Guillaume van der Graft, Leonie Ossowski. Mary Jo Salter, Daan Zonderland, Jan Campert

De Nederlandse dichter Guillaume van der Graft (eig. Willem Barnard) werd op 15 augustus 1920 geboren in Rotterdam. Zie ook mijn blog van 15 augustus 2007 en ook mijn blog van 15 augustus 2009 en ook mijn blog van 21 november 2010 en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

 

 

Wij speelden op het strand

Wij speelden op het strand, wij waren
van voor de oorlog en de zee
was toen nog een uitgestrekte vrede.

Hij had iets behouden van dat voormalige
of het niet ophield, of het niet afliep
of het nooit uitlopen zou

op een landinwaarts dat zich uitrekt
achter ons om
tot het de zee weer tegenkomt.

 

 

Van Lieverleed

Al wat voorbij is
en nooit voorbij

niet meer van mij is
voorgoed voor mij

van lieverlede
zal het weer komen

een schijn van vrede
over de bomen

van lieverlei

als het weer mei is
maar niet voor mij.

 

 

De tijd weet van niets

Oud worden is niet moeiijk,
het is onmogelijk, men blijft

het nadenkende kind, de popelende
minnaar, de man, de beschaamde vader,

maar steeds meer afgedane tijd begraaft zich
in huid en lijf en leden tot

alles is eengeworden met de dagen
die zijn voorbijgegaan. Men sterft vanzelf.

 

 

Guillaume van der Graft (15 augustus 1920 – 21 november 2010)

 

De Duitse schrijfster Leonie Ossowski werd als Jolanthe von Brandenstein geboren op 15 augustus 1925 in Röhrsdorf. Zij wordt vandaag 85 jaar. Zie ook mijn blog van 15 augustus 2009 en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

 

Uit: Neben der Zärtlichkeit

 

“Da fielen die Blätter von den Bäumen, und die Blüten verdorrten. Der Himmel verlor sein Blau, und die Vögel finden zu schreien an. Die Luft dröhnte,die Sonne zerbrach. Über die Häuser wuchs Moos und klebte die Fenster zu. Tag und Nacht fielen zusammen , alles war grau und undurchsichtig, faulig und von Hannes so weit weg …. Hannes der würde es fertig bringen, die Blätter wieder an die Bäume zu nähen, den Himmel blau zu streichen, den Vögeln die Tränen abzuwischen, die Häuser von Moss zu befreien, die Sonne zusammen zu setzen und den Tag von der Nacht zu retten.”
(…)


” Sie hatte verloren, die Liebe war nicht zu machen. Und Wanda antwortete: Meine Hoffnung ist es, die ich verloren habe, meine Liebe und meine Träume vom Glück…. Auch in der folgenden Zeit rückte der Freund der Schwester nicht mit Wandas Liebe heraus, gab ihr die Hoffnung nicht zurück und ließ keine Träume vom Glück zu. Er schlief nur mit ihr. Aber Wanda gab sich damit nicht zufrieden.Ohne Liebe begann auch sie der Freund der Schwester zu langweilen, ohne Hoffnung hatte sie nichts zu erwarten und ohne die Träume vom Glück war ein Mann wie der andere.”

 


Leonie Ossowski (Röhrsdorf, 15 augustus 1925)

 

 

 

De Amerikaanse dichteres Mary Jo Salter werd geboren op 15 augustus 1954 in Grand Rapids, Michigan. Zie ook mijn blog van 15 augustus 2008 en ook mijn blog van 15 augustus 2009 en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

 

 

Advent

 

Wind whistling, as it does   

in winter, and I think   

nothing of it until

 

it snaps a shutter off

her bedroom window, spins   

it over the roof and down

 

to crash on the deck in back,   

like something out of Oz.

We look up, stunned—then glad

 

to be safe and have a story,   

characters in a fable   

we only half-believe.

 

Look, in my surprise

I somehow split a wall,   

the last one in the house

 

we’re making of gingerbread.   

We’ll have to improvise:   

prop the two halves forward

 

like an open double door   

and with a tube of icing   

cement them to the floor.

 

Five days until Christmas,

and the house cannot be closed.   

When she peers into the cold

 

interior we’ve exposed,   

she half-expects to find   

three magi in the manger,

 

a mother and her child.   

She half-expects to read   

on tablets of gingerbread

 

a line or two of Scripture,   

as she has every morning   

inside a dated shutter

 

on her Advent calendar.   

She takes it from the mantel   

and coaxes one fingertip

 

under the perforation,   

as if her future hinges

on not tearing off the flap

 

under which a thumbnail picture   

by Raphael or Giorgione,   

Hans Memling or David

 

of apses, niches, archways,   

cradles a smaller scene   

of a mother and her child,

 

of the lidded jewel-box   

of Mary’s downcast eyes.   

Flee into Egypt, cries

 

the angel of the Lord   

to Joseph in a dream,

for Herod will seek the young

 

child to destroy him. While   

she works to tile the roof   

with shingled peppermints,

 

I wash my sugared hands   

and step out to the deck   

to lug the shutter in,

 

a page tom from a book   

still blank for the two of us,   

a mother and her child.

 


Mary Jo Salter (Grand Rapids, 15 augustus 1954)

 

 

 

De Nederlandse dichter Daan Zonderland (pseudoniem van Dr. Daniel Gerhard (Daan) van der Vat) werd geboren in Groningen op 15 augustus 1909. Zie ook mijn blog van 15 augustus 2006 en ook mijn blog van 15 augustus 2008 en ook mijn blog van 15 augustus 2009 en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

 

 

Er woonde in Jemeppe

Er woonde in Jemeppe
(Een plaatsje dicht bij Luik)
Een graaf die Vlaams en Frans sprak
En bovendien nog buik.

Vlaams sprak hij met de boeren
En Frans met de pastoor.
En met zijn knechten sprak hij Vlaams
Met Frans er tussendoor.

Doch buik sprak hij uitsluitend
In zijn studeervertrek,
Als hij behoefte voelde
Aan een intiem gesprek.

 

Daan Zonderland (15 augustus 1909 – 5 augustus 1977)

 

De Nederlandse schrijver, dichter en journalist Jan Campert werd geboren op 15 augustus 1902 in Spijkenisse.Zie ook mijn blog van 15 augustus 2006 en ook mijn blog van 15 augustus 2008 en ook mijn blog van 15 augustus 2009 en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

 

Terzinen

Er zijn veel dingen, die wij niet begrijpen,
het avond-rood en ’t zingen van de wind,
het vreemd geluk, dat stil in mij gaat rijpen

als ik de spiegels van lief’s ogen vind,
en uit de lage tuin de geur der rozen
door de verrukte nacht, waarin ‘k haar heb bemind,

waarvan niets blijft dan dit éne, broze,
het weten dat we voor elkaar verloren gaan
en tot een korte poos geluk maar zijn verkozen,

zolang als wast de jonge zomer-maan,
tot als de ochtend schuchtert over landen
we als bleke vreemden naast elkander staan,

en tevergeefs het machteloos gebaar der handen
nog wat te redden van wat is geweest,
dat het door laat’re dagen zacht mag branden,

een lichte lamp voor wie het duister vreest,
moed, die de kracht ons geeft te weren,
een troost en deernis allermeest –

maar alle uren brengen niet haar keren,
wij moeten verder met de roekeloze wind,
en schuilen nimmer veilig voor zijn deren,

voordat gij, God, Uw leen weer int!

 


Jan Campert (15 augustus 1902 – 12 januari 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e augustus ook mijn vorige blog van vandaag.