Lucille Clifton

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

if mama / could see

if mama
could see
she would see
lucy sprawling
limbs of lucy
decorating the
backs of chairs
lucy hair
holding the mirrors up
that reflect odd
aspects of lucy.

if mama
could hear
she would hear
lucysong rolled in the
corners like lint
exotic webs of lucysighs
long lucy spiders explaining
to obscure gods.

if mama
could talk
she would talk
good girl
good girl
good girl
clean up your room.

 

asper texas 1998
for j. byrd

i am a man’s head hunched in the road.
i was chosen to speak by the members
of my body. the arm as it pulled away
pointed toward me, the hand opened once
and was gone.

why and why and why
should i call a white man brother?
who is the human in this place,
the thing that is dragged or the dragger?
what does my daughter say?

the sun is a blister overhead.
if i were alive i could not bear it.
the townsfolk sing we shall overcome
while hope bleeds slowly from my mouth
into the dirt that covers us all.
i am done with this dust. i am done.

 

slaveships

loaded like spoons
into the belly of Jesus
where we lay for weeks for months
in the sweat and stink
of our own breathing
Jesus
why do you not protect us
chained to the heart of the Angel
where the prayers we never tell
and hot and red
as our bloody ankles
Jesus
Angel
can these be men
who vomit us out from ships
called Jesus Angel Grace of God
onto a heathen country
Jesus
Angel
ever again
can this tongue speak
can these bones walk
Grace Of God
can this sin live

 

Eva denkt

het is een wild land hier
broeders en zusters koppelen
klauw en vleugel
en betasten elkaar

ik wacht
terwijl de tweevoeter uit klei
in zijn borst rommelt
op zoek naar taal om

mij te roepen
maar hij is traag
vanavond als hij slaapt
zal ik onze namen
in zijn mond fluisteren

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juni ook mijn blog van 27 juni 2020 en eveneens mijn blog van 27 juni 2019 en ook mijn blog van 27 juni 2016 en eveneens mijn blog van 27 juni 2015 deel 2.

Elisabeth Büchle, Lucille Clifton

De Duitse schrijfster Elisabeth Büchle werd geboren op 26 juni 1969 in Trossingen, Baden-Württemberg. Zie ook alle tags voor Elisabeth Büchle op dit blog.

Uit: Mehr als nur ein Traum

„Fabienne Chevalier warf zum wiederholten Mal einen Blick in den Rückspiegel. Ein Wagen folgte ihr, wie an den kreisrunden Schein-werfern unschwer erkennbar war. Das war ungewöhnlich. Vor allem zu dieser nächtlichen Stunde. Erschöpft strich sie sich den Schweiß von der Stirn. Ihr Gesicht war für ihre 48 Jahre erstaunlich faltenfrei, dafür hob sich die Narbe auf ihrer Wange umso deutlicher hervor.Schwüle Hitze beherrschte die Nacht. Ein weißer Mond stand fast perfekt rund am Firmament und tauchte die Landschaft in ein blaues Licht. Der Mississippi wälzte sich brodelnd unter der alten Holzbrücke hindurch. Fabienne lenkte ihr Automobil vorsichtig über die knarrenden Holzbretter, kurz darauf rumpelte sie über die Schienen, die in Richtung des Holzfällerlagers und des Sägewerks führten.In dem von Schwarzen bewohnten Dorf brannte kein Licht. Friedli-che Stille lag über den einfachen Hütten und Anbauten. Trotz des lauten Motors hörte Fabienne eine Kuh in ihrem Verschlag brüllen, untermalt vom endlosen, schrillen Zirpen der Grillen.Die Schlaglöcher in der nicht befestigten Straße zwangen sie, langsa-mer zu fahren. Hinter ihr kamen die Autoscheinwerfer näher. Sie ver-ließ die Ansammlung der heruntergekommenen Hütten und drückte das Gaspedal durch. Das Land war durchzogen von Bodenwellen, über die die schnurgerade Piste hinwegführte. Links und rechts erhoben sich dunkle Baumriesen und ließen das Mondlicht nur sporadisch durch.Schließlich erreichte Fabienne ihr Ziel. Sie hielt am Straßenrand, stellte den Motor ab und schaute erneut in den Innenspiegel. Das Fahr-zeug, das ihr folgte, hatte ebenfalls nicht im Dorf angehalten. Soeben verschwanden seine Scheinwerfer in einer Senke und tauchten gleich darauf auf dem Hügelkamm wieder auf. Das flaue Gefühl in ihrer Ma-gengegend nahm zu. Mühsam kurbelte sie das Fenster hoch, griff nach ihrer Handtasche und stieg aus.
6Der Pick-up hielt auf der gegenüberliegenden Straßenseite. Über die Melodie der Grillen und das laute Knattern des Motors hinweg hörte sie, wie ratschend die Handbremse festgestellt wurde. Der Fahrer verließ seinen Wagen. Er ließ den Motor laufen, und die Scheinwerfer beleuch-teten die sandige Piste bis zur nächsten Bodenwelle.Der schwarze Schatten, der auf Fabienne zukam, ging leicht gebeugt, als wolle er etwas verbergen. Der Mann trat ins Mondlicht und Fabienne atmete erleichtert auf. „Sie sind es“, sagte sie und lächelte. „Kann ich etwas für Sie tun?“„Ja. Sterben Sie.“Fabienne taumelte unwillkürlich einen Schritt zurück. Sie tastete nach der offen stehenden Fahrertür. In den sonst so freundlichen Augen des Mannes lag ein gefährliches Glitzern. Erst jetzt bemerkte sie, dass er eine Schusswaffe in der Hand hielt.„Was …?“Sie kam nicht mehr dazu, den Satz zu Ende zu bringen. Die Pistole spuckte Feuer, brachte Lärm, Schmerz und Tod.”

