Tsead Bruinja, Judith Beveridge

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

Wij spelen wasbord op de onderkaak

wij spelen wasbord op de onderkaak
van een dode koe

op de binnenplaats
klampt de zomerregen
zich vast aan de cactussen
schreeuwen de papegaaien
de veranda blank

waar de buurman met zijn barbecue

en ik maar controleren
of niet alles tegelijk vlam vat

omdat ik denk dat woorden
de vorm van een wolk
kunnen veranderen

omdat de zon
een meisjesgezicht

terwijl ik eigenlijk wil weten
of het wat uitmaakt

samen of apart verbranden

 

 

Je koude handen om de voorraad

de wieg en het vuur
de wieg in brand
de brand in de wieg
de wiegende brand
de brand aan je kont
de bliksem in je bol
de lach aan je kont

het velours trainingspak is een aardappelschil die je in een keer uit moet kunnen krijgen
in een keer de helix dat truttige liedje van haar natte lijf

de vrachtwagen
tegen de garagedeur
van het magazijn
van de supermarkt
de vrachtwagen
in de winter

jij wilt dat baantje hè

jij wilt dat baantje
met uitzicht op de dampende pan rijst
buitengezet door de vriendelijkste chinezen
om af te koelen in die open deur
van dat restaurant

onmogelijk

de mussen vlieren af en aan
je koude handen om het ijzer
de containers met voorraad
zijn handen in de winter

de containers met lege flessen

misschien wordt het wel knokken

 


Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Australische dichteres en schrijfster Judith Beveridge werd geboren in 1956 in Londen, Engeland. Zie ook alle tags voor Judith Beveridge op dit blog.

 

Mulla Mulla Beach

Voordat de zee een mijl verderop stopt,
hoor ik de schoepen van vissers die de rotsen raken

en hun haspels beginnen te knarsen als fietstandwielen.
Het zand is glad, op het wier na,

kwalachtig helder als chirurgische handschoenen.
Ik kijk naar de mannen die de hele dag vissen, ogen strak

op het water gericht, die geboren zijn met de zee altijd in hun oren.
Een plek sijpelt door in de stem

van elke inwoner. Ik loop waar sponzen groeien
als vochtige gist, een nieuwe wereld voor mij,

maar vertrouwd. Ik pers de zee eruit.
Een deel van die heldere stem sterft weg.

Het is het gesprek van mensen die hier het hele jaar door wonen,
die gewoon met rust gelaten willen worden.

Nu, bijna in het donker, kleeft er een dode confetti
van visschubben aan de rotsen.

Er is geen woord, behalve het geluid van de door zee en getijden gekeerde schelpen
die rustig heen en weer bewegen als oeverlopers:

hoewel er soms een lijn is, een gemurmel
dat zich in en uit de schelpen wikkelt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Judith Beveridge (Londen, 1956)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 17 juli 2023 en ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Eckhart Nickel, Ralf Thenior

De Duitse schrijver en journalist Eckhart Nickel werd geboren op 2 juni 1966 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Eckhart Nickel op dit blog.

Uit: Punk

„Gespenstische Stille erfüllte den Saal, niemand traute sich, auch nur einen Finger zu rühren. Irgendwann aber begann wie bei einem dieser modernen Stücke, wenn das Publikum sich nicht ganz sicher ist, ob der letzte gewaltige Ton auch wirklich den Schluss der Partitur bedeutet, jemand weit hinten zaghaft zu klatschen. Der Applaus entwickelte sich erst zögerlich, wuchs aber bald zu einem immer stärker anschwellenden Tosen, das, wie ich eingetrübt durch meine Tränen sehen konnte, selbst unsere Klavierlehrerin nicht unbewegt zu lassen schien. Obwohl ihre Lider immer noch ruhten, begann sie langsam und beständig zu nicken. Wahrscheinlich aus Angst davor, was nach dem Klatschen kommen würde, hörte das Publikum lange nicht auf. Keiner wollte der Letzte sein, und so ging es immer wieder
von vorne los, nur in ständig schwächer werdenden Wellen, bis es wirklich vorbei war. Madame Frambois6e erhob sich und ging getragenen Schrittes zum Pult mit Mikrofon, das auf ihrer Seite der Bühne stand. Sie richtete den Blick nach oben über die Menge hinweg, als könnten in einer derartig kompromittierenden Situation nur noch die Götter selbst als adäquate Ansprechpartner dienen. Ihre Stimme zitterte, der französisch eingefärbte Tonfall, der sonst eher streng klang wie die französisch eingefärbte Tonfall, der sonst eher streng klang wie die Betonung eines höfischen Rituals, wirkte nun trotz des sarkastischen Tons fast schon zerbrechlich: »Wir bleiben mit unserem nächsten Kandidaten nach Mozart, von dem man, wie sie ja sehen und hören durften, nie genug bekommen kann, direkt beim Thema: Erik ist nicht nur der Vorname des Schülers, nein, auch des Komponisten, den er uns vorstellt mit seinen Vexations, zu Deutsch in etwa Quälereien, ein Werk, dessen Motiv der endlosen Wiederholung und Variation schönste Erinnerungen an meine eigenen Klavierstunden weckt und als absolutes Meisterwerk, ja als Vorreiter der seriellen Musik gilt. Viel Vergnügen mit Satie!« Sie schaute fahrig in die Menge, als ob sie Ihren Schüler mitten im grellen Gegenlicht entdecken könnte. Ich fragte mich, ob sie schon vor dem Konzert zu trinken angefangen hatte.
Nach jeder Stunde geriet ich mit Kirsten tierisch aneinander, weil wir uns nie einig werden konnten, was sich hinter dem speziellen Odeur von Madame Framboisee verbarg. War es ein exklusives Eau de Parfum aus Paris, das sich einfach nur sehr unglücklich mischte mit ihrem Make-up, dessen Puder nach Moschus und Vanille duftete, dem kokoslastigen Haaröl ihrer Dauerwellen-Mähne und der Schweißbildung unter den Kunstfaser-Ärmeln ihrer schreibunten Blumenblusen, mit denen sie ihre Leibesfülle so elegant kaschierte?“

 


Eckhart Nickel (Frankfurt am Main, 2 juni 1966)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Oude man in het winterpark

Onder zijn muts de hemel,
in zijn milt een vlucht meeuwen,
dun ijs in zijn broekzakken.
en schimmel in zijn rechterschoen,

Een winterig licht in zijn kniegewricht,
Dat luchtig de leegte draagt,
Hij staat daar recht als een pijnboom,
spoedig tot planken verzaagd.

