Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan, Malin Schwerdtfeger

De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 27 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Naar de daken

Als ik opkijk is het nacht.
De maan verschijnt, het is die uit de kindertijd:
pips maar bont gemutst. Nu dwaalt mijn blik
naar mijn werkeloze handen als gaf een herinnering af.
Had ik al gezegd dat ik geen ondragelijk geheim heb?
Soms waan ik me onderwerp van twist tussen deze of gene listige goden.
Mijn onbegrip een ode aan hun almacht,
als ik dat eens durfde geloven. Dan weer denk ik de holle lach
van de alleman te horen, maar het blijkt slechts de wereld
van de verrekijk en de uitgekiende gein van elkaar opzettelijk
verkeerd begrijpen. Niets doet minder pijn of het is doodgeboren.
Inenen wens ik mijn vod van een gemoed uitgeslagen
en ik vraag me af: wat wacht ons op het dak?
Welke overheerlijke vloek rijpt daar in de sferen?
Naar de daken ja! En dan maar wachten tot morgen de luchten
van postmodern blauw – het oude grijs – naar een trouwer blauw
verschieten en mij de staar wegnemen, in het kraaiennest
van de antenne gezeten, want op mijn plek
ben ik de vogel in de krok zijn bek en
het is begonnen te hongeren.

 

Stomme vogel

Ik had me teruggetrokken om ergens op te mediteren,
waarop weet ik niet meer. Toen hij me eindelijk belde.

Ik zei dat ik me gevangen voelde in deze kersenboomgaard
– hij zei dat het hem niks verbaasde – en er een joekel
van een boom was hier, met een net erover waar
een vogel in vastzat die zich vol had gevreten van de
kersen en nu onder het net uit wilde maar niet kon,
hoe ik ook probeerde te helpen door het net te lichten.

Ik was almaar moe. In mijn hoofd deden namen de
ronde, gezichten ook. Wat ik nodig had, ik kon er niet
opkomen. Wat ik niet nodig had, ik zag het overal.
In de smalende groene velden, in de kersen rondom
de bomen die de geur van likeur verspreidden.

Er was een betekenisloze stilte.
Hij zei: en je weet het, altijd een steen los in
de muur achterlaten voor mij.

Bernard Wesseling, Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan, Malin Schwerdtfeger, Romenu
Bernard Wesseling (Amsterdam, 27 december 1978)

Lees verder “Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan, Malin Schwerdtfeger”

Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan

De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 27 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Uit: Portret van een onaangepaste

“Voorlopig gesterkt door je nieuwe voorkomen als ondergrondse rebellenleider uit de toekomst is het nu zaak om ook een en ander uit te dragen. Want bekeken word je en besproken ook en de mensen hè, de mensen, ik vraag ’t je, wat valt er eigenlijk nog van ze te vinden? In hun goeie bedoelingen geloof je al niet meer sinds je over dat ongeluk hebt gehoord van die vrouw die overstak en werd aangereden, niet omdat ze van zichzelf te traag was, maar omdat een gek vanaf de stoep ‘Kijk uit!’ riep en daarmee d’r gang had onderbroken. Daarna zie je alleen nog maar de legio dooie slachtoffers voor je, de slachtoffers van het goedbedoelde ‘Kijk uit!’ sinds het allereerste Begin Der Moderne Tijden, een uitdrukking van holle verbazing op hun gezichten. Koeristus, dat onsterfelijke ‘Kijk uit!’ galmt zowat door de eeuwen heen, rechtstreeks je oren in.”
(…)

Nee, dat was niet zomaar een dag geweest, achteraf, dat was de dag dat hij zijn grootste geheim prijsgaf en je wist ’t eigenlijk al toen ie ’t vertelde. Een groter geheim heeft ie nooit gehad. Wat ’t precies met jou te maken heeft, weet je niet, maar je besluit genoegen te nemen met je vermoedens, geloven heet dat, en in ene ben je kalm op dat moment.”

