Jan de Hartog, Vladimir Nabokov, Madame de Staël, Jos de Haes

De Nederlandse schrijver Jan de Hartog werd geboren in Haarlem op 22 april 1914. Zie ook mijn blog van 22 april 2007.

Uit: Hollands Glorie

“Bas had hem gewaarschuwd, in de gauwigheid voor het vertrek: ‘Kijk uit met dien Rus, jong. Een puike zeeman, en opvreten zal-ie je zo dadelijk niet, maar ’t is een woesteling in de vaart. Laat je niet paaien voor werk, dat je niet aankunt, denk aan je vrouw, die thuis op je wacht….’

Hij had lachend geantwoord: ‘Laat mij maar waaien, schipper, ik red ’t wel met die hannekemaaier…. Nee, meid, die sextant niet inpakken! En nou m’n laarzen….’ Toen hij terug was gekomen uit de bijkeuken, de armen vol oliegoed, had hij Bas en Nellie zien smoezen in de deuropening. Bas had haar op de schouder geklopt en was toen weggegaan met een laatste: ‘’t Ga je goed!’ maar hij had Nellie aardig van de kook gebracht. ‘O, Jan, jongen….’ had ze gezegd, met ongeruste ogen, ‘zal je me belóven dat je uitkijkt met die Sjimmenof? Bas zegt….’ ‘Bas kan de rolling krijgen,’ had hij geantwoord, ‘laat je door die man niet overhoop kletsen!’ Maar zij had aangehouden; Bas dit en Bas dat, en iedereen wist dat Sjimmenof niet te vertrouwen was, hij had Aaltje van Joris d’r man…. ‘Sjemonof, heet-ie!’ had hij geroepen. ‘En als ièmand die man kent, dan ben ik ’t!’ Dat was nou ronduit gebazel, want hij had den vent nog nooit in levenden lijve gezien. Verhalen kende hij genoeg over hem, daar niet van, en hij kon hem zó uittekenen ook, maar dat was toch nog wel iets anders dan…. ‘En die Donker, dan?’ had Nellie gevraagd, met driftige ogen; ‘ieder kind weet hoe Donker aan z’n gebroken been is gekomen!’ Hij had woedend de laarzen en het oliegoed tegen de vloer gesmeten en was, met de vuisten in de zij, bar groot voor haar gaan staan en had gezegd: ‘Nou zal ik jou, potverdomme, ’s één ding vertellen, drilboor dat je…. Au!’ Ze had hem een opstopper gegeven in zijn maag, en daar zat hij nu, de praatjesmaker, geveld met zijn eigen wapenen.”

 

DeHartog

Jan de Hartog (22 april 1914 – 22 september 2002)

 

 

De Russisch-Amerikaanse schrijver Vladimir Vladimirovic Nabokov werd geboren in St. Petersburg, op 22 april 1899. Zie ook mijn blog van 22 april 2007.

Uit: Lolita

Annabel was, like the writer, of mixed parentage: half-English, half-Dutch, in her case. I remember her features far less distinctly today than I did a few years ago, before I knew Lolita. There are two kinds of visual memory: one when you skillfully recreate an image in the laboratory of your mind, with your eyes open (and then I see Annabel in such general terms as: “honey-colored skin,” “thin arms,” “brown bobbed hair,” “long lashes,” “big bright mouth”); and the other when you instantly evoke, with shut eyes, on the dark innerside of your eyelids, the objective, absolutely optical replica of a beloved face, a little ghost in natural colors (and this is how I see Lolita).

Let me therefore primly limit myself, in describing Annabel, to saying she was a lovely child a few months my junior. Her parents were old friends of my aunt’s, and as stuffy as she. They had rented a villa not far from Hotel Mirana. Bald brown Mr. Leigh and fat, powdered Mrs. Leigh (born Vanessa van Ness). H
ow I loathed them! At first, Annabel and I talked of peripheral affairs. She kept lifting handfuls of fine sand and letting it pour through her fingers. Our brains were turned the way those of intelligent European preadolescents were in our day and set, and I doubt if much individual genius should be assigned to our interest in the plurality of inhabited worlds, competitive tennis, infinity, solipsism and so on. The softness and fragility of baby animals caused us the same intense pain. She wanted to be a nurse in some famished Asiatic country; I wanted to be a famous spy.