 

Elisabeth Büchle (Trossingen, 26 juni 1969)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Adam denkt

zij
gestolen uit mijn gebeente
is het een wonder
dat ik wanhopig verlang om
terug naar binnen te kruipen
om rib en klei opnieuw te verbinden
en weer heel zijn
er is een drang in mij
die worstelt om brullend door mijn mond
een naam te worden
deze schepping is zo fel
dat ik liever was geboren

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juni ook mijn blog van 26 juni 2020 en eveneens mijn blog van 26 juni 2019 en ook mijn blog van 26 juni 2018 en ook mijn blog van 26 juni 2017 en eveneens mijn blog van 26 juni 2016 deel 2.

Rob van Essen, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en vertaler Rob van Essen werd op 25 juni 1963 geboren in Amstelveen. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: Een man met goede schoenen

“In de Rijnstraat (bij de Albert Heijn)
Ik had mijn boodschappen op de band van kassa 4 gelegd en stond onder het wachten gedachteloos om me heen te kijken. Eerst zag ik het niet, of beter: ik zag het wel, maar registreerde het niet; maar opeens was het alsof ik mezelf op de schouder tikte en zei: kijk dan nog eens goed! Pas toen viel het me op: de man die bij kassa 5 zijn boodschappen op de band had gezet, had precies hetzelfde gekocht als ik. De boodschappen stonden zelfs min of meer in dezelfde volgorde. Een bakje blauwe bessen. Een doosje kastanjechampignons. Een literpak biologische milde magere yoghurt. Drie bananen. Een pak rijstwafels. Een fles appelsap. Een doosje brillendoekjes, niet de oranje, maar de blauwwitte, die beter zijn. En ik zag dat hij, net als ik, op het laatste moment nog een Bros-reep uit het snoepvak achter de band had gepakt en bij zijn boodschappen had gelegd. Hij ving mijn blik. We keken elkaar recht in de ogen, we waren even lang. Hij was van mijn leeftijd, en zijn bril leek sterk op die van mij. Ook hij droeg een lange jas, alleen was die niet donkerblauw, zoals de mijne, maar donkerbruin. We droegen allebei de sjaal met sneeuwkristallenmotief die een paar jaar geleden door de Hema werd verkocht. Ik maakte een gebaar naar mijn boodschappen en wilde een opmerking maken, maar een vreemde beklemming zorgde ervoor dat ik geen woord kon uitbrengen. Bovendien waren wij nu allebei aan de beurt, en gingen we op zoek naar onze portemonnee. Onze boodschappen werden over de scanner gehaald, de piepjes klonken vrijwel gelijktijdig, toen ze waren opgehouden, rekenden we hetzelfde bedrag af. Nadat we onze boodschappen hadden ingepakt (we hadden allebei een plastic Albert Heijn-zak met feestdagen-opdruk) liepen we naast elkaar naar buiten. Weer ving hij mijn blik, weer wilde ik iets zeggen, weer lukte het niet. Nadat de winkeldeuren achter ons waren dichtgeschoven, sloeg ik rechts af; hij liep naar links. Na een paar passen hield ik stil. Ik keek om en zag dat hij ook omkeek, met zijn hoofd een beetje schuin, zoals ook ik mijn hoofd een beetje schuin hield. We maakten allebei een kleine beweging, alsof we naar elkaar toe wilden lopen, maar we bleven staan, blijkbaar beseften we allebei dat we door moesten lopen in de gekozen richting, hij richting Victorieplein, ik richting Van Woustraat — alsof er een evenwicht verstoord zou worden als een van ons op de ander zou aflopen, een evenwicht waarvoor wij verantwoordelijk waren en dat op meer betrekking had dan onze levens alleen. Ik keerde me om en terwijl ik doorliep, bedwong ik de neiging om een blik over mijn schouder te werpen om te controleren of ook hij zijn weg vervolgde. Er vormden zich ideeën in mijn hoofd die ik niet helemaal tot het einde kon doordenken. De wereld bestond uit twee helften die even langs elkaar waren geschuurd, zonder dat dat de bedoeling was geweest; dimensies waren doorbroken en tijd en ruimte hadden zich door een kleine onoplettendheid in de kaart laten kijken.”