 
Bernard Wesseling (Amsterdam, 27 december 1978)

Lees verder “Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan”

Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan

De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 27 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Icarus, dat is pas een klassieker
zeker als hij het vertelde

Van de verbaasde adelaar voorbij

En dan dat: van was! dus
kijk uit Icarus – te laat
Icarus

Langer dan het levend verkolen
het vallen zelf
duurde eindeloos

 

Houd het luchtig

De hartenboer werd ik genoemd
Ik droomde dat ik tussen de zigeuners wandelde.
Zij hadden hun verhalen en een oude chirurgijn
tegen de ergste pijn.

Uit een woonwagen leefde ik
voor het dobbelspel en de accordeon
terwijl ik een bok mijn hok liet trekken.

De gevallen kinderen met hun tronies
toonden mij hun potten vol glimwormen.
Het wonder gedoofd, vertelde ik ze
van de afgod schaamte.

Ik doorleefde mijn driften en was niet langer
vrekkig met het levenslied.

Langs de weg verschenen alle beesten
uit de zodiak,
om ons roerloos aan te zien.

 
Bernard Wesseling (Amsterdam, 27 december 1978)

Lees verder “Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Louis de Bourbon, Bob Flanagan”

Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Bob Flanagan, Louis de Bourbon

De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 27 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Etiquette voor een stervende

Allereerst is het goed om te beseffen dat je de dood
momenteel gezicht geeft.

Mocht je nog tot praten in staat zijn, zie dan af
van spreekwoordelijke gezegdes. Zing liever
een mopje uit de kindertijd, maar let erop
dat de woorden zonder context blijven. Houd het
luchtig.
Bij twijfel mompel je, dit combineert ook prima
met respiratie-apparatuur.

Laatkomers dienen voor de gelegenheid meteen
vergeven.
In plaats van nu te opteren voor de dubieuze glimlach,
neem je je sentimentele verantwoordelijkheid waar
door bij het slaken van de laatste adem
de duim omhoog te steken.

Een universele geruststelling in rigor mortis
die het de nabestaanden verwaardigd is te bewaren
achter glas als relikwie van de familie.

In geval van een onverhoopt afscheid onder vreemden
zoals zich dit wel voordoet bij een verkeersongeluk:
lieg de laatste blik als je niet in de positie bent
het hoofd af te wenden.

Voel je je onverwachts avontuurlijk? Lach eens hardop.
Maar kijk uit voor de kakel. Neem een ruim getal
als je voelt dat je moet aftellen, je hoeft niet uit te
komen.

Bernard Wesseling (Amsterdam, 27 december 1978)

Lees verder “Bernard Wesseling, Marc-Édouard Nabe, Wendy Coakley-Thompson, Bob Flanagan, Louis de Bourbon”

Bob Flanagan

De Amerikaanse schrijver en optredend artiest Bob Flanagan werd geboren op 26 december 1952 in New York. Zie ook mijn blog van 27 december 2009 en ook mijn blog van 27 december 2010.

 

Why (Fragment)

Because it feels good;

because it gives me an erection;

because it makes me come;

because I’m sick;

because there was so much sickness;

because I say FUCK THE SICKNESS;

because I like the attention;

because I was alone a lot;

because I was different;

because kids beat me up on the way to school;

because I was humiliated by nuns;

because of Christ and the Crucifixion;

because of Porky Pig in bondage, force-fed by some sinister creep in a black cape;

because of stories of children hung by their wrists,

burned on the stove, scalded in tubs;

because of Mutiny on the Bounty;

because of cowboys and Indians;

because of Houdini;

because of my cousin Cliff;

because of the forts we built and the things we did inside them;

because of what’s inside me;

because of my genes;

because of my parents;

because of doctors and nurses;

because they tied me to the crib so I wouldn’t hurt myself;

because I had time to think;

because I had time to hold my penis;

because I had awful stomachaches and holding my penis made it feel better;

because I felt like I was going to die;

because it makes me feel invincible;

because it makes me feel triumphant;

because I’m a Catholic;

 

Bob Flanagan (27 december 1952 – 4 januari 1996)

Louis de Bourbon, Louis Bromfield, Wilfrid Sheed, Klaus Hoffer, Bob Flanagan

De Nederlandse dichter Louis de Bourbon werd geboren in Renkum op 27 december 1908. Zie ook mijn blog van 27 december 2009. 

