Erica Jong, Robert Frost

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Erica Jong werd geboren in New York op 26 maart 1942. Zie ook alle tags voor Erica Jong op dit blog.

 

The Poem Cat

Sometimes the poem
doesn’t want to come;
it hides from the poet
like a playful cat
who has run
under the house
& lurks among slugs,
roots, spiders’ eyes,
ledge so long out of the sun
that it is dank
with the breath of the Troll King.

Sometimes the poem
darts away
like a coy lover
who is afraid of being possessed,
of feeling too much,
of losing his essential
loneliness-which he calls
freedom.

Sometimes the poem
can’t requite
the poet’s passion.

The poem is a dance
between poet & poem,
but sometimes the poem
just won’t dance
and lurks on the sidelines
tapping its feet-
iambs, trochees-
out of step with the music
of your mariachi band.

If the poem won’t come,
I say: sneak up on it.
Pretend you don’t care.
Sit in your chair
reading Shakespeare, Neruda,
immortal Emily
and let yourself flow
into their music.

Go to the kitchen
and start peeling onions
for homemade sugo.

Before you know it,
the poem will be crying
as your ripe tomatoes
bubble away
with inspiration.

When the whole house is filled
with the tender tomato aroma,
start kneading the pasta.

As you rock
over the damp sensuous dough,
making it bend to your will,
as you make love to this manna
of flour and water,
the poem will get hungry
and come
just like a cat
coming home
when you least
expect her.

 

Erica Jong (New York, 26 maart 1942)

 

De Amerikaanse dichter Robert Lee Frost werd geboren op 26 maart 1874 in San Francisco. Zie ook alle tags voor Robert Frost op dit blog.

 

Vuur en ijs

De één zegt dat de aarde sterft door vuur,
de ander zegt door ijs.
Wat ik aan hartstocht heb beleefd,
leert mij dat vuur de voorkeur heeft.
Maar als een tweede dood zal zijn vereist,
dan weet ik ook genoeg van haat
om in te zien dat voor verwoesting ijs
zich groots bewijst
en steeds volstaat.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

Robert Frost (26 maart 1874 – 29 januari 1963)
Portret door Boris Chaliapin, 1950

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e maart ook mijn blog 26 maart 2022 en ook mijn blog van 26 maart 2021 en ook mijn blog van 26 maart 2020 en eveneens mijn blog van 26 maart 2019 en ook mijn blog van 26 maart 2017 deel 2.

Merijn de Boer, Mary Oliver

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Het Surinamedagboek

“Zaterdag 26 maart 2011 Vanochtend bladerde ik door De Groene Amsterdammer en las de volgende advertentie:

Gratis last minute op vakantie? Maak een avontuurlijke en literaire reis door het binnenland van Suriname in het kielzog van Albert Heiman. Meer informatie: helmanreis@paradijsvogels.n1 of 0572-301406.

