De engelse schrijver Thomas Middleton werd in Londen geboren en daar gedoopt op 18 april 1580. Rond 1600 schreef Middleton zijn eerste bekende stuk, waarvoor hij ook veel waardering kreeg: Penniless Parliament of Threadbare Poets. In dezelfde tijd schreef hij aan Admiral’s Men. In tegenstelling tot Shakespeare bleef hij een onafhankelijk schrijver die voor iedereen schreef die hem daarvoor betaalde. In 1803 trouwde hij. In hetzelfde jaar brak de pest uit in Londen, wat er toe leidde dat alle theaters werden gesloten. James I besteeg de troon. Al deze gebeurtenissen markeren het begin van Middletons vruchtbaarste scheppingsperiode. In deze tijd ontstonden stukken als City Comedy en The Revenger’s Tragedy. Grote bekendheid verwierf Middleton met zijn allegorie A Game at Chess uit 1624 dat gespeeld werd door de King’s Men. Het stuk toonde de intriges aan het Spaanse hof en mocht na de negende voorsteling wegens klachten van de Spaanse ambassadeur niet meer gespeeld worden.
Uit: No Wit, No Help like a Woman’s
Prologue
How is’t possible to suffice
So many ears, so many eyes?
Some in wit, some in shows
Take delight, and some in clothes:
Some for mirth they chiefly come,
Some for passion, for both some;
Some for lascivious meetings, that’s their arrant;
Some to detract, and ignorance their warrant.
How is’t possible to please
Opinion toss’d in such wild seas?
Yet I doubt it not, if attention
Seize you above, and apprehension
You below, to take things quickly,
We shall both make you sad and tickle ye.
Love for Such a Cherry Lip
LOVE for such a cherry lip
Would be glad to pawn his arrows;
Venus here to take a sip
Would sell her doves and teams of sparrows.
But they shall not so;
Hey nonny, nonny no!
None but I this lip must owe,
Hey nonny, nonny no!
Did Jove see this wanton eye,
Ganymede must wait no longer;
Phoebe here one night did lie,
Would change her face and look much younger.
But they shall not so;
Hey nonny, nonny no!
None but I this lip must owe;
Hey nonny, nonny no!
Thomas Middleton (18 april 1580 – 4 juli 1627)
De Amerikaanse journalist en schrijver Richard Harding Davis werd geboren op 18 april 1864 in Philadelphia. Hij volgde een opleiding aan de Lehigh University en de Johns Hopkins. Hij schreef romans en drama. Als journalist werd hij beroemd door zijn verslagen over de Spaans – Amerikaanse oorlog, de Boerenoorlog en WO I.
Uit: The King’s Jackal
“The private terrace of the Hotel Grand Bretagne, at Tangier, was shaded by a great awning of red and green and yellow, a
nd strewn with colored mats, and plants in pots, and wicker chairs. It reached out from the Kings apartments into the Garden of Palms, and was hidden by them on two sides, and showed from the third the blue waters of the Mediterranean and the great shadow of Gibraltar in the distance.
The Sultan of Morocco had given orders from Fez that the King of Messina, in spite of his incognito, should be treated during his stay in Tangier with the consideration due to his rank, so one-half of the Hotel Grand Bretagne had been set aside for him and his suite, and two soldiers of the Bashaw’s Guard sat outside of his door with drawn swords. They were answerable with their heads for the life and safety of the Sultan’s guest, and as they could speak no language but their own, they made a visit to his Majesty more a matter of adventure than of etiquette.
Niccolas, the King’s majordomo, stepped out upon the terrace and swept the Mediterranean with a field-glass for the third time since sunrise. He lowered it, and turned doubtfully toward the two soldiers.
“The boat from Gibraltar–has she arrived yet?” he asked.
The two ebony figures shook their heads stiffly, as though they resented this introduction of a foreign language, and continued to shake their heads as the servant addressed the same question to them in a succession of strange tongues.”
Richard Harding Davis (18 april 1864—11 april 1916)
De Australische dichter Henry Kendall werd geboren op 18 april 1839 in Milton. Na twee jaar walvisvaart keerde hij in 1862 terug naar Sidney en publiceerde zijn eerste gedichtenbundel Poems and Songs. Hij verhuisde naar Melbourn in 1868 na zijn huwelijk en zijn tweede bundel, Leaves from Australian Forests, verscheen er in 1869. Zijn gebrek aan succes en de dood van zijn dochter dreven hem tot alcoholisme en hij werd verschillende keren opgenomen in een ontwenningskliniek. Uiteindelijk genas hij, keerde bij zijn vrouw terug en kreeg toch nog succes met zijn laatste bundel Songs from the Mountains uit 1880
PREFATORY SONNETS
I
I purposed once to take my pen and write,
Not songs, like some, tormented and awry
With passion, but a cunning harmony
Of words and music caught from glen and height,
And lucid colours born of woodland light
And shining places where the sea-streams lie.