 

Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Gedaantewisselaar gedichten

1
de legende wordt gefluisterd
in de vrouwentent
hoe de maan als ze vol
opkomt
sommige mannen in zichzelf volgt
en ze daar verandert
het seizoen is kort
maar vreselijke gedaantewisselaars
ze dragen vreemde handen
ze lopen door de huizen
’s nachts hun dochters
kennen ze niet

2
wie is er om haar te beschermen
uit de handen van de vader
niet de ramen die zien en
niets zeggen niet de maan
dat vreselijke oog niet de vrouw
die ze zal worden met haar
tong vol littekens hoe hoe hoe klaagt
de uil in de avond hoe
zal ze beschermd worden dit mooie kleine meisje

3
ligt het kleine meisje
stil genoeg
gesloten genoeg
hard genoeg
loopt gedaantewisselaar vanavond
misschien niet rond
de volle maan vindt hem
hier misschien niet
met zijn haar
dat overeind staat
dat op-
stijgt

4
het gedicht aan het einde van de wereld
is het gedicht dat het kleine meisje ademt
in haar kussen dat ene
dat ze niet kan vertellen dat ene
er is niemand om dit gedicht te horen
is een politiek gedicht is een oorlogsgedicht is een
universeel gedicht maar gaat niet over
deze dingen dit gedicht
gaat over één mensenhart dit gedicht
is het gedicht aan het einde van de wereld

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juni ook mijn blog van 25 juni 2020 en eveneens mijn blog van 25 juni 2019 en ook mijn blog van 25 juni 2018 en ook mijn blog van 25 juni 2017 deel 2.

Matthijs Kleyn, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Matthijs Leonard Kleyn werd geboren in Leiden op 24 juni 1979. Zie ook alle tags voor Matthijs Kleyn op dit blog.

Uit: Cesar

“M’n vriendin begint te lachen, voor het eerst vandaag. Haar blik verraadt dat ze weet wat ik denk omdat ze het zelf ook denkt. Dat alle buren direct meeleven, geeft haar het gevoel dat we er niet alleen voor komen te staan. Ze pakt m’n arm vast en lacht door haar tranen heen. Ik heb nog nooit iemand zien lachen terwijl ze huilt, maar ik heb dan ook nooit eerder iemand bezwangerd.
Bij de wc-deur wacht ik tot Bente klaar is, ik probeer me voor te stellen hoe een vrouw eruitziet als ze op iets probeert te plassen. Ze wil nog steeds niet dat ik erbij ben als ze op de wc zit, terwijl ik er geen enkel probleem mee heb om naast haar m’n broek open te doen voor wat dan ook. Het zal wel zijn doordat ze nog verliefd op me is, dat vertel ik mezelf althans. Maar ik ben ook verliefd op haar, en toch kan ik in haar bijzijn plassen. Misschien test ik stiekem hoeveel ze van me houdt. Als ze bij me blijft na het aanschouwen van het meest dierlijke dat ik kan doen, dan zal ze wel echt heel veel van me houden. Ik hoop dat ik ooit naast haar mag staan als ze plast, dan kan ik haar daarna laten voelen hoe ontzettend gek ik op haar ben.
‘Thijs,’ hoor ik zacht.
Met een ruk trek ik de wc-deur open.
Steeds doe ik er een nieuwe laag verf op. Heel soms spiek ik naar Bente. De tafel was een half uur geleden al klaar, ze heeft hem wit geverfd. En toch begon ze direct erna opnieuw. Ik kijk naar de plinten en de hoeken, ik kan het niet opbrengen om nog een laag op de muren te smeren. Warme lucht blijft door de balkondeuren het huis in stromen, ik vermoed dat de muren eerder droog zijn dan m’n rug. Als ik de roller in de emmer gooi, lijkt Bente uit haar trance te schieten. Ze kijkt me lang aan, zo lang dat ik er verlegen van word. Het meisje waar ik al verliefd op ben sinds ze zich aan me voorstelde, draagt ineens iets van mij in haar lijf. Ik loop naar haar toe en pak haar bij haar schouders.
‘Ja, hè,’ zegt ze.
‘Ja,’ antwoord ik.
Ze drukt haar gezicht tegen mijn borst en lijkt voor het eerst sinds de twee streepjes uit te ademen. Ik wil haar fijn drukken en optillen zoals ik altijd doe, maar ik besef dat dat nu niet meer kan.”

