ze, met een stem die kraste als die van een kraai. ‘Al die lichtjes. En die muziek! Hebben jullie dat allemaal voor mij gedaan?’ Elizabeth, die geen moment van haar zijde week, glimlachte onder haar druipende regenkap. ‘Natuurlijk, Ann. Het moet perfect zijn. Voor minder doen we het niet.’ ‘Het is prachtig.’ Er klonk een fluitend geluid toen ze inademde en ze kreeg een hoestbui. Elizabeth legde een hand op haar rug en toen liet voorbij was, schonk ze dampende thee in de dop van haar thermosfles en gaf het aan de zieke vrouw. Deze nam het aan en bracht het langzaam naar haar mond. Het meeste kwam in haar sjaal terecht, maar haar gekloofde, ingezalfde lippen wisten tenminste iets ervan naar binnen te slurpen. Je bent een schat,’ raspte ze toen ze weer bij stem was. ‘Jullie zijn allemaal weldoeners.’ Ralph voelde iets prikken op zijn schedel, waar de zenuwbanen samenbundelden en de eerste vibratie van ongemak door zijn lichaam zonden. Ja, het moest perfect zijn; in zoverre had Elizabeth niet gelogen. Ze wilden degenen die ze naar de bossen achter hun huis brachten een transcendente ervaring geven. Dit deel van het Snoqualmic National Forest — het reservaat aan de rand van Lock Haven, Washington, dat met een hoog, overwoekerd gaashek was afgezet en eigendom was van de McKinleyclan — strekte zich mijlenver uit op de westhellingen van de Cascade Mountains. Er liep maar één pad naar binnen, dat de South Sunday Trail werd genoemd. Het begon op het landgoed van de McKinleys, achter een roestkleurige ijzeren poort in een stenen afscheidingsmuur, die het hele jaar hermetisch was afgesloten.”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Einde van het jaar

Deze herfst werden de atoompaddestoelen
In de kranten zo vertrouwd
Dat bij het bekijken van de foto’s
Esthetische categorieën zich aandienden
De situatie van de blauwe planeet was overzichtelijk
Het woord neutronenwapen dook dikwijls op
Net als zijn broertjes benzineprijs weerbericht
Het werd alledaags als oproepen tot vrede.
Mijn kind heeft op school een één gehaald
Wat moet ik zeggen het kost al inspanning
Zijn aanblik de onschuld te verdragen
En wij leven ons onwaarschijnlijk
Avontuurlijk leven corrigeren de één
Het kind gaat naar school wij planten bomen
Horen het proefalarm de ABC-wapen-waarschuwing
Kennen de verhalen van de militairen aller landen.

 

Vertaald door Hans Ester

 

In de golven

De zee zo
Groen en zo open
Ik heb mijn voeten
in het water
In de golven
Zie ik vissen
De zomer de
zomer is gekomen
Bij jou.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

The Empty Tomb (Clara Ann Thompson), Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

 

Bij Stille Zaterdag

 

Het lege graf door Michail Vasiljevitsj Nesterov, 1889

 

The Empty Tomb

Calv’ry’s tragedy is ended;
They have laid Him in the tomb,
And with jealous care, His enemies have sealed it;
But they cannot keep Him there,
For an earthquake rends the air,
And an angel rolls away the stone that closed it.

None are there to greet the Savior,
As He leaves the open tomb,
All forgotten are the promises He gave them;
And the women wend their way
To the tomb, ero it is day;
Not in faith, for death’s sad emblems bring they with them.

Oh, the darkness of that morning,
When they stood before His tomb,
With the spices and the ointments to anoint Him!
And I hear sad Mary say:
” They have taken Him away,
And I know not, and I know not where they’ve laid Him. “

Oh, ye ones of faithless doubting!
Know ye not what Jesus said,
While in life, His toil to you was freely given?
Now ye stand, with hearts of woe,
While your bitter tears doth flow,
Knowing not your Lord and Savior has arisen.

Then the Savior speaks to Mary,
And at first, she knows Him not,
For her eyes are darkened by her doubts and sadness;
Then, He speaks to her again,
Gently calls her by her name,
And she greets her risen Lord with wondrous gladness.

Often in the Christians’ struggle,
When the battle rages sore,
And on ev’ry side the bitter foes assail them,
E’en like her, they sadly say: —
” They have taken Him away,
And I know not, and I know not where they’ve laid Him. “

And, like her, with bitter weeping,
As they face the empty tomb,
All His promises and wondrous deeds forgotten,
If they’d turn, they’d find Him near,
With such loving words of cheer,
That they’d know ’twas doubt, that made them feel forsaken.

