Roberto Juarroz, Václav Havel, Stig Dagerman, K.L. Poll, Flann O’Brien, Denis Diderot

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook mijn blog van 5 oktober 2009 en ook mijn blog van 5 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

The most beautiful day

The most beautiful day
lacks something:
its dark side.
Only to a near-sighted god
could light by itself
appear beautiful.

Beside any Let there be light!,
Let there be darkness!
should also be said.

We don’t arrive
at necessary night by omission only.

 

Night shuts down sometimes

Night shuts down sometimes
like blocks of stone
and leaves us without space.
My hand then can no longer touch you
to defend us from death
and I can’t even touch myself
to defend us from absence.
A vein that springs up in that same stone
separates me from my own thought too.
Thus night is converted
into our first tomb.

 

Now I can only wear old shoes

Now I can only wear old shoes.
The road I follow
wears shoes out from the first step.

But only old shoes
don’t despise my road
and only they can arrive
where my road arrives.

After that,
you have to continue barefoot.

 

Vertaald door Mary Crow

 
Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

De Tsjechische schrijver en politicus Václav Havel werd op 5 oktober 1936 in Praag geboren. Zie ook mijn blog van 5 oktober 2009 en ook mijn blog van 5 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Václav Havel op dit blog.

The Little Owl Who Brayed

Wisdom’s little owl brayed:
“How beautiful is rot’s decay.”
A pine grove bleated low:
“Come on, easy does it now.”

A serpent hissed: “I love graveyard’s bliss.”
A flower extolled:
“Where ambitions pit your soul?”

Pines gushed: “Wise up.”
Flower hissed: “Let it stink.”

“You should never, it’s true,”
calls motherland insistent,
“in twilight’s advancing gloom
be the least resistant.”

Pines shot: “Reason rots.”
Flower shrieked: “Beauty reeks.”

Serpent hooted: “The graveyard
is paradise, so tranquil and muted.”

You should never, I cry,
in our nation’s interest
beneath twilight’s grimace
ever have to resist.
Dig in. Resist. Persist…

 

Vertaald door D. Celone, m.b.v. Liba Hladik and Paul Wilson

 
Václav Havel (5 oktober 1936 – 18 december 2011)

 

De Zweedse schrijver en journalist Stig Dagerman werd geboren op 5 oktober 1923 in Älvkarleby. Zie ook alle tags voor Stig Dagerman op dit blog en ook mijn blog van 5 oktober 2010.

Uit: Bruiloftslied (Vertaald door David Grävling)

“Het bed is vol steentjes en knarst als een voorlezer. En je bent bang dat er iemand komt. Bang ben je ervoor en bang ben je erna. En ermiddenin ben je ook bang. Het ritselt onder het kussen, kijk. Het is de rode postwissel. En wie staat er achter de wand te grijnzen? Wie klopt er op het raam voordat de nacht voorbij is? Jawel, de ambtenaar van de kinderzorg, die grote gaten in de dauw maakt.”
(…)

Zo, als hij maar niet over de maaimachine heen rijdt.’
Ze voert ’m naar het raam en laat hem zien hoe ver de auto van de trekbomen af staat. De maaimachine is de ouwe z’n grote liefde. Rudolf kwam op een nacht thuis van Rullans sofa. Kwam stil aan over de binnenplaats, het was niet stikdonker. Toen zag hij de ouwe op het zitje zitten. Hij deed also hij de leidsels in zijn hand hield. Propro, riep hij naar de onzichtbare paarden. En ze gingen er vast vandoor, maar Rudolf moest lachen. Ging stilletjes naar binnen en maakte Irma en Hildur wakker. En Irma moest ook lachen. Maar Hildur zweeg.
Nu merkte ze dat de ouwe d’r van opzij aankijkt, uitzonderlijk verstandig voor zijn doen.
‘Jij lief, jij,’ snauwt hij. ‘Sinds wanneer is die schoonzoon zo slank?’
Ze kijkt naast ’m naar buiten. Eenoor staat op het erf in een vies schort en pakt koteletten uit de cabine. Heeft vast op ze gezeten zoals hij altijd doet, de smeerlap. Maar dat zal spoedig anders worden. In de wagen loeit een kalf. De ouwe pakt haar hand stevig vast.
‘Het is Westlunds knecht maar, die het vlees komt brengen.’
Ze zoekt naar Svea maar Svea is er niet bij. Ze ligt vast nog te luieren. Maar binnenkort heeft ze genoeg geluierd. De luilak. Harder en harder knijpt de ouwe in haar hand. Triomf, hoogmoed glanst op zijn gezicht.
‘Maar dat kalf komt uit mijn stal,’ schreeuwt hij triomfantelijk.”

 
Stig Dagerman (5 oktober 1923 – 5 november 1954)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en journalist K. L. Poll, (volledige naam Kornelis Lubbertus Poll) werd geboren in Dordrecht op 5 oktober 1927. Zie ook alle tags voor K. L. Poll op dit blog.

