Alexandre Dumas père, E. F. Benson, Betje Wolff, Willie Verhegghe

De Franse dramaturg en schrijver Alexandre Dumas père werd geboren in (Villers-Cotterêts (Aisne) op 24 juli 1802. Zie ook mijn blog van 24 juli 2007 en ook mijn blog van 24 juli 2008 en ook mijn blog van 24 juli 2009 en ook mijn blog van 24 juli 2010.

Uit: The Three Musketeers (Vertaald doorWilliam Barrow)

“In those times panics were common, and few days passed without some city or other registering in its archives an event of this kind. There were nobles, who made war against each other; there was the king, who made war against the cardinal; there was Spain, which made war against the king. Then, in addition to these concealed or public, secret or open wars, there were robbers, mendicants, Huguenots, wolves, and scoundrels, who made war upon everybody. The citizens always took up arms readily against thieves, wolves or scoundrels, often against nobles or Huguenots, sometimes against the king, but never against cardinal or Spain. It resulted, then, from this habit that on the said first Monday of April, 1625, the citizens, on hearing the clamor, and seeing neither the red-and-yellow standard nor the livery of the Duc de Richelieu, rushed toward the hostel of the Jolly Miller. When arrived there, the cause of the hubbub was apparent to all.

A young man–we can sketch his portrait at a dash. Imagine to yourself a Don Quixote of eighteen; a Don Quixote without his corselet, without his coat of mail, without his cuisses; a Don Quixote clothed in a woolen doublet, the blue color of which had faded into a nameless shade between lees of wine and a heavenly azure; face long and brown; high cheek bones, a sign of sagacity; the maxillary muscles enormously developed, an infallible sign by which a Gascon may always be detected, even without his cap–and our young man wore a cap set off with a sort of feather; the eye open and intelligent; the nose hooked, but finely chiseled. Too big for a youth, too small for a grown man, an experienced eye might have taken him for a farmer’s son upon a journey had it not been for the long sword which, dangling from a leather baldric, hit against the calves of its owner as he walked, and against the rough side of his steed when he was on horseback.”

lexandre Dumas père (24 juli 1802 – 5 december 1870)
Portret door Ernestine Philippain
Lees verder “Alexandre Dumas père, E. F. Benson, Betje Wolff, Willie Verhegghe”

Willie Verhegghe

De Belgische dichter en schrijver Willie Verhegghe werd op 22 juni 1947 te Denderleeuw geboren. Hij studeerde journalistiek aan het Pershuis te Brussel en was tot 2003 verbonden aan het Departement WVC, afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten, eveneens te Brussel. Hij was redactiesecretaris van Open Deur, het maandblad van het voormalige Ministerie van Cultuur te Brussel en schreef recensies voor Vooruit, De Morgen, Ons Erfdeel, Knack, Wij, Poëziekrant en Het Volk. Hij is vast medewerker aan het Amsterdamse wielertijdschrift ‘De Muur’. Verhegghe werd op Gedichtendag 2004 voor de periode van 2 jaar aangesteld als Stadsdichter van Ninove.

MAKKER MONGOOL
voor Dirk V.D.S.

De kleine dikke hand die hij me drukt
komt zó uit zijn groot hart
en in zijn verzonken oogjes brandt een licht
dat aan een trouwe zaklamp denken doet.

Naar het volk van Djengis Chan werd hij genoemd, maar zijn
rijk is klein en niet van onze wereld;
het geven van bevelen is hem vreemd,
daarvoor is het te dikwijls kermis in zijn hoofd.

Hem helemaal begrijpen doen we niet,
zijn kennis werd in stille eenvoud
en zonder hulp van boeken opgevuld.
Hij studeerde simpelweg voor mens.
Doctor Honoris Causa Humana.
Een klopje op zijn goeie rug
maakt hem nog kleiner dan hij is:
echte vriendschap doet soms krimpen,
zéker in een wereld waarin ieder
voor zichzelf versterkte burchten bouwt.

 

Hope rides again

Het boek van deze Tour licht definitief dichtgeklapt,
valpartijen, zweet, bloed en de zwoele warmte
van de zegeroes vormen een gele smeltkroes
van verleden en voorgoed voorbij.

Maar.
Alles gaat nu gewoon zijn doodgewone gang,
ook na de dag waarop de lynx van the Isle of Man
de grandeur van de Parijse Champs Elysees
met een paar lendenrukken aan splinters sprintte
en Alberto toch even op zijn voetstuk wankelde
nu vriendje Andy voor altijd met een taaie derailleur
op de maag ligt en bij gebrek aan afdoend digestief
een schamele 38 seconden moet ontberen.

Mooi toch hoe tot slot the Old Boss bij het overschrijden
van de eindmeet een bemoedigend Katusha-klopje
op de moegestreden scherpe schouders kreeg,
er zijn er die hun klassiekers kennen.
Hope rides again, weet ik,
zeker nu mijn kleinste kleinzoon Vic deze week
en amper 14 maanden jong zijn eerste fietsje
onder het pamperkontje kreeg.

Willie Verhegghe (Denderleeuw, 22 juni 1947)