Charlotte Brontë, Michael Mann, Patrick Rambaud, John Mortimer, Peter Schneider, Gerrit Wustmann

De Britse schrijfster Charlotte Brontë werd geboren in Thornton op 21 april 1816. Zie ook alle tags voor Charlotte Brontë op dit blog.

Uit: The Correspondence of Charlotte Brontë

Charlotte’s reply to Robert Southey
16 March 1837
“SIR, I cannot rest till I have answered your letter, even though by addressing you a second’ time I should appear a little intrusive ; but I must thank you for the kind and wise advice you have condescended to give me. I had not ventured to hope for such a reply ; so considerate in its tone, so noble in its spirit. I must suppress what I feel, or you will think me foolishly enthusiastic-
At the first perusal of your letter I felt only shame and regret that I had ever ventured to trouble you with my crude rhapsody ; I felt a painful heat rise to my face when I thought of the quires of paper I had covered with what once gave me so much delight, but which now was only a source of confusion ; but after I had thought a little, and read it again and again, the prospect seemed to clear. You do not forbid me to write ; you do not say that what I write is utterly destitute of merit. You only warn me against the folly of neglecting real duties for the sake of imaginative pleasures ; of writing for the love of fame ; for the selfish excitement of emulation. You kindly allow me to write poetry for its own sake, provided I leave undone nothing which I ought to do, in order to fureue that single, absorbing, exquisite gratification, I am afraid, sir, you think me very foolish. I know the first letter I wrote to you was all senseless trash from beginning to end ; but I am not altogether the idle dreaming being it would seem to denote. My father is a clergyman of limited though competent income, and I am the eldest of his children. He expended quite as much in my education as he could afford in justice to the rest. I thought it therefore my duty, when I left school, to become a governess. In that capacity I find enough to occupy my thoughts all day long, and my head and hands too, without  having a moment’s time for one dream of the imagination. In the evenings, I confess, I do think, but I never trouble any one else with my thoughts. I carefully avoid any appearance of pre- occupation and eccentricity, which might lead those I live amongst to suspect the nature of my pursuits. Following my father’s advice who from my childhood has counselled me, just in the wise and friendly tone of your letter I have endeavoured not only attentively to observe all the duties a woman ought to fulfil, but to feel deeply interested in them. I don’t always succeed, for sometimes when I’m teaching or sewing I would rather be reading or writing ; but I try to deny myself ; and my father’s approbation amply rewarded me for the privation.
Once more allow me to thank you with sincere gratitude. I trust I shall never more feel ambitious to see my name in print ; if the wish should rise, I’ll look at Southey’s letter, and suppress it. It is honour enough for me that I have written to him, and received an answer. That letter is consecrated ; no one shall ever see it but papa and my brother and sisters. Again I thank you. This incident, I suppose, will be renewed no more ; if I live to be an old woman, I shall remember it thirty years hence as a bright dream. The signature which you suspected of being fictitious is my real name.

Again, therefore, I must sign myself  C. BRONTE.”

 

 
Charlotte Brontë (21 april 1816 – 31 maart 1855)
Op een Engelse poster

Lees verder “Charlotte Brontë, Michael Mann, Patrick Rambaud, John Mortimer, Peter Schneider, Gerrit Wustmann”

Charles den Tex

De Nederlandse schrijver Charles den Tex werd geboren in Box Hill, Australië, op 21 april 1952. Den Tex kwam op vijfjarige leeftijd met zijn ouders terug naar Nederland. Hij studeerde fotografie en film in Londen, werkte in Parijs en vestigde zich in 1979 als reclametekstschrijver en later als communicatie- en managementadviseur in Nederland. Hij schreef dertien thrillers waarvan er zes werden genomineerd voor de Gouden Strop. In 2002 won hij de prijs met “Schijn van kans”, in 2006 met “De macht van meneer Miller” en in 2008 met “Cel”. Hij heeft een eigen subgenre ontwikkeld, de corporate thriller dicht op de huid van de tijd. Zijn boeken worden in de pers vergeleken met die van John Grisham, Michael Crichton en Michael Ridpath. Zijn boek”De macht van meneer Miller” werd in 2010 voor de VPRO bewerkt tot de vierdelige televisieserie Bellicher; de Macht van meneer Miller. Later is zijn boek “Cel” ook tot een televisieserie bewerkt Bellicher; Cel. Met De Vriend won hij de Crimezone Thriller Award 2012. In 2013 is Charles den Tex door het Letterenfonds voorgedragen voor de Ripper Award, de eerste Europese thrillerprijs. Van 1999 tot 2004 was Den Tex voorzitter van het in 1986 opgerichte Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs.

Uit: Cel

“Van Bilt pakte een paar papieren uit de map, schikte ze voor zich op de tafel, zette een leesbril op en begon voor te lezen. ‘Om tien voor twee op 2 juli werd in Monster, Zuid-Holland, een man aangereden.’ Hij stopte en keek me aan over de rand van zijn leesbril.
Ik zei niets.
(…)

‘De man heeft zijn beide benen verloren, zijn rug gebroken en zware inwendige bloedingen gehad’, zei Van Bilt zonder nog in het verslag te kijken. ‘Hij ligt in het ziekenhuis en zijn vooruitzichten zijn slecht.’
‘Dat geloof ik onmiddellijk.’
‘Nee toch.’ Van Bilt kon zijn sarcasme niet meer onderdrukken.

 
Scene uit de verfilming uit 2012 met o.a. Tim Murck en Daan Schuurmans

Ik zweeg. Dat dit allemaal aan mij werd verteld en dat ik het op een politiebureau in Monster moest horen, stelde me niet gerust. De overeenkomsten met de gebeurtenissen van die ochtend waren overduidelijk. Hit and run.
‘Van de auto hebben we alle gegevens’, zei Van Bilt. ‘Niet alleen door de getuigenverklaring, maar ook door de foto die automatisch werd gemaakt toen hij door het rode licht reed.’
‘Mooi’, zei ik.
Van Bilt antwoordde niet. Hij pakte een envelop en haalde er een foto uit die hij naar me toe schoof. ‘Het betreft een bronskleurige BMW 5-serie’, zei hij.
Ik keek naar de foto van een BMW die door een rood stoplicht reed op een kruispunt dat ik nog nooit had gezien. De fietser stond ook op de foto. Het was het moment vlak voor de aanrijding, vastgelegd zoals het nooit meer worden zou.”

 
Charles den Tex (Box Hill, 21 april 1952)