 

Enfantine


God lei zijn skepter achtloos naast zich neder

en zette dieren op het droge land;

de kleine, hulpelooze nam hij teeder

in de beschutting van zijn warme hand.

 

Hij schiep zooveel, Hij schiep de groote boomen,

de menschen, en eenmaal, bij nacht,

schilderde Hij met sterrenlicht de droomen,

terwijl Hij aan zijn eigen zoontje dacht.

 

Ten laatste schiep Hij nog de woorden

die meester teekent op het bord,

en voor hen die het scherpste hooren

schiep Hij het woord dat niet gesproken wordt

 

 

Resurrectio

 

Zij stegen kreunend uit hun natte graven

Naar buiten in een duister dat zich sloot,

Zij schoven zinloos langs verweerde epitafen

Nog moe en slaaprig van een langen dood.

 

Zoo donker was dit tweede leven dat zij dronken

Dat iemand dacht: dit is de ware dood;
Toen, aan den einder, twee bazuinen klonken

In een wit licht, ten Oosten, schel en groot.

 

En in een wild, onstuimig stormen kwam het nader

En brak het donker en de ruimte en den tijd

En het was Eén: Zoon, Geest en Vader

En alles was in Hem, en Hij was eeuwigheid.

 

 

Louis de Bourbon (27 december 1908 – 8 januari 1975)

 

Lees verder “Louis de Bourbon, Louis Bromfield, Wilfrid Sheed, Klaus Hoffer, Bob Flanagan”

Bob Flanagan, Klaus Hoffer, Mirza Ghalib, Carl Zuckmayer, Charles Olson, Serafín Estébanez Calderón, Malin Schwerdtfeger

De Amerikaanse schrijver en optredend artiest Bob Flanagan werd geboren op 26 december 1952 in New York. Hij leefde in Los Angeles, waar hij werd behandeld in het Long Beach Memorial Hospital. Hij overleed in 1996  43-jarige leeftijd stierf aan mucoviscidose. Bob Flanagan was SM-kunstenaar, bekend en geliefd binnen de SM-wereld en zelfs een beetje daarbuiten. Hij gaf performances en shows als stand-up comedian, maakte beeldende kunst en schreef. Een bevriende filmmaker legde Flanagans laatste jaren vast. Dit resulteerde uiteindelijk in een documentaire: ‘Sick- the life and death of Bob Flanagan – De film is geen freakshow. Het is het naakte verhaal van een mens met een geheel eigen manier van omgaan met CF.

 

Uit: Pain Journal

 

„Back in New York, the Gramercy Park Hotel. Back in bed. Forget what time it is-I mean who cares? It’s been an awful Christmas and an even worse birthday. Me, my whiny, wheezy, grumbling self, scaring the shit out of everyone, acting like I’m going to die at any moment. Still depressed. All I want to do is die-mean cry-I meant to write cry and I wrote die. How Freudian can you get?

*

Birthday party over-thank God. Success from the looks of it. People. Presents. Cake. But me? Where the hell was I? Laid out naked on the Gurney of Nails, big marzipan penis on my stomach, candles blazing. Everybody impressed at the sight of me, I guess-but I wasn’t really on the nails-not all of me-too chicken shit to let go. Couldn’t breathe. My idiot’s lament. Terrified at the sight of Sheree with her big knife, slicing into the marzipan penis-afraid she’d go too far-afraid of accidents, always afraid, so I can’t get into it, like I can’t get into anything these days. Always on the peripheral. Always terrified, exhausted, annoyed, pissed, anxious, out of it-out of the loop, out of my mind, out of time.