All at once we were madly, clumsily, shamelessly, agonizingly in love with each other; hopelessly, I should add, because that frenzy of mutual possession might have been assuaged only by our actually imbibing and assimilating every particle of each other’s soul and flesh; but there we were, unable even to mate as slum children would have so easily found an opportunity to do. After one wild attempt we made to meet at night in her garden (of which more later), the only privacy we were allowed was to be out of earshot but not out of sight on the populous part of the plage. There, on the soft sand, a few feet away from our elders, we would sprawl all morning, in a petrified paroxysm of desire, and take advantage of every blessed quirk in space and time to touch each other: her hand, half-hidden in the sand, would creep toward me, its slender brown fingers sleepwalking nearer and nearer; then, her opalescent knee would start on a long cautious journey; sometimes a chance rampart built by younger children granted us sufficient concealment to graze each other’s salty lips; these incomplete contacts drove our healthy and inexperienced young bodies to such a state of exasperation that not even the cold blue water, under which we still clawed at each other, could bring relief.”

nabokov

Vladimir Nabokov (22 april 1899 –  2 juli 1977)

 

 

De Franse schrijfster Madame de Staël werd in Parijs geboren op 22 april 1766. Zie ook mijn blog van 22 april 2007.

Uit: De l’Allemagne

Le nom de romantique a été introduit nouvellement en Allemagne pour désigner la poésie dont les chants des troubadours ont été l’origine, celle qui est née de la chevalerie et du christianisme. Si l’on n’admet pas que le paganisme et le christianisme, le nord et le midi, l’Antiquité et le Moyen Âge, la chevalerie et les institutions grecques et romaines, se sont partagé l’empire de la littérature, l’on ne parviendra jamais à juger sous un point de vue philosophique le goût antique et le goût moderne.

On prend quelquefois le mot classique comme synonyme de perfection. Je m’en sers ici dans une autre acception, en considérant la poésie classique comme celle des Anciens et la poésie romantique comme celle qui tient de quelque manière aux traditions chevaleresques. Cette division se rapporte également aux deux ères du monde : celle qui a précédé l’établissement du christianisme, et celle qui l’a suivi.

On a comparé aussi dans divers ouvrages allemands la poésie antique à la sculpture, et la poésie romantique à la peinture ; enfin on a caractérisé de toutes les manières la marche de l’esprit humain, passant des religions matérialistes aux religions spiritualistes, de la nature à la divinité.

La nation française, la plus cultivée des nations latines, penche vers la poésie classique imitée des Grecs et des Romains. La nation anglaise, la plus illustre des nations germaniques, aime la poésie romantique
et chevaleresque, et se glorifie des chefs-d’œuvre qu’elle possède en ce genre. Je n’examinerai point ici lequel de ces deux genres de poésie mérite la préférence : il suffit de montrer que la diversité des goûts, à cet égard, dérive non seulement de causes accidentelles, mais aussi des sources primitives de l’imagination et de la pensée. »

 

StaelNecker

Madame de Staël (22 april 1766 – Parijs, 14 juli 1817)

 

 

De Vlaamse dichter en essayist Jos de Haes werd geboren in Leuven op 22 april 1920. Zie ook mijn blog van 22 april 2007.

Avond en morgen

I

 

Geen dingen heb ik ooit begrepen,

niet de dynamo, niet de haat,

niet het vernuft van rake knepen.

Ook Christus niet – maar dat is nu te laat.

 

De kwijl van een behaarde geitelip,

de warmte onder een appelboom van biggen

die welgeschapen zijn uit vaders rib,

zijn mij genoeg om bij te liggen

 

’s avonds. Maar als ik in de morgen stuik

bij mijn collega’s op ’t geboden uur,

wat ben ik dan, hoe sta ik daar

ineens met opgebonden botten,

 

een dungetakte dorenstruik

tegen een witgekalkte muur,

als een Kretenzer gapend naar

verlichte pinksterpolyglotten.

