De Nederlandse schrijver Joost de Vries werd geboren op 28 maart 1983 in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Joost de Vries op dit blog.
Uit: Hogere machten
“Lang geleden. Het eerste decennium van de vorige eeuw. James Willem Welmoed gaat aan wal in Engeland, vijfenhalfjaar oud en als de dood dat zijn moeders hand hem ontglipt. Vervolgens van Dover naar Londen Victorie. Daar overstappen. De drukste plek waar hij ooit is geweest, krantenjongens zetten hun schelste stem op om boven het lawaai van de treinen uit te komen. De lucht is droog en dik. Ze lopen langs mensen die bloemenkransen bij een muur leggen. Uit de muur komt het bovenlichaam van een man met een snor. Een beetje, denkt hij, alsof de man vastzit en probeert te ontsnappen uit het steen.1841-1904, staat er onder het beeld. Wanneer ze uiteindelijk in een boemeltreintje zitten, vraagt hij wie de stenen man was. Dat is Henry Menen Stanley, zegt zijn moeder. Hij is een paar jaar terug gestorven -Wie was hij dan? – Laten we zoggen dat Stanley Afrika heeft ontdekt, zegt ze. Met een lachje: Zonder hem hadden we er nooit van gehoord. Hij begrijpt dat ze grapt, want de andere mensen in de coupé grinniken. Een paar uur later stappen ze uit, hij heeft geen idee waar. Het huis van zijn grootouders staat in een vallei – overal schapen en paarden in groene velden. Zijn oma is al (zijn moeder spreekt het woord uit alsof het heilig is) o v e r l e d e n. Het idee is dat ze een paar maanden voor zijn stervende grootvader gaan zorgen; uiteindelijk blijven ze anderhalf jaar. Het huis is vierkant en groot, binnen zijn de kamers donker en leeg. Er lopen brede kieren tussen de vloerplanken, een raam is dichtgetimmerd, gewassen kleren lijken nooit helemaal te drogen. Zijn oom en tante wonen er ook, met hun kinderen. Op de Noordzee heeft zijn moeder tegen hem gezegd dat ze voortaan uitsluitend Engels tegen hem zal spreken, want zo leert hij de taal het snelst-maar alleen wanneer zij spreekt verstaat hij de taal. Wanneer zijn familie praat ziet hij de monden bewegen, maar hij kan niets met de klanken die ze produceren. Hij begrijpt zijn eigen onbegrip niet, het frustreert hem, maakt zijn wereld klein. Die eerste maanden bevindt hij zich nooit in een andere kamer dan zijn moeder. Hij slaapt bij haar in bed. Hij is haar huisdier, dribbelt achter haar aan. De keren dat ze zich in de velden tussen de paarden begeeft, blijft hij van een afstand kijken, verliest haar nooit uit het zicht. Als ze de stallen in gaat -forbidden voor kinderen – blijft hij net zo lang bij de deur wachten tot ze weer naar buiten komt. De vallei is groen en nat. De seizoenen komen in vol ornaat.”
Joost de Vries (Alkmaar, 28 maart 1983
De Amerikaanse dichteres Ada Limón werd geboren op 28 maart 1976 in Sonoma, Californië. Zie ook alle tags voor Ada Limón op dit blog.
BERGINGSWERK
Op de top van Mount Pisgah, op de westelijke
helling van de Mayacamas, staat een madrona
half verteerd door branden, half in leven
dankzij de voortplantingsdrang van de natuur. Aan een kant
is ze zwarte as en aan haar wortel gaapt iets wat
lijkt op een door de vlammen uitgehold gat.
Aan de andere kant rijzen zilvergroene loten
met brede bladeren op naar het winterlicht
en is haar bast een kruising tussen een bruin
paard en een vos, rood en fluweelachtig
zoals de dierennek waar ze op lijkt. Nu ik lang
naar de boom sta te staren, moet ik denken aan
het rechtvaardige gevoel dat ik had voor het brandschatten
van de tijd. Ik mis wie ik was. Ik mis wie we allemaal waren,
voor wat we nu zijn: half in leven onder de lichtende hemel,
voor de andere helft al dood. Ik leg mijn hand tegen de nog gave
bast die koel is en onbezoedeld, en omdat ik geen sorry
kan zeggen tegen de boom, zeg ik tegen mezelf: het spijt me.
Het spijt me dat ik zo roekeloos met je leven ben omgegaan.
Vertaald door Jeske van der Velden
Ada Limón (Sonoma, 28 maart 1976)
Zie voor nog meer schrijvers van de 28e maart ook mijn blog van 28 maart 2020 en eveneens mijn blog van 28 maart 2019 en ook mijn blog van 28 maart 2017 en ook mijn blog van 28 maart 2016 deel 2 en eveneens deel 3.