 

Clara Ann Thompson (22 januari 1869 – 18 maart 1959)
De United Church of Christ in Sycamore. Rossmoyne, de geboorteplaats van Clara Ann Thompson behoort tot de Sycamore Township in Ohio.

 

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: Orakel

“Al zal het dan nooit wat worden, had hij gedacht, terwijl hij met zijn adem het raam besloeg en er hartjes in tekende die meteen weer vervluchtigden, laat me dan in ieder geval van je houden.
Dramaqueen, zou Emma bijna zeker hebben gezegd, als ze hem zo had kunnen zien.

Zijn moeder stond erop dat hij zijn parka en wanten aan zou trekken, waardoor hij er een beetje belachelijk uitzag – ‘Net het Michelinmannetje,’ lachte ze tot zijn ongenoegen – maar zodra Luca zijn Cannondale uit de schuur had gehaald en de Parklaan op fietste, was hij toch dankbaar dat hij ze had. De kou beet in zijn warme, onvoorbereide wangen, die op slag gevoelloos werden. Goed, het was een Hollandse december en het vroor maar een graad of twee, maar tot dan toe was het najaar buitengewoon zacht geweest en het verschil in gevoelstemperatuur maakte dat hij rilde tot op het bot. Hij trok zijn capuchon strakker aan en begon stevig te trappen om warm te worden.
Het schemerde nog en in de mist zag alles er een beetje vreemd uit. De bomen en de geparkeerde auto’s waren vormen die pas herkenbaar werden als je er heel dichtbij was, en lichten zweefden dof en geheimzinnig in het niets. In de mist verschenen en verdwenen dingen, dacht Luca. Het had iets griezeligs.

Emma stond op het pleintje voor de snackbar te wachten met haar te grote Gazelle tussen haar benen. Toen ze hem zag stopte ze haar telefoon weg. ‘Hé Luca!’
‘Echt, fuck jouw hockey. Ik sterf van de kou.’
‘Laten we gaan dan, dommie, dan word je snel genoeg warm. Leuke parka, trouwens.’
‘Haha.’
‘Nee, ik meen het.’
Luca zág dat ze het meende – dat zag hij aan haar grote, amandelvormige ogen, die net iets verder uit elkaar stonden dan bij andere meisjes, en die niets dan genegenheid uitstraalden – en voelde zich onmiddellijk rood worden. Met haar lange beige jas, wollen sjaal, leren handschoenen en gebreide muts zag Emma er zeer zeker niet belachelijk uit. Haar fiets, die van haar zus was geweest, maakte het af: ze leek volwassen. Luca begon zich alweer te schamen, eerst voor zijn eigen voorkomen, en vervolgens voor welk effect zij op hem had. Elke keer. Luca Wolf was niet bijzonder populair maar kon onder druk altijd wel een treffend of grappig weerwoord geven, waardoor hij prima in de groep lag. Maar in bijzijn van Emma’s natuurlijke zelfverzekerdheid was het net of zijn brein soep werd.”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Bij de witte viooltjes

Bij de witte viooltjes
In het park zoals hij mij opdroeg
Sta ik onder de wilg
Ongekamd oudje bladloos
Zie je zegt ze hij komt niet

Ach zeg ik hij heeft zijn voet gebroken
Een graatje ingeslikt, een straat
Werd plotseling omgeleid of
Hij kan niet aan zijn vrouw ontsnappen
Veel dingen belemmeren ons mensen

De wilg zwaait en kraakt
Het is mogelijk dat hij al dood is
Hij zag bleek toen hij je onder je jas kuste
Kan best wilg kan best
Dus laten we hopen dat hij niet meer van me houdt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

Martinus Nijhoff, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

Deze echter, uit stil verweer,
legde de pen zelfs niet neer,
schoof geen stoel bij, keek niet op. –
Er zat voor de geest niets op,
dan dat hij weer ontsteeg
naar zijn ballingsoord, blauw en leeg
tussen aarde en zon.
Even keek de compagnon
de gewillige na op zijn vlucht,
peinsde, zag in de lucht
een wolkje, en zag dat daar ging
nog steeds die vreemdeling,
nog steeds die man door de straat.