*

Horrible stomach aches and nausea. Heavy little shits. Is it the new antidepressant, the Wellbutrin? Don’t know if I’m sick or crazy. Short of breath everywhere I go. Making like I’m dying. Am I exaggerating? Why would I? Who am I trying to impress? All the time thinking I’m going to die, talking myself into a frenzy of phlegm and fatigue. Maybe I’m getting better. Maybe I’m not. Now they say I should exercise. First they say use the wheelchair and conserve your energy. Now they say “exercise.” Exercise/ wheelchair. Exercise/ wheelchair. Hard to know what to do or who I am in it all. And while I’m dwelling on death-Preston, 23 year old from cystic fibrosis summer camp, died a couple of days ago. Funeral tomorrow but I’m not going. Should have called him last week, but what would I have done, wished him luck?“

 

Flanagan

Bob Flanagan (27 december 1952 – 4 januari 1996)

 

De Oostenrijkse schrijver en essayist Klaus Hoffer werd geboren op 27 december 1942 in Graz. Hij studeerde germanistiek, klassieke talen en kunstgeschiedenis in Graz en promoveerde na een verblijf in de VS met een studie over het werk van Franz Kafka. Hij werkte als journalist en leraar. Hij ontving o.a. de Rauriser Literaturpreis en de Alfred-Döblin-Preis.

 

Uit: Die Nähe des Fremden

 

„Ich glaube, da
ss einer der Gründe, die einen dazu bringen, dass man versucht, Schriftsteller zu werden, in der mehrmals nach- und eindrücklich gemachten Erfahrung der Sprachlosigkeit liegt, weil man begreift, dass die Sprache als Vermittlungssystem nicht funktioniert, dass, um es anders, mit Urs Widmer, auszudrücken, der Schriftsteller entdeckt, dass er mit der Sprache nicht zurechtkommt, dass er sie nicht beherrscht.

Ich war immer ein Parteigänger der Ansicht, dass in einer vom Täter unbe­wusst unterstellten Affinität mit dem Opfer der Grund für dessen Verfolgung und Ausrottung zu suchen ist und dass, im Sinne der klassischen Rangdynamik in Gruppen, sozialen Minderheiten Charakterzüge unterstellt werden, die – nach Erik Erikson – zum Bestand der negativen Identität der Mehrheit gehören, zu den in ihre positive Identität unintegrierbaren Charaktereigenschaften, welche die Mehrheit auf die Min­derheit projiziert und ihr anlastet. Jahrhunderte lang raffte man die Besitztümer der Juden mit der Rechtfertigung, diese seien so raffgierig, an sich. Ruth Klüger hat das Phänomen in ihrer autobiographischen Schrift weiter leben auf den Punkt gebracht. Sie stellt fest, dass es gerade jenen, die unermüdlich das Klischee vom goldgierigen jüdischen Shylock propagierten, also gerade den Nazis, vorbehalten blieb, ihren jüdischen Opfern in den Vernichtungslagern in beispielloser Gier noch die Goldzähne auszubrechen.

Umgekehrt, denke ich, führen soziale Minderheiten den „Auftrag“ der Mehrheit aus, das, was diese – in Eriksons Diktion – unterdrücken und verdrängen muss, weil sie es ablehnt oder für unzumutbar hält, zu leben. So arbeiten Minderheiten auch im kulturellen Sinn für die Mehrheit und ergänzen, was diese auslassen muss oder sich erspart. – Man erinnere sich der notorischen – wahrscheinlich ungeheuchelten – Tränen in den Augen von SS-Offizieren beim Klang der aufspielenden Juden- und Zigeuner-Orchester in den KZs, deren Mitglieder Minuten später ins Gas geschickt werden mochten.“

 

Klaus_Hoffer

Klaus Hoffer (Graz, 27 december 1942)

 

 

De Indische dichter Mirza Ghalib (eigenlijk Asadullah Baig Khan) werd geboren op 27 december 1796 in Agra.Zie ook mijn blog van 27 december 2006 en ook mijn blog van 27 december 2008.

