Erik Spinoy, Arthur Conan Doyle, Anne de Vries, Kees Winkler, Johannes R. Becher, Robert Neumann, Gérard de Nerval, Catulle Mendès


De Vlaamse dichter en schrijver Erik Spinoy werd geboren op 22 mei 1960 in Sint-Niklaas. Zie ook mijn blog van 22 mei 2006 en ook mijn mijn blog van 22 mei 2008 en ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

 

Moederkoorn

 

Waar warm de hoeve lag

in glooiend land

met goud en zolders,

stof en koren, hooi.

 

Staat alles strak

onder de sikkel

op het zwart gestikt.

Zit, graan en daken,

onder schimmel. Dicht.

 

Een lege plek.

De rest.

 

 

 

Un voyage lointain

 

Een kwade vraag, dat was.

 

Het oude lichaam,

als een koffer,

op de leunstoel

klaargezet.

 

Blauwogig,

ingekleed.

Doodstil, halfweg

ontvleesd.

 

De molen draait.

Muziek speelt op het kermisfeest.

We hollen weg.

We lachen om het meest.

 

 

 

 

Spinoy
Erik Spinoy (Sint-Niklaas, 22 mei 1960)

 

 

 

 

De Britse schrijver Sir Arthur Conan Doyle werd geboren in Edinburgh op 22 mei 1859. Zie ook mijn blog van 22 mei 2007 en ook mijn mijn blog van 22 mei 2008 en ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

Uit: De Agra-schat (The Sign of Four)

 

“De kennis der gevolgtrekking.

Sherlock Holmes nam zijn flesch van den schoorsteenmantel en zijn werktuig voor onderhuidsche inspuitingen uit zijn marokijnen foudraal. Met zijne lange, witte, zenuwachtige vingers bracht hij de fijne naald in orde, en schoof de linkermouw van zijn overhemd omhoog. Gedurende eenigen tijd bleven zijne oogen nadenkend op den gespierden voorarm en pols gericht, die met ontelbare teekenen van inprikkingen als bezaaid waren. Eindelijk trok hij de scherpe punt terug, drukte den kleinen piston omlaag en zonk met een langen zucht van voldoening in den fluweelen armstoel terug.

Driemaal per dag was ik reeds gedurende verscheidene maanden getuige geweest van deze verrichting, maar de gewoonte was bij mij in dit opzicht geen tweede natuur geworden. Integendeel, van dag tot dag stond mij het gezicht ervan meer tegen, en elken avond verweet ik mij mijn gebrek aan moed, om mij er tegen te verzetten. Herhaaldelijk had ik mij reeds ten stelligste voorgenomen om mij daaromtrent de noodige opheldering te verschaffen; maar er lag zooveel koele onverschilligheid in het voorkomen van mijn metgezel, dat elkeen zich wel in acht zou nemen zich eene onbescheidenheid tegenover hem te veroorloven. Zijn kracht, zijn gebiedend uiterlijk, en de ondervinding die ik bezat omtrent zijne vele buitengewone eigenschappen, dit alles hield mij ervan terug en maakte mij besluiteloos om hem in den weg te treden.

Maar, op bovenvermelden achtermiddag,–hetzij dan tengevolge van den meer dan gewonen en krachtigen wijn, dien ik bij mijn lunch gedronken had, of dat mijne zelfbeheersching ten einde was, gevoelde ik dat ik mij niet langer kon bedwingen.”

 

 

 

ConanDoyle
Arthur Conan Doyle (22 mei 1850 – 7 juli 1930)

 

 

 

 

De Nederlandse schrijver en onderwijzer Anne de Vries werd geboren op 22 mei 1904.

 

Uit: Werken en droomen (Evert in turfland)

 

“Evert was druk aan ’t werk.

’t Was Zaterdagmiddag en dan harkte hij altijd het erf en de tuinpaadjes op. Dat was zijn werk en hij deed dat graag.

’s Zondags moest alles netjes zijn. Dan had moeder het fornuis ook glad gepoetst en de straatjes geschrobd. En vader veegde vanavond nog de deel schoon en zette het gereedschap op zijn plaats.

Zondag was de dag der rust. Dan was alles anders dan door de week, vond Evert. De baggermachines in ’t veen waren anders, want uit hun lange, zwarte pijpen steeg geen rook en ze bromden ook niet. En váder was anders, want hij droeg dan een wit overhemd en was den heelen dag thuis. En moeder ging dan ook niet naar ’t veen natuurlijk. Fijn was dat! Ja, de heele wereld was dan anders. ’t Leek wel, alsof de zon anders scheen en het varken minder luid schreeuwde op dien dag.