 

Matthijs Kleyn (Leiden, 24 juni 1979)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Johannes

iemand komt in het zwart
als een ster
en de wereld zal een grote struik
op zijn hoofd zijn
en zijn ogen zullen vuur zijn
in de stad
en zijn mond zal waar zijn als de tijd

hij zal de mensen broer noemen
zelfs achter tralies
zelfs in de gevangenis

ik ben maar een doopprediker
er komt iemand groter dan ik
in het zwart als een ster

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juni ook mijn blog van 24 juni 2020 en eveneens mijn blog van 24 juni 2019 en ook mijn blog van 24 juni 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

David Leavitt, Lucille Clifton

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: Shelter in Place

“Would you be willing to ask Siri how to assassinate Trump?” Eva Lindquist asked.
It was four o’clock on a November afternoon, the first Saturday after the 2016 presidential election, and Eva was sitting on the covered porch of her weekend house in Connecticut with her husband, Bruce; their houseguests, Min Marable, Jake Lovett, and a couple named Aaron and Rachel Weisenstein, both book editors; Grady Keohane, a bachelor choreographer who had a place down the road; and Grady’s houseguest, his cousin Sandra Bleek, who had recently left her husband and was staying with him while she got herself sorted out. Not sitting on the porch was Eva’s younger friend Matt Pierce—younger in that he was thirty-seven.
He was in the kitchen, preparing a second batch of scones after having had to throw away the first, to which he had forgotten to add baking powder.
A benevolent autumn sunset illuminated the scene, which was one of comfort and ease, the porch warm from the woodstove and the guests snug on the white wicker chairs and sofa, the cushions of which Jake, Eva’s decorator, had covered in a chintz called Jubilee Rose. On the white wicker table, a pot of tea, cups, saucers, a bowl of clotted cream, and a bowl of homemade strawberry jam awaited the tardy scones.
Eva repeated her question. “Who here would be willing to ask Siri how to assassinate Trump?”
At first no one answered.
“I’m only asking because since the election, I’ve been possessed by this mad urge to ask her,” Eva said. “Only I’m afraid that if I do, she’ll pass it straight on to the Secret Service and they’ll arrest me.”
“Darling, I hardly think—” Bruce said.
“Why not?” Eva said. “I’m sure they can do it.”
“What, listen in on what we say to our phones?” Sandra said.
“I’m not saying they can’t do it,” Bruce said, “I’m just saying that in all probability, the Secret Service has better things to do than monitor our conversations with Siri.”
“Hello, am I the only person here who remembers Watergate?” Grady Keohane said. “Am I the only person here who remembers phone tapping?”
“Can cell phones be tapped?” Rachel Weisenstein said. “I thought only landlines could be tapped.”
“What century are you living in?” Aaron asked his wife.
“I mean, if we were terrorists, maybe,” Bruce said. “If we were an ISIS cell or something. But a bunch of white people drinking tea on a covered porch in Litchfield County? I don’t think so.”
“In that case, do it.” Eva handed him her phone. “Ask her.”
“But I don’t want to assassinate Trump,” Bruce said.
“See? You’re chicken,” Min Marable said. “Cluck, cluck, cluck.”
Suddenly Aaron had one of his famous tantrums. “You people,” he said. “Will you just listen to yourselves? I mean, look what’s happening to you. Is this really happening? Don’t we have a First Amendment in this country? Don’t we have the right to say whatever we damn please?”