 

Vertaald door Tsead Bruinja

 


Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e juni ook mijn blog van 2 juni 2021 en ook mijn blog van 2 juni 2019 en ook mijn blog van 2 juni 2018 deel 2.

Wiel Kusters, Connie Wanek, Ralf Thenior

De Nederlandse dichter, schrijver en letterkundige Wiel Kusters werd geboren in Spekholzerheide op 1 juni 1947. Zie ook alle tags voor Wiel Kusters op dit blog.

 

Hohner

In een la van de keukenkast
lagen de sigaretten van mijn vader
een boekje over eerste hulp bij ongelukken
(een man is uit voorzorg op een plank gaan staan
en trekt met een wandelstok
de elektrische draad
van het lichaam van de geëlektrocuteerde ander)
een alarmpistool –
veel dat mij is ontschoten
en een mondharmonica van het merk
Hohner – The Echo Harp.

Op het doosje een berglandschap
een houten huis
rook uit de schoorsteen
en op de voorgrond een man
die een pad bewandelt
naar ons toe.

Mijn broer bespeelde The Echo Harp
La Paloma
of schoot met het pistool
wanneer hij niet tekende, schaakte, las
of al het andere waar hij
goed in was.

Nooit kwam ik tot muziek
op zijn Hohner
nooit tot iets anders dan een sireneachtig
in en uit van adem

wel proef ik het hout
ruik daarvan de wat zoete geur
wanneer het vochtig wordt
van mijn speeksel
voel hoe mijn mond
dorstig wordt en droog.

Het is geen muziek
waarmee mijn broer nu
uit het gebergte van zijn dood
nader treedt

het is een ademen
een ademen alleen
in in in

en een janken
zoals vroeger nooit
door hem
geuit.

 

Broer

Zolang je Kaspar Hauser was
bleef je ongeboren
en wat ik later van je las
lag als adem op mijn ruit
bevroren.

Ik wist niet hoe jij jezelf verstond.
Ik adem op jouw woord
en zie hoe dit zich smelten laat
maar ook hoe je ontdooiend spreken
jou verstoort.

 

Vis een visser, met vis in zijn schuit

Ik zwem door mazen, maar er is geen net,
kan alle kanten op, ook achteruit.
Mijn soort is in dit water uitgezet,
maar vissers hebben het voor ons verbruid
door niet te talen naar de oude wet
dat zelfs het water zijn beperking kent
voor wie er uit de maalstroom wordt gered
omdat hij snel voorbij zijn kieuwen zwemt.

Ik ben een vis, ik ben een hele school
tot in mijn graten toe, die niemand eet.
Vermenigvuldigd door die ene angst:
dat ik ontkomen zal bij elke vangst,
dat ik de enige ben die men vergeet,
die als ondood door zijn woorden doolt.

 


Wiel Kusters (Spekholzerheide, 1 juni 1947)

 

De Amerikaanse dichteres Connie Wanek werd geboren op 1 juni 1952 in Madison, Wisconsin. Zie ook alle tags voor Connie Wanek op dit blog.

 

The Coin Behind Your

Before you knew you owned it
it was gone, stolen, and you were a fool.
How you never felt it is the wonder,
heavy and thick,
lodged deep in your hair like a burr.
You still see the smile of the magician
as he turned the coin in his long fingers,
which had so disturbed your ear
with their caress. You watched him
lift it into the light, bright as frost,
and slip it into his maze of pockets.
You felt vainly behind your ear
but there was no second coin,
nothing to tempt him back.
No one cared to know why he did it,
only how.

 

BROOM

A blossom on its long stem
the broom is a hag of a tulip.
It is a woman who tics back
her hair with wire,
who wears burlap,
who eats clay.

For its fidelity
the broom has been granted
the ability to carry the witch
to the clouds. Who was the first
to slip it between her legs
and vanish?

 


Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Oud worden met Penelope Cruz

Kijk niet naar de huid
dat is bijzaak
kijk naar de hersens
als je kunt
natuurlijk wil je
stokoud worden ouwe bok
met het oog op die zeventienjarige
meisjes maar dat vriend
is belachelijk kijk nou eens
naar Penelope haar rimpels
verdiepen haar lachje
weven het doek

 

Vertaald door Tsead Bruinja

 


Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e juni ook mijn blog van 1 juni 2020 en eveneens mijn blog van 1 juni 2019 en ook mijn blog van 1 juni 2018.

Tsead Bruinja, Judith Beveridge

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

Het geld het fruit en de familie

als ze nat van de regen thuiskomt op de dag dat haar vakantiegeld net binnen is
jij je hand op haar heupen legt en de kleine huidplooi zachtjes in de
muis van je hand kruipt je tegen haar billen duwt je haar het hematasje
uit handen neemt het op tafel legt
en haar voorzichtig naar de trap manoeuvreert

dat ze dan een beetje tegensputtert
dat je haar in haar nek zoent
aan haar bloesje frunnikt

en je vader belt zonder zijn naam te zeggen

een stem waar je al tweeëndertig jaar naar luistert
maar die je niet meteen herkent

vijftien jaar oud

zes uur ’s ochtends en over een uur de bus
een oud washandje of een sportsok
in een broodtrommel
onder het bed
de wehkamp

wat je ruikt is niet de vis die rot
maar de vis die fermenteert

dat ze lacht naar haar portemonnee naast de fruitschaal

en ik me als een kat
in mijn nekvel
gegrepen voel

door het geld het fruit
en de familie

 

Alarm

iemand sprak hem aan en de aap lachte minzaam voordat hij
iets terug zei minzaam alsof hij een marmot aan fred oster gaf

het is eigenlijk gewoon sjoelen met de ogen dicht dit praten
wachten op de bus met je rug naar de weg

elk schijfje als een man in een druk café blij
dat hij de wc bereikt heeft

een vuilnisman parkeert zijn truck
naast de pianozaak

een nieuwe minnaar een huis waar je hopelijk
een stoel of bank in verschuiven mag

dan een gezicht met een lui half dichtgeknepen en een gewoon oog
drie tempi die in dat orkest een andere maat de mond die rustig spreekt
het ene oog dat normaal knippert en het andere dat onregelmatig

hun opstelling is kortom
een fiasco

hier moeten wel twee mensen spreken denk je
hier moeten wel twee ongelijke stellingen worden geuit
terwijl je mond en ogen aan elkaar probeert te verbinden

denk erom wat je met je jassen doet

en in de straat weer dat autoalarm

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Australische dichteres en schrijfster Judith Beveridge werd geboren in 1956 in Londen, Engeland. Zie ook alle tags voor Judith Beveridge op dit blog.