lk heb meteen gebeld. Erg aardige man aan de lijn. Het blijkt te gaan om een door de Stichting Vrienden van Lou Lichtveld betaalde reis van drie weken door het oerwoud. Overdag varen in een uitgeholde boomstam en ’s nachts slapen in een hangmat langs de rivier. Het lijkt me wel wat. De reis is bedoeld om meer bekendheid te creëren voor het leven en werk van Albert Helman. De man, Maurits Blomhert heet hij en hij werkt aan de biografie van Helman, vroeg of ik weleens van de schrijver had gehoord. Toen ik zei van wel, en vertelde dat ik tijdens mijn studie “De stille plantage” heb gelezen, was hij enorm verrast. Hij wilde meer van me weten en ik vertelde dat in september mijn debuut Nestvlieders uitkomt en dat ik als redacteur voor uitgeverij Van Oorschot werk. lk vertelde ook dat ik altijd al geïnteresseerd ben geweest in Suriname omdat mijn vader er is geboren. Blomhert vond dit allemaal interessant om te horen. Hij kan zelf niet mee met de reis vanwege allerlei gezondheidsklachten en familieperikelen waarover hij nogal uitvoerig uitweidde. Hij suggereerde dat ik misschien een reisverslag kan schrijven. ‘Het zou echt heel mooi zijn als je dat wilt doen,’ zei hij. Hij heeft, als secretaris van de Stichting Vrienden van Lou Lichtveld, de reis georganiseerd en vindt het duidelijk ais je dat wilt doen; zei hij. Hij heeft, ais secretaris van de stichting Vrienden van Lou Lichtveld, de reis georganiseerd en vindt het duidelijk erg jammer dat hij thuis moet blijven. Toen begon hij voor een tweede keer uitgebreid over die gezondheidsklachten, met details over urinewegen die ik niet per se had hoeven horen trouwens (al snap ik nu wel waarom hij niet mee kan). Het zou een troost voor hem zijn als hij een reportage van de reis kan lezen. Een van de andere reizigers heeft hij al gestrikt om onderweg foto’s te maken. Die kunnen dan, samen met mijn verslag, te zijner tijd bij de stichting worden ingeleverd. Misschien wilde ik er zelfs wel een boek van maken, suggereerde hij. Waarom niet? Ja, waarom niet, dacht ik. Het klonk me allemaal uitermate aangenaam in de oren. Ik zei dus op alles ja, met als gevolg dat ik geloof ik aanstaande dinsdag al naar Suriname vlieg. Ik moet het nog wel met Van Oorschot bespreken.“

 

Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Rozen, nazomer

Wat gebeurt er
met de bladeren als
ze rood kleuren of goud, als ze
afvallen? Wat gebeurt er

met de zangvogels
als ze niet langer kunnen
zingen? Wat gebeurt er
met hun snelle vleugeltjes?

Denk je dat er een
persoonlijke hemel is
voor ieder van ons?
Denk je dat er iemand,

gene zijde van die duisternis,
ons zal roepen, daarmee ons zal bedoelen?
Achter de bomen
blijven de vossen hun welpen leren

hoe je leeft in de duinpan;
het lijkt wel of ze nooit verdwijnen, ze zijn er altijd
in het bloeiende licht
dat elke ochtend weer oprijst

in de donkere lucht.
En nog weer een duinenrij verder,
vlak langs de zee,
beginnen de laatste rozen hun productie van lieflijkheid,

en schenken ze deze terug aan de wereld.
Als ik een ander leven zou krijgen,
zou ik het willen geven aan een onbekend
tomeloos geluk.

Het zou een vos kunnen zijn, of een boom
vol met wuivende takken.
Ik zou het niet erg vinden een roos te zijn
in een veld vol met rozen.

Angst is nooit tot hen doorgedrongen; ambitie evenmin.
Verstand valt buiten hun besef.
Ook vragen ze nooit hoe lang ze rozen moeten zijn, en wat dan?
Of welke idiote vraag dan ook.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

Hanneke Hendrix, Maya Angelou

De Nederlandse schrijfster en hoorspelmaker Hanneke Hendrix werd geboren in Tegelen op 4 april 1980. Zie ook alle tags voor Hanneke Hendrix op dit blog.