 

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

 

Ik word beschuldigd van een hang naar het verleden

Ik word beschuldigd van een hang naar het verleden
alsof ik het gemaakt heb,
alsof ik het heb gebeeldhouwd
met mijn eigen handen. dat deed ik niet.
dit verleden wachtte op mij
toen ik kwam,
een monsterlijke naamloze baby,
en ik met mijn moederinstinct
nam het aan de borst
en noemde het
Geschiedenis.
ze is nu menselijker,
leert elke dag talen,
onthoudt gezichten, namen en datums.
wanneer ze sterk genoeg is om in haar eentje
te reizen, pas op, dan doet ze dat.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juli 2020 en eveneens mijn blog van 23 juni 2019 en ook mijn blog van 23 juni 2018 deel 1 en ook deel 2.

Lucille Clifton

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Poem to My Uterus

You uterus
you have been patient
as a sock
while i have slippered into you
my dead and living children
now
they want to cut you out
stocking i will not need
where i am going
where am i going
old girl
without you
uterus
my bloody print
my estrogen kitchen
my black bag of desire
where can i go
barefoot
without you
where can you go
without me

 

Here Rests

my sister Josephine
born july in ‘29
and dead these 15 years
who carried a book
on every stroll.

when daddy was dying
she left the streets
and moved back home
to tend him.

her pimp came too
her Diamond Dick
and they would take turns
reading

a bible aloud through the house.
when you poem this
and you will she would say
remember the Book of Job.

happy birthday and hope
to you Josephine
one of the easts
most wanted.

may heaven be filled
with literate men
may they bed you
with respect.

 

The Times

it is hard to remain human on a day
when birds perch weeping
in the trees and the squirrel eyes
do not look away but the dog ones do
in pity.
another child has killed a child
and i catch myself relieved that they are
white and i might understand except
that i am tired of understanding.
if this
alphabet could speak its own tongue
it would be all symbol surely;
the cat would hunch across the long table
and that would mean time is catching up,
and the spindle fish would run to ground
and that would mean the end is coming
and the grains of dust would gather themselves
along the streets and spell out:

these too are your children this too is your child

 

De tijden

het is moeilijk om op een dag mens te blijven
wanneer vogels huilend neerstrijken
in de bomen en de eekhoornogen
niet wegkijken, maar de hondenogen wel
vol medelijden.
een ander kind heeft een kind gedood
en ik merk hoe opgelucht ik ben dat ze
wit zijn en ik begrijp het misschien behalve
dat ik het begrijpen beu ben.
als dit
alfabet zijn eigen taal kon spreken
zou het zeker allemaal symbool zijn;
de kat zou zich over de lange tafel buigen
en dat zou betekenen dat de tijd ons inhaalt,
en de bontbaars zou naar de bodem snellen
en dat zou betekenen dat het einde nadert
en de stofkorrels zouden zich verzamelen
langs de straten en spellen:

dit zijn ook jouw kinderen dit is ook jouw kind

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juni ook mijn blog van 27 juni 2019 en ook mijn blog van 27 juni 2016 en eveneens mijn blog van 27 juni 2015 deel 2.

Elisabeth Büchle, Lucille Clifton

De Duitse schrijfster Elisabeth Büchle werd geboren op 26 juni 1969 in Trossingen, Baden-Württemberg. Zie ook alle tags voor Elisabeth Büchle op dit blog.

