De Nederlandse dichter en schrijver Leendert Witvliet werd geboren in Werkendam op 25 juni 1936. Witvliet begon op zijn zeventiende met het schrijven van cabaret-teksten en gedichten.¹ Hij bezocht de Rijkskweekschool en studeerde M.O-A en M.O-B Nederlands aan de Fryske Akademie te Groningen. Vanaf 1961, na zijn militaire dienstplicht, was hij tot zijn 56ste in het openbaar onderwijs werkzaam. Aan de HAVO en het VWO van het Heymanscollege te Groningen het langst, als conrector en leraar Nederlands. Witvliet werkte regelmatig mee aan de jeugdbijlage van Vrij Nederland, ‘De Blauw Geruite Kiel’, waar hij zowel verhalen als gedichten voor schreef. Voor het Nieuwsblad van het Noorden was hij enige jaren criticus voor de jeugdliteratuur. Ook publiceerde hij werk voor de middelbare school en schreef een boekje voor leraren Nederlands over poëzie in de klas. Witvliet was medewerker aan o.a. De Gids, NVT, Raster, Maatstaf, de Poëziekrant en Rottend Staal.
Klaproos
Even maar in bloei
langs de spoorlijn
de klaproos
met het kleine behaarde blad
de bloem
vuurrood en donker middenin.
Hoog boven het gras
wuift ze
naar wie langs haar komt.
December
Een middag met een laag zonnetje
met een vijver in december met alles
sneeuw, eenden, vastgevroren
en pas bij elkaar.
Je gezicht met een laag vermoeidheid.
Hoe alles om je heen
deed denken aan ziek,
je achtergebleven lieve zieke
in je en nog geen herinnering.
Hoe we zeggen hoe we zwijgen.
Leendert Witvliet (Werkendam, 25 juni 1936)