Nick McDonell, Bart FM Droog, Huub Beurskens, Elke Erb, Toni Morrison, Gaston Burssens, Níkos Kazantzákis

De Amerikaanse schrijver Nick McDonell werd geboren op 18 februari 1984 in New York. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

Uit: The Third Brother

„The summer is dragging for Mike as he rises, by escalator, out of the cool subway into the Hong Kong heat. He is too tall, out of place as he crosses the jammed street to Taikoo Tower, where he has been working for six weeks. Seems like a year. The tower looms over him, silent workers and pulsing tech­nology, a kingdom of itself above the Hong Kong streets. Mike doesn’t like the skyscraper—it has become predictable—but he is grateful for the air-conditioning. Everything inside the tower works. Outside, not. His job, his internship, is at a news magazine that he had never read until the twenty-two-hour flight from New York.
Mike has several bosses at the magazine, but the reason he has the job is that the managing editor, Elliot Analect, is a friend of his father. Analect even looks like his father, Mike realized when they shook hands. All of those guys look alike, all tall, clean, white guys who have known one another for de­cades. They were in the same club at Harvard, wore the same ties. And then they went to Vietnam and almost all of them came back. Growing up, Mike didn’t see his father’s friends much but he had the sense they were in touch. So when it was time for his first internship, the summer after his freshman year, Mike was not surprised that he ended up working for Analect. He was glad, at least, that the job was in Hong Kong and not in midtown Manhattan.
As a summer intern, Mike seldom gets out of the office, spends his days wading the Internet. He is doing research, mostly for Thomas Bishop, one of the magazine’s correspon­dents. Mike has a view of Analect’s office and sometimes watches his father’s old friend through the smoked-glass walls, but they have had little contact since that initial welcome handshake. And the most excitement Mike has had was when Analect abruptly spoke with him in the hallway, promising to take him out to lunch at the end of the summer. Strange, Mike thinks, and wishes there was more for him to do. As he surfs the Internet he thinks about fathers and sons, and how friend­ship does not necessarily pass down. Mike has already seen this often among his friends and their fathers.“

 

mcdonell1

Nick McDonell (New York, 18 februari 1984)

 

De Nederlandse dichter Bart FM Droog werd geboren in Emmen op 18 februari 1966. Zie ook mijn blog van 18 februari 2008 en ook mijn blog van 18 februari 2009.

Mozes aan de Maas

Op de hoek van de Maasboulevard
luistert een blije burgemeester
naar het ritme van wereldhavens
en hoort het schreien van een baby

in lekke tobbe ronddobberend
in de Buitenhaven, gans alleen
zonder dralen duikt hij te water
en helpt de huiler aan hoger wal

banjert dan langs Vlaardinger dreven
schudt links en rechts een hand
duwt auto’s aan en draagt bejaarden
de veerboot op, op Pernis aan.

 

Stilleven

Voor me de schedel van grootvader
van koperen hersendak voorzien
met uitsparing voor sigaretten
hij grijnst al veertig jaar

Ernaast de baarmoeder van oma
keurig in wekfles bewaard, daarin
groeide mijn moeder: ei werd mens
deze machine in sterk water gevat

Als trofee de rechterarm van vader
en de moederkoeken van de zussen
eronder de foto’s van allen
die aan de fronten zijn verbleekt.

Droog

Bart FM Droog (Emmen, 18 februari 1966)

 

De Nederlandse dichter,vertaler en schilder Huub Beurskens is geboren in Tegelen op 18 februari 1950. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2008. en ook mijn blog van 18 februari 2009.

Overlevende ruiter

Onzinnig is het te menen dat uit de dood
wij eens tot de levenden weer in zullen keren,
maar zinvol zich innig in te beelden hoe
wij dan waren als het wel waar zou zijn.

Dat de ongestorvenen ons herkenden,
geloof ik niet. Hoe het ook geschiedde
dat wij met hen medegingen, hun ogen
waren te zeer bevangen. Wie echter

ooit zich even opgenomen wist in een paardenblik,
zich in heel zijn bloheid onhooggetild voelde in
zo’n wild, bang en toch gelijkmoedig oog, die weet:

paarden graasden eens al in de dood en galoppeerden
door een heel heelal. Is dat geen troost als achter ons
straks het leven dichtvalt als een stalpoort zonder stal?

 

beurskens

Huub Beurskens (Tegelen, 18 februari 1950)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Elke Erb werd geboren op 18 februari 1938 in Scherbach in de Eifel. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

  

Zum Beispiel

 

Die eine Kachel war knallgrün. Das ließ sich nicht ändern.