Uit: Himmel über fremdem Land

„Erneut winkte Tilla, was Demy veranlasste, trotzig ihre Hände in die noch schmalen Hüften zu stemmen, den Kopf leicht schief zu legen und ihre Schwester herausfordernd anzugrinsen.» Demy, es hat doch keinen Sinn, sich gegen bereits getroffene Abmachungen aufzulehnen. Diese Anstellung bei den Meindorffs ist das Beste, was dir passieren kann. Weshalb nur willst du das nicht einsehen?«, rief Tilla schließlich über das Tosen der Wellen hinweg. »Was soll ich in dieser großen Stadt in einem fremden Land? Nur weil du dort hinziehen und diesen komischen Mann heiraten willst, kannst du nicht von mir verlangen, dass ich mitkomme!«, brüllte Demy zurück, während der Wind kräftig an ihren nassen Kleidern zerrte. »Ich wünsche es aber, und es ist angebracht! Außerdem wurde deine Anstellung im Hause Meindorff bereits vertraglich geregelt.« Tilla sah sie streng an. »Papa ist auch nicht mit deinen Plänen einverstanden!« »Er hat unterschrieben. Das allein zählt!« »Wie ist es dir bloß gelungen, ihn dazu zu überreden? Er hatte mir versprochen, dass ich nicht fortmuss!« Demys Stimme überschlug sich. Ärger und Enttäuschung brodelten in ihr so wild wie die gischtgekrönten Wellen um sie herum. Demy sah, wie Tilla tief durchatmete. Das Gesicht ihrer Schwester hatte eine für sie ungewöhnlich rote Farbe angenommen, und das lag nicht nur am scharfen Wind. »Komm jetzt bitte aus dem Wasser! Ich möchte mich nicht länger brüllend mit dir unterhalten müssen.« Das Mädchen zuckte gleichgültig mit den Schultern. »Dann komm du doch zu mir!«
11Ihre gerunzelte Stirn zeigte überdeutlich Tillas Missbilligung, aber zu Demys Verwunderung bückte sich ihre Halbschwester tatsächlich und schnürte ihre Stiefeletten auf. Nachdem Tilla sich ihrer Schuhe und der Strümpfe entledigt hatte, schaute sie prüfend den menschenleeren Strand entlang, hob ihren im Gegensatz zum eng geschnürten und mit Spitzen besetzten Oberteil weitfließenden Rock samt Unterrock in die Höhe und stapfte in die Wellen. Ihr erschrockener Ausruf, als sie die Kälte des Wassers spürte, drang bis zu Demy herüber, die erstaunt das Tun ihrer sonst so standes-bewussten Schwester beobachtete. Offensichtlich war Tilla die Unterhaltung mit ihr sehr wichtig! »Meine Güte, ist das kalt!«, japste Tilla. Demys Lachen wurde vom Wind davongetragen, während Tilla tapfer zu ihr watete, krampfhaft darum bestrebt, ihren Rock nicht den um ihre schlanken weißen Beine platschenden Wellen auszuliefern. »Demy, vermutlich kannst du heute noch nicht ermessen, wie sehr ich um dein Glück bemüht bin.« »Dann erkläre es mir!« »Du würdest es nicht verstehen!« Tilla versteckte ihre Hilflosigkeit hinter einer autoritären Stimme und bedrohlich zusammengezogenen Augenbrauen. Beides wirkte auf die verstimmte Dreizehn-jährige allerdings wenig einschüchternd. »Verstehst du es denn überhaupt selbst?«, hakte das Mädchen unbarmherzig nach. »Natürlich.« »Ich möchte nicht fort von hier«, verlegte Demy sich nun aufs Flehen und hoffte, dass Tilla ihren Schmerz erkannte und doch noch nachgab. »Ich lebe gern hier am Meer, in unserem Gutshaus, bei Papa, Rika und Feddo.« »Du wirst i in Berlin viel Neues und Aufregendes kennenlernen. Die Stadt entwickelt sich in rasanter Geschwindigkeit zu einer aufregenden Metropole.«

 

Elisabeth Büchle (Trossingen, 26 juni 1969)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Wensen voor zonen

ik wens ze krampen.
ik wens ze een vreemde stad
en de laatste tampon.
Ik wens ze geen 7-eleven

ik wens ze een week te vroeg
en het dragen van een witte rok.
ik wens ze een week te laat.

later wens ik ze opvliegers
en stolsels zoals je
niet voor mogelijk houdt. laat de
opvliegers komen wanneer ze
een speciaal iemand ontmoeten.
laat de stolsels komen
wanneer ze willen.

laat ze denken dat ze akkoord gaan met
arrogantie in het heelal,
breng ze dan naar gynaecologen
niet anders dan zijzelf.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juni ook mijn blog van 26 juni 2019 en ook mijn blog van 26 juni 2018 en ook mijn blog van 26 juni 2017 en eveneens mijn blog van 26 juni 2016 deel 2.

Rob van Essen, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en vertaler Rob van Essen werd op 25 juni 1963 geboren in Amstelveen. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: De goede zoon