 

De saffraanplukkers

Het is noodzakelijk om 150.000 krokussen te plukken
om één kilo saffraan te verkrijgen.

Binnenkort hurkt ze weer boven elke krokus,
voelt hoe de weegschaal, bepaald door het lot, door tegenslag
een ontzagwekkend zware last is: een tegenwicht

tegen de tijd. Binnenkort werpt de zon zijn schaduwen
op de gezichten van haar kinderen. Zij kent
vergelijkingen: hoeveel stigma’s brengen elke dag in balans

met de volgende; hoeveel dagen delen
die ene maaltijd op; hoeveel rondjes van een glanzende
tafel moet de zon afleggen voordat genoeg geel

een lepelvol zwaar maakt. Ze spreidt een doek uit,
roept naar de concurrerende nullen van haar kinder-
monden. Een schortvol wordt haar standaard –

en die paarse velden van oneerlijke equivalentie.
Altijd dat gewicht in haar schort: de onopdeelbare
honger die nooit de lichtheid van bloemen heeft.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Judith Beveridge (Londen, 1956)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 17 juli 2023 en ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Wiel Kusters, Connie Wanek, Ralf Thenior

De Nederlandse dichter, schrijver en letterkundige Wiel Kusters werd geboren in Spekholzerheide op 1 juni 1947. Zie ook alle tags voor Wiel Kusters op dit blog.

 

Parabel

Nog geen dag of drie logé geweest
of heel mijn heimwee vierde feest.

Mijn tante was mijn moeder niet,
terwijl ze op haar leek.

Mijn vader zag ik nergens meer,
mijn oom leek op mijn neef.

Ik wist nu niet wie wie nog was
en sliep niet meer voor straf.

De huiswei bood nog apppels aan
de ochtend van vertrek.

Ik raapte ze voor thuis en dacht:
Kijk, Mam, ik heb iets meegebracht.

Mijn koffertje was bijna leeg,
want tante hield de vuile was.

De appels rolden bonkend rond.

In de bus was ik beschaamd:
te vroeg ging ik naar huis.

Mijn koffertje lag in het rek.
Het wegdek had een zere plek –

daar lag mijn koffer op de grond.
Appels door de hele bus.

Ik raapte ze beschaamd weer op,
iemand lachte, iemand riep.

Ze rolden steeds bij mij vandaan
als ik mij bukte in een bocht

of snel en langzaam de chauffeur
mij heen en weer bewoog.

Misschien dat dit het leven was,
misschien ook wel de dood.

Ik wist dat niet, ik was pas acht,
ik had nog niet veel nagedacht.

De appels rolden door het stof
en ik hoorde daar bij, mijn god.

Ik werd er kotskotsmisselijk van.
De chauffeur gaf vrolijk gas.

 

Ballon

We kochten een ballon,
een zilveren, met gas.
Hij wilde hoog en hoger.
Jij hield hem vast.

Naar bed. Maar de ballon moet mee.
Het touwtje los. Daar zweeft hij,
mooi gezicht. Het is alsof je slaapt.
Je slaapt.

 

De kolenman

Zijn hoofd is een vaas.
Zijn ziel is een kind.

Zijn borst is van leem.
Zijn adem is wind.

Zakken vol steen.
Gruis draagt de wind.

Hij sjouwt door mijn droom
En noemt mij zijn kind.

 

Wiel Kusters (Spekholzerheide, 1 juni 1947)

 

De Amerikaanse dichteres Connie Wanek werd geboren op 1 juni 1952 in Madison, Wisconsin. Zie ook alle tags voor Connie Wanek op dit blog.

 

Amaryllis

A flower needs to be this size
to conceal the winter window,
and this color, the red
of a Fiat with the top down,
to impress us, dull as we’ve grown.

Months ago the gigantic onion of a bulb
half above the soil
stuck out its green tongue
and slowly, day by day,
the flower itself entered our world,

closed, like hands that captured a moth,
then open, as eyes open,
and the amaryllis, seeing us,
was somehow undiscouraged.
It stands before us now

as we eat our soup;
you pour a little of your drinking water
into its saucer, and a few crumbs
of fragrant earth fall
onto the tabletop.

 

Radiator

Mittens are drying on the radiator,
boots nearby, one on its side.
Like some monstrous segmented insect
the radiator elongates under the window.

Or it is a beast with many shoulders
domesticated in the Ice Age.
How many years it takes
to move from room to room!

Some cage their radiators
but this is unnecessary
as they have little desire to escape.

Like turtles they are quite self-contained.
If they seem sad, it is only the same sadness
we all feel, unlovely, growing slowly cold.

 

Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Ogenblik in de lente

Op deze smerige jasmouw
fladdert haar hand neer
en vliegt meteen weer op –
een vleugje vingertop
heeft de stof aangeraakt.

De woorden, doorzichtige
vissen, borrelen op uit een
bron, die niet
zal opdrogen.

 

Vertaald door Tsead Bruinja

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e juni ook mijn blog van 1 juni 2020 en eveneens mijn blog van 1 juni 2019 en ook mijn blog van 1 juni 2018.

