De Italiaanse dichter Eugenio Montale werd geboren in Genua op 12 oktober 1896. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2007.
At the Threshold
Be pleased if the wind that enters the orchard
brings back the surge of life:
here where a dead tangle of memories
sinks and founders,
there was no garden, only a reliquary.
The flapping you hear is not flight
but a commotion in the eternal womb;
you see how this strip of solitary earth
transforms itself into a crucible.
Beyond the sheer wall is rage.
If you proceed, you might bump into—
perhaps you might—the saving apparition:
here the stories are composed, the acts
that the game of the future will cancel.
Look for a broken link in the net
that holds us down, jump out and flee!
Go, I’ve prayed this for you—now my thirst
will be lighter; the rust less bitter. . .
Again and Again I Have Seen Life’s Evil
Again and again I have seen life’s evil:
it was the strangled brook, still gurgling,
it was the curling of the shriveled leaf,
it was the fallen horse.
I have known no good except the miracle
that reveals the divine Indifference:
it was the statue in the drowsy trance
of noon, the cloud, the cruising falcon.
To Spend the Afternoon
To spend the afternoon, absorbed and pale,
beside a burning garden wall;
to hear, among the stubble and the thorns,
the blackbirds cackling and the rustling snakes.
On the cracked earth or in the vetch
to spy on columns of red ants
now crossing, now dispersing,
atop their miniature heaps.
To ponder, peering through the leaves,
the heaving of the scaly sea
while the cicadas’ wavering screech
goes up from balding peaks.
And walking out into the sunlight’s glare
to feel with melancholy wonder
how all of life and its travail
is in this following a wall
topped with the shards of broken bottles.
Vertaald door David Young
Eugenio Montale (12 oktober 1896 – 12 september 1981)
De Amerikaanse dichter, criticus en vertaler Robert Stuart Fitzgerald werd geboren op 12 oktober 1910 in Springfield, Illinois. Hij studeerde in Harvard en in 1931, nog tijdens zijn studie, publiceerde hij zijn eerste gedichten in Poetry Magazine. Na zijn afstuderen werkte hij een jaar voor The New York Herald Tribune en later verschillende jaren voor Time. Hij werd vervolgens poëzieredacteur bij The New Republic en volgde Archibald MacLeish op hoogleraar Rhetoric and Oratory Emeritus aan Harvard in 1965. Fitzgerald was alom gewaardeerd als een van de meest poëtische vertalers van met name Latijn en Grieks in de Engelse taal.
COSMOLOGY
Lifting yesterday’s body in the light:
Wide lonely circles and the head a stone,
A planet picked out in exploded night.
The clouds are clouds of stars, the calmly grown
Flower of time assumes its sudden stem.
In this heavenly surf the world is hung
Without a sound and lustrous like a gem,
The vision that is not inscribed nor sung.
LIGHTNESS IN AUTUMN
The rake is like a wand or fan,
With bamboo springing in a span
to catch the leaves that I amass
In bushels on the evening grass.
I reckon how the wind behaves
And rake them lightly into waves
And rake the waves upon a pile,
Then stop my raking for a while.
The sun is down, the air is blue,
And soon the fingers will be, too,
But there are children to appease
With ducking in those leafy seas.
So loudly rummaging their bed
On the dry billows of the dead,
They are not warned at four and three
Of natural mortality.
Before their supper they require
A dragon field of yellow fire
To light and toast them in the gloom.
So much for old earth’s ashen doom.
Robert Fitzgerald (12 oktober 1910 – 16 januari 1985)
De Amerikaanse dichter en schrijver Paul Engle werd geboren op 12 oktober 1908 in Cedar Rapids. Hij studeerde aan de universiteit van Iowa, de Columbia University en in Oxford. Met zijn eerste bundel Worn Earth won hij de Yale Series of Younger Poets. Zijn tweede bundel American Song (1934) was zelfs korte tijd een bestseller. Engle gaf jaren lang leiding aan de Iowa Writers’ Workshop (1941 – 1965) en haalde grote namen als Robert Lowell, John Berryman, en Kurt Vonnegut naar de faculteit.
MOVING IN
Don’t wait for the wind to blow you through the door,
If you need help, here is my hand, I said.
Don’t let my walking on the hollow floor
Frighten you, only the dark air is dead.
People more than things can fill a house.
Sit by me on these boxes in the gloom,
Here, with our crumbs of living, like a mouse,
While the fire burns the strangeness from the room.