Sie war es, ist es, so ist es. Wenn sie noch ist.

 

Daran läßt sich nichts ändern. Eingesetzt sitzt sie fest.

Unzureichend gebilligt. Wirkt an erträglich vorbei.

 

Es bedarf einer Zutat, einer gewissen Dosis von Absehn,

Vorbeisehn an ihr, im Wissen, da sitzt sie.

 

Dessen bedurfte es wohl. Spürbarer Duldung sozusagen,

bei aber nicht verminderter Aufmerksamkeit.

 

Ein Knall ist ein Phänomen. Denke: Knall.

 

 

Schlaflos

 

Es steht eine Scheune Scheune

auf Zehen sie wankt welkes Gras

welkes Gras treulich

braungelb

 

gelbbraun treulich

übersommert schwach-

braun Gras Kraut getürmt für

die welke Geruchmacht die

 

Diemenwand

unter dem Dach Noch nicht

November Unsicherer Puls

 

Erb

Elke Erb (Scherbach, 18 februari 1938)

 

De Afro-Amerikaans schrijfster Toni Morrison werd geboren op 18 februari 1931 in Lorain, Ohio. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: Sula

 

„Then summer came. A summer limp with the weight of blossomed things. Heavy sunflowers weeping over fences; iris curling and browning at the edges far away from their purple hearts; ears of corn letting their auburn hair wind down to their stalks. And the boys. The beautiful, beautiful boys who dotted the landscape like jewels, split the air with their shouts in the field, and thickened the river with their shining wet backs. Even their footsteps left a smell of smoke behind.

It was in that summer, the summer of their twelfth year, the summer of the beautiful black boys, that they became skittish, frightened and bold — all at the same time.

In that mercury mood in July, Sula and Nel wandered about the Bottom barefoot looking for mischief. They decided to go down by the river where the boys sometimes swam. Nel waited on the porch of 7 Carpenter’s Road while Sula ran into the house to go to the toilet. On the way up the stairs, she passed the kitchen where Hannah sat with two friends, Patsy and Valentine. The two women were fanning themselves and watching Hannah put down some dough, all talking casually about one thing and another, and had gotten around, when Sula passed by, to the problems of child rearing.

“They a pain.”

“Yeh. Wish I’d listened to mamma. She told me not to have ‘em too soon.”

“Any time atall is too soon for me.”

“Oh, I don’t know. My Rudy minds his daddy. He just wild with me. Be glad when he growed and gone.”

Hannah smiled and said, “Shut your mouth. You love the ground he pee on.”

“Sure I do. But he still a pain. Can’t help loving your own child. No matter what they do.”

“Well, Hester grown now and I can’t say love is exactly what I feel.”

“Sure you do. You love her, like I love Sula. I just don’t like her. That’s the difference.”

“Guess so. Likin’ them is another thing.”

 

toni-morrison

Toni Morrison (Lorain, 18 februari 1931)

 

De Vlaamse dichter en schrijver Gaston Burssens werd geboren in Dendermonde op 18 februari 1896. Zie ook mijn blog van 18 februari 2008 en ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: Paul van Ostaijen als Vriend. Herinneringen

 

„VOORAF deze verklaring: het karakter van Paul van Ostaijen is een oprechte ontleding genoeg waard, om, in acht nemende de groote vriendschap, die ons heeft verbonden, een excuus te vinden in de interesse, welke dit uitzonderlijke karakter wekt.

Paul van Ostaijen was niet de poseur, die hij kon voorgeven te zijn. Ik meen: hij epateerde wetens en willens in de overtuiging, dat zijn pose nooit effect miste – om achteraf met dit effect te spotten, bitter en kleineerend. Hij berekende steeds zijn pose dusdanig, dat, wie met hem in aanraking kwam, zich telkens misrekende en schijn voor werkelijkheid aanvaardde.

Waarmee van Ostaijen één doel bereikte. Ik zeg één doel, omdat hij nog een tweede beoogde: zijn geestelijke superioriteit te laten constateeren. Eens op een avond zat ik met hem te schaken in het café ‘Hulstkamp’. Niet één van beiden beheerschte het spel volkomen. Op zeker moment nam een ons onbekend persoon plaats achter van Ostaijen’s rug en mengde zich ongevraagd en nonchalant in het spel. Van Ostaijen verbleekte plots en na een paar minuten achteloos spelen gooide hij zijn pions omver en zei: ‘ik moet weg’. Toen ik hem verwonderd naar de reden vroeg, zei hij met zijn gewoon afwijkend gebaar, dat hem vooral eigen was tegenover minder goede vrienden: ‘ze is van te intiemen aard’. Op straat, na langen tijd doelloos te hebben geloopen, kwam hij los en zei: ‘toen die onbekende achter mij had plaats genomen, voelde ik mij verbleeken, en toen hij zich nog in het spel mengde, brak het zweet mij in de lenden uit en verloor ik alle zelfcontrole. Ik weet niet, hoe het met anderen is gesteld, maar ik voel steeds wat Baudelaire heeft uitgedrukt met: ‘je ne veux pas tituber devant les imbéciles.’“