Tsead Bruinja, Martin R. Dean

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

Zin in braderie

troep kijken
troep kopen

waarom schrijft niemand

we verlangen naar een psychedelische erotische filmhemel
waarin we perfecte lichamen mogen uitkiezen
per standje een aparte set spieren
inclusief atletisch uithoudingsvermogen

dan weer een neger
dan weer een chinees
te zijn

door de week en in het weekend een dagje alleskoopparadijs
waarbij steeds nadat we denken aan de limiet van onze goldcard beland te zijn
er weer krediet blijkt op te staan

krediet dat voelt als een beloning
dat voldoening geeft aan het uitgeven

een hemel waarin we geen ruimtegebrek hebben
voor onze aankopen

waarom plakken we achter eerlijkheid een aangeharkte schijndroom
en geen geile lava van zelfverheerlijking

paddestoelenliften
waarop we elkaar tijdens het neuken
eindeloos omhoog krikken

dit is geen terechtwijzing
dit is geen terechtwijzing
dit is geloof

grote woorden waar we bang voor moeten zijn

dacht het niet

roep de macht uit over je eigen woordenboek
voel je niet schuldig als je de agenten
een grote mond geeft

neem de verantwoordelijkheid voor je geluk
geen gevangenen

zoek je eye candy
dan krijg je

this site is still under construction

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook alle tags voor Martin R. Dean op dit blog.

Uit: Warum wir zusammen sind

“Irma liebte diese Stunde zwischen Tag und Nacht, in der von den Dingen ein geheimnisvolles Licht ausging. Matti war nach zwei Runden auf dem Eis mit der Schwiegermutter nach Hause gegangen, und in der Zwischenzeit war Evelyne eingetroffen. Im Eisprinzessinnenkleid stand sie neben ihr, die sich in ihrem eleganten Hosenanzug gerade etwas steif vorkam. Sie war es gewöhnt, dass die kokette Evelyne sie ausstach. Marc hatte einmal gesagt, dass man ihre Sinnlichkeit entdecken musste, während Evelyne die ihre verschwenderisch verströmte.
Bei den Vogels ist Feuer unterm Dach, sagte Evelyne und zündete sich eine Zigarette an. Vergnügt blies sie Wölkchen in die kalte Luft. Annette hat rausgekriegt, dass Anatol ein Verhältnis mit dem kroatischen Hausmädchen hat.
Kaum zu glauben, sagte Irma.
Manchmal ist er einfach am Nachmittag mit ihr im Schlafzimmer verschwunden, wenn Annette nicht da war.
Und wie hat Annette reagiert?
Annette hätte sich am liebsten in ihrem Atelier eingeschlossen und einfach weitergemalt. Es ist ja auch nicht das erste Mal, dass Anatol fremdgeht.
Die Frau ist mir ein Rätsel, sagte Irma.
Ich glaube, jetzt ist ihr doch der Kragen geplatzt. Aber es wäre schade, wenn sie heute Abend nicht dabei wären. Haben sonst alle zugesagt?
Finn kommt, sagte Irma. Mit Bea. Sie wusste, dass Evelyne einmal in den hageren Finn verliebt war, der seit Jahren an einer Dylan-Biografie arbeitete. Wahrscheinlich stieg ihr Puls noch immer, wenn sie ihn traf.
Und Axel bringt seine neue Flamme mit, ergänzte Irma.
Axel lässt nichts anbrennen, lachte Evelyne.
Selbst Moritz und Mila sind mit von der Partie.
Ich frage mich, ob bei denen immer noch alles so harmonisch ist, sagte Evelyne. Wenn’s da mal kracht, möchte ich nicht dabei sein. Neulich habe ich Mila mit einem anderen Mann in einem Restaurant gesehen.“

 

Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2021 en ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Ralf Thenior, Buddy Wakefield

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Kind und Spiegel

Das Kind lächelt sich an,
was auch das Kind im Spiegel kann.
Ich starr dich nieder, denkt das Kind
und senkt den Blick ganz tief ins
andere Auge ein; das Lächeln zer-
schmilzt wie die Haut des Gesichts
zerschmilzt wie Frühlingsschnee,
unter den Wangen blüht eine blasse
Blume aus Äderchen fein, die blühen
und verblühen rot, ein Loch dieser
offene Mund – ein Knochenschädel
taucht im Spiegel auf. Das Kind
schreit. Der Spiegel zerbricht.
Weinend rennt das Kind zur Mutter,
birgt seinen Kopf in ihrem Schoß.
Schon sind die Tränen getrocknet.
Doch das Gesehene bleibt

 

Lebenslärm

Tellergeklapper, Geflüster
bei offenem Fenster, Balkontür weit offen.
Kind logolallt, ein Schrei verhallt,
freudig (endlich! ) Leka nosht! Iyi akshamlar!
Fai var mi? Keine zweite Wirklichkeit,
alles eins zu eins. Welches Salatöl?!,
ein leiser Streit, friedlicher Abend.
So ist jede Begegnung in Echtzeit
beglückend, man lebt und sieht andere leben.
(unterdrückt) So wie ich kann, bin ich hier weg!
Andele, andele! wie das Kleinkind den Hund
lockt: Schango, Tjango, Dlango, Du Rango …
Hr. Dingsbums in seinen freudlosen vier Wänden
schweigend lötet er Drähte zusammen.

 

Zielsverhuizing

Half slapend, de dageraad brak aan,
Zag ik een ziel voor me in de lucht
compact, licht en gelig –
liggend zweefde ze in de ether
langzaam en gestaag omhoog naar de hemel.
Verrast dacht ik in mijn droom,
totaal niet bang, zou die van mij zijn
of die van een vriend, van een vriendin,
van een vijand die op dit uur
afscheid wil nemen van mij en de wereld.
Waar je ook vliegt, kleine ziel,
moge jouw reis gemakkelijk zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

De verheerlijking van de champignon

Waarom was je ze niet?
Bekijk ze eens goed, onbevlekt,
echte gekweekte, bijna kiemvrij,
waarschijnlijk al robotoogst,
untouched van aarde naar consument,
waarvan ik de steel afsnijd,
daarna gaan de hoedjes in plakken
(Als ik gemeen zou zijn
kreeg ze van mij de Venus van Willendorf
als kerstkado)
opgediend in hete olijfolie
met een klontje boter,
en veel uien en knoflook.
En de steeltjes gooi je weg?
Geen denken aan. Ik snijd alleen
de aarde van de stomp af,
dan worden de stelen gehalveerd en ook
bij de geglaceerde uien met knoflook gevoegd
en omdat het goed is voor je hart
niet met zout maar met peper gekruid
vers uit de molen
daarbij een half bekertje zure room
en een bord warme bulgur.
Ik trek de Primitivo alvast open!

