De Nederlandse dichter en schrijver Michel van der Plas werd geboren op 23 oktober 1927 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Michel van der Plas op dit blog.
Uit: Uit het rijke Roomsche leven
“Elk goed Roomsch kind had enkele Heerooms en enkele, mag het heten Damestantes? En van elk gezin moest, zo leek het, er één positief antwoorden op de wekelijks in verschillende periodieken (en later op school) gestelde vraag: Jongen, wilt gij Pater (Broeder) worden? Meestal werd dat degene die tot stichting van zijn broertjes en zusjes en met hun ijverige deelname aan een speelgoedaltaartje en in kunstig nagemaakte liturgische gewaden veelvuldig ‘Misje’ had gedaan. Kwam het niet voor dat men zó goed Roomsch was dat men, na een uurtje Wereldnieuws in de Cineac, bij het verlaten van de rij bij vergissing in het donker naast de banken knielde? Menigeen zal in deze schets van het beschermde en beschermende milieu zichzelf herkennen zonder ook maar enige rancune te voelen opkomen. Het enige aspect dat diegene die kind was in de hier behandelde periode misschien met groeiende verwondering, skepsis of zelfs wrevel zal hebben ervaren kan de te grote nadruk zijn die op de geestelijke vorming werd gelegd: het vroomheidsaspect. Hij zal zich met name de lectuur herinneren, zoals die geboden werd in de leesmethodes op de Lagere School, in de katholieke jeugdtijdschriften, in leesboeken en heiligenlevens. Een grenzeloze braafheid kenmerkte de in deze lectuur voorgehouden Roomsche gezinnen. De positieve held die wij uit de huidige socialistisch-realistische literatuur kennen werd hier avant la lettre verbeeld. De zwart-wit-schildering overweegt; de negatieve held is een dronkaard, een vuilbek, een ‘slechte kameraad’, tegenover wie de edele knaap (Tom Playfair c.s.), voorbeeld van deugd dat dagelijks naar de Mis gaat, veelvuldig de Sacramenten ontvangt en stellig pater of broeder zal worden, wordt verbeeld op een wijze die zelfs bij de in een beschermd katholiek milieu opgroeiende jongen enige wrevel moest wekken.In de heiligenlevens die de kinderen van het ‘Rijke Roomsche Leven’ bij voorkeur werden geboden, sterven de ten voorbeeld gestelden bijna zonder uitzondering zeer jong, vrijwel alle vlak na het ontvangen van de eerste H. Communie. Instinctief moest men als kind een oneerlijk element in deze voorstelling van zaken ontdekken: de helden stierven, zo voelde men op de een of andere wijze aan, voordat zij de eigenlijke test van het leven behoefden te doorstaan. Het wemelde, ook in de niet als heiligenlevens gepresenteerde lectuur, leesboekjes en jeugdblaadjes, van sterfbedden, er werd voortdurend naar de hemel gegaan”.
Michel van der Plas (Den Haag, 23 oktober 1927)
De Albanees-Amerikaanse schrijfster en actrice Masiela Lusha werd geboren op 23 oktober 1985 in Tirana. Zie ook alle tags voor Masiela Lusha op dit blog.
Chameleon
Patterns of agreement,
Gold. Amber. Ivory. Ink.
Performance. Accommodating.
The darkest truth in umber,
Then brilliant turquoise,
Stale white. The chameleon,
A social animal, pleasant.
Lost beneath the burgundy of
Opinions, polite politicians,
Smiling egos. Highness.
The smiling chameleon,
The sister of peace. Among the glittering
Pleasantry of natural jewels
Decked about her speakers
She lounges on their art, smiling,
Invisible, invincible. Imitating
The shifting opals of their conversation.
Imitating a reflection of their respect
Gravestones
On Christmas morning we visit the marked stones,
The grass, the pots of fresh Paradise Birds,
Magnolias, Christmas trees,
And we visit the names.
We visit the rows on rows of marks;
The marks they left behind, the marks
That mark their singular day of birth,
And death.
We visit all who lie there,
And all who will.
And all who lie in our hearts.
We pay a visit to the day.
But above all,
We pay a visit to reason:
Our end- and our day’s mark
De Amerikaanse schrijver Augusten Xon Burroughs werd geboren op 23 oktober 1965 in Pittsburgh, Pennsylvania. Zie ook alle tags voor Augusten Burroughs op dit blog.
Uit: Magical Thinking
“When I was seven, I was plucked from my uneventful life deep in darkest Massachusetts and dropped into a Tang Instant Breakfast Drink commercial. It was exactly like being abducted by aliens except without the anal probe. I was a lonely kid with entirely imaginary friends. I played with trees.
Then, one day during penmanship class, a white van pulled up in front of our little gray schoolhouse, and the men from Tang climbed out. My elementary school sat atop a low grassy hill in the center of Shutesbury, a small New England town that was so “small New England town” one had the sensation of existing within a snow globe at a souvenir shop. The mailboxes at the local post office had ornate brass doors with etched-glass windows. There was a white church with solid mahogany pews and a pipe organ. A small red library was tucked on the edge of the town square and carried books about local birds and field mice. It was retchingly quaint.
Of course, in this wholesome idyllic community, my school was the anchor. It was a gray clapboard building, two stories tall, with shutters. There was a steeple on top and inside a bell that worked. The door was bright red. There were two apple trees on either side. The playground consisted of a sandbox, two swing sets, and an area of blacktop on which was painted a hopscotch outline.
Now that I am an adult and have wasted much of my life as an advertising executive, I can easily imagine the conversation that must have taken place among the occupants of that van, upon their seeing my schoolhouse.
“So Cronkite was grilling the guy, you know? Just really asking the tough questions. Then they cut away to Nixon, and boy oh boy, you should have seen his face. It was li-“
“Jesus fucking Christ, Mitch. Get a load of that.”
“Huh? Oh, mother of fucking God. STOP THE VAN.”
Augusten Burroughs (Pittsburgh, 23 oktober 1965)
Zie voor nog meer schrijvers van de 23e oktober ook mijn twee blogs van 23 oktober 2011.