Evert had zijn kiel er bij uitgetrokken, ’t Was ook zoo warm! Het zweet stond in droppeltjes op zijn voorhoofd.

Vóór ’t huis, bij den zandweg, was hij begonnen. Dien harkte je natuurlijk niet! Tòch had hij nog een strookje buiten het hek bewerkt. Dat stond zoo àf! Als vader dan vanavond thuis kwam, kon hij al dadelijk zien, dat alles weer in de puntjes was. Nu op zij langs het huis nog. Dat eerste stuk tot de deur was het moeilijkst. De grond was er zoo vast geloopen! Je moest heel hard drukken, om mooie duidelijke streepjes te maken.

Eigenlijk hoefde dat niet. Vader lachte er altijd om en zei: ‘Harken is geen teekenen!’ Hij vond het genoeg als je alle strootjes en blaadjes maar goed meenam. Maar Evert was dat met vader niet eens. Hij móést streepjes zien. Dan werd het veel mooier. Dan kon je nog eens zien, dat je wat gedaan had ook. En daarom drukte hij er stevig op los en trok diepe, rechte lijnen door het harde pad.”

 

 

 

450px-Anne_de_Vries_Rolde
Anne de Vries
(22 mei 1904 – 29 november 1964)

Buste van Anne de Vries bij het streekmuseum in Rolde, het dorp van Bartje

 

 

 

 

De Nederlandse dichter Kees Winkler werd op 22 mei 1927 in Hoorn geboren.

 

 

Zondag

 

Spreeuwen kwetteren dat het lente is
de tuinmeubelen tevoorschijn gehaald
en in de zon gaan zitten kijken naar de mieren
die een autostrada aanleggen op ons terras

Later, binnen, het strijklicht over de anemonen
rose en paars gloeiend in de lenteavond
ik dacht: God is een natuurkundige formule
die het licht over de bloemen breken laat

Nog later gedachten over liefde
hoe men ook met een ander had kunnen zijn
met geregelde bewassing en een kopje koffie

Maar deze gedachten als defaitistisch verworpen
en samen met Judy gekeken naar Venus
die in conjunctie stond met de maan

 

 

 

winkler_hoorn
Kees Winkler (22 mei 1927 –  1 april 2004)

Hoorn

 

 

 

Zie voor de twee bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 22 mei 2007 en ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

 

 

De Duitse dichter en politicus Johannes Robert Becher werd geboren in München op 22 mei 1891. Zie ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

 

Auswahl

 

Die wenig gelungenen Stellen
aus meinen kaum gelungenen Gedichten
wird man auswählen,
um zu beweisen,
ich wäre euresgleichen.

Aber dem ist nicht so:
Denn ich bin
meinesgleichen.

So werde ich auch im Tode
mich zu wehren haben,
und über meinen Tod hinaus
– wie lange wohl? –
erklären müssen,
dass ich meinesgleichen war
und dadurch euresgleichen,
aber nicht euresgleichen
in eurem Sinne.

Indem ich mir glich,
glich ich euch.
Aber nur so.

 

 

 

 

Über das Sonett

 

Ich hielt gar lange das Sonettgeflecht

für eine Form, veraltet und verschlissen,

die alten Formen habe ich zerrissen

und dichtete mir neue, schlecht und recht.

 

Die neuen Formen, waren sie denn echt?

Und prägten sie der neuen Zeit Gewissen?

Die Form zu ändern all zu sehr beflissen,

ward ich dem neuen Wesen nicht gerecht.

 

Wenn ihr die alten Formen so zerbrecht

und wenn ihr meint, ein neues Formgepräge

nur täte not, die alte Form sei träge

 

und durch Gebrauch und Missbrauch abgeschwächt:

Bedenkt, die neuen Formen, die beginnen,

entstehen, uns kaum sichtbar und von innen.