 

Vertaald door Tsead Bruinja

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

De Amerikaanse (slam) dichter Buddy Wakefield werd geboren op 4 juni 1974 in Shreveport, Louisiana. Zie ook alle tags voor Buddy Wakefield op dit blog.

 

In Landscape

Speak your piece from the I can do anything.
Say it clearly.
Follow through
on runways,
in turbulence.
There is a book
living inside your chest
with dilated instructions
on how to make a safe landing.
It was written
for crash landers.
Thank you.
I am coming home to listen.
It is time.
Please
forgive me my distractions.
There’s a freckle on your lip.
It is a national archive.
Give it to my ear
so you can see what I mean.
Here hold my breath
I will be right back.
There are gifts
hidden beneath these lungs.
Slide your hand over my mouth
and I will speak them
in hang glider,
in hilltop,
from the loyalty of a landscape,
silk in a sandpaper offering plate,
the jacket on a handsome man.
That lip
Sweet Grape, you cannibal,
kiss my eyes
until they see what it is that I wish to write down:
Your name.
Film strips of prayer.
Ribbons of a garden in stereo.
Driftwood welded to the guesthouse.
Ringfinger wrapped in a horseshoe nail.

 

Buddy Wakefield (Shreveport, 4 juni 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e juni ook mijn blog van 4 juni 2020 en eveneens mijn blog van 4 juni 2019 en ook mijn blog van 4 juni 2018 en ook mijn blog van 4 juni 2017 deel 2.

Tsead Bruinja, Steffen Popp

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

U treft mij op een moment

ik wilde net gaan zitten aan de ongelakte tafel
in de woonkamer van mijn appartement in amsterdam-west
het is de donderdagmiddag vlak voor de deadline van dit gedicht
de kozijnen in de erker druppelen na van de aanhoudende regen
de waarde van mijn woning keldert omlaag
maar mijn buurman houdt het droog
handdoeken vangen de ellende op

tussen de wolken door valt zonlicht
op de rossige haartjes van mijn bovenarm
thee schommelt in het glas heen en weer
mijn pen krast inmiddels driest in het papier

ver weg bijna aan het eind van zijn leven
speelt andrés segovia op mijn stereo albeniz
ik kan niet horen of hij last heeft van spataderen
of er lange grijze haren uit zijn oren groeien
of dat hij bij het spelen rare bekken trekt
zoals heavy metalgitaristen doen bij een solo

een spotlight gericht op de tong uit hun mond
op een uitgeprint A4’tje naast mijn notitieboek lees ik
dat ik iets specifieks ga zeggen over een tentoonstelling
iets over een onderlaag die onbedekt wordt gelaten soms
maar ik schrijf even niet

ik kijk naar een verwelkte witte roos
die weken geleden na een optreden
in een wijnfles werd gezet door mijn geliefde
alle blaadjes zitten er nog aan

bruine randen hebben ze gekregen
het is een cliché dat weet ik maar het is zo
en met de liefde gaat het goed
dus beticht mij niet
van goedkope symboliek

dan moet er nog een doorkijkje komen naar een bijbels tafereel
in deze tekst waar ik nu toch al zoveel wit mee heb bedekt
misschien iets over koning salomo of het gelaat van mozes
dat glansde toen hij de berg afkwam

maar dan denkt u dat ik mij vereenzelvig
met iemand die god heeft gezien en toch ook weer niet
en dat zet u weer op een afstand

terwijl ik wil dat u voelt dat u er bij bent
bij mijn milde paniek in de lekkende woonkamer
de rossige haartjes op mijn onderarm
ver weg vanuit de juiste hoek belicht

 

een koor zingt

een koor zingt
en het erbarmen maakt de lucht om ons heen
zo dik als stroop

dan stopt de plaat
alle ingewanden
vallen uit het lied

waar wij naar kijken
alsof onze eerste kribbe
een gitaarkoffer was

 

Een kwal licht op in zee

voor Tonnus Oosterhoff

een kwal licht op in zee
roep niet

een stoel staat leeg in de kamer
kan niet tegelijk op de stoel en de bank

we gaan naar de brug naar
geleidelijk een nieuwe toonsoort

kom je de zon roept
ja ik ga mee

‘hello texas’

de bureaustoel roept ook
armleuning trekt ze
een bedelkleed aan

het licht helpt met een stralend
gezicht witgoud bladerhuis
naar de ondergang

binnenzon is ook goed
het kussen zacht genoeg
voor dijend zitvlees

veert het
ja alles veert

dag
dag

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Silvae (uitgedund)

Hars loopt uit de bomen, zoals altijd
staan de bossen, groen en van hout
voor mijn raam, en overal op aarde
waar geen veld is, geen tuin
                              geen huis als het mijne.

Soms een dier, aan de onderkant van het blad
een reebruine schietschijf met weinig
rake schoten uit het vorige jaar –
                                       twee oeroude paarden
slepen ontworteld hout, tegen de schemering
komen de jagers, men ziet hun gele
                                           sportschoenen oplichten.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2021 en ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Wout Waanders, Martin R. Dean, Rainer Kirsch, Tsead Bruinja, Thé Lau, Eelke de Jong, Alie Smeding, Donald Davie, Dolce far niente

 

Dolce far niente – Bij de Nijmeegse Vierdaagse

 

Vierdaagse wandelaars door Ingrid Claessen, 2013


‘s nachts de was

achter het raampje van de wasmachine
zie ik een hoodie, trui, spijkerbroek,
roze rok, ondershirt, wandelsok,
een partyblouse en een uniform,
een overhemd met een vlek
van lippenstift.

alles draait,
wordt helder en zacht.

van technofeest tot loopafstand
en alles wat daar tussen zit,
alle stoffen van de stad
komen samen op een rotonde in de nacht
en niemand volgt een wasvoorschrift.

 

Wout Waanders (’s-Hertogenbosch, 1989)
Vierdaagse wandelaars op Roze Woensdag (de dag van Wijchen)


De Zwitserse schrijver Martin R. Dean werd geboren op 17 juli 1955 in Menziken Aargau. Zie ook alle tags voor Martin R. Dean op dit blog.

