De Nederlandse schrijver Jan de Hartog werd geboren in Haarlem op 22 april 1914. Jan de Hartog publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem F.R. Eckmar (verrekmaar) een aantal detectiveromans. Hij werd vooral bekend door zijn boek Hollands Glorie, over de beginperiode van de zeesleepvaart, dat in 1976 door de AVRO als televisieserie is verfilmd. Zijn boek Gods geuzen gaat over zendingswerk in de oerwouden van Indonesië. De Kapitein, Stella Maris en Thalassa gaan alle over de scheepvaart. Na publicatie van Het Hospitaal over de misstanden in een Amerikaans ziekenhuis, moest hij zelfs de stad waar het zich afspeelde ontvluchten. Een ander boek – ook verfilmd – is De Kleine Ark, handelend over de watersnood van 1953. Ook Jan de Hartog verleende hulp bij het redden van de slachtoffers. In 2004 onthulde zijn weduwe in Maassluis een gedenkplaat ter nagedachtenis van Jan de Hartog wegens de historische banden die deze stad heeft met de zeesleepvaart, waarover hij vaak schreef. De gedenkplaat is aangebracht vlakbij de stoomsleepboot Furie, het schip dat in 1976 een belangrijke rol speelde in de televisiebewerking van zijn boek Hollands Glorie.
Uit: Hollands Glorie
“Een snelle bevordering als die van Jan Wandelaar – najaar ’06 nog matroos, voorjaar ’08 stuurman – was in die jaren, toen de zeesleepvaart uit de kinderschoenen kwam, geen uitzondering. Omstreeks 1840 was de eerste sleepdienst geopend: een raderbootje, dat zeilschepen de haven in- en uitbracht door de nauwe vaarwaters, waarvoor zij anders soms dagen lang op gunstige wind moesten liggen wachten. Gedurende de halve eeuw daarna was het bedrijf gestadig gegroeid; sterkere boten werden gebouwd en de vloot werd uitgebreid, maar verder dan het Engelse Kanaal werd niet buitengaats gevaren.
Omstreeks 1890 waren de Hollandse baggerlieden zo in trek gekomen bij de aanleg van havens en kanalen in den vreemde, dat over de gehele wereld, in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, onze vlag bij de waterbouw woei. De aannemers bestelden hun materiaal in Holland: baggermolens, zandzuigers, lichters, sluisdeuren, pontons en drijvende kranen. Aanvankelijk werden al deze zaken in onderdelen verscheept, om te bestemder plaatse gemonteerd te worden, maar dit kostte veel tijd en veel geld en dikwijls was het zelfs onmogelijk. Er werd over een doelmatiger wijze van transport gedacht en men ging sleepboten bouwen, geschikt voor de grote vaart, die het materiaal kant en klaar over zee zouden kunnen slepen. In 1892 liep de eerste zeesleepboot van stapel; dat jaar werden reeds zes en dertig stuks baggermateriaal weggebracht. Men kon de vraag niet bijhouden met bouwen; wat vroeger havensleepboot was werd zeesleepboot, met een toverformule, om de bemanning niet al te ongerust te maken.”
Jan de Hartog (22 april 1914 – 22 september 2002)
De Engelse schrijver Kingsley William Amis werd op 16 april 1922 geboren in Londen.
Uit: ONE FAT ENGLISHMAN
“Roger began eating. There was a roll-basket on the table near him, its contents hidden by a napkin. Underneath this were lengths of hot Italian bread soaked in garlic butter. He decided he would not eat this, and then suddenly found he had started to. His decision to eat only one piece went the same way. By the time the Southern fried chicken arrived from the gloved hand of the Negroe mad it was plain to him that he might as well be hung for a fat-tailed sheep as a lamb. With the chicken there were turnips, spring onions – and corn on the cob with more butter. A razor-blade embedded in a wooden handle for sclicing the cobs and a paint-brush affair for spreading the melted butter on them were passed from hand to hand. Roger used both instruments a lot.
While Ernst and Parteger, who was sitting opposite, filled him in on what terrible courses of study were available at Budweiser (College), Roger concentrated on his food. It was the least he could do for something that was bringing his coronary nearer at such a clip, that was already, he sensed, sidling irremovably into his paunch and his neck and his bosom. Let it. As he was waiting for his helping of blueberry pancakes with fresh cream and Wisconsin cheddar, the thought of dieting brushed feebly at his mind like an old remorse. He was aware that just eating a little of what he did no fancy would sooner or later do him good in the sexual chase. This idea had been brought sharply into focus at a fellow-publisher’s party the previous year. Somebody’s secretary had told him that what he wanted was all right with her on the understanding that he brought his block and tackle along. Five days later, sipping a half-cup of sugarless and milkless tea to round off a luncheon of a lightly boiled egg with no salt, a decarbohydrated roll resembling fluff in plastic, and a small apple, he had made up his mind for ever that, if it came to it, he could easily settle down to a regime of banquets and self-abuse. He sent his palte up now for a second helping of pancakes and put three chocolate mints into his mouth to tide him over. Outside every fat man there was an even fatter man trying to close in.
With the Gaelic coffee, surmounted by half an inch or so of chilled cream, he felt his survival till breakfast guaranteed and ceremoniously produced for him by Joe.”