You answered: Something makes me want to hide
In open air from walls where cobwebs cling.
It’s here in me and not with you inside,
Neither an emptiness the years have made,
Nor a house bare of any human thing,
But being afraid that I will be afraid.
Paul Engle (12 oktober 1908 – 25 maart 1991)
De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Paula von Preradović werd geboren op 12 oktober 1887 in Wenen. Zij debuteerde in 1933 met de bundel Dalmatinische Sonette. In 1947 schreef zij de tekst van de nationale hymne van Oostenrijk.
Land der Berge, Land am Strome
Land der Berge, Land am Strome,
Land der Äcker, Land der Dome.
Land der Hämmer, zukunftsreich.
Heimat bist du großer Söhne,
Volk begnadet für das Schöne,
Vielgerühmtes Österreich,
Vielgerühmtes Österreich.
Heiß umfehdet, wild umstritten,
Liegst dem Erdteil du inmitten
Einem starken Herzen gleich.
Hast seit frühen Ahnentagen
Hoher Sendung Last getragen,
Vielgeprüftes Österreich,
Vielgeprüftes Österreich.
Aber in die neuen Zeiten
Sieh uns festen Glaubens schreiten,
Stolzen Muts und hoffnungsreich.
Lass uns brüderlichen Chören,
Vaterland dir Treue schwören,
Vielgeliebtes Österreich.
Paula von Preradović (12 oktober 1887 – 25 mei 1951)
Gezien het geringe aantal literaire verjaardagen vandaag is er wat ruimte over:
De Nederlandse dichter Chrétien Breukers werd geboren op 28 maart 1965 in het Limburgse Leveroy. Zijn eerste gedichten schreef Breukers begin jaren tachtig, onder invloed van het werk van Adriaan Roland Holst, waar hij nog steeds een zwak voor heeft. Het zou nog tot 1990 duren voordat hij debuteerde in het tijdschrift De Tweede Ronde. Hij publiceerde daarna nog in diverse tijdschriften, zoals Maatstaf, Optima, Hollands Maandblad, Bunker Hill, de Poëziekrant en Zwart IJs. In 2004 nam hij het initiatief om de Windroosreeks nieuw leven in te blazen, en met succes. Na wat kleine geschillen met de uitgever van de reeks vertrok hij om de Contrabas op te richten. De eerste delen in die reeks verschenen in februari 2006, bij uitgeverij BnM. Breukers is hoofdredacteur (a.i.) van de gelijknamige weblog: de Contrabas.In 2006 verscheen 25 jaar Nederlandstalige poëzie, 1980-2005, in 666 en een stuk of wat gedichten..
Werk o.a.: Vandaag in deze stad, 1991, De Stoofsteeg en andere gedichten, 1999, Korte geschiedenis van het voorafgaande, 2005, Tongebreek & Niemendal (2008)
GEBIEDENDE WIJS
Probeer het, wie weet of het bevalt.
Je went er aan, went er heus wel aan;
Went veel eerder dan je had gedacht.
Heeft niets te begrijpen, hoeft het niet.
Begrijpen? En áls je al begreep.
Altijd een volmaakt verkeerd moment.
Moet niet wartaal spreken, mag dat niet.
Wartaal brabbelen, moet dapper doen.
Laat dan zien dat je zo dapper bent.
Moet dapper zijn en nog meer dapper.
Moet krijger zijn en oorlog voeren.
Moet met alle vlaggen wapperen.
Nee, moet in het leven treden. Moet
hier zijn, niet alleen afzijdig. Moet
bij mij komen en gelukkig zijn.
Urbi, orbi, Ufarsin
Op een paarse slee word ik gebracht.
God is loom, nee, God is dood. Vanuit
mijn kist geef ik geen zegen: urbi,
orbi, ufarsin. Het lijkt alsof
het kaf van eeuwen opstuift waar ik
langs de wegen word gevoerd. Mijn keel
is als vergrendeld. Heel mijn lichaam
is geolied en gezalfd. Memento
dat er altijd iemand ergens wakker
schrikt en naar zijn lichaam tast. De slee
glijdt verder. God is bijna wakker.
Prevelt onomkeerbaarheid. Stevent
op de voordeur af. Vér weg staat een
verse roedel tamme honden klaar.
Chrétien Breukers (Leveroy,28 maart 1965)
Sint Barbarakerk, Leveroy