De Nederlandse historicus, schrijver en dichter Jacques (Jacob) Presser werd geboren in Amsterdam op 24 februari 1899. Zie ook mijn blog van 24 februari 2007 en ook mijn blog van 24 februari 2008.
Uit: Ondergang
“In de nacht van 9 op 10 mei 1940 overschreed het Duitse leger de Nederlandse grens. Dit feit, een nieuwe periode in de geschiedenis van ons volk inluidend, betekende zeker ook een wending in de geschiedenis van de Nederlandse Joden.
Een wending ten kwade; daaraan zal, toen reeds, in die meidagen, wel geen enkele Jood hebben getwijfeld, al stond hij nog maar pas aan het begin van een reeks gebeurtenissen, die wij, overlevenden, thans in hun geheel kunnen overzien. Men kan aannemen, dat vrijwel allerwegen grote angst en verslagenheid hebben geheerst onder de Joden, hier en daar oplopend tot radeloosheid, ja, tot paniek. Deze bij het gehele Nederlandse volk optredende reacties deden zich bij hen eveneens voor, niet zelden in verhevigde mate – men vergelijke daarvoor slechts aard en omvang van ontsnappingspogingen met die van het Nederlandse volk in zijn geheel, van hun vlucht op de twee opengebleven uitwegen, de uitweg in den vreemde, de uitweg in de dood.
In den vreemde, dat was de grenzen over. In de zuidelijke provincies hier en daar in evacuaties mee, waaruit men een paar dagen later meestal weer met de anderen terugkeerde, net als die anderen de ramen opengooide, de klok opwond, de straat opging. En precies als voor die anderen leek er niets veranderd:
‘En jullie nu?’ zei de buurman. Hij kwam wat dichterbij.
‘Wat doen jullie?’
‘Wij?’ zei mijn vader, ‘wij doen niets. Waarom zouden we?’ En wanneer diezelfde vader met zijn dochter de soldaten van het bezettingsleger op straat ziet passeren:
‘Zie je wel’, zei mijn vader, toen we al bijna thuis waren, ‘ze doen ons niets’. En terwijl we voorbij het hekje van de buurman liepen, mompelde hij nog eens: ‘Ze doen ons niets’. (De lezer heeft opgemerkt: de eerste maal sprak deze vader, de tweede maal mompelde hij).
Niet allen echter keerden terug. Dat geldt zeker van een aantal Nederlandse Joden, in België woonachtig, die via Frankrijk, Spanje en Portugal uit Europa ontsnapten: enkelen hunner kwamen zelfs in Amerika en nog verder terecht en bouwden daar een nieuw bestaan op. Van hun lotgevallen, niet passend in het kader van dit boek, hebben wij geen verdere studie gemaakt.
Jacques Presser (24 februari 1899 – 30 april 1970)
Boekomslag
De Duitse schrijver Erich Pawlu werd geboren op 24 februari 1934 in Frankstadt, Mähren. Zie ook mijn blog van 24 februari 2009.
Uit: Ein kleines bißchen Reife
“Vater Rubikon, ein schwarzmähniger, etwas ölig wirkender Mann, unterschied sich in Aussehen und Auftreten von seinem Sohn in jeder Hinsicht. Wortreich war Herr Rubikon, gewandt und freundlich – ein Mensch also, der, abgesehen von seiner öligen Frisur und seinen stets eingefetteten Händen, gut ins zwanzigste Jahrhundert paßte. Allerdings trieb ihn eine unerklärliche Abneigung gegen jede Form der Seßhaftigkeit dazu an, in einem teuren Auto über Land zu fahren. Um seinen Traum von einem vagierenden Dasein verwirklichen zu können, erfand er die unglaublichsten Begründungen für weite Reisen. Die permanente Abwesenheit Herrn Rubikons hatte offenbar seinen Sohn Philipp weniger getroffen als seine Frau Emilie. Diese hatte sich nach einigen einsamen Ehejahren in die Arme ihrer in Stuttgart lebenden Mutter geflüchtet und ihrem Gatten das Erziehungsrecht für Philipp widerspruchslos überlassen.
Herr Rubikon hätte am liebsten das Söhnchen schon als Wickelkind auf seine zeitraubenden Ausflüge mitgenommen. Aber zunächst ließ das Frau Emilie Rubikon nicht zu, und später verhinderte die lästige Schulpflicht allzu lange gemeinsame Reisen von Vater und Sohn. Allerdings scheute sich Herr Rubikon nicht, den heranwachsenden Jungen wenigstens an seinen strahlenförmig ins ganze Land führenden Kurzfahrten teilhaben zu lassen, wobei er nicht selten die Ausfertigung einer korrekten Entschuldigung vergaß oder aufgrund seiner fröhlichen Lebenshaltung verweigerte.”
Erich Pawlu (Frankstadt, 24 februari 1934)
Frankstadt (Geen portret beschikbaar)
De Franse dichter en schrijver Vincent Voiture werd geboren op 24 februari 1598 in Amiens. Zie ook mijn blog van 24 februari 2009.