 

Burssens

Gaston Burssens (18 februari 1896 – 29 januari 1965)

 

De Griekse dichter en schrijver Níkos Kazantzákis werd geboren in Heraklion op  18 februari 1883. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit:  Odyssee  (Vertaald door A. Conradi)

 

Zur Mutter kehrte Helios heim, und seine Mutter zitterte.
Sie stürzt zum Unterbau des Himmels, facht die roten Oefen an,
und vierzig Laibe Brot schiebt sie, den Sohn zu stärken, rasch hinein.
Und die Gefährten sehn den Gott versinken, und sie zünden rasch
ein Feuer an am Fuss der Klip pen, stecken an den Spiess ein Zicklein,
das, zwischen Felsen eingeklemmt, sie mit der Schling herausgezogen.

(…)

 

„He, Nachbar, eilig hast du es, fragst nicht nach meinem eignen Wunsch.
Leck dir nicht schon die Lippen, Tod, ein starker Knochen bin ich noch:
bald werf ich dir ihn hin, doch wisse: noch benötige ich ihn—
die Seele hält den Körper fest, an ihrem Busen, bis er fault (… )
Bleib sieben Schritte hinter mir, ich werde dich schon rufen, Tod!“
Die sieben Schritte messend blieb, gebückt, der Tod ihm auf den Fersen.

 

Kazantzákis

Níkos Kazantzákis (18 februari 1883 – 26 oktober 1957)
Boekomslag biografie door Giorgos Panagiotakis

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e februari ook mijn vorige blog van vandaag.

Jean M. Auel, Mór Jókai, Hedwig Courths-Mahler, Alexander Kielland, Audre Lorde, Wallace Stegner

De Amerikaanse schrijfster Jean Marie Auel werd geboren op 18 februari 1936 in Chicago. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2008 en ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: The Plains of Passage

 

„The woman caught a glimpse of movement through the dusty haze ahead and wondered if it was the wolf she had seen loping in front of them earlier.

She glanced at her companion with a worried frown, then looked for the wolf again, straining to see through the blowing dust.

“Jondalar Look!” she said, pointing ahead.

Toward her left, the vague outlines of several conical tents could just be seen through the dry, gritty wind.

The wolf was stalking some two-legged creatures that had begun to materialize out of the dusty air, carrying spears limed directly at them.

“I think we’ve reached the river, but I don’t think we’re the only ones who wanted to camp there, Ayla,” the man said, pulling on the lead rein to halt his horse.

The woman signaled her horse to a stop by tightening a thigh muscle, exerting a subtle pressure that was so reflexive she didn’t even think of it as controlling the animal.

Ayla heard a menacing growl from deep in the wolf’s throat and saw that his posture had shifted from a defensive stance to an aggressive one. He was ready to attack! She whistled, a sharp, distinctive sound that resembled a bird call, though not from a bird anyone had ever heard. The wolf gave up his stealthy pursuit and bounded toward the woman astride the horse.

“Wolf, stay close!” she said, signaling with her hand at the same time. The wolf trotted beside the dun yellow mare as the woman and man on horseback slowly approached the people standing between them and the tents.“

 

Auel

Jean M. Auel (Chicago,  18 februari 1936)

 

De Hongaarse schrijver en journalist Mór Jókai werd geboren op 18 februari 1825 in Komárom. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: The Nameless Castle (Vertaald door S. E. Boggs)

 

A snow-storm was raging with such vigor that any one who chanced to be passing along the silent thoroughfare might well have believed himself in St. Petersburg instead of in Paris, in the Rue des Ours, a side street leading into the Avenue St. Martin. The street, never a very busy one, was now almost deserted, as was also the avenue, as it was yet too early for vehicles of various sorts to be returning from the theatre.