Uit: De dyslectische-hartenclub


‘En jij bent dus ook verbrand’, zei Vandersteen. ‘Dan zijn we met z’n drieën. De Bolle is er het ergste aan toe, die heeft het ook in haar gezicht. Maar ze is al aan de beterende hand. Bij jou valt het wel mee. Dat kan ik zo zien, ik heb jaren in dit ziekenhuis gewerkt. Hoe oud ben je? Ik kan het zo raden. Ik heb het altijd goed. Ik zeg vierendertig. Klopt dat? Ben je vierendertig?’
‘Vindt ze dat niet vervelend?’ zei ik. ‘Dat u haar steeds “bolle” noemt?’
‘Ze is toch bol?’ zei Vandersteen. ‘Ik kan het ook níét zeggen, maar dat verandert niets aan de situatie, nietwaar? Kijk, als ik jou “bol” zou noemen, dat zou gemeen zijn, want je bent niet echt bol, maar ook niet echt dun. Hoeveel weeg je?’
Ik mompelde wat.
‘Zeventig kilo? Eenenzeventig?’
Ze schoof haar leesbril wat verder omhoog en bekeek me onderzoekend.
‘Achtenzestig’, zei ik snel.
‘Zeventig dus’, zei Vandersteen.
Ik wilde zeggen dat er niks van klopte, dat ze haar mond moest houden en dat ze terug in haar bed moest gaan.
‘Als u het zegt’, zei ik.
‘Nu hebben we dus twee meisjes en een ouwe taart en een meneer met een snor voor de deur. Ik zeg: met de kandelaar in de bibliotheek door mevrouw Green.’
Vandersteen vertelde dat ze had geprobeerd om een sigaretje te roken, maar dat de agent haar er niet uit had gelaten. De man gaf geen antwoord op de vraag waarom.
‘Ze kunnen u toch niet zomaar binnenhouden als u dat niet wilt?’ zei ik.
Ik prutste weer wat aan het laken. Het gesloten gordijn maakte me benauwd, nu Vandersteen hier zo binnen bleef staan en ik zelf geen kant uit kon door die slang in mijn zij.
‘Je bent een schatje’, zei Vandersteen. ‘Dat zie ik zo. En zeg in godsnaam jij. Ik krijg het gevoel alsof ik zojuist uit een sarcofaag ben komen stappen met m’n zwachtels.’
Vandersteen glipte weer door het gordijn. Ik zag een stukje raam. De lucht was helderblauw. Ergens aan de andere kant van het gebouw moest de zon schijnen.”

 

Hanneke Hendrix (Tegelen, 4 april 1980)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Maya Angelou (eig. Margueritte Johnson) werd geboren in Saint Louis, Missouri, op 4 april 1928. Zie ook alle tags voor Maya Angelou op dit blog.

 

Gekooide vogel

Een vrije vogel zweeft weg
op de rug van de wind
drijft mee op de vlaag
tot het eind van de stroom
en doopt zijn vleugel
in de gloed van de zon
en zegt: de hemel, die is van mij.

Maar een vogel die steeds
in zijn kooitje verwijlt
ziet weinig tot niets
door z’n spijlen van nijd
z’n vleugels geknipt en
z’n pootjes gestrikt
dus opent hij zijn keel en zingt.

De gekooide vogel zingt
met trillers van verdriet
van wat hij niet kent
maar o zo graag ziet
en op gindse heuvel
hoort men zijn lied
want de gekooide vogel
zingt van vrijheid.

Een vogel die vrij is denkt al aan winden die stromen
en de passaatwind die suist door zuchtende bomen
en volvette wormen die wachten in glorende weiden
en de hemel noemt hij de zijne.

Maar een gekooide vogel staat op het graf van zijn dromen
zijn schaduw is de gil van wie niet kon ontkomen
zijn vleugels geknipt en zijn pootjes gestrikt
dus opent hij zijn keel en zingt.

De gekooide vogel zingt
met trillers van verdriet
van wat hij niet kent
maar o zo graag ziet
en op gindse heuvel
hoort men zijn lied
want de gekooide vogel
zingt van vrijheid.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

Maya Angelou (4 april 1928 – 28 mei 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e april ook mijn blog van 4 april 2020 en eveneens mijn blog van 4 april 2019 en ook mijn blog van 4 april 2017 en ook mijn blog van 4 april 2015 deel 2.

Gerard Reve, Boudewijn Büch, Heinrich Heine

De Nederlandse dichter en schrijver Gerard Reve werd op 14 december 1923 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Gerard Reve op dit blog.