Pour vos beaux yeux et vostre beau visage
Pour vos beaux yeux et vostre beau visage,
Et la douceur de ce divin langage
Dont vous tenez tout le monde enchanté,
Cloris, on doit souffrir vostre fierté,
Et prés de vous avoir moins de courage.
Il est donc vray, que je ne fus pas sage,
De ne pouvoir endurer un outrage,
Moy que l’Amour tient si bien arresté
Pour vos beaux yeux.
A tout souffrir desormais je m’engage,
Et dans les fers d’un eternel servage,
Et les rigueurs de vostre cruauté,
Je chanteray vostre extrême beauté,
Et je ferois mille fois davantage
Pour vos beaux yeux.
Vincent Voiture (24 februari 1598 – 26 mei 1648)
De Vlaamse dichter en schrijver Luc Verbeke werd geboren in Wakken op 24 februari 1924. Zie ook mijn blog van 24 februari 2007 en ook mijn blog van 24 februari 2008 en ook mijn blog van 24 februari 2009.
Het wordt weer mei, Maria.
Het wordt weer mei, Maria.Witte bloemen bloeien
eenzaam, omheen de zuiverheid van Uw gelaat.
Het donker vuur, dat in de nacht ons kwam doorgloeien
is uitgedoofd. We worden als het rustig zaad,
dat in de voren kiemt. Laat weer Uw licht ontwaken
in de verlaten tuinen van ons wachtend hart,
nu we de aardse kluisters om de polsen braken
en ‘ t ranke hert, sinds lang in ‘ t struikgewas verward
zich losmaakt met één ruk. O Moeder, zie we keren
– Uw roekeloze kinderen – eindelijk naar U weer
en naar de onberoerde rust van zuivere meren,
die vaak ons wild en stormend hart niet vond weleer.
Geef dan, dat deze vreê – o rijkdom dezer dagen –
ons eeuwig blijve nu, en wek in ons de kracht
om als een fiere toorts Uw zuiver licht te dragen
doorheen de duisternis van de volgroeide nacht.
Luc Verbeke (Wakken, 24 februari 1924)
De Duitse schrijver en taalwetenschapper Wilhelm Karl Grimm werd geboren in Hanau op 24 februari 1786. Zie ook mijn blog van 24 februari 2007.en ook Zie ook mijn blog van 24 februari 2009.
Uit: Sechse kommen durch die ganze Welt
“Es war einmal ein Mann, der verstand allerlei Künste, er diente im Krieg und hielt sich brav und tapfer, aber als der Krieg zu Ende war, bekam er den Abschied und drei Heller Zehrgeld auf den Weg. „ Wart, sprach er, mit mir geht man nicht so um! find ich die rechten Leute, so soll mir der König noch den Reichthum des ganzen Landes herausgeben.“ Da ging er voll Zorn in den Wald und sah einen darin stehen, der hatte sechs Bäume ausgerupft, als wärens Kornhalme. Sprach er zu ihm: [379] „willst du mein Diener seyn und mit mir ziehn?“ Ja, antwortete er, aber erst will ich meiner Mutter das Wellchen Holz heimbringen, und nahm einen von den Bäumen und wickelte ihn um die fünf andern, hob die Welle auf die Schulter und trug sie fort. Dann kam er wieder und ging mit seinem Herrn, der sprach: „wir zwei sollten wohl durch die ganze Welt kommen.“ Und als sie ein Weilchen gegangen waren, fanden sie einen Jäger, der lag auf den Knien, hatte die Büchse angelegt und zielte. Sprach der Herr zu ihm: „Jäger, was willst du schießen?“ Er antwortete: „zwei Meilen von hier sitzt eine Fliege auf einem Eichenästchen, der will ich das linke Auge herausschießen.“ „O, geh mit mir, sprach der Mann, wenn wir drei zusammen sind, sollten wir wohl durch die ganze Welt kommen.“
Wilhelm Grimm (24 februari 1786 – 16 december 1859)
Jakob (l) en Wilhelm Grimm
De Spaanse dichteres Rosalía de Castro werd geboren op 24 februari 1837 in Santiago de Compostela. Zie ook mijn blog van 21 februari 2007 en ook mijn blog van 24 februari 2008 en Zie ook mijn blog van 24 februari 2009.
Black Shadow
When I think that you have left me,
Once again you rise and haunt me,
Overpowering black shadow
Prowling toward my bed to taunt me.
When again I dream you’ve vanished,
In the bare sun you astound me.
You’re the shine of stars above me.
You’re the howl of wind around me.
If they sing, I hear your singing.
If they mourn, I hear your mourning.
You’re the murmur of the river
And the evening and the dawning.
You are all and all becomes you,
All about me, leaving never,
Living in me, living for me,
Shadow over me forever.
Vertaald door Sasha Foreman
Rosalía de Castro (24 februari 1837 – 15 juli 1885)