 

 

 

Elza

Een linnenmeisje, amfibieënoog,

haar vlees een vluchtige olie

en bijtende loog,

haar vlees met wol omwonden twijgen.

 

Zij groeit uit bronnen van gom

met licht vertakte ledematen,

zoekende pels, diepliggende honingraten,

en spint haar teerste plekken in.

 

Opgerolde goudkattin,

dier dat aankijkt uit de grotleem,

liggend een zaad in zijn bed.

 

En, in een schildpadschild gesneden,

verlichte lippen violet.

Keverkop waarop men zijn tanden zet.

Rib van een goddelijk skelet.

 

 

Landschap

Rinkelt de glazen wind

rinkelen doet mijn gebint,

schervenschedel mandolien.

 

Denken, door een riet zien,

rieten splinters in het oog.

 

En op de stalen einderboog,

waar de zon verschaalt,

een medemens, een zwarte naald.

 

jos_de_haes

Jos de Haes (22 april 1920 – 1 maart 1974)

 

Jan de Hartog, Kingsley William Amis, Vladimir Nabokov, Madame de Staël, Jos de Haes

De Nederlandse schrijver Jan de Hartog werd geboren in Haarlem op 22 april 1914. Jan de Hartog publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem F.R. Eckmar (verrekmaar) een aantal detectiveromans. Hij werd vooral bekend door zijn boek Hollands Glorie, over de beginperiode van de zeesleepvaart, dat in 1976 door de AVRO als televisieserie is verfilmd. Zijn boek Gods geuzen gaat over zendingswerk in de oerwouden van Indonesië. De Kapitein, Stella Maris en Thalassa gaan alle over de scheepvaart. Na publicatie van Het Hospitaal over de misstanden in een Amerikaans ziekenhuis, moest hij zelfs de stad waar het zich afspeelde ontvluchten. Een ander boek – ook verfilmd – is De Kleine Ark, handelend over de watersnood van 1953. Ook Jan de Hartog verleende hulp bij het redden van de slachtoffers. In 2004 onthulde zijn weduwe in Maassluis een gedenkplaat ter nagedachtenis van Jan de Hartog wegens de historische banden die deze stad heeft met de zeesleepvaart, waarover hij vaak schreef. De gedenkplaat is aangebracht vlakbij de stoomsleepboot Furie, het schip dat in 1976 een belangrijke rol speelde in de televisiebewerking van zijn boek Hollands Glorie.

Uit: Hollands Glorie

“Een snelle bevordering als die van Jan Wandelaar – najaar ’06 nog matroos, voorjaar ’08 stuurman – was in die jaren, toen de zeesleepvaart uit de kinderschoenen kwam, geen uitzondering. Omstreeks 1840 was de eerste sleepdienst geopend: een raderbootje, dat zeilschepen de haven in- en uitbracht door de nauwe vaarwaters, waarvoor zij anders soms dagen lang op gunstige wind moesten liggen wachten. Gedurende de halve eeuw daarna was het bedrijf gestadig gegroeid; sterkere boten werden gebouwd en de vloot werd uitgebreid, maar verder dan het Engelse Kanaal werd niet buitengaats gevaren.

Omstreeks 1890 waren de Hollandse baggerlieden zo in trek gekomen bij de aanleg van havens en kanalen in den vreemde, dat over de gehele wereld, in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, onze vlag bij de waterbouw woei. De aannemers bestelden hun materiaal in Holland: baggermolens, zandzuigers, lichters, sluisdeuren, pontons en drijvende kranen. Aanvankelijk werden al deze zaken in onderdelen verscheept, om te bestemder plaatse gemonteerd te worden, maar dit kostte veel tijd en veel geld en dikwijls was het zelfs onmogelijk. Er werd over een doelmatiger wijze van transport gedacht en men ging sleepboten bouwen, geschikt voor de grote vaart, die het materiaal kant en klaar over zee zouden kunnen slepen. In 1892 liep de eerste zeesleepboot van stapel; dat jaar werden reeds zes en dertig stuks baggermateriaal weggebracht. Men kon de vraag niet bijhouden met bouwen; wat vroeger havensleepboot was werd zeesleepboot, met een toverformule, om de bemanning niet al te ongerust te maken.”

