Hans Plomp, Saskia de Coster, Willem Hussem, Anton Tsjechov, Lennaert Nijgh, Romain Rolland, Hubert C. Poot

De Nederlandse dichter en schrijver Hans Plomp werd op 29 januari 1944 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Hans Plomp op dit blog.

Venus in Holland

Wat ben je mooi
met je neus en je oren
met je billen
en je kut van voren!
Wat ben je goddelijk herboren,
oude vriend.
Wat staat een vrouw je goed,
geur van aarde,
smaak van bloed.

Weet je nog, eeuwen geleden,
in elkaars armen
overleden?
Ik was vrouw toen,
jij was man.
Nu omgekeerd,
dat komt ervan.

Lieverik, o lieverik,
kom hier met je stijve pik.
Aan mijn borst, o heerlijk wijf,
ik word bloedgeil van je lijf.
In mijn armen, hemels beest,
zijn we altijd één geweest.
In mijn armen, hemels beest,
zijn we altijd één geweest.

 
Hans Plomp (Amsterdam, 29 januari 1944)
In 1987

 

De Vlaamse schrijfster Saskia de Coster werd geboren in Leuven op 29 januari 1976. Zie ook alle tags voor Saskia de Coster op dit blog.

Uit: Jeuk

“Met hun lange vette staarten slingerden ze de marmeren trappen op en ze voegden zich bij de ratten die zich door tochtgaten, afvoerbuizen en lichtroosters hadden neergelaten en vanachter de borstbeelden in de gang, vanonder de zetels in de leeskamer te voorschijn kwamen of opdoken op de kaptafels van de hofdames op de eerste verdieping en in de botervlootjes van de dinerzaal.”
(…)

«Terwijl de opgedirkte dames en de generaal thee dronken en spelkaarten verdeelden en praatten in zijn salon, terwijl een gezette vrouw kraan vogels vouwde om de onsterfelijkheid te bereiken, terwijl de mannen lazen of met versteende blik bij een schaakbord zaten en af en toe opstonden om hun sigarettenkoker uit te kloppen en naar de wenende herfstregen te luisteren, terwijl de windhond van de generaals tussen de zetels en de gasten slalomde, terwijl de tijd zich met veel moeite voortduwde, sloeg Carl grote mappen open die in sterke lederen kaften tegen de muren leunden en diepte er stadsplannen uit op en bekraste papier en vergat zijn pen in de inktpot te dopen en betrapte zichzelf erop dat zijn gedachten net zo leeg waren als de lucht.»

 
Saskia de Coster (Leuven, 29 januari 1976)

 

De Nederlandse schilder en dichter Willem Hussem werd geboren in Rotterdam op 29 januari 1900. Zie ook alle tags voor Willem Hussem op dit blog.

Veranderlijke zee

het veranderlijke van de zee
bepaalt mijn leven
wellicht mijn dood

*

Je zou de rust moeten hebben
van een vogel gezeten op een tak.
De voorzichtigheid van te staan aan een afgrond
de lichtvoetigheid van lopen op dun ijs.

 
Willem Hussem (29 januari 1900 – 21 juli 1974)
Willem Hussem, zonder titel, 1967

 

De Nederlandse tekstdichter, columnist en schrijver Lennaert Nijgh werd geboren in Haarlem op 29 januari 1945. Zie ook alle tags voor Lennaert Nijgh op dit blog.

Het Spaarne

Het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt,
het Spaarne stroomt voorbij.

Voorbij de stad waar niets meer wordt geladen,
er liggen voor de waag geen schepen meer.
Ze varen door want de bolders en de kaden
hebben plaatsgemaakt voor het verkeer.

En het Spaarne stroomt…

Zoals het steeds voorbij zal blijven stromen.
Het water gaat, wat blijft is de rivier.
En wat er ook voor andere tijden komen,
hij stroomt voorbij en blijft toch altijd hier.

Het Spaarne stroomt…

Het Spaarne stroomt…

Voorbij de brug, voorbij de laatste huizen,
voorbij de werven en het stoomgemaal.
Het Spaarne stroomt, maar niet voorbij de sluizen,
het eindigt naamloos in een zijkanaal.

 
Lennaert Nijgh (29 januari 1945 – 28 november 2002)
In 1970

 

De Russische schrijver Anton Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in Taganrog, een havenstad in Zuid-Rusland. Zie ook alle tags voor Anton Tsjechov op dit blog.