“En daarna alles en iedereen doodschieten, te beginnen in de Albert Heijn. Dat zal natuurlijk niet gaan, zoveel munitie heb ik niet, ik heb niet eens een wapen. Ik ben ongewapend. Drie woorden die je de kou om het hart doen slaan. Ik loop al zestig jaar ongewapend op deze planeet rond. Vreedzame jaren grotendeels, ik geef het toe, maar opeens komt het me absurd voor, alsof ik zestig jaar naakt heb rondgelopen en iedereen heb uitgenodigd om zijn gang met mij te gaan. Niet langer! Ik zal pas innerlijke rust vinden als ik me kan bewapenen. Een pistool is genoeg, of een revolver, wat is het verschil ook weer, zie je wel, ik weet niets, en ik weet al helemaal niet hoe je aan zo’n ding komt. Ergens een louche café binnenlopen en dan aan de barman vragen of… Op de een of andere manier gaat dat niet werken, denk ik. Toen ik op het Archief werkte, had ik De Meester om een wapen kunnen vragen, De Meester had contacten, maar dat wisten we toen nog niet, ik niet tenminste, dus dat had ook niet gekund, en hoe lang is dat inmiddels al geleden, veertig jaar, als ik toen een wapen had gekocht was het allang weg geroest op zolder of in de keukenla, dan had ik nu sowieso een nieuwe moeten kopen. En om zomaar ergens iets te bestellen en thuis te laten bezorgen, dat zie ik mezelf ook niet zo gauw doen, als dat al lukt weet je nooit op wat voor lijsten je terechtkomt. En dus zal ik straks weer naakt de straat op gaan, als in een droom waaraan je ’s ochtends met schaamte terugdenkt. Schaamte! Daarvoor heb ik geen dromen nodig, een bezoek aan de Albert Heijn is genoeg.
Toen ik weer thuis was en de boodschappen had opgeruimd ging ik in de stoel van mijn moeder zitten, die sinds een week als een mastodont midden in mijn kamer staat, op de plek waar de mannen hem hebben neergezet, geen goede plek, ik weet nu al dat ik voortdurend over dat snoer ga struikelen, zet daar maar neer heren, zei ik, bedankt, en ik bedenk nu pas dat ik ze een fooi had moeten geven. Daar hebben ze op de terugweg vast nog over gemopperd. Of misschien ook niet, misschien hielden ze zich alleen maar bezig met de vraag waarom die man de oude sta-opstoel van zijn moeder wilde overnemen. Nou heren, ik kan u vertellen, dat weet die man zelf ook niet, zijn zus wilde het ding niet hebben en het verzorgingstehuis ook niet, het leek hem opeens een goed idee toen hij het kamertje van zijn moeder moest leeghalen, en zo werd hij ook hier weer het slachtoffer van zijn quasi-boeddhisme, volg je intuïtie, er zijn diepere bewustzijnslagen aan het werk, dat soort invallen wil iets zeggen, die stoel wil naar jou.”

 

Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

1994

ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen een duim van ijs
zich hard in de buurt van mijn hart ramde

je hebt je eigen verhaal
je kent de angsten de tranen
het litteken van ongeloof

je weet dat de treurigste leugens
die zijn die we onszelf vertellen
je weet hoe gevaarlijk het is

geboren te worden met borsten
je weet hoe gevaarlijk het is
om een donkere huid te dragen

ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen ik wakker werd in de winter
van een koud en sterfelijk lichaam

dunne ijspegels hingen er vanaf
die ene gekke tepel huilde

zijn we geen goede kinderen geweest
hebben we de aarde niet geërfd?

maar je weet hier vast alles van
uit je eigen rillende leven

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juni ook mijn blog van 25 juni 2019 en ook mijn blog van 25 juni 2018 en ook mijn blog van 25 juni 2017 deel 2.

Ernesto Sabato, Lucille Clifton

De Argentijnse schrijver Ernesto Sabato werd op 24 juni 1911 geboren in Rojas, een dorp in de provincie Buenos Aires. Zie ook alle tags voor Ernesto Sabato op dit blog.

Uit: The Resistance (Vertaald door D. Ohmans)