Uit: Op weg naar het einde

“Liever tweehonderd dan driehonderd woorden, zo kort mogelijk dus, maar ongeacht de lengte krijgt hij er f 410, – (vierhonderd en tien gulden) voor. Een recensie van minder dan een kolom in The Observer: f 480, -, etc. En dat terwijl in Nederland de auteur bij medewerking aan pers of radio misschien f 1,62 per uur krijgt, of in ieder geval de helft van wat een geschoold arbeider verdient. Ik moet me, nog geen week na een delirium, maar liever niet kwaad maken, maar het is toch Gode geklaagd dat het Nederlandse ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen, dat bij monde van een van zijn hoogste functionarissen mij uitdrukkelijk schrijft dat het ‘van belang is dat Nederlandse schrijvers aan deze conferentie deelnemen’, mij in dezelfde brief een vergoeding in het vooruitzicht stelt van f 300, – reis-, plus f 250, – verblijfkosten, zonderling aandoend als men bedenkt dat de reis, per trein en boot, en dan nog zonder eten onderweg, al bijna driehonderd gulden kost. Men zal dus negen dagen moeten eten en zeven dagen moeten slapen van 250 gulden, en zulks in een land dat veel duurder is dan het onze, en in een stad die wegens het Festival natuurlijk stampvol is. En zou men eigenlijk, als cultureel vertegenwoordiger van zijn land, niet voor een salaris in aanmerking moeten komen? Gaan soms niet, gedurende de minimaal negen dagen dat ik van huis ben, mijn huur en vaste lasten gewoon door, nog afgezien van mijn derving van inkomsten, als ik bijvoorbeeld de toneelvertaling in aanmerking neem, die ik wegens mijn deelname aan het congres door tijdgebrek heb moeten weigeren? Maar ja, men gaat er gemakshalve van uit, dat de schrijver toch nooit op reis kan omdat hij nooit een cent heeft, en dat men hem kan laten zingen en dansen wanneer het maar de magistraat behaagt. Zo is het helaas ook, en ik vraag me af, te oordelen naar wat ik op de vele nutteloze vergaderingen van de Vereniging van Letterkundigen heb horen zeggen, of de Nederlandse schrijver eigenlijk wel beter verdient: zo lang hij zich boven de machinebankwerker en de loodgieter verheven voelt, en zich niet in een bij het N.V.V. aangesloten vakbond wil verenigen om zijn economiese belangen te verdedigen, komen de trappen die hij uit alle richtingen ontvangt hem dubbel en dwars toe.
Tegen de middag voert onze tocht ons door een gebied dat men aanduidt als The North, het troosteloze, deels uitgeputte mijngebied dat nog net ten zuiden van de Schotse grens ligt en dat, in zijn uiterlijke verschijning, hoe welvarend de bevolking thans ook moge zijn, nog steeds een aanklacht is tegen het negentiende-eeuwse kapitalisme. Het meest doet het mij nog denken aan de Twentse industriesteden, vijf en twintig jaar geleden, maar dan met nog veel slechter gebouwde, veel lelijker en veel zwaarder beroete huizen, en met nog veel lelijker mensen.”

 

Gerard Reve (14 december 1923 – 8 april 2006)
Gerard Reve, in 1969 geportretteerd door de fotograaf Vincent Mentzel

 

De Nederlandse dichter, schrijver en televisiemaker Boudewijn Maria Ignatius Büch werd geboren op 14 december 1948 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Boudewijn Büch op dit blog.

 

That’s a touch I like
[Jesse Winchester]

voor Rida M

vannacht verzonk
het lied
dat Gijsje in mij
achterliet

werd op jouw
lichaam toegepast
ongewild poëtisch
aangetast

met jouw vrijheid
prijs te geven
is het vers
volkomen neergeschreven

 

One more night
[Bob Dylan]

voor Rida

meisje weggezongen
uit mijn taal
figuur geluk
het vers is radikaal

nacht herinnering
toen lied
aan dood ontstegen
samenging

in jouw lichaam
werd geen regel onbekend
maar ochtend is
de jongen droefgeestig
aangewend

 

Boudewijn Büch (14 december 1948 – 23 november 2002)

 

De Duitse dichter Heinrich Heine werd geboren in Düsseldorf op 13 december 1797. Zie ook alle tags voor Heinrich Heine op dit blog.

 

Daar komt de dood

Daar komt de dood – nu gaat het dagen
wat steeds mijn trots verbergen wou
tot in de eeuwigheid: voor jou, voor jou,
mijn hart heeft steeds voor jou geslagen.

De kist is klaar, men laat mij dalen
in het graf. Dan ben ik vrij.
maar jij, maar jij, Maria, jij
zult huilend naar mij blijven talen.

