Richard Blanco

De Amerikaanse dichter en schrijver Richard Blanco werd geboren op 15 februari 1968 in Madrid. Zie ook alle tags voor Richard Blanco op dit blog.

 

América

III.
By seven I had grown suspicious—we were still here.
Overheard conversations about returning
had grown wistful and less frequent.
I spoke English; my parents didn’t.
We didn’t live in a two-story house
with a maid or a wood-panel station wagon
nor vacation camping in Colorado.
None of the girls had hair of gold;
none of my brothers or cousins
were named Greg, Peter, or Marcia;
we were not the Brady Bunch.
None of the black and white characters
on Donna Reed or on the Dick Van Dyke Show
were named Guadalupe, Lázaro, or Mercedes.
Patty Duke’s family wasn’t like us either—
they didn’t have pork on Thanksgiving,
they ate turkey with cranberry sauce;
they didn’t have yuca, they had yams
like the dittos of Pilgrims I colored in class.

IV.
A week before Thanksgiving
I explained to my abuelita
about the Indians and the Mayflower,
how Lincoln set the slaves free;
I explained to my parents about
the purple mountain’s majesty,
“one if by land, two if by sea,”
the cherry tree, the tea party,
the amber waves of grain,
the “masses yearning to be free,”
liberty and justice for all, until
finally they agreed:
this Thanksgiving we would have turkey,
as well as pork.

V.
Abuelita prepared the poor fowl
as if committing an act of treason,
faking her enthusiasm for my sake.
Mamá set a frozen pumpkin pie in the oven
and prepared candied yams following instructions
I translated from the marshmallow bag.
The table was arrayed with gladiolas,
the plattered turkey loomed at the center
on plastic silver from Woolworth’s.
Everyone sat in green velvet chairs
we had upholstered with clear vinyl,
except Tío Carlos and Toti, seated
in the folding chairs from the Salvation Army.
I uttered a bilingual blessing
and the turkey was passed around
like a game of Russian Roulette.
“DRY,” Tío Berto complained, and proceeded
to drown the lean slices with pork fat drippings
and cranberry jelly—“esa mierda roja,” he called it.
Faces fell when Mamá presented her ochre pie—
pumpkin was a home remedy for ulcers, not a dessert.
Tía María made three rounds of Cuban coffee
then Abuelo and Pepe cleared the living room furniture,
put on a Celia Cruz LP and the entire family
began to merengue over the linoleum of our apartment,
sweating rum and coffee until they remembered—
it was 1970 and 46 degrees—
in América.
After repositioning the furniture,
an appropriate darkness filled the room.
Tío Berto was the last to leave.

 

Maine en toch Miami

De zachte harp van vallende sneeuw die door
mijn dennenbomen tokkelt wiegt mij tot rust, en toch
hoor ik nog steeds de bongo van onweersbuien
tikken op het dak van mijn vreemde jeugd, dansend
op de woede van de wolken, die mijn verdriet weg regenden .
Hoewel de sneeuw geruisloos smelt in het gegorgel
van mijn kreek blijft de stem van mijn grootmoeder
bevroren in mijn oren, en noemt me nog steeds een mietje
mij lovend als haar beste vriend. Ook al
verbaas ik me elke keer over de abracadabra van de lente
dat mijn lila bloemen verschijnen, ik verdwijn nog steeds terug
in de magie van zomeravonden op de veranda,
met de maan die de verhalen van mijn grootvader verlichtte
over zijn verloren Cuba, zijn woorden meegesleept
met de rook van zijn tabak en de geur
van zijn jasmijnboom die de nacht met
zijn kleine, geurige sterren deed bloeien. Ondanks de dagsterren
die achter de lavendelwolken gluurden die de bergtoppen
in mijn raam bij zonsondergang inbakerden , sta ik nog steeds
op bij de zon van mijn jeugd boven de zee na
een nachtje slapen op een zandbed, dromend van of
bang voor wie ik wel of niet zou worden.
Hoewel ik moedig genoeg werd om te trouwen
Met een man die alleen van mij kan houden in zijn Engels:
darling, sweetheart, honey, beantwoord ik zijn liefde
meer in mijn Spaans dat ik in zijn oren fluister als
hij slaapt: amorcito, tesoro, ceilo. Na alle
gehaktbroodjes en appeltaarten die we hebben gebakken
in onze keuken zit ik nog steeds met de herinnering
aan de tafel van mijn moeder, het verlies proevend van haar
met uien gesmoorde vaca frita en romige taart.
Hoe smaakvol mijn sierkussens ook
perfect passen bij mijn chique vloerkleden en de stijlvolle
kunst aan mijn muren, het valt soms allemaal uit elkaar,
net zoals ik, totdat ik me de jongen die ik was herinner
altijd zou moeten zijn, alleen spelend met
zijn Lego in de familiekamer, nog steeds betoverd
door de vreugde van zijn pure zelf en zijn creaties:
perfect of niet, mooi of niet, onsterfelijk of
zo sterfelijk als het overvloedige leven dat ik hier heb opgebouwd,
ook al blijf ik leven terwijl mijn vader sterft
in ons oude huis, zijn hoofd in mijn hand
voor een slokje thee en een kus op zijn voorhoofd…
ons laatste afscheid in het huis dat nog steeds leeft
in dit huis waar ik verder leef o
m ook te sterven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Richard Blanco (Madrid, 15 februari 1968)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e februari ook mijn blog van 15 februari 2019 en ook mijn blog van 15 februari 2015 deel 1 en eveneens deel 2.