 

tn_JdeHartog

Jan de Hartog (22 april 1914 – 22 september 2002)

 

De Engelse schrijver Kingsley William Amis werd op 16 april 1922 geboren in Londen.

Uit: ONE FAT ENGLISHMAN

“Roger began eating. There was a roll-basket on the table near him, its contents hidden by a napkin. Underneath this were lengths of hot Italian bread soaked in garlic butter. He decided he would not eat this, and then suddenly found he had started to. His decision to eat only one piece went the same way. By the time the Southern fried chicken arrived from the gloved hand of the Negroe mad it was plain to him that he might as well be hung for a fat-tailed sheep as a lamb. With the chicken there were turnips, spring onions – and corn on the cob with more butter. A razor-blade embedded in a wooden handle for sclicing the cobs and a paint-brush affair for spreading the melted butter on them were passed from hand to hand. Roger used both instruments a lot.
While Ernst and Parteger, who was sitting opposite, filled him in on what terrible courses of study were available at Budweiser (College), Roger concentrated on his food. It was the least he could do for something that was bringing his coronary nearer at such a clip, that was already, he sensed, sidling irremovably into his paunch and his neck and his bosom. Let it. As he was waiting for his helping of blueberry pancakes with fresh cream and Wisconsin cheddar, the thought of dieting brushed feebly at his mind like an old remorse. He was aware that just eating a little of what he did no fancy would sooner or later do him good in the sexual chase. This idea had been brought sharply into focus at a fellow-publisher’s party the previous year. Somebody’s secretary had told him that what he wanted was all right with her on the understanding that he brought his block and tackle along. Five days later, sipping a half-cup of sugarless and milkless tea to round off a luncheon of a lightly boiled egg with no salt, a decarbohydrated roll resembling fluff in plastic, and a small apple, he had made up his mind for ever that, if it came to it, he could easily settle down to a regime of banquets and self-abuse. He sent his palte up now for a second helping of pancakes and put three chocolate mints into his mouth to tide him over. Outside every fat man there was an even fatter man trying to close in.
With the Gaelic coffee, surmounted by half an inch or so of chilled cream, he felt his survival till breakfast guaranteed and ceremoniously produced for him by Joe.”

amis

Kingsley Amis (22 april 1922 — 22 oktober 1995)

 

De Russisch-Amerikaanse schrijver Vladimir Vladimirovic Nabokov werd geboren in St. Petersburg, op 22 april 1899 Nabokov publiceerde zijn eerste verhalen en gedichten onder het pseudoniem Vladimir Sirin. Later schreef hij vooral romans en novelles, nu onder zijn eigen naam. Zijn vroege werk is geschreven in het Russisch, later begint hij in het Engels te schrijven en beschouwt hij zich als Amerikaans romancier. Zijn bekendste Russische romans zijn de korte debuutroman Matsjenka (1926), Een Lach in het Donker (1936), de Dostojewski-parodie Wanhoop (1936), zijn, naar eigen zeggen, beste en meest nostalgische roman De Gave (1937-38) die handelt over het leven van een Russische balling in Berlijn, en Gebroken Schild (1947). Van zijn Engelstalige romans zijn in het bijzonder The Real Life of Sebastian Knight (1941), Pnin (1957), Pale Fire (1962) zijn autobiografische roman Speak, Memory (1966), King, Queen, Knave (1968), de grote familieroman Ada or Ardor (1969), Glorie (1971), en zijn laatste belangrijke roman Harlekinade (1974) noemenswaardig. Zijn bekendste werk is echter de geruchtmakende roman Lolita uit 1955, die de uitzinnige liefde van een veertigjarige intellectueel Humbert Humbert voor een jong Amerikaans meisje Dolores Haze beschrijft. Het boek veroorzaakte een schandaal. De roman kreeg het predicaat ‘pervers’ opgeplakt en Nabokov werd voor pornograaf uitgemaakt. Dit leidde ertoe dat het boek van 1956 tot 1958 verboden werd in Parijs en ook in de V.S. pas in 1958 gepubliceerd kon worden. Inmiddels wordt het boek beschouwd als een van de absolute hoogtepunten van de moderne romankunst.