Uit: Warum wir zusammen sind

“Wie eine große Träne, die aus dem Winterhimmel gefallen war, lag die Kunsteisbahn vor ihr. Es war der letzte Tag des Jahres. Als Irma eintraf, zogen gerade noch einige Jugendliche ihre Runden, während die Eisreinigungsmaschine am Rand des Feldes bereits wartete. Nur noch wenige Stunden trennte sie vom nächsten Jahrtausend. Seit Wochen waren die Zeitungen voll von Weltuntergangsängsten, verbreitet von Sektenanhängern im Schwarzwald und neurotischen Durchschnittsbürgern, von all den Bangen, Verzagten, Aufgeregten und Paranoikern, die sich Erlösung erhofften.
Auch Geschäftemacher witterten ihre Stunde und boten Kreuze aus Plexiglas feil, Leuchtreklamen gegen die Angst vor der Apokalypse, und gerne wurde die Bibel zitiert: »Und da geschah ein großes Erdbeben, und die Sonne wurde finster wie ein schwarzer Sack, und der ganze Mond wurde wie Blut, und die Sterne des Himmels fielen auf die Erde.«
Die Spekulanten, Banker und Börsianer fürchteten sich dagegen vor dem weltweiten Ausfall der Computer. Auch Irmas Freundin Bea, die bei einem Lokalsender arbeitete, sagte einen Zusammenbruch der Kommunikationsnetze voraus, was Marc für unwahrscheinlich hielt. Die Nachbarn horteten Vorräte an stillem Wasser und Benzin, weil für den Tag danach ein Zusammenbruch der Wasser- und Treibstoffversorgung vorausgesagt wurde. Hochschwangere gingen die Treppen rauf und runter, um ein Millenniumskind zu gebären.
Irma war allein. Sie bereute es, Marc nicht in seinem Büro abgeholt zu haben, denn er war noch immer nicht da. Es war nicht das erste Mal, dass sie auf ihn wartete. Sie setzte sich auf die Bande der Eisbahn und schaute der ruhig kreisenden Maschine zu. Welche Entschuldigung er wohl diesmal hatte?
Sie ärgerte sich, aber sie wollte ihm keine Vorhaltungen machen, nicht hier und vor den Freunden, die bald eintreffen würden. Sie schnallte sich die Schlittschuhe um und glitt mit einem leichten Beinschwung aufs Eis. Wenn das Vorankommen doch immer so mühelos wäre! Aber hatte sie bis jetzt nicht die richtigen Entscheidungen getroffen? Den schüchternen Architekturstudenten Marc geheiratet, ein Kind bekommen, ihre Karriere als Romanistin an der Uni abgebrochen, um Übersetzerin zu werden. Und richtig war auch gewesen, dass sie sich die Idee zu dieser besonderen Silvesterfeier von Alice nicht hatte ausreden lassen.
In diesem Augenblick tauchte Matti, ihr achtjähriger Sohn, an der Hand seiner Großmutter am Rand des Eisfeldes auf und rief nach ihr.“

 

Martin R. Dean (Menziken, 17 juli 1955)


De Duitse dichter en schrijver Rainer Kirsch werd geboren op 17 juli 1934 in Döbeln. Zie ook alle tags voor Rainer Kirsch op dit blog

Uit: De redding van de Saragossazee (Vertaald door J.F. Vogelaar)

“Denk je dat ik van alles afzie, zei de hekst. Ze richtte zich op, het leek alsof ze met de rechterarm op een golf steunde. Als ik tegen de zon in moet kijken kan ik je ogen niet zien, zei de jongeman, maar in je woorden bespeur ik iets van teleurstelling. De heks zweeg. Affaires stel ik mij zo voor, zei de jongeman, ben je daarom vrijwillig heks geworden? Ieder kiest wat hij wordt, zei de heks, wist je dat niet? De zon stond nu gunstiger, de jongeman zag hoe de heks het haar als een zeil in de wind of als een roer in de golven hing.
Een sprookje zonder trompetten dat is toch niets, zei de rode walvis. We zullen lang moeten zwemmen, zei de ander. Hij blies een fontein de hoogte in en zweeg. Ook ik heb een tijdlang overwogen de weg over land te nemen, zei de rode walvis. Vergeet niet, zei de ander, dat ons oponthoud ons van pas zal komen. De Saragossazee is onveilig, zei de rode walvis, we kunnen ons in de diepgang vergissen. We mogen onszelf later niets te verwijten hebben, zei de groene walvis, kom laten we gaan zwemmen.
Ze waren goed vooruitgekomen, de jongeman zag vliegende vissen en ook leek het schip gevolgd te worden door dolfijnen. Hij zei: trompetten in de lucht, of een kasteel. De soldaten blazen de ophaalbrug op, de held echter, zeven speren in zijn schild, rent ermee dwars door de vijandelijke linies en komt bij de tent van de vijandelijke koning, vervaardigd van witte zijde, met de stompe kant van de speren scheurt hij de tent open, met de rechterhand trekt hij de koningsdochter van haar legerstede, zo werden vroeger slagen gewonnen. Wat zijn nou verhalen, zei de heks. Ik begrijp het, zei de jongeman, jij bent hier om mij te betoveren. Dat geklets over staartvinnen, zei de heks, op de hele weg ben ik nog geen drie zeemeerminnen tegengekomen. Om betoverd te kunnen worden moet je bang zijn of het zelf willen. Geen van beide is zelfs maar in de verste verte het geval, zei de jongeman. De heks strekte haar linker arm en haalde het schip in. Een zwerm vliegende vissen daalde neer, de zon verdween.”

 

Rainer Kirsch (17 juli 1934 – 14 september 2015)


De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

Al zijn honden heten fikkie

al zijn honden heten fikkie
behalve onze Astrid
alle ziekten waar ze aan
stierven Kanker

koeien die opgegeven waren
werden beter bij hem
al moest hij er de hele nacht
bij blijven

voor haar kon hij niets anders
doen dan de dokter betalen
en haar naam in
comateuze oren roepen

 

Graat

de brug zien
en hem wegdenken

aan de overkant
een wuivende vriend

zonder telefoon
zonder adres

weg als je je omdraait

buigen het water
zien en weg denken

dan vissen nummeren
en opbergen

niet de vriend vergeten
maar meenemen
en begraven

diep in het zand

je door een ander laten dragen

nieuwe vriend kiezen

bruggetje bedenken

 

Vier en een half volt legotreintje

vier en een half volt legotreintje
verdwijnt in de groene tunnel
van papier-maché

twee jongensbenen in de lange
blauwe broekspijpen
van een jeans

de moeder als man in uniform
de vader als vrouw thuis

wie speelt voor god
wie kiest het scharnier

hij trekt de stekker uit de houder
en legt zijn tong tegen de polen

vier en een half volt tong
trekt zich terug

in de mond van een tunnel
de tong als mond

praliné

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)


De Nederlandse muzikant en schrijver Thé (Matheus Josephus) Lau werd eboren in Bergen op 17 juli 1952. Zie ook alle tags voor Thé Lau op dit blog.