Dag lief, dag avondlief

Dag lief, dag avondlief,
dag lief van het licht van de grachten.

Drie schikgodinnen spraken daar,
op die hoge hoek, moe en wit.
En de dansende jonge man
sliep, met de knieën tot zijn kin,
op het blauwe liefdeskleed
in de driehoek van hun vriendschap.

Dag lief, dag ochtendlief,
dag lief van het licht van de grachten.

 
K.L. Poll (5 oktober 1927 – 14 november 1990)

 

De Ierse schrijver Flann O’Brien werd geboren op 5 oktober 1911 in Strabane, County Tyrone. Zie ook mijn blog van 5 oktober 2009 en ook mijn blog van 5 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Flann O’Brien op dit blog en alle tags voor O’Brien op dit blog.

Uit: At Swim-Two-Birds

“Well faith, he said, I never see you at it. I never see you at yourstudies at all.I work in my bedroom, I answered.Whether in or out, I always kept the door of my bedroom locked. Thismade my movements a matter of some secrecy and enabled me to spend aninclement day in bed without disturbing my uncle’s assumption that Ihad gone to the College to attend to my studies. A contemplative lifehas always been suitable to my disposition. I was accustomed to stretchmyself for many hours upon my bed, thinking and smoking there. I rarelyundressed and my inexpensive suit was not the better for the use I gaveit, but I found that a brisk application with a coarse brush beforegoing out would redeem it somewhat without quite dispelling the curiousbedroom smell which clung to my person and which was frequently thesubject of humorous or other comment on the part of my friends and acquaintances.Aren’t you very fond of your bedroom now, my uncle continued. Why don’tyou study in the diningroom here where the ink is and where there is agood bookcase for your books? Boys but you make a great secret aboutyour studies.My bedroom is quiet, convenient and I have my books there. I prefer towork in my bedroom, I answered.My bedroom was small and indifferently lighted but it contained most of the things I deemed essential for existence my bed, a chair which wasrarely used, a table and a washstand. The washstand had a ledge uponwhich I had arranged a number of books. Each of them was generallyrecognized as indispensable to all who aspire to an appreciation of thenature of contemporary literature and my small collection containedworks ranging from those of Mr. Joyce to the widelyread books of Mr.A. Huxley, the eminent English writer.”

 
Flann O’Brien (5 oktober 1911 – 1 april 1966)
John Ryan, Anthony Cronin, Flann O’Brien, Patrick Kavanagh, AJ Leventhal op de eerste Bloomsday dag ter ere van James Joyce.

 

De Franse schrijver, filosoof en kunstcriticus Denis Diderot werd geboren in Langres op 5 oktober 1713. Zie ook alle tags voor Denis Diderot op dit blog en ook mijn blog van 5 oktober 2010.

Uit: Brieven aan Sophie (Vertaald door Anneke Brassinga)

“Vrijdagochtend [10 mei 1759]
Om acht uur gisterochtend vertrokken we naar Marly.1 We kwamen om half elf aan. We bestelden een uitgebreid diner en zwermden uit door de paleistuin, waar me vooral het contrast trof tussen de verfijnde aanleg van de berceaus en de bosschages en de ongetemde natuur, het rijzig fond van zwaar, welig geboomte. De paviljoens lijken, zoals ze afgezonderd en half in het lommer verscholen staan, behuizingen voor de gedienstige bosgeesten wier meester het grote huis in hun midden bewoont. Ze geven het geheel een feeërieke aanblik, die naar mijn hart was.
In een tuin moeten niet al te veel beelden staan, deze was me iets te dichtbevolkt. Men moet standbeelden zien als schepsels die de eenzaamheid liefhebben en zoeken, net als dichters, filosofen, verliefden; zulke wezens zijn niet gewoon. Een paar mooie beelden, verstolen op de meest afgelegen plekjes opgesteld, ver van elkaar, dat is me het liefst; ze roepen me, ik ga naar ze op zoek of tref ze bij toeval aan; ze houden me staande en ik voer lange gesprekken met ze; dat is genoeg; meer beelden zijn storend.
Droefgeestig gestemd dwaalde ik doelloos door de tuinen. De anderen verdwenen met stevige pas voor ons uit, wij volgden langzaam, baron Von Gleichen en ik.2 Zijn gezelschap deed me goed. We waren allebei vervuld van dezelfde, onuitgesproken, gevoelens. Het is wonderlijk hoe gevoelige naturen elkaar haast woordloos kunnen verstaan. Een terloops woord, momenten van afwezigheid, een vage, losse opmerking, een zweem van droefenis, een verhulde zinspeling, de klank van de stem, de tred, de gelaatsuitdrukking, het zwijgen, de aandachtige blik, al die dingen verraden hen aan elkaar.”

 
Denis Diderot (5 oktober 1713 – 31 juli 1784)
Portret door Louis-Michel van Loo, 1767

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e oktober ook mijn blog van 5 oktober 2014 deel 2.