De Engelse dichter, essayist en schrijver Stephen Spender werd geboren op 28 februari 1909 in Londen. Spender bezocht de Gresham’s School, Holt, University College School en University College, Oxford, waar hij W. H. Auden ontmoette. Spender maakte zijn opleiding niet af en ging naar Duitsland. In deze tijd was hij ook bevriend met Christopher Isherwood die ook al in Duitsland woonde tijdens de republiek van Weimar. Zijn autobiografie, World within world, is een herschepping van de politieke en sociale atmosfeer gedurende de jaren dertig. Evenals collega dichters als Auden en Isherwood en andere uitgesproken tegenstanders van het fascisme werd Spender afgekeurd voor militaire dienst tijdens WO II.
Van 1970 tot 1977 was Spender hoogleraar Engelse letterkunde aan University College in Londen.
Uit: World within world
“Often, during an air raid on London in 1940, I would hear a bomber diving downwards with a roar, as though its trajectory described a valley in the mountain-high air inhabited by aircraft. Then I would reassure myself by imagining that, in the whole area of the county of London, there were no more houses, but that the bomber was gyring and diving over an empty plain covered in darkness. This picture was both reassuring and exact: for it fixed my attention on my own smallness as a target compared with the immensity of London. And this was the reality. Only my fears were exposed.
If I thought of London as the London of my mind, and not as a geographical expanse, I only imagined places I knew and whose names occurred to me: Oxford Street, Piccadilly, St. Paul’s, Liverpool Street, Kensington, Paddington, Maida Vale, Hampstead, and so forth. And even these places were represented in my mind only by the names of a few familiar features, churches, streets and squares, and not by all the other streets and the innumerable buildings which I did not know.
Although the raids stopped, or happened only at rare intervals, this picture of the aeroplane over the huge plain with the people concealed in crevices, can be enlarged to a vision of the new phase of domination and threat by machine-power politics, which the world had now entered and which did not end with the peace. The aeroplane filled ever-widening circles in the minds of people beneath it; but the pilot and even the officers who commanded him at bases, their masters in governments and the vanquished and victors of the war, were diminished, until it seemed that they no longer had wills of their own, but were automata controlled by the mechanism of war.”
Stephen Spender (28 februari 1909 – 16 juli 1995)
De Franse schrijver, dramaturg en regisseur Marcel Pagnol werd geboren op 28 februari 1895 in Aubagne, Bouches-du-Rhône. Hij groeide op als kind van een basisschoolleraar in de Provence en in Marseille en hij wilde oorspronkelijk leraar Engels worden. Het succes van zijn vroege toneelstukken liet hem een andere weg inslaan. Populair werd hij met zijn stukken Marius (1929), Fanny (1931) en César (1936), die handelden over mensen in Marseille. Deze stukken werden ook verfilmd. In de jaren dertig hield Pagnol zich dan ook overwegend met film bezig: Angèle (1934), Regain (1937) und La Femme du Boulanger (1939).
Uit : Jazz (1974)
“L’intelligence, dans la nature, ce n’était qu’une pauvre petite lueur qui devait nous guider dans l’accomplissement des actes quotidiens. Nous lui avons donné, peu à peu, trop d’importance. Et nous sommes comme serait un homme qui porte une lampe dans un souterrain à la recherche d’un trésor. Soudain, la lampe fume, ou flamboie, ou ronfle, ou crépite. Alors, il s’arrête, il s’assied par terre, il fait monter ou descendre la mèche, il règle des éclairages. Et ce travail l’intéresse tant qu’il a oublié le trésor, qu’il finit par croire que le bonheur c’est de perfectionner une lampe et de faire danser des ombres sur un mur. Et il se contente de ces pauvres joies de lampiste, jusqu’au jour où il voit soudain que sa vie s’est passée à ce jeu puéril… Trop tard ! La mort déjà le tient à la gorge. L’intelligence, c’est la lampe. Le trésor, ce sont les joies de la vie. »
De Franse filosoof, schrijver en politicus Michel Eyquem de Montaigne werd geboren in Bordeaux op 28 februari 1533. In zijn belangrijkste werk, Essais (probeersels), neemt hij de mensheid en met name zichzelf als onderwerp van studie. Hij was daarmee de eerste die een psychologie van zichzelf schreef, in veel verschillende hoofdstukken van wisselende lengte. Hij bleef tot kort voor zijn dood hoofdstukken toevoegen en eerdere hoofdstukken wijzigen en uitbreiden. Montaigne wordt algemeen beschouwd als een sceptisch humanist.
Uit Essais (De la Tristesse)
« JE suis des plus exempts de cette passion, et ne l’ayme ny l’estime : quoy que le monde ayt entrepris, comme à prix faict, de l’honorer de faveur particuliere. Ils en habillent la sagesse, la vertu, la conscience. Sot et vilain ornement. Les Italiens ont plus sortablement baptisé de son nom la malignité. Car c’est une qualité tousjours nuisible, tousjours folle : et comme tousjours couarde et basse, les Stoïciens en defendent le sentiment à leurs sages.