The street-lamps on the corners had not yet been lighted. In front of one of those old-fashioned houses which belong to a former Paris a heavy iron lantern swung, creaking in the wind, and, battling with the darkness, shed flickering rays of light on the child who, with a faded red cotton shawl wrapped about her, was cowering in the deep doorway of the house. From time to time there would emerge from the whirling snowflakes the dark form of a man clad as a laborer. He would walk leisurely toward the doorway in which the shivering child was concealed, but would turn when he came to the circle of light cast on the snowy pavement by the swinging lantern, and retrace his steps, thus appearing and disappearing at regular intervals. Surely a singular time and place for a promenade! The clocks struck ten – the hour which found every honest dweller within the Quartier St. Martin at home. On this evening, however, two belated citizens came from somewhere, their hurrying footsteps noiseless in the deep snow, their approach announced only by the lantern carried by one of them – an article without which no respectable citizen at the beginning of the century would have ventured on the street after nightfall. One of the pedestrians was tall and broad-shouldered, with a handsome countenance, which bore the impress of an inflexible determination; a dimple indented his smoothly shaven chin. His companion, and his senior by several years, was a slender, undersized man.

When the two men came abreast of the doorway illumined by the swinging lamp, it was evident that they had arrived at their destination. They halted and prepared to enter the house.

At this moment the child crouching in the snow began to sob.

“See here!” exclaimed the taller of the two gentlemen. “Here is a little girl.”

“Why, so there is!” in turn exclaimed the elder, stooping and letting the light of his lantern fall on the child’s face. “What are you doing here, little one?” he asked in a kindly tone.

“I want my mama! I want my mama!” wailed the child, with a fresh burst of sobs.“

 

Jokai
Mór Jókai (18 februari 1825 – 5 mei 1904)
Standbeeld in Komarno

 

 

De Duitse schrijfster Hedwig Courths-Mahler werd geboren in Nebra (Saksen-Anhalt) op 18 februari 1867. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

Uit: Griseldis

Der Sturm heulte und brauste über Wälder und Felder, beugte die stärksten Bäume, daß sie ihre Kronen schüttelten, die noch keine grünen Blätter trugen, und knickte in den Forsten junge Bäumchen.
Ein solcher Sturm, der den Regen schräg niederprasseln ließ, machte einen Aufenthalt im Freien nicht angenehm. Dieser Ansicht war auch der Kraftwagenlenker, der ein Gefährt durch den sturmzerwühlten Wald lenkte. Der Kraftwagen fuhr langsam und vorsichtig, denn die Dunkelheit war bereits hereingebrochen, und hie und da lag ein vom Sturm geknickter Baumstamm über dem Weg.
Neben dem Fahrer saß ein Diener. Dieser mußte wiederholt aussteigen, um die Hindernisse aus dem Weg zu räumen.
»Es ist, als wären heute alle Teufel los«, sagte er ärgerlich.
»Das reine Höllenwetter.«
Sie sahen scheu nach dem Kraftwagen, der indessen am Weg stand. Einen Augenblick war an dem Fenster des Gefährtes ein blasses Männerantlitz erschienen, aus dem die Augen düster schauten. Der Insasse des Wagens hatte sich anscheinend wieder teilnahmslos in die Kissen zurückgelehnt, als der Weg wieder frei war. Und bald darauf fuhr der Wagen aus dem Wald und einen allmählich ansteigenden Berg hinan.
Dort oben lag das Schloß Treuenfels.
Wie eine gewaltige Silhouette hob es sich mit seinen Zinnen und Türmen, mit seinen Erkern und Säulen gegen den von zerrissenen Wolken bedeckten Himmel ab. Zuweilen lugte der Mond zwischen Wolkenfetzen und beleuchtete matt die Gegend.
Wie ein Märchenschloß lag Schloß Treuenfels auf dem Berg, als sei kein Leben in seinen gewaltigen Mauern.“

Courths-Mahler

Hedwig Courths-Mahler (18 februari 1867 – 26 november 1950)

 

De Noorse schrijver Alexander Lange Kielland werd geboren in Stavanger op 18 februari 1849. ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: Daniel Jürges Zweifel (Vertaald door Marie en Friedrich Leskien)

 