Maar, naar zich horen laat,
– want langzaam kwam men bij
uit de diepe mijmerij
en de man liep betrekkelijk vlug –
men zag hem nu op de rug.
Men had hem niet bepaald
feestelijk ingehaald;
daar was ook geen reden voor;
maar gelukkig liep hij door,
en toen de waarschijnlijkheid
dat men hem weldra kwijt
en voorgoed kwijt zou zijn,
bij elke stap terrein
en aan waarschijnlijkheid won,
gaf heel de straat, kortom
ieder en iedereen
– met uitzondering van één,
en wie aandachtig las
weet dat het de rechter was, –
gaf, behalve de rechter dan,
geheel de straat den man
– sit verbo venia –
het heilig kruis achterna.

Maar voor de zoveelste keer
prees men de dag aleer
de avond was gedaald.
Men heeft leergeld betaald,
de man was de straat nog niet uit.
Plat tegen de vensterruit,
met het vitrage-net
bloedrood in het voorhoofd geplet,
kon men hem nog zien gaan.
Toen heeft zich iets voorgedaan
dat alle beschrijving tart.
De schrik sloeg de straat om het hart.
Kokend van woede, doodsbleek,
de vuisten gebald, bekeek
men het ontzettende dat
beneden voortgang had.

 

Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)
Herdenkingspostzegel uit 1954

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

In de zomer

Dunbevolkt is het land.
Ondanks enorme velden en machines
Liggen de dorpen slaperig
In buxustuinen; de katten
Raakt zelden een steenworp.

In augustus vallen sterren.
In september wordt de jacht aangeblazen.
De grijze gans vliegt nog, de ooievaar stapt nog
Door ongerepte weilanden. Oh, de wolken
Als bergen vliegen ze over de bossen.

Als je hier geen krant bijhoudt
Is de wereld in orde.
In pruimenjamketels
Wordt je eigen gezicht prachtig weerspiegeld en
Vurig rood gloeien de velden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijves van de 20e april ook mijn blog van 20 april 2020 en eveneens mijn blog van 20 april 2019 deel 2 en ook deel 3.

Vincent Corjanus, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter Vincent Daniel Corjanus werd geboren op 17 april 1995 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Vincent Corjanus op dit blog.

 

Soldaten van Cura

Stemmen uit mijn telefoon.
Hoe het gaat.
De stilte,
het hardste geluid.
Mijn gitaar blijft hangen aan de muur
voor de reizen van later.
Wanneer we elkaar weer mogen zien.
Jouw hand,
mijn hand
in gedachten.
Het schetsboek haalt adem.
Geen gedicht gekregen van de muze
tot vandaag.
Al mag ik niet schrijven.
Al mag ik niet verdwalen
in mijn eigen poëtische vlindertuin.
Geen inkt verzacht
een lach van tranen.
Er is hoop.
Er is hulp.
Soldaten van Cura.
De bestrijders van de eeuwige nacht.
Dromen zijn niet verboden.
Daar omhels ik je teder
en koester ik jou
voorzichtig
van een afstand.

 

Een vergeten passage

Oostende.
Barcelona.
Boekarest.
Praag.

Er werd gedanst
van vroeg in de morgen
tot vandaag.

We zien kleuren in foto’s.
Slecht geprint.
Waar we misschien eens of nooit meer
onszelf zijn.

 

Vincent Corjanus (Zwolle, 17 april 1995)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Trieste dag

Ik ben een tijger in de regen
Water maakt een scheiding in mijn vacht
Druppels druppelen in de ogen

Ik schuifel langzaam en gooi mijn poten
Langs de Friedrichstrasse
En ben in de regen afgebrand

Ik beuk me een weg door auto’s bij rood licht
Ga naar het café voor bittertjes
Vreet het orkest en schommel verder

Ik brul de regen op scherp bij de Alexanderplatz
De wolkenkrabber wordt nat, verliest zijn gordel
(Ik grom: je doet wat je kunt)

Maar het regent op de zevende dag
Ik ben boos tot aan de wimpers

Ik bries de straat leeg
En ga zitten onder eerlijke meeuwen

Ze kijken allemaal naar links de Spree in

En als ik, enorme tijger, huil
Begrijpt u: ik bedoel, hier zouden
nog andere tijgers moeten zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: Orakel