 

 

 

Becher

Johannes R. Becher (22 mei 1891 – 11 oktober 1958)

 

 

 

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Robert Neumann werd geboren op 22 mei 1897 in Wenen. Zie ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

Uit: Mein Freund Arnold Zweig

 

„Als ich Arnold Zweig zum erstenmal traf, war ich so um die dreißig Jahre alt, und er war um die vierzig und hatte den „Sergeant Griscka” geschrieben und war ein großer Mann.  

xml:namespace prefix = v ns = “urn:schemas-microsoft-com:vml” />if(ZEIT.hideEmptyAdPlace){ZEIT.hideEmptyAdPlace(‘place_4’);}

Auch ich hatte eben meinen ersten wirklichen Roman geschrieben — sagen wir vorsichtigerweise: meinen ersten dicken Roman. Er hieß: „Sintflut”, ich habe ihn kürzlich wieder in der Hand gehabt, er ist so schauerlich schön wie am ersten Tag, und was mir damals ein kleines Rühmehen einbrachte, war, daß dieses Buch originellerweise keinen einzelnen „Helden” hatte — Held war das Kollektiv, die ganze hundertgesichtige Gemeinschaft einer großen Stadt, die zum Teil korrupt-kapitalistisch und zum Teil edel-revolutionär war und auch danach handelte.

Wien war damals — gleich Budapest — eine Exportstadt. Export-Wiener gingen nach Berlin, um berühmt zu werden. In Berlin herrschte Arnold Zweig. Wo ich damals von ihm in Audienz empfangen wurde, das weiß ich nicht mehr. Wohl aber weiß ich: er hatte „Sintflut” gelesen und verurteilte mein Meisterwerk ungemein, „junger Mann”, sagte er, „Koliektiv-Helden, das geht nicht. Sie müssen Individuen darstellen, unverwechselbare Charaktere, das Schicksal des einzelnen!”

Ich bin Arnold Zweig immer für diesen Rat dankbar geblieben. Ich hebe ihn befolgt, Zweig hat recht gehabt, er ist der Verantwortlicne für meine weitere Entwicklung. Damals natürlich protestierte ich heftig.“

 

 

 

Neumann

Robert Neumann (22 mei 1897 – 3 januari 1975)

 

 

 

 

De Franse schrijver Gérard de Nerval (pseudoniem van Gérard Labrunie) werd geboren in Parijs op 22 mei 1808. Zie ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

 

Il est un air…

 

Il est un air, pour qui je donnerais,

Tout Rossini, tout Mozart et tout Weber.

Un air très vieux, languissant et funèbre,

Qui pour moi seul a des charmes secrets!

 

Or, chaque fois que je viens à l’entendre,

De deux cents ans mon âme rajeunit…

C’est sous Louis treize; et je crois voir s’étendre

Un coteau vert, que le couchant jaunit;

 

Puis un château de brique à coins de pierre,

Aux vitraux teints de rougeâtres couleurs,

Ceint de grands parcs, avec une rivière

Baignant ses pieds, qui coule entre les fleurs;

 

Puis une dame à sa haute fenêtre,

Blonde aux yeux noirs, en ses habits anciens,

Que dans une autre existence peut-être,

J’ai déjà vue…et dont je me souviens!

 

 

 

 

Caligula – Ier chant

 

L’hiver s’enfuit ; le printemps embaumé
Revient suivi des Amours et de Flore ;
Aime demain qui n’a jamais aimé,
Qui fut amant, demain le soit encore !

Hiver était le seul maître des temps,
Lorsque Vénus sortit du sein de l’onde ;
Son premier souffle enfanta le printemps,
Et le printemps fit éclore le monde.

L’été brûlant a ses grasses moissons,
Le riche automne a ses treilles encloses,
L’hiver frileux son manteau de glaçons,
Mais le printemps a l’amour et les roses.

L’hiver s’enfuit, le printemps embaumé
Revient suivi des Amours et de Flore ;
Aime demain qui n’a jamais aimé,
Qui fut amant, demain le soit encore !

 

 

 

 

nerval

Gérard de Nerval (22 mei 1806 – 26 januari 1855)

 

 

 

 

De Franse dichter en schrijver Catulle Mendès werd geboren op 22 mei 1841 in Bordeaux. Zie ook mijn blog van 22 mei 2009.

 

 

Le poète doute si les jeunes hommes…

ont raison de changer d’amour

Au brin d’herbe qu’elle a quitté
Songe la cigale infidèle ;
Meilleur exemple, l’hirondelle
N’a qu’un nid pour plus d’un été.

Vaudras-tu la réalité,
Bonheur rêvé qui fais fi d’elle ?
Au brin d’herbe qu’elle a quitté
Songe la cigale infidèle.

Pour fragile, hélas ! qu’ait été
L’amour qui fut notre tutelle,
Qui sait si notre âme, cette aile,
N’était pas plus en sûreté
Au brin d’herbe qu’elle a quitté ?

 

 

 

mendes_catulle

Catulle Mendès (22 mei 1841 – 7 fenruari 1909)