Let the ascetics sing of the garden of Paradise —

Let the ascetics sing of the garden of Paradise —
We who dwell in the true ecstasy can forget their vase-tamed bouquet.

In our hall of mirrors, the map of the one Face appears
As the sun’s splendor would spangle a world made of dew.

Hidden in this image is also its end,
As peasants’ lives harbor revolt and unthreshed corn sparks with fire.

Hidden in my silence are a thousand abandoned longings:
My words the darkened oil lamp on a stranger’s unspeaking grave.

Ghalib, the road of change is before you always:
The only line stitching this world’s scattered parts.

 

Vertaald door Jane Hirschfeld

 

The drop dies in the river

The drop dies in the river
of its joy
pain goes so far it cures itself

in the spring after the heavy rain the cloud
disappears
that was nothing but tears

in the spring the mirror turns green
holding a miracle
Change the shining wind

the rose led us to our eyes

let whatever is be open

 

Vertaald door W. S. Merwin and Aijaz Ahmad

MirzaGhalib

Mirza Ghalib (27 december 1796 – 15 februari 1869)

 

 

De Duitse schrijver Carl Zuckmayer werd op 27 december 1896 geboren in Nackenheim am Rhein. Zie ook mijn blog van 27 december 2006 en ook mijn blog van 27 december 2008.

 

Uit: Geheimreport

 

“Nach der Tragödie Furtwängler – das Satyrspiel und die Rüpelkomödie: Emil. Ich muss vorausschicken, dass ich in diesem Fall Partei bin. Ich liebe die alte Sau. – Es geht mir hier, wie dem zu früh verstorbenen Conrad Veidt, dem der Emil seine erste Frau, die grande diseuse Gussy Holl, weggeheiratet hat, und der einmal sagte: »Das Dumme ist – ohne die Holl kann man ja auskommen, – aber ohne den Emil kann man auf die Dauer nicht leben.« – Daran ist etwas Wahres, – obwohl »die Holl« eine bezaubernde und hinreissende Frau war, – ausser der Massary hatte keine andere mehr diese ganz grosse – fast noch offenbachsche – Tradition und artistische Vollkommenheit des »leichten Stils«, – dabei ist sie ein sehr natürlicher, lebensvoller, starker und leidenschaftlicher Mensch, gescheit wie der Teufel, resolut und weiblich, Dame und »Kerl« zugleich, geistvoll, reizvoll, weltläufig und mit allen Humoren gesegnet, – selbst aus ihrer »Kälte« konnte in der Beziehung zu den paar Menschen, die sie gern hatte, ein merkwürdiges, knisterfunkendes Feuer schlagen. Aber obwohl meine persönliche Freundschaft mit ihr, die ich seit 1920 kannte, im Grund tiefer und enger war als die mit dem Emil, – wenn ich mich frage wen ich von Beiden am liebsten wiedersehen möchte, würde ich unbedenklich sagen: die alte Sau – nämlich ihn. (Er trägt auch äusserlich eine Art von schmalzbäckigem Saukopf auf den mächtigen Schultern, der aber auch etwas von der kleinäugigen Verschlagenheit, der leisen Tücke und dem plumpen Charme eines Berner Bären hat.) Emil ist vielgehasst, gegen Wenige richtet sich die Unduldsamkeit der Gerechten so fanatisch und mit so humorloser Strenge. Es ist auch verständlich dass viele Emigranten – frühere Freunde die ihn als Verräter empfinden – und besonders die jüdischen – sehr böse auf ihn sind. Aber wenn er verfolgt würde, würde ich ihn wenn irgend möglich verstecken. Dies gehört durchaus zu seinem Charakterbild.