Kingsley Amis (22 april 1922 — 22 oktober 1995)
De Russisch-Amerikaanse schrijver Vladimir Vladimirovic Nabokov werd geboren in St. Petersburg, op 22 april 1899 Nabokov publiceerde zijn eerste verhalen en gedichten onder het pseudoniem Vladimir Sirin. Later schreef hij vooral romans en novelles, nu onder zijn eigen naam. Zijn vroege werk is geschreven in het Russisch, later begint hij in het Engels te schrijven en beschouwt hij zich als Amerikaans romancier. Zijn bekendste Russische romans zijn de korte debuutroman Matsjenka (1926), Een Lach in het Donker (1936), de Dostojewski-parodie Wanhoop (1936), zijn, naar eigen zeggen, beste en meest nostalgische roman De Gave (1937-38) die handelt over het leven van een Russische balling in Berlijn, en Gebroken Schild (1947). Van zijn Engelstalige romans zijn in het bijzonder The Real Life of Sebastian Knight (1941), Pnin (1957), Pale Fire (1962) zijn autobiografische roman Speak, Memory (1966), King, Queen, Knave (1968), de grote familieroman Ada or Ardor (1969), Glorie (1971), en zijn laatste belangrijke roman Harlekinade (1974) noemenswaardig. Zijn bekendste werk is echter de geruchtmakende roman Lolita uit 1955, die de uitzinnige liefde van een veertigjarige intellectueel Humbert Humbert voor een jong Amerikaans meisje Dolores Haze beschrijft. Het boek veroorzaakte een schandaal. De roman kreeg het predicaat ‘pervers’ opgeplakt en Nabokov werd voor pornograaf uitgemaakt. Dit leidde ertoe dat het boek van 1956 tot 1958 verboden werd in Parijs en ook in de V.S. pas in 1958 gepubliceerd kon worden. Inmiddels wordt het boek beschouwd als een van de absolute hoogtepunten van de moderne romankunst.
Uit: Lolita
“Lolita, light of my life, fire of my loins. My sin, my soul. Lo-lee-ta: the tip of the tongue taking a trip of three steps down the palate to tap, at three, on the teeth. Lo. Lee. Ta.
She was Lo, plain Lo, in the morning, standing four feet ten in one sock. She was Lola in slacks. She was Dolly at school. She was Dolores on the dotted line. But in my arms she was always Lolita.
Did she have a precursor? She did, indeed she did. In point of fact, there might have been no Lolita at all had I not loved, one summer, a certain initial girl-child. In a princedom by the sea. Oh when? About as many years before Lolita was born as my age was that summer. You can always count on a murderer for a fancy prose style.
Ladies and gentlemen of the jury, exhibit number one is what the seraphs, the misinformed, simple, noble-winged seraphs, envied. Look at this tangle of thorns”.
Vladimir Nabokov (22 april 1899 – 2 juli 1977)
Madame de Staël werd in Parijs geboren op 22 april 1766. Zij was een Frans-Zwitsers romanschrijfster en essayiste die de literaire smaak van het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw bepaalde. Mme de Staël kan als een rebel worden beschouwd ten tijde van het Empire. Na de revolutie betekende het bewind van Napoleon voor de vrouwen een terugkeer naar een meer onderdanige rol. De Code civil van Napoleon bevestigt de overheersende rol van de man en plaatst de vrouw op hetzelfde niveau als dat van kinderen en bedienden. Het recht op scheiding is nagenoeg onbestaande. De meeste vrouwen schikten zich in deze rol en daarom lijken de daden van Mme de Staël des te meer dapper. Zij biedt het hoofd aan Napoleon en toont zich via haar salons als een vrijgevochten dame, zowel op intellectueel vlak als op dat van de zeden.
Uit: Delphine
“Il y a parmi les personnes qui vivent dans l’obscurité beaucoup de vertus souvent bien supérieures à toutes celles qu’accompagne l’éclat; mais il y a aussi une espèce de gens médiocres qui sont le vrai fléau des esprits remarquables et des âmes imprudentes et généreuses: ils tendent leurs fils imperceptibles pour enlacer tout ce qui prend un vol élevé; ils s’arment de leurs petites plaisanteries, de leurs insinuations qu’ils croient fines, de leur ironie qu’ils croient de bon goût, pour rabattre l’enthousiasme de tous les sentimens nobles; la morale elle-même perd dans leurs discours son caractère de générosité et d’indulgence;”
Madame de Staël (22 april 1766 – Parijs, 14 juli 1817)
De Vlaamse dichter en essayist Jos de Haes werd geboren in Leuven op 22 april 1920.
Avondschemering III
Een dwergvleermuis vlerkt zuinig
langs de stal,
de kleine netel bij de beerput
maakt nu haar suiker met de lucht,
en aan de waslijn hangt kamille
met munt, met linde thee te worden.
Wie over Hellas vliegt naar Israël,
tienduizend hoog en in de zon,
ziet bruin Euboia nog van Attika gescheiden.
Hiernumaals,
hiernumaals op het makadam
tikken twee dunne vrouwenhakken
als in de kalk van schouderbladskelet.
Waar ergens vreet de bidsprinkhaanse
nu de kop leeg
van haar zaadlozende haan,
of stoot een diepzeeslak
haar oude ingewanden af voor nieuwe?
Terwijl de fokram van ’t kanton
twee lange weiden verder
tegen ’t portier beukt van een autowrak,
en alle knagers uit hun holen kruipen,
pelzig, glanzend, warm en kogelrond,
hiernumaals dan
zijn alle vallen gezet,
heeft elke vrouw haar man vermoord,
zal eer het nacht wordt
mijn bloed veranderen,
en weet ik nog vandaag
wie ik niet ben geweest,
hoewel bekend, bij lucht,
bij water, vuur en donkerte bekend.
Jos de Haes (22 april 1920 – 1 maart 1974)