Elly de Waard

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Vijftien jaar lang verschenen van haar hand recensies over popmuziek in Het Vrije Volk, de Volkskrant en Vrij Nederland. Na het Murmelliusgymnasium studeerde De Waard Neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ze woonde in de jaren zestig samen met dichter Chr.J. van Geel. Na zijn dood in 1974 begon ze zelf met het schrijven van poëzie. In 1978 debuteerde ze als dichter met de bundel “Afstand”. Haar belangrijkste voorbeelden waren Emily Dickinson, Sylvia Plath, Vasalis en Ida Gerhardt. In de jaren tachtig was Elly de Waard actief in de vrouwenbeweging, met name de literaire kant. In 1986 stichtte ze samen met Anja Meulenbelt, Renate Dorrestein en Caroline van Tuyll de Anna Bijns Stichting (vernoemd naar vroegmoderne dichteres Anna Bijns), die tweejaarlijks een prijs toekent aan een vrouwelijke auteur. Elly de Waard is tevens jurylid geweest voor de Edison Music Award, P.C. Hooft-prijs, VSB Poëzieprijs, Herman Gorterprijs en de C. Buddingh’-prijs. Van 2007 tot 2008 was zij vaste medewerker van het weekblad Opinio.

 

Ochtend in de tuin, mijn ogen

Ochtend in de tuin, mijn ogen
tranen van het opstaan
Naar het mooie dat ik zien wil
moet ik haast raden

Het is maar klein verdriet
dat meekomt, kleine tegenslagen
Misschien van gisteren pas
of enkele dagen

Maar het draagt wel onvermijdelijk
de herinnering aan pijnlijk
grote dingen, soms nog uit
een ver verleden, in zich

Het geleefde is één geheel
dat ouder wordend steeds
bepaalder raakt, als een gedicht
waarvan de laatste regel nadert

 

Klimaatverandering

Waarom was de herfst droog, mediterraan
en dat na zo’n moessonzware zomer.

Eergisteravond, na drie keer een volle maan
ononderbroken continentaal, was de wind

opeens gedraaid in zijn normale richting;
de adem van de zee stoof over het land

en ik snoof het zout dat ik gemist had en de geur
van vuur in hout. Eindelijk tijd voor westerstormen

brekende takken, krakende bomen, dwarrelsneeuw
van blad. Het regent nu, wolken

van neerslaand water worden door het bos
geslagen. Ook op de binnenvaart is er

herademing. Rivieren kunnen weer stijgen
boten varen, ladingen verder gedragen.

 

Als Cassandra

Wie is er geen Cassandra in een tijd
waarin je zonder visionair te zijn
kunt zien dat Troje zal gaan branden?

Aan rafelranden van de stad en in
de buitenwijken smeult het al –
Luister, het is de wind niet, blijf niet doof

en blind, het zijn miljoenen naderende
voeten, aanschuifelend tot een storm
die weinig overeind zal laten staan

Berg je nu het nog kan, want wie gesteld
is boven ons is machteloos en arrogant
en zal alleen zichzelf trachten te redden

 
Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *