De Belgische schrijver Johan Daisne werd op 2 september 1912 in Gent geboren als Hermanus Thiery. Zie ook mijn blog van 2 september 2006.
Biecht
“O zoet mysterie van de biecht!We staken zo vol angst en spoken,we zaten zo geklemd, gebroken,en zie, nauw hebben we gesproken:een rookje blauwt, een witte vogel vliegt! We waren in het slik geraakt -een kind zoekt altijd vreemde spelen -voor vreemden moeten we ’t verhelen,maar één kan alles met ons delen:o Moeder, jij hebt ons weer schoongemaakt! Jij hebt de vogelziel gered,de klem gebroken, ’t hart doen spreken,de wraakfantomen weggestreken,de wijsheid zachtjes laten preken,je tussen onze Heer en ons gezet – o zoet mysterie, Moeder-van-m’n-biecht!
Johan Daisne (2 september 1912 – 9 augustus 1978)
De Oostenrijks – Hongaarse schrijver en journalist Joseph Roth werd geboren op 2 september 1894 in Brody in Galicië. Zie ook mijn blog van 2 september 2006.
Uit: The Wandering Jews
“The Eastern Jew in his homeland knows nothing of the social injustice of the West; nothing of the habitual bias that governs the actions, decisions, and opinions of the average Western European; nothing of the narrowness of the Western perspective, jagged with factory smokestacks and framed by power plants; nothing of the sheer hatred that, like a life-prolonging (though lethal) drug, is so powerful that it is tended like a sort of Eternal Flame, at which these selfish people and nations warm themselves. The Eastern Jew looks to the West with a longing that it really doesn’t merit. To the Eastern Jew, the West signifies freedom, justice, civilization, and the possibility to work and develop his talents. The West exports engineers, automobiles, books, and poems to the East. It sends propaganda soaps and hygiene, useful and elevating things, all of them beguiling and come-hitherish to the East. To the Eastern Jew, Germany, for example, remains the land of Goethe and Schiller, of the German poets, with whom every keen Jewish youth is far more conversant than our own swastika’d secondary school pupils. I
n the course of the War the Eastern Jew was lucky enough to come across the general who issued a high-sounding proclamation to the Polish Yids—drafted for him by his press department—not that other general who never read a single work of literature but managed to lose the war, just the same.”
Joseph Roth (2 september 1894 – 27 mei 1939)
De Franse schrijver Paul Charles Joseph Bourget werd geboren op 2 september 1852 in Amiens. Nadat hij korte tijd als huisleraar had gewerkt werd hij journalist en begon hij gedichten en essays te schrijven. In de jaren tachtig van de negentiende eeuw ontwikkelde hij zich meer en meer tot een romancier die zich bewust afzette tegen het naturalisme a la Goncourt en Zola en zich richtte op een mondain-conservatief, katholiek, monarchistisch, nationalistisch, burgerlijk en vooral ook vrouwelijk publiek. Daarbij was hij tot aan WO I uiterst succesvol. Zijn doorbraak als schrijver kwam voor Bourget met de essaybundel Essais de psychologie moderne uit 1883.
Uit: Physiologie de l’amour moderne
«Tout jeune, je ne lui ai connu que des maîtresses utiles, et qu’il lâchait–avec une légèreté!–comme le pied quitte une marche d’escalier pour se poser sur une autre. Voilà un homme
dont j’envie le coeur. Une fois riche, il s’est marié dans les mêmes principes, à une femme laide comme la vertu, mais qui lui représentait quatre millions de plus et un parentage de choix. Et il l’a réduite en servitude avec les formes les plus courtoises, d’une manière si absolue que c’en est beau de travail. C’est une des rares maisons où je me plaise. Je m’y sens vengé de mes lâchetés devant le sexe. Aussi le dîner se passa-t-il pour moi sans trop de mélancolie, à voir l’esclave aux quatre millions, assise en face de son maître et seigneur, et médusée par lui, du regard, comme une négresse, dont elle a la bouche, par son négrier. Nous étions seize à table, en me comptant. Mais à quoi bon nommer ces personnages, figurants de la coterie dont je fais un peu partie? Toujours les mêmes, comme les soldats dans les pièces militaires, ils s’asseyent tous les soirs dans les mêmes maisons, devant le même dîner, pour dire les mêmes paroles. Il s’en trouve, de ces coteries, cinquante à Paris, chacune avec ses anecdotes, ses préjugés, ses exclusions. Et les anecdotes ne sont pas trop sottes ni les préjugés trop étroits. Car c’est encore une des naïves fatuités répandues parmi les gens de lettres que la croyance à la bêtise des gens du monde. C’est comme de prétendre que leurs dîners sont mauvais et que leur luxe sent le parvenu. Nous avons changé tout cela.»
Paul Bourget (2 september 1852 – 25 december 1935)
De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook mijn blog van 21 maart 2006.
De Gedroomde Zoon –
O droom, die in een slapeloozen nacht
Verschenen zijt voor wakkre brandende oogen.
Gij naamt uit mij vorm en bestaansvermogen.
‘k Heb u verwekt en smartlijk voortgebracht.
Eindelijk zie ik, bang, de late pracht
Van uw gelaat, o zoon, mij toegebogen:
Trillende wimpers over tintlende oogen,
Zoo warm en diep en donker als de nacht.
Er moet veel eenzaamheid en lijden komen,
Eer wij ons troosten mogen met de droomen,
Die als een lichten uit ons molm ontstaan.
Wij liggen machtloos in het rustig duister,
En, moede, zien wij moedig naar den luister
Die uit ons opglanst …, maar wij zijn vergaan.
Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)