“Er lag die ochtend mist over het land, en daarom waren Luca Wolf en Emma Reich de eersten die het schip zagen. Later zou Luca zich afvragen hoeveel mensen er al op weg naar hun werk voorbij waren gereden, zich onbewust van wat daar vlakbij in het veld tegen de duinen verborgen had gelegen. Zij hadden niet geweten hoe rakelings ze op dat moment hun noodlot hadden gepasseerd. De lucky ones, zou Luca ze tijdens het verhoor noemen – geen politieverhoor; de mensen die hem aan de tand zouden voelen wáren helemaal geen politie. In zijn stem zou een sterke verbittering te horen zijn, want met zijn dertien jaar had hij, geïnspireerd door de Netflixseries die hij keek, een behoorlijk gevoel voor drama. Daarna zou hij in huilen uitbarsten en wensen dat ze zelf zoveel geluk hadden gehad.
Emma en hij waren zoals elke doordeweekse ochtend met de fiets op weg naar school gegaan, maar als het aan Luca had gelegen was dat niet eens gebeurd. Toen hij nog half gevangen in de warmte van de slaap uit het raam had gekeken, was de wereld buiten stil en donker geweest. Toch had hij twee dingen gezien: dat de lamp bij de schuur werd omgeven door een halo van dichte mist en dat de goten en de dakpannen waren bedekt met rijp.
Met een zucht had hij zich terug op bed laten vallen. Hij opende Snapchat, nam een selfie waarop hij een gezicht trok dat al het lijden van de wereld uitdrukte en stuurde: Bussie nemen dan? En een kussende smiley.
Dramaqueen, stuurde Emma terug. En ook een selfie. Zíj al helemaal opgefrist en aangekleed, natuurlijk; met haar geborstelde weelderige rode haar zag ze er tiptop uit. Ze moest na school door naar hockey, zei ze, en moest dus wel met de fiets. De twee roze hartjes die ze meestuurde maakten veel goed, ook al wist Luca dat die puur vriendschappelijk waren.
Emma Reich zag er, volgens de bescheiden mening van Luca Wolf, eigenlijk altíjd wel tiptop uit. Ze kenden elkaar al sinds de kleuterschool en waren in groep zeven even vriendje-vriendinnetje geweest, meer iets kinderachtigs dan een echte relatie, maar Luca was al lang geleden ge-friendzoned. Hij was sowieso geen boyfriend material, zoals de meisjes in de klas dat noemden: als zíj eenmaal op de middelbare school zaten keken ze alleen nog naar gasten uit de bovenbouw. Het was het wrede lot van iedere jongen van dertien, maar Luca had er vrede mee gehad… tot hij recentelijk toch wat voor haar was gaan voelen. Iets serieus, dit keer.”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

THE LAST OF NOVEMBER

Eerst naar de wisselkantoren bij de dierentuin
de laatste zilveren paardjes uit alle
jaszakken
wisselen – een geweldige koers
er bleef nog iets over
De wind, de wind, onhemels kind
blies ons in een prachtige cabriolet naar de Reichstag
sneeuwbessen druppelden
kleine dieren ritselden op de vreselijke plek
op sommige plaatsen groene kalk
dat is de muur
torentjes en observatieplatforms hier en daar
registreer alles zegt hij
zoals Hemingway op zijn terugtocht in Spanje
het stinkende paard
we reden en vlogen drie keer rond de kersvers
vergulde engel
ontmoetten onze dode dichters in hun voertuigen
ze vlogen sneller en mooier dan wij.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

Martinus Nijhoff, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

O, die olie verspeeld
was geenszins verspild geweest!
Eén ogenblik had de geest
in vergezichten gedwaald
en was, door het oog van een naald,
als de kemel, binnengegaan.
In welk land kwam hij aan?
Op aarde. – In eigen land. –
Gelijk een maan was de hand
die over het voorhoofd gleed
en door een dauw van zweet
zich langzaam voortbewoog;
en ook het starend oog,
dat wijd open bleef staan,
het deed meer aan een maan
denken dan aan een zon.
Maar weldra, uit dooiende bron,
ontsprong, sprongsgewijs, het bloed,
en reeds spoelde op die vloed
– zoals na onweer een boom
de rivier afdrijft – de droom
met wat hij aanrichtte uit zicht.
Men ademde als verlicht
het amen na van een preek.
De geest, toen hij nederstreek
uit het ledige zwerk
en thuiskwam onder de zerk
van vast werk en dagelijks brood,
was dankbaar dat deze dood
hem bevrijdde van ruimtevrees.
Hij was, terug in het vlees,
moe, weliswaar, zeer moe,
maar was, platgezegd, blij toe
met dit vlees, zo zwak het was:
geen zo groot tekort in kas
dat niet geschoven kon
op die gebrekkige compagnon
die ’t lot hem beschoren had. –
Maar kijk, die metgezel zat
alweer aan het schrijfbureau
te zwoegen, en wel zo,
dat de geest, beschaamd neerziend
naar die trouwe, arbeidzame vriend,
niet dan een lastige traan
verdrijvend tot hem dorst gaan.