Aber Daniel Jürges litt durch dieses Haus und diese Kränkung mehr, als jemand ahnte.
Denn es war seiner Natur so gänzlich zuwider, das Häßliche vor Augen zu haben. Seine Lebensanschauung war ideal, und die klassischen Studien hatten seinen Geist dem Schönen und Guten zugewandt. In seinen Studentenjahren war er der beste Lateiner gewesen und später ein großer Redner und Liederdichter im Studentenverein. Er war einer der wenigen Theologen, die überall mit dabei sein können, ohne sich zu kompromittieren und ohne den andern das Vergnügen zu verderben. Er entstammte einem alten Beamtengeschlecht, das seit Generationen die verschiedensten Ämter rings im Lande innegehabt hatte – die Augen beständig auf eins der Ministerien gerichtet.
In ihren Adern floß ursprünglich dänisches oder deutsches Blut, und wenn auch manche Mischung stattgefunden hatte, so blieb doch immer bei Familien wie dieser etwas von dem Fremden bestehen, was man früher für vornehm hielt. Und da das Leben sie in ihrem beständigen Trachten nach besseren Ämtern bald hierhin, bald dorthin führte und daher in den heranwachsenden Kindern keine rechte Liebe zur engeren Heimat aufkommen ließ, gewöhnten sie sich allmählich daran, das ganze Land als ein gutes Departement zu betrachten, wo man mit geringerer Anstrengung und viel Geduld stetig avancierte.

Da sie die fortwährenden Versetzungen und den Wechsel in den Ämtern in der Zeitung der Hauptstadt und dem Staatskalender verfolgen mußten, entwickelte sich in diesen Beamtenfamilien eine außerordentliche Personalkenntnis. Und die juristischen Beamten mußten zugleich die Geistlichen und Ärzte im Auge behalten; denn durch Heirat und sonstige Verbindungen hingen sie alle miteinander zusammen, bis zu den Bischöfen und Ministern hinauf, die die Fäden in der Hand hielten. Daher wurde ihr Interesse fast ausschließlich für dieses Beamtennetz in Anspruch genommen, so daß sie Unterschiede oder Veränderungen in dem Volk, worüber es ausgespannt war, weniger fühlten.“

 

Kielland

Alexander Kielland (18 februari 1849 – 6 april 1906)

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en lesbisch-feministische, anti-racistische activiste Audre Geraldine Lorde werd geboren op 18 februari 1934 in New York. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

The Electric Slide Boogie

New Year’s Day 1:16 AM
and my body is weary beyond
time to withdraw and rest
ample room allowed me in everyone’s head
but community calls
right over the threshold
drums beating through the walls
children playing their truck dramas
under the collapsible coatrack
in the narrow hallway outside my room

The TV lounge next door is wide open
it is midnight in Idaho
and the throb easy subtle spin
of the electric slide boogie
step-stepping
around the corner of the parlor
past the sweet clink
of dining room glasses
and the edged aroma of slightly overdone
dutch-apple pie
all laced together
with the rich dark laughter
of Gloria
and her higher-octave sisters

How hard it is to sleep
in the middle of life.

 

audrelorde

Audre Lorde (18 februari 1934 – 17 november 1992)

 

De Amerikaanse schrijver Wallace Stegner werd geboren op 18 februari 1909 in Lake Mills, Iowa. Zie ook mijn blog van 18 februari 2009.

 

Uit: Angle of Repose

 

„Rodman, like most sociologists and most of his generation, was born without the sense of history. To him it is only an aborted social science. The world has changed, Pop, he tells me. The past isn’t going to teach us anything about what we’ve got ahead of us. Maybe it did once, or seemed to. It doesn’t any more.
Probably he thinks the blood vessels of my brain are as hardened as my cervical spine. They probably discuss me in bed. Out of his mind, going up there by himself . . . How can we, unless . . . helpless . . . roll his wheelchair off the porch who’d rescue him? Set himself afire lighting a cigar, who’d put him out? . . . Damned old independent mule-headed . . . worse than a baby. Never consider the trouble he makes for the people who have to look after him . . . House I grew up in, he says. Papers, he says, thing I’ve always wanted to do . . . All of Grandmother’s papers, books, reminiscences, pictures, those hundreds of letters that came back from Augusta Hudson’s daughter after Augusta died . . . A lot of Grandfather’s relics, some of Father’s, some of my own . . . Hundred year chronicle of the family. All right, fine. Why not give that stuff to the Historical Society and get a fat tax deduction? He could still work on it. Why box it all up, and himself too, in that old crooked house in the middle of twelve acres of land we could all make a good thing out of if he’d consent to sell? Why go off and play cobwebs like a character in a Southern novel, out where nobody can keep an eye on him?
They keep thinking of my good, in their terms. I don’t blame them, I only resist them. Rodman will have to report to Leah that I have rigged the place to fit my needs and am getting along well. I have had Ed shut off the whole upstairs except for my bedroom and bath and this study. Downstairs we use only the kitchen and library and the veranda. Everything tidy and shipshape and orderly. No data.“

 

Stegner

Wallace Stegner (18 februari 1909 – 13 april 1993)