Uit: Juliette, een liefde in snapshots

“De
weg naar het dorp was de fameuze Laan Zonder Einde, waar verscholen
achter hoge hekken en hagen de rijken in statige huizen woonden, waarvan
de achtertuin direct toegang gaf tot het Grote Bos, dat op zijn beurt
doorliep tot in het duingebied. De weg zelf was vrij smal, en pijnbomen
kromden zich er als een erehaag overheen. Op dit uur was er nauwelijks
verkeer en Robbie, dromerig in de frisse ochtendlucht, minderde gas en
reed stapvoets door naar de ingang van het Spaansche Woud, dat eigenlijk
geen woud of bos was, maar een reusachtig park, sinds mensenheugenis
het Versailles van de enclave. Het was een oase van groen, doorsneden
met brede grachten, slootjes, zandlanen en modderige ruiterpaden.
Terwijl hij langzaam doorreed leek het alsof het naakte lichaam van Elsa
hem volgde. Het ene moment hield ze zich schuil in de struiken langs
het pad, dan weer zat ze hoog boven hem gehurkt op een boomtak en even
verder rees ze als een goudgelokte nimf op uit het zwarte water van een
sloot. Straks, thuis, zou hij haar meteen gaan schetsen. Eerst haar
fijne gezicht, dan haar weelderige lichaam Hij kon niet anders dan de
film van afgelopen nacht keer op keer afspelen. Het beeld van de
bewegingen, en het geluid. Hij zag voor zich hoe ze zich had uitgekleed,
hem even een blik had gegund op haar lichaam, in bed was gestapt en het
dek voor hem omhoog had gehouden. Hij herinnerde zich hoe ze haar armen
om hem heen had geslagen en haar borsten tegen hem had aangedrukt. Door
haar handen geleid was hij in haar binnengedrongen. Maar van de
vrijpartij die volgde, waarin hij was ontmaagd, kon hij zich weinig
herinneren. Het was als de branding: je kijkt een half uur lang in
trance naar de golven maar je kunt je er naderhand niet een voor de
geest halen.
Robbie passeerde het Ravenhof met zijn reusachtige
roodbruine pannendak, en nog steeds vervuld van de ervaring van
afgelopen nacht wierp hij een afwezige blik op het statige herenhuis,
waaromheen het Spaansche Woud ooit was aangelegd. Zonlicht spikkelde het
water van de gracht en vlekte op het pad. Terwijl hij de uitgang
naderde begon het beeld van Elsa’s gezicht te vervagen en denkend aan de
tekening die hij wilde maken gaf Robbie gas.”

 

Thé Lau (17 juli 1952 – 23 juni 2015)


De Nederlandse schrijver Eelke de Jong werd geboren in Apeldoorn op 17 juli 1935. Zie ook alle tags voor Eelke de Jong op dit blog.

Uit: Paris mon amour

“Deze vriendin woonde bij haar ouders en stond vrijwel niets toe, een kus, de armen om elkaar geslagen, te verwaarlozen gestreel, dat was in grote lijnen alles, om bijvoorbeeld een zoen, waarbij je elkaars tongen probeerde te omstrengelen, de ander in theorie zou kunnen laten stikken door hem in haar keelgat te duwen, moest gevochten worden. Ze had weinig vertrouwen. Dan begon ze vreselijk te hijgen, me weg te duwen, maar wist ik veel.
Op een avond trof ik ergens op het trottoir een Duits meisje, dat wel alles wilde toestaan en zo gezegd zo gedaan op een houten bankje in een plantsoen hier of daar haar vochtige kruisje opzij geduwd en gevingerd.
Een jaar later ontmoette ik in de zomer in Amsterdam een Française, die behoorlijk wat meegaander was als dat meisje uit Versailles. Lerares in Metz was ze, getrouwd maar alleen op reis, schreef gedichten, stuurde me later een met de hand geschreven bundeltje vol romantische klaagliederen, de velletjes met een draadje rode wol aan elkaar genaaid.
Mireille heette ze, dezelfde naam als m’n correspondentievriendin met wie ik niet meer correspondeerde sinds ze een onvriendelijke aanmaning gestuurd had om m’n schuld terug te betalen. Mireille uit Metz leende ik op mijn beurt geld om haar nog wat langer in Amsterdam te kunnen houden, kleine sommetjes, want ik had het niet breed. Ze was ontstellend mager, herinner ik me, wat maar al te pijnlijk was voor onze bekkens. ‘k Woonde toen in het huis van een vriend, die met z’n vrouw op reis was naar Parijs, paste tegelijk op de katten, die kort na elkaar twee nesten wierpen. Op laten ruimen door de dierenbescherming. Kort daarop verloor de ene kat, die nog dagen naar haar jongen bleef zoeken, al heur haar. Toen m’n vriend en z’n vrouw terugkwamen was ze kaal met uitzondering van wat franje onder de buik, en kwam om van de kou.
Een andere keer was ik met iemand, aan wie ik me graag had willen uitleveren, wat niet wederkerig was, in Parijs. We sliepen in twee bedden, een verloren weekend vol vergeefse toenaderingspogingen en te weinig geld om er nog iets leuks van te maken. Zelfs niet genoeg om het hotel te betalen, zodat we met achterlating van een deel van de bagage moesten vluchten.”

 

Eelke de Jong (17 juli 1935 – 1 augustus 1987)
Rijk de Gooijer, Peter van Straaten en Eelke de Jong in 1980


De Nederlandse schrijfster Alie Smeding werd geboren in Enkhuizen op 17 juli 1890. Zie ook alle tags voor Alie Smeding op dit blog.