 

Uit: Lolita

 

“Lolita, light of my life, fire of my loins. My sin, my soul. Lo-lee-ta: the tip of the tongue taking a trip of three steps down the palate to tap, at three, on the teeth. Lo. Lee. Ta.

She was Lo, plain Lo, in the morning, standing four feet ten in one sock. She was Lola in slacks. She was Dolly at school. She was Dolores on the dotted line. But in my arms she was always Lolita.

Did she have a precursor? She did, indeed she did. In point of fact, there might have been no Lolita at all had I not loved, one summer, a certain initial girl-child. In a princedom by the sea. Oh when? About as many years before Lolita was born as my age was that summer. You can always count on a murderer for a fancy prose style.

Ladies and gentlemen of the jury, exhibit number one is what the seraphs, the misinformed, simple, noble-winged seraphs, envied. Look at this tangle of thorns”. 

 

nabokovvladimir_1

Vladimir Nabokov (22 april 1899 –  2 juli 1977)

 

Madame de Staël werd in Parijs geboren op 22 april 1766. Zij was een Frans-Zwitsers romanschrijfster en essayiste die de literaire smaak van het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw bepaalde. Mme de Staël kan als een rebel worden beschouwd ten tijde van het Empire. Na de revolutie betekende het bewind van Napoleon voor de vrouwen een terugkeer naar een meer onderdanige rol. De Code civil van Napoleon bevestigt de overheersende rol van de man en plaatst de vrouw op hetzelfde niveau als dat van kinderen en bedienden. Het recht op scheiding is nagenoeg onbestaande. De meeste vrouwen schikten zich in deze rol en daarom lijken de daden van Mme de Staël des te meer dapper. Zij biedt het hoofd aan Napoleon en toont zich via haar salons als een vrijgevochten dame, zowel op intellectueel vlak als op dat van de zeden.

Uit: Delphine 

 

“Il y a parmi les personnes qui vivent dans l’obscurité beaucoup de vertus souvent bien supérieures à toutes celles qu’accompagne l’éclat; mais il y a aussi une espèce de gens médiocres qui sont le vrai fléau des esprits remarquables et des âmes imprudentes et généreuses: ils tendent leurs fils imperceptibles pour enlacer tout ce qui prend un vol élevé; ils s’arment de leurs petites plaisanteries, de leurs insinuations qu’ils croient fines, de leur ironie qu’ils croient de bon goût, pour rabattre l’enthousiasme de tous les sentimens nobles; la morale elle-même perd dans leurs discours son caractère de générosité et d’indulgence;”

 

Stael

Madame de Staël (22 april 1766 – Parijs, 14 juli 1817)

 

De Vlaamse dichter en essayist Jos de Haes werd geboren in Leuven op 22 april 1920.

 

Avondschemering III

Een dwergvleermuis vlerkt zuinig

langs de stal,

de kleine netel bij de beerput

maakt nu haar suiker met de lucht,

en aan de waslijn hangt kamille

met munt, met linde thee te worden.

Wie over Hellas vliegt naar Israël,

tienduizend hoog en in de zon,

ziet bruin Euboia nog van Attika gescheiden.

 

Hiernumaals,

hiernumaals op het makadam

tikken twee dunne vrouwenhakken

als in de kalk van schouderbladskelet.

Waar ergens vreet de bidsprinkhaanse

nu de kop leeg

van haar zaadlozende haan,

of stoot een diepzeeslak

haar oude ingewanden af voor nieuwe?

 

Terwijl de fokram van ’t kanton

twee lange weiden verder

tegen ’t portier beukt van een autowrak,

en alle knagers uit hun holen kruipen,

pelzig, glanzend, warm en kogelrond,

hiernumaals dan

zijn alle vallen gezet,

heeft elke vrouw haar man vermoord,

zal eer het nacht wordt

mijn bloed veranderen,

en weet ik nog vandaag

wie ik niet ben geweest,

hoewel bekend, bij lucht,

bij water, vuur en donkerte bekend.

 

DeHaes

Jos de Haes (22 april 1920 – 1 maart 1974)