Ik zie je zelfs je mooie handen wringen –
O huil toch niet – dat is het lot gewoon,
het mensenlot: – wat goed en schoon
en groot is, zal een droevig slotlied zingen.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

Heinrich Heine (13 december 1797- 17 februari 1856)
Heinrich Heine monument op de campus van de universiteit in Düsseldorf

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e december ook mijn blog van 14 december 2021 en ook mijn blog van 14 december 2018 en ook mijn blog van 14 december 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

The House of Ghosts (Margaret Widdemer), Don Winslow, John Keats

 

Bij Halloween

 

Halloween door Peter Paone, 1970

 

The House of Ghosts

The House of Ghosts was bright within,
Aglow and warm and gay,
A place my own once loved me in,
That is not there by day:

My hound lay drowsing on the floor:
From sunken graves returned
My folk that I was lonely for
Sat where the hearth-fire burned.

There was no lightest echo lost
When I undid the door,
There was no shadow where I crossed
The well-remembered floor.

I bent to whisper to my hound
(So long he had been dead!)
He slept no lighter nor more sound,
He did not lift his head.

I brushed my father as I came;
He did not move or see—
I cried upon my mother’s name;
She did not look at me.

Their faces in the firelight bent,
They smiled in speaking slow
Of some old gracious merriment
Forgotten years ago.

I was so changed since they had died!
How could they know or guess
A voice that plead for love, and cried
Of grief and loneliness?

Out from the House of Ghosts I fled
Lest I should turn and see
The child I had been lift her head
And stare aghast at me!

 

Margaret Widdemer (30 september 1884 – 14 juli 1978)
Fonthill Castle in Doylestown, de geboorteplaats van Margaret Widdemer

 

De Amerikaanse schrijver Don Winslow werd geboren in New York op 31 oktober 1953. Zie ook alle tags voor Don Winslow op dit blog.

Uit: Stad in brand (Vertaald door Catherine Smit)

“Danny Ryan ziet de vrouw het water uit komen. Is ze echt of ziet hij een flard uit een zoete droom over de zee? Ze is echt en ze gaat voor onrust zorgen. Vrouwen van dit kaliber brengen nu eenmaal onrust met zich mee. Dat weet Danny; het is alleen de vraag hoeveel. Als hij het wist… als hij wist waartoe haar komst zou leiden, was hij misschien wel de zee in gegaan en had hij haar onder water gehouden tot ze niet meer spartelde. Maar hij weet het niet Daarom blijft Danny op het strand zitten met de zon op zijn kop, voor Pasco”s strandhuis, en neemt haar vanachter zijn zonnebril uitgebreid op zonder dat iemand er iets van merkt Blond haar, diepblauwe ogen en een zwarte bikini die haar rondingen eerder accentueert dan verhult. Haar buik is strak en glad, haar benen lang en gespierd. Zo’n vrouw heeft over vijftien jaar nog steeds geen brede heupen of een dikke kont Want zo’n vrouw eet geen aardappels of zondags braadstuk met jus. De vrouw komt het water uit. Haar natte, zilte huid glinstert in de zon. Terri Ryan prikt haar elleboog in de ribben van haar man. “Wat nou?” vraagt Danny, gespeeld onschuldig. “Ik zie het heus wel. Je geeft je ogen goed de kost,” zegt Terri. Dat geldt voor iedereen, trouwens – voor hem, Pat en Jimmy, en zelfs de vrouwen – Sheila, Angie en Terri. “Ik snap het wel, hoor,” zegt Terri. “Wat een jetsers.” “Leuke woordkeus,” zegt Danny. “Had jij een ander woord in gedachten dan?” vraagt Terri.
“Ik dacht helemaal niks.” “Noem dat maar niks,” zegt Terri, haar rechterhand op en neer bewegend. “Met zo’n voorgevel zou ik ook een bikini aantrekken.” Terri draagt een zwart badpak. Danny vindt dat het haar goed staat. “Ik heb alleen oog voor jóuw tieten,” zegt Danny. “Dat horen wij graag.” Danny volgt de vrouw met zijn blik. Ze pakt een handdoek van het strand en droogt zich af. Die brengt heel wat uurtjes in de sportschool door, denkt Danny. Ze zorgt goed voor zichzelf. Wedden dat ze in de sales werkt? Maar dan wel in het duurdere segment – luxewagens, vastgoed of anders bij een zakenbank. Er is niet één kerel die nee zegt tegen zo’n vrouw of die probeert af te dingen. Tegenover zo’n stoot wil je toch niet krenterig overkomen? De vrouw loopt weg en Danny kijkt haar na. Sommige dromen zijn zo mooi dat je hoopt dat ze nooit voorbijgaan. Niet dat hij vannacht trouwens veel geslapen heeft. Hij is bekaf, ze hebben een vrachtwagen met Armani-pakken leeggeroofd – hij en Pat en Jimmy MacNeese. Helemaal aan de westkant van Massachusetts. Een makkie – een klusje dat Peter Moretti hun had toegeschoven. De chauffeur wist ervan, en doordat iedereen deed wat-ie moest doen raakte er niemand gewond. Maar het was wel een takke-eind rijden; toen ze eindelijk de kust weer bereikten, kwam de zon al op. Terri strekt zich weer uit op haar badlaken. `Nu ben je zeker weer niet te houden.” Haar man houdt van haar, dat weet Terri. Danny Ryan is zo’n trouwe ziel, die zou niet eens vreemd Winnen gaan. Ze vindt het best als hij naar andere vrouwen kijkt, zolang hij maar bij haar in bed belandt. Veel getrouwde mannen hebben zo nu en dan behoefte aan een slippertje, maar Danny is anders.”