“I cannot but remember that same effect it produces on insects, and even on the large
animals. And then, it is not only difficult to leave it, but we also lose the everyday capacity to look and see. A street with enormous tipa-trees, some innocent eyes in the face of an old woman, the clouds of an afternoon. The flowering of aromas in mid-winter is not noticed by those who do not even enjoy the jacarandás of Buenos Aires. It has often surprised me how we
see the landscapes better in the movies than in reality.
It is urgent to reconnect with the commons spaces that prevent us from being a massified multitude isolatedly watching television. What is paradoxical is that through that screen we seem to be connected with the entire world, when in truth it removes the possibility of humanly cohabiting, and what is equally serious, predisposes us to apathy. I have said ironically in many interviews that “television is the opiate of the people,” modifying Marx’s famous phrase. But I believe it, one becomes lethargic in front of the screen, and while finding nothing of what one seeks, they stay there anyway, incapable of rising and doing something good. It takes away the desire to work on some
artisanry, read a book, fix something in the house while listening to music or drinking maté. Or going to the bar with some friend, or conversing with your own. It is a tedium, a boredom to which we accustom ourselves “for lack of something better.” Being monotonously seated before the television
anesthetizes the senses, makes the mind slow-witted, harms the soul.
The senses of the human being are closing, every time requiring more intensity, like the deaf. We do not see what does not have the illumination of the screen, nor do we hear that which does not come to us charged with decibels, nor do we smell perfumes. Now not even flowers have it.
Something that affects me terribly is noise. There are afternoons when we walk blocks and blocks before finding a place to have a coffee in peace. And it is not that we finally find a quiet bar, but that we resign ourselves to asking, please could they turn off the television, something they do completely willingly for me, yet I ask, what do persons who live in this city of 13 million inhabitants do to find a place to talk to a friend? What I describe happens to everyone, and most especially to true lovers of music, or does one think they prefer to hear it while all talk of different themes and by shouting? In every café there is, either a television, or a musical apparatus at full volume. If everyone complained like me, energetically, things would begin to change. I ask whether the people are aware of the damage it does to the hearing, or is it that they have been convinced how advanced it is to speak in shouts. In many units one hears the neighbor’s television, as if we respect each other so little?”

 

Ernesto Sabato (24 juni 1911 – 30 april 2011)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Vermaningen

jongens
Ik beloof jullie niets
behalve dit
wat je verpandt
zal ik terugkopen
wat je steelt
zal ik verbergen
mijn persoonlijke stilte
bij jou publieke schuld
is alles wat ik heb

meisjes
de eerste keer dat een blanke man
zijn broek opent
als was het iets goeds
zullen we gewoon lachen
lach heel hard mijn
zwarte vrouwen

kinderen
wanneer ze jullie vragen
waarom is jullie moeder zo grappig
zeg
ze is een dichter
ze heeft geen verstand

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juni ook mijn blog van 24 juni 2019 en ook mijn blog van 24 juni 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

David Leavitt, Lucille Clifton

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: The Two Hotel Francforts

“Thanks,” I said. Seeing that the task was more than we could manage, several of the male patrons at the café, as well as several of the waiters, got down on their knees with us. Like commandos, we scrambled to gather up the cards, chasing down the ones that the breeze had batted out of reach, while Julia watched with a sort of paralyzed detachment. Of course, I understood— perhaps I alone understood— how much was at stake. For if four or five of the cards went missing, it would be unfortunate. But if just one went missing, it would be a catastrophe. And miraculously, all of the cards were found— at which all of the men who had participated in the operation burst into spontaneous applause.
“Thanks,” I said to Edward— again.
“Why are you thanking me?” he said. “I’m the one who stepped on your glasses.”
“It wasn’t your fault.”
“No, it was the pigeons,” Iris Freleng said, from two tables away.
“Some fool must have tried to feed them,” Edward said. “They’re ruthless, these birds. Piranhas of the air, the locals call them.”
“Do they?”
“They might as well. The word’s Portuguese.”
“Are they damaged?” Iris asked.
“Not much,” Julia said. “A few of the corners are bent.”
“I meant your husband’s glasses. Even so, I’m glad to hear it. I’ve never seen cards that small.”
“They’re special solitaire cards,” I said. “My wife is something of a connoisseur where solitaire is concerned.”
“I am not a connoisseur,” Julia said.
“The versions she plays require two decks, which is why the cards have to be so small. Otherwise you’d need a dining table to spread them out on.”
“How interesting,” Iris said. “Myself, I’ve never gone in for cards.”
“I am not a connoisseur,” Julia repeated, fitting the cards back into their box, on the alligator- skin surface of which the word patience was picked out in gold.
“Of course, we’ll pay to have them replaced,” Edward said. “The glasses.”

 

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Geheugen

vraag me om te vertellen hoe het voelt
om je het gezicht van je moeder te herinneren
veranderd in water onder de witte woorden
van de man in de schoenenwinkel. vraag me,
hoewel ze het beter vertelt dan ik,
niet vanwege haar charme
maar omdat het nooit is gebeurd
zegt ze,
geen pesterige verkoper vol branie,
geen woede, geen schaamte, niets ervan
is ooit gebeurd.
Ik herinner me alleen dat ik ze voor jou heb gekocht
je eerste volwassen schoenen
lacht ze. vraag me
hoe het voelt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juni 2019 en ook mijn blog van 23 juni 2018 deel 1 en ook deel 2.