Uit: Liefde

“Op handen en voeten schuifelt de kleine Lied Ulen over de zachte zanderige grond van de verwilderde boschtuin. Ze likt aan een groene eikel en probeert de gladde bast van een wilde kastanje af te pellen, maar dat lukt haar niet. Met veel moeite wurmt ze zich door een gat in dik prikkerig gebladerte heen en kijkt van dichtbij een wit dier in de oogen, en tuurt naar het hooge witte huisje, waar de duiven wonen. Er staan mannen op een veld en er loopen paar-den en er is een vrouw met een bandjesmuts. De mannen bij de paarden zeggen. ,.. .. ruzie … daor gunder hebt ze weer ruzie.” Lied Ulen brabbelt dat na. „L-lusle.” Het is een bekend woord’ Ze probeert het ook goed te zeggen: .,R-ru-ru-sie ” In-eens roept ze het zoo hard en duidelijk over het land heen of Vader het haar voorzegt: ..R-ruziet R-ruzie!” De mannen bij de paarden lachen. Maar de vrouw met de bandjesmuts lacht niet. „A-ah meen hef poesenelleken, kom mit.” Een paar han-den tillen haar door het gat in de bladeren. En Lied vergeet de vrouw met de bandjesmuts al gauw. Ze zuigt op een gal-appeltje, en speelt een beetje met de zaadballetjes van de wilde komkom-mer. Dan zit ze ook weer voor het huls, op de groote steen, bij het hek. Binnen-in het huis is de ruzie en de ruzie schreeuwt hard achter de open ramen. „Vade”, roept Lied klagelijk, „Moeder Ze zet de voeten vaster neer op de grond. „R-ruzie”, zegt ze, „r-ruzie!” En dan ineens is Vader er. Lied kijkt naar hem op en ze kent hem. Ze ziet toch alleen maar zijn jas met de ruitjes, het blinkende balletje aan zijn horlogeketting, zijn snorharen die als twee zachte veertjes boven zijn tanden hangen en het witachtige van zijn gezicht Uitnoodigend slaat ze met haar hand op de leege helft van de steen. „Vade.” Zij zegt: „Vade.” En Moeder zegt: „Man.- En zij zegt ook wel. „Vade-man ” Maar hij komt niet bij haar zitten Hij veegt met zijn zak-doek haar gezicht af „Dag hart.” Het maakt een boel geluid als hij het hek dicht doet. Dan loopt hij op het pad. „Dag hermelijntjer Ze drukt haar ge-zicht zoo ver mogelijk tusschen de hekspijlen door: „Dag Vade-mant” En in de bladeren ergens roept Vader: „Dag hermelijntje! Dag hermelijnr Ze staat ook voor het keukenraam Moeder wascht borden en kopjes af en alles wat Moeder af-wascht geeft een schreeuw. „Moeder, roept ze, „Moeder En ze kijkt naar haar op en ze kent haar. Ze ziet dan toch alleen maar de streepjes in haar schort, het glazen hondje onder haar kin, de blin-kende spelden in haar krullend haar en het zoet-achtige rood in haar wangen. „Moede! Wede! Weder’ En Moeder zegt hard achter de ruiten:
.,Stil.” Dat is of er een eetbord aan stukken valt. Lied stapt achteruit in een kuil en valt op de grond en huilt. Maar Moeder komt niet bij haar om over de zeere plek heen te strijken en haar op te tillen. De eetbordjes schreeuwen harder dan zij zelf.”

 

Alie Smeding (17 juli 1890 – 5 juli 1938)
Enkhuizen


De Engelse dichter en criticus Donald Alfred Davie werd geboren op 17 juli 1922 in Barnsley, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Donald Davie op dit blog.

 

The Nonconformist

X, whom society’s most mild command,
For instance evening dress, infuriates,
In art is seen confusingly to stand
For disciplined conformity, with Yeats.

Taxed to explain what this resentment is
He feels for small proprieties, it comes,
He likes to think, from old enormities
And keeps the faith with famous martyrdoms.

Yet it is likely, if indeed the crimes
His fathers suffered rankle in his blood,
That he find least excusable the times
When they acceded, not when they withstood.

How else explain this bloody-minded bent
To kick against the prickings of the norm;
When to conform is easy, to dissent;
And when it is most difficult, conform?

 

No Epitaph

No moss nor mottle stains
My parents’ unmarked grave;
My word on them remains
Stouter than stone, you told me.

“Martyred to words”, you have thought,
Should be your epitaph;
At other times you fought
My self-reproaches down.

Though bitterly once or twice
You have reproached me with how
Everything ended in words,
We both know better now:

You understand, I shall not
If I survive you care
To raise a headstone for
You I have carved on air.

 

Donald Davie (17 juli 1922 – 18 september 1995)


Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2018 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

Tsead Bruinja nieuwe Dichter des Vaderlands

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja is de nieuwe Dichter des Vaderlands. De komende twee jaar zal Bruinja gedichten schrijven bij nationale gebeurtenissen en optreden als ambassadeur van de poëzie. Hij volgt Ester Naomi Perquin op. Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

sarah & veronica (kollum drachten en afrika)

de jongen van twaalf achter het klasraam weet hoe sarah krijst

sarah is veertig en kaal
sarah heeft een mes in de tas
krijst
sarah van de drie bulten bij het park
sarah heeft een mes in de tas
jakkert een brief op de post
brief uit de tas
krijst

in de studio wordt daar een beat ondergezet met veel galm op de snare
door een drummer die zich grasmaaiend naar het einde snuift
de lamp boven beiden en schijnt op het dorre gras

sarah

ijstaart in de piepschuim doos
en je tantes vieze poedel
de lekkere wijven van veronica
de vale reigers van veronica
een handvol rijst voor de girokinderen
en voor de vliegen op hun ogen
uit afrika

zien ze het niet geef hen dan
de lekkere wijven van veronica
de vale reigers van veronica

een
icoon

 

Adem

voor wie na dit lichaam
verschijnt en in zijn bed
klimt vannacht

kruip dicht tegen haar aan
kruip dicht tegen hem aan

houd jezelf vast en
luister naar je adem

loop desnoods naar het
koude raam en bevochtig

voor wat na dit lichaam
verdwijnt en geen meer

havent

ik dank je alvast

voor wat na dit lichaam
verdwijnt en geen meer
havent

ik dank je alvast
voor de weg die je was

en blaas
voor wie hier na
voor wat hier na komt

adem

 
Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)