 

Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)
Portret door Joop Sjollema, 1944

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Reis II

1
Maar het liefst reis ik met de trein
Door mijn kleine verwarmende land
In alle seizoenen: de winter
Werpt sporen van vergeten koolplantages
Door het raam, ik zie de contouren van de kale bomen
Fijne lijn rond de takken ze komen dichterbij
Keren om verlaten me weer

2
In ‘t voorjaar loopt de fazant voorbij
Zijn gouden paardebloemveren
Maken hem kostbaar, ik vrees voor hem
Dan is hij al weg, gebroken aarde
Ligt schaamteloos langs de spoorbaan maar
Bij het baanwachtershuis wordt zij geëgaliseerd
Door madeliefjes pioenrozenstruiken en viooltjes
Ik kan de zomer al zien dan
Wordt het gevleugelde wiel rood geverfd
De baanwachter legt uit stenen
Goede wensen aan de reizigers

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijves van de 20e april ook mijn blog van 20 april 2019 deel 2 en ook deel 3.

Antoon Coolen, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Antoon Coolen werd geboren in Wijlre in Zuid-Limburg op 17 april 1897. Zie ook alle tags voor Antoon Coolen op dit blog.

Uit: De goede moordenaar

“En die deur zette hij in het deurgebint zonder scharnieren. Hij zette ze er zoo maar tegenaan. Hij had in zijn huis geen vloeren gelegd. Hij liep op het geel zand. Hij had een bedstee. Hij had eenen breeden voet van eenen boom mee de dikke stompen van de afgebroken wortelen er nog aan. Dat was zijn tafel, dit stuk boomstam, aan den bovenkant glad afgezaagd. En hij had eenen stoel. Dit was alles wat hij had. Hij zat er in zijn huis verscholen. Op een uur in den morgen en een uur in den avond kwam hij hier of daar uit naar buiten gekropen en ging loopen rontelom zijn huis. Onder de wilgen en de canada’s bleef hij soms even staan, dan was het net krek precies of hij ergens naar luisterde. Misschien luisterde hij naar het geruisch van de bladeren. De zomers kwamen, de zomer wier oud. Het herfsttij en de winter kwamen en teekenden de boomen en het uitzicht. De kluizenaar kroop in en uit zijn huis. Het was, als ge hem ’s avonds zaagt loopen of pal stil zaagt staan, eenen gruwelijken mensch om te zien, ‘nen grauwen mensch, en zijn ringbaard groeide in den tijd. Hij liet zijn eigen zijn voedsel aanreiken door het gat in de deur. De planken in deur en raamgebinten waren grauw. Hij had de muren ook niet afgevoegd. Het huis had maar korten tijd zijnen staat van nieuwheid. Er zaten tusschen de roode nieuwe steenen ook heele plekken van grauwe en bruine stenen, die de kluizenaar hier of daar van afbraak had gekocht. Er kwam nooit iemand in zijn huis. Die hem wat brengen moest kwam nooit verder dan voor de deur, de deur daar was ter manshoogte dat gat in. Maar men gluurde wel eens door de reten der planken voor de ramen. In een lichtkier zaagde ge dan het geel zand van den grond en het stuk boomstam, en den stoel scheef tegen den muur.”

 

Antoon Coolen (17 april 1897 – 9 november 1961) Borstbeeld van Antoon Coolen in Deurne

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

’s Ochtends had ik wijn gedronken omdat de zon zo brandde

’s Ochtends had ik wijn gedronken omdat de zon zo brandde
Ik lag op koel parket las oude boeken waarin
Kleine dieren al jaren thuis waren, zij
Aten van de lijm soms een komma, de tekst
Kon ik evengoed volgen: het waren fata over
Zee-vaart en schip-breuk

“s Middags lag er een jongen op het strand hij was
Zeker aangespoeld ik was niet verrast
Populiervlokken vlogen omlaag de ekster
Zocht gretig naar zijn ogen die waren licht
Nodigden me uit om te gaan zwemmen – ik verdreef
Een witte spin van zijn teen, vocht tegen de mug
Een golf kletterde op de oever, hij begon
Mijn vingers te kussen ik was ontvankelijk
En noemde hem teder
toen ruiste het water
Het rees op sloeg over hem heen
Het meer kookte stond op strekte zich uit nam hem terug
Katten sprongen terzijde en lachten

’s Avonds zat ik in de appelboom en keek uit over het water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook  mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.