 

Don Winslow (New York, 31 oktober 1953)

 

De Engelse dichter John Keats werd geboren op 31 oktober 1795 in Finsbury Pavement in Londen. Zie ook alle tags voor John Keats op dit blog.

 

Ode aan de herfst

Seizoen van mist en malse overvloed!
Naaste hartsvriend van de rijpende zon,
Samen smoezend hoe je de wijnrank zoet
En zwaar langs rieten daken leiden kan,
Hoe de bemoste appeltak kan buigen,
En alle fruit kan geuren en kan gloeien,
De kalebas kan zwellen, hazelnoten kraken
Met puike kern, knoppen weer gaan groeien,
Steeds opnieuw, en bijen verse bloemen krijgen,
Totdat ze denken dat ze eeuwig kunnen zuigen,
De zomer zal hun kleverige raat bewaken.

Wie zou jou niet herkennen in die weelde?
En wie jou elders zocht, zag dat je goedgezind,
En rustig in de voorraadschuur verwijlde,
De haren wiegend in de dorsvloerwind,
Of dat je heerlijk sliep in half gemaaide voren,
Bedwelmd door klaproosgeuren, terwijl jouw zeis
De slag liet lopen met de bloemen en het koren;
En soms, net als wie aren leest, ben je in een staat
Van diepe ernst, als je uit een beek oprijst,
Of als je, bij de ciderpers, met kalm gelaat,
Het uitknijpen beziet, dat alsmaar verdergaat.

Waar zijn de lenteliederen. Waar zijn ze? Ach,
Vergeet ze maar, jij hebt je eigen lied, –
Een lage lucht bloost op de kwijnende dag
En dekt het stoppelveld met rozig coloriet;
Daar is de treurzang van het muggenkoor
Tussen de waterwilgen, hoger, alsmaar door,
Of dalend, als de wind weer komt of gaat,
En zie het forse lam dat bij het kreekje blaat,
De krekels zingend in de haag – nu komt het uur
Dat de roodborst in de tuin zijn triller horen laat;
en daar de zwaluwen, kwetterend in “t azuur.

 

Vertaald door Arie Sonneveld

 

John Keats (31 oktober 1795 – 23 februari 1821)
Portret van John Keats door William James Neatby, 1909

 

Zie voor nog meer gedichten over Halloween ook alle tags voor Halloween op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 31e oktober ook mijn blog van 31 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.