But this was when the heat of youth glowed white,
And since I’ve put the faded purpose by.
I have no faultless fruits to offer you
Who read this book; but certain syllables
Herein are borrowed from unfooted dells
And secret hollows dear to noontide dew;
And these at least, though far between and few,
May catch the sense like subtle forest spells.
II
So take these kindly, even though there be
Some notes that unto other lyres belo
ng,
Stray echoes from the elder sons of song;
And think how from its neighbouring native sea
The pensive shell doth borrow melody.
I would not do the lordly masters wrong
By filching fair words from the shining throng
Whose music haunts me as the wind a tree.
Lo, when a stranger in soft Syrian glooms
Shot through with sunset, treads the cedar dells,
And hears the breezy ring of elfin bells
Far down be where the white-haired cataract booms,
He, faint with sweetness caught from forest smells,
Bears thence, unwitting, plunder of perfumes.
Henry Kendall (18 april 1839 – 1 augustus 1882)
De Duitse schrijver Udo Werner Steinberg werd geboren op 18 april 1913 in Neurode. In 19312 werd hij lid van de communistische partij en van de socialistische scholierenbond. Ook publiceerde hij al eerste literaire teksten in linkse tijdschriften. In 1934 volgde hij in Hirschberg een opleiding tot leraar. Daar richtte hij een illegale groep op om verzet te plegen tegen het nazi-regime. Hij werd door de Gestapo gearresteerd en werd tot drie jaar jeigdgevangenis veroordeeld. In de eerste naoorlogse jaren was Steinberg medewerker van het Schwäbische Tagblatt en bij het socialistische jongerenblad Zukunft. Al in 1945 was hij weer lid geworden van de communistische partij. Naast zijn journalistieke werk schreef hij romans die echter in de Bondrepubliek vaak moeizaam gepubliceerd konden worden of werden geweigerd. Na het verbod op de KPD in 1956 besloot Steinberg in de DDR te gaan wonen. Daar kon hij op zo’n gunstige condities van de uitgeverijen werken dat hij zich volledig op het schrijven van romans kon concentreren.
Uit: Der Tag ist in die Nacht verliebt
„In Paris findet Heine einen Brief von jenem Marx, der, wie die Gazetten berichten, von der preußischen Regierung ausgewiesen wurde und nun in Paris Asyl gesucht hat. Man sollte ihn sehen. Er diktiert dem Sekretär ein paar einladende Zeilen.
Pünktlich stellt sich Marx ein, ein junger Mann Mitte Zwanzig. Das Gesicht ist umrahmt von pechschwarzem Bart, wehendes schwarzes Haupthaar darüber.
»Ich hätte Sie nicht gebeten, wären Sie mir nicht von der preußischen Regierung so heftig empfohlen worden«, sagt Heine.
Marx lacht auf, und schon ist ein Einverständnis hergestellt, freilich nur, was die gemeinsame Feindschaft gegen die Gewaltherrschaft Preußens betrifft.
»Ich preise das Schöne in der Welt<<, sagt Heine, »nur daher die Feindschaft gegen alle Unterdrückung. Ich will eine Welt der Schönheit, ihr aber erstickt das Schöne in einer roten Revolutionsflut! «
Marx widerspricht. Aber Heine zuckt die Schultern: »Lieber Marx, sehen Sie Ihre Freiheitsdichter! Jetzt, wo es gegen den gemeinsamen Feind geht, werde ich sie gewiß nicht öffentlich angreifen, aber um nichts in der Welt möchte ich mir die Zinnen einer Partei mit so schlechten Versen erkaufen.«
Marx versteht gleich, worauf er anspielt. Natürlich ist Freiligrath gemeint.
Er sagt: »Herr Heine, lassen Sie doch die ewige Liebesnörgelei und zeigen Sie den politischen Dichtern einmal, wie man das richtig macht ‑ mit der Peitsche!«
Udo Werner Steinberg (18 april 1913 – 25 april 1992)