Uit:Drie zusters (Vertaald door Michael De Cock)

“Tsjeboetykin
“Dat ze allemaal naar de duivel lopen! Dat ze allemaal verrekken. Ze denken dat ik dokter ben, dat ik allerlei klachten kan behandelen, maar ik weet juist niks! En als ik al ooit iets geweten heb, dan ben ik het intussen allemaal vergeten. Ik herinner mij niets meer. Helemaal niets. (Olga en Natasja ongezien af) Allemaal naar de duivel ermee. Vorige woensdag heb ik nog een vrouw behandeld in Zasyp. Ze is gestorven. En dat is mijn schuld. Ja… 25 jaar geleden wist ik misschien iets.
Maar nu weet ik niets meer. Niets weet ik. Niets ben ik.
Misschien ben ik zelfs niet eens een mens. Misschien doe ik maar alsof ik armen en benen en een hoofd heb. Misschien besta ik zelfs niet eens, en beeld ik me alleen maar in dat ik hier rondloop, eet en slaap. (hij huilt) Oh! Als ik nu gewoon niet zou bestaan! (stopt met huilen, dan somber) Wat maakt het nog uit? Wat maakt het godverdomme nog uit? (PAUZE) Eergisteren was er een discussie in de club, het ging over Shakespeare en Voltaire… Daar heb ik geen letter van gelezen, maar geen letter, en toch zit ik daar met een gezicht alsof ik het van voor naar achter en terug heb gelezen. En iedereen met mij. Dat is toch kotsmisselijk. Schande. En dan kwam ineens die vrouw die ik woensdag gedood heb terug in mijn gedachten…Het kwam allemaal terug, al de vuiligheid… en ik voelde mij zo ellendig, zo vol weerzin, zo…dat ik ben beginnen zuipen.”

 
Anton Tsjechov (29 januari 1860 – 15 juli 1904)
Uitvoering in de Classic Stage Company, New York, 2012

 

De Franse schrijver Romain Rolland werd geboren op 29 januari 1866 in Clamecy. Zie ook alle tags voor Romain Rolland op dit blog.

Uit: Jean-Christophe

« Instinctivement, il s’était mis à penser bas, comme s’il avait eu honte. Il haussa les épaules. Il n’y a pas deux façons d’aimer… Ou plutôt si, il y en a deux : il y a la façon de ceux qui aiment avec tout eux-mêmes, et la façon de ceux qui ne donnent à l’amour qu’une part de leur superflu. Dieu me préserve de cette ladrerie de cœur! » Il s’arrêta de penser, par une pudeur à poursuivre plus avant. Longtemps, il resta à sourire à son rêve intérieur. Son cœur chantait dans le silence :
— Du bist mein, und nun ist das Meine meiner als jemals… (“Tu es à moi, et maintenant je suis à moi comme je ne l’ai jamais été.”)
Il prit une feuille, et, tranquille, écrivit ce que son cœur chantait. »

 
Romain Rolland (29 januari 1866 – 30 december 1944)

 

De Nederlandse dichter Hubert Kornelisz. Poot werd geboren in Abtswoude op 29 januari 1689. Zie ook alle tags voor Hubert K. Poot op dit blog.

Winter

Het zuiden is te rug geweeken.
Kalisto grimt ons aen uit koude hemelstreeken.
De bulderende noordewint
Maekt al de zee ontzint.
Men hoort de hagelbuien kraken.
Het ys bevloert de vloên: de sneeuvlok dekt de daken
En ’t aengezicht van ’t kaele velt,
Thans treurigh en ontstelt.
Zoo heeft Jupyns geducht vermogen
’t Gevierendeelde jaer tot fellen aert bewogen.
Wat sleet men ’t leven wel te pas
Toen ’t altyt lente was!
Elk zie nu, tegens winterquaelen,
Den warmen zomer aen een’ luwen haert te halen.
Vulkaen zy elk in dezen tyt
Ten Huisgodt ingewydt.
O Vrienden, houdt u toch verborgen:
Eet vleesch, drinkt ouden wyn, en laet den Hemel zorgen.
De zomer moet met zyn saizoen
Den graegen winter voên.

 
Hubert K. Poot (29 januari 1689 – 31 december 1733)
Portret door Nicolaas Verkolje naar Thomas van der Wilt


Zie voor nog meer schrijvers van de 29e januari ook mijn blog van 29 januari 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.