Mais le conte dit que Psammenitus Roy d’Ægypte, ayant esté deffait et pris par Cambysez Roy de Perse, voyant passer devant luy sa fille prisonniere habillee en servante, qu’on envoyoit puiser de l’eau, tous ses amis pleurans et lamentans autour de luy, se tint coy sans mot dire, les yeux fichez en terre : et voyant encore tantost qu’on menoit son fils à la mort, se maintint en cette mesme contenance : mais qu’ayant apperçeu un de ses domestiques conduit entre les captifs, il se mit à battre sa teste, et mener un dueil extreme. »
Michel de Montaigne (28 februari 1533 – 13 september 1592)
De Ierse dichter John Montague werd geboren in New York op 28 februari 1929, maar hij groeide op in in Garvaghey, County Tyrone. Zijn vader, James Montague, een Ulster katholiek, was in 1925 naar de VS vertrokken om zich bij zijn broer te voegen. In 1933, gedurende de depressie, stuurde hij zijn drie zonen terug naar Ierland. In 1946 ging John Montague naar de universiteit van Dublin. Aangemoedigd door het voorbeeld van andere studenten, zoals Thomas Kinsella, begon hij zijn eerste gedichten te publiceren in Dublin Magazine, Envoy, en The Bell. In 1953 kreeg Montague een Fullbright Fellowship en ging hij naar Yale. In 1961 stelde hij zijn eerste dichtbundel samen. In dat jaar verhuisde hij ook naar Parijs, naar een klein appartement, een paar straten verwijderd van Samuel Beckett, die stilaan een goed drinkmaatje van hem werd. In 1964 verscheen zijn verhalenbundel Death of a Chieftain. In 1967 volgde zijn tweede poëziebundel A Chosen Light, in 1970 Tides. Vanaf begin jaren zeventig was Montague begonnen te schrijven aan zijn lange gedicht The Rough Field, dat in 1972 verscheen.
Outside Armagh Jail, 1971
Armagh. Its calm Georgian Mall.
A student’s memory of bell, the carillon
echoing from the new Cathedral, glooms
over the old walls and sleeping cannon,
the incongruously handsome Women’s Prison.
By the railings, two impassive R.U.C men.
I ring formally and ask for Bernadette:
an incredulous giggle and a slammed door
is the iron answer that I get.
Exposed on the steps like Seanchan,
I intone the scop stresses of my Derry poem.
Lines of suffering/lines of defeat.
One of the constables shifts his feet,
the other is grinning broadly. A secret
acolyt of poetry? I can hear him
rubbing his hands in the guardroom;
‘Boys, that was great crack! The Fenians
must be losing. This time they sent a lunatic.’
Irish Street Scene, with Lovers
A rainy quiet evening, with leaves that hang
Likes squares of silk from dripping branches.
An avenue of laurel, and the guttering cry
Of a robin that balances a moment,
Starts and is gone
Upon some furtive errand of his own.
A quiet evening, with skies washed and grey;
A tiredness as though the day
Swayed towards sleep,
Except for the reserved statement
Of rain on the grey-stone pavement –
Dripping, they move through this marine light,
Seemimg to swim more than walk,
Linked under the black arch of an umbrella
With its assembly of spokes like points of stars,
A globule of water slowly forming on each.
The world shrinks to the soaked, worn
Shield of cloth they parade beneath.
John Montague (New York, 28 februari 1929)
Daniel Handler werd geboren op 28 februari 1970 in San Francisco, Californië, U.S.A. Hij werd bekend als Amerikaans schrijver. Hij debuteerde met “The basic eight/1999” en had zijn tweede boek, “Watch your mouth/2000” over incest, al af toen de uitgevers zijn eerste boek nog steeds weigerden. De toon in zijn werk was zwartgallig, uit onvrede over de gebruikelijke literatuur, en een agent voor kinderboeken raadde hem aan om dezelfde basis te nemen om een boek voor kinderen te schrijven. Dit gebeurde onder het pseudoniem Lemony Snicket, en de 13-delige “Series of Unfortunate Events” werd een bestseller.
Uit: The End (A Series of Unfortunate Events, Book 13)
“The Baudelaire orphans would have been happy to see an onion, had one come bobbing along as they traveled across the vast and empty sea in a boat the size of a large bed but not nearly as comfortable. Had such a vegetable appeared, Violet, the eldest Baudelaire, would have tied up her hair in a ribbon to keep it out of her eyes, and in moments would have invented a device to retrieve the onion from the water. Klaus, the middle sibling and the only boy, would have remembered useful facts from one of the thousands of books he had read, and been able to identify which type of onion it was, and whether or not it was edible. And Sunny, who was just scarcely out of babyhood, would have sliced the onion into bite-sized pieces with her unusually sharp teeth, and put her newly developed cooking skills to good use in order to turn a simple onion into something quite tasty indeed. The elder Baudelaires could imagine their sister announcing “Soubise!” which was her way of saying “Dinner is served.”
Daniel Handler (San Francisco, 28 februari 1970)