Er ist – obwohl Schauspieler – eine einzigartige Figur, von Rabelais entworfen, von Balzac ausgeführt, von Daumier gezeichnet und von Bruighel gemalt, von Moliere verspottet, von George Grosz karikiert. Dies bezieht sich nicht so sehr auf seine Meriten als Akteur, – die sehr bedeutend sind, – sondern mehr auf seine menschliche, besser gesagt: kreatürliche Erscheinung. Ob er ein Mensch
ist könnte ich nicht genau sagen, – sicher aber eine der amüsantesten Creationen in Herrgotts Bestiarium und Tiergarten.”

 

zuckmeier

Carl Zuckmayer (27 december 1896 – 18 januari 1977)

 

De Amerikaanse dichter Charles Olson werd geboren op 27 december 1910 in Worcester, Massachusetts. Zie ook mijn blog van 27 december 2006  en ook mijn blog van 27 december 2007 en ook mijn blog van 27 december 2008.

 

The Songs of Maximus: Song 1

 

                     colored pictures

of all things to eat: dirty

postcards

               And words, words, words

all over everything

                                              No eyes or ears left

to do their own doings (all

 

invaded, appropriated, outraged, all senses

 

including the mind, that worker on what is

       &nb
sp;                                                          And that other sense

made to give even the most wretched, or any of us, wretched,

that consolation (greased

                                        lulled

even the street-cars

 

song

 

Song 2

 

          all

wrong

            And I am asked—ask myself (I, too, covered

with the gurry of it) where

shall we go from here, what can we do

when even the public conveyances

sing?

          how can we go anywhere,

even cross-town

                         how get out of anywhere (the bodies

all buried

in shallow graves?

 

olson

Charles Olson (27 december 1910 – 10 januari 1970)

 

De Spaanse schrijver Serafín Estébanez Calderón werd geboren op 27 december 1799 in Málaga. In zijn eerste literaire werk, een gedicht, vierde hij de revolutie van 1820. In 1831 verscheen er een dichtbundel onder de naam “El Solitario.”  Zijn belangrijkste werk is Escenas andaluzas (1847). Ook schreef hij een onvoltooide geschiedenis: De la conquista y pirdida de Portugal (1883),

 

Uit: First Love (Vertaald door Emilia Pardo-Bazan)

 

„How old was I then? Eleven or twelve years? More probably thirteen, for before then is too early to be seriously in love; but I won’t venture to be certain, considering that in Southern countries the

heart matures early, if that organ is to blame for such perturbations.

If I do not remember well _when_, I can at least say exactly _how_ my first love revealed itself. I was very fond–as soon as my aunt had gone to church to perform her evening devotions–of slipping into her bedroom and rummaging her chest of drawers, which she kept in admirable order. Those drawers were to me a museum; in them I always came across something rare or antique, which exhaled an archaic and mysterious scent, the aroma of the sandalwood fans which perfumed her white linen. Pin-cushions of satin now faded; knitted mittens, carefully wrapped in tissue paper; prints of saints; sewing materials; a reticule of blue velvet embroidered with bugles, an amber and silver rosary would appear from the corners: I used to ponder over them, and return them to their place. But one day–I remember as well as if it were today–in the corner of the top drawer, and lying on some collars of old lace, I saw something gold glittering–I put in my hand, unwittingly crumpled the lace, and drew out a portrait, an ivory miniature, about three inches long, in a frame of gold.

I was struck at first sight. A sunbeam streamed through the window and fell upon the alluring form, which seemed to wish to step out of its dark background and come towards me. It was the most lovely creature, such as I had never seen except in the dreams of my adolescence. The lady of the portrait must have been some twenty odd years; she was no simple maiden, no half-opened rosebud, but a woman in the full resplendency of her beauty. Her face was oval, but not too long, her lips full, half-open and smiling, her eyes cast a languishing side-glance, and she had a dimple on her chin as if formed by the tip of Cupid’s playful finger.“

 

estebane_calderon

Serafín Estébanez Calderón (27 december 1799 – 5 februari 1867)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 27 december 2008.

De Duitse schrijfster Malin Schwerdtfeger werd geboren op 27 december 1972 in Bremen.