De Engelse schrijver Charles Dickens werd geboren op 7 februari 1812 in Landport. Zie ook alle tags voor Charles Dickens op dit blog.
Uit: Oliver Twist
“The surgeon had been sitting with his face turned towards the fire: giving the palms of his hands a warm and a rub alternately. As the young woman spoke, he rose, and advancing to the bed’s head, said, with more kindness than might have been expected of him:
“Oh, you must not talk about dying yet.”
“Lor bless her heart, no!” interposed the nurse, hastily depositing in her pocket a green glass bottle, the contents of which she had been tasting in a corner with evident satisfaction. “Lor bless her dear heart, when she has lived as long as I have, sir, and had thirteen children of her own, and all on ‘em dead except two, and them in the wurkus with me, she’ll know better than to take on in that way, bless her dear heart! Think what it is to be a mother, there’s a dear young lamb, do.”
Apparently this consolatory perspective of a mother’s prospects failed in producing its due effect. The patient shook her head, and stretched out her hand towards the child.”
Scene uit de film van Roman Polanski, 2005
The surgeon deposited it in her arms. She imprinted her cold white lips passionately on its forehead; passed her hands over her face; gazed wildly round; shuddered; fell back- and died. They chafed her breast, hands, and temples; but the blood had stopped for ever. They talked of hope and comfort. They had been strangers too long.
“It’s all over, Mrs. Thingummy!” said the surgeon at last.
“Ah, poor dear, so it is!” said the nurse, picking up the cork of the green bottle, which had fallen out on the pillow, as she stooped to take up the child. “Poor dear!”
“You needn’t mind sending up to me, if the child cries, nurse,” said the surgeon, putting on his gloves with great deliberation. “It’s very likely it (r)will¯ * be troublesome. Give it a little gruel if it is.” He put on his hat, and, pausing by the bed-side on his way to the door, added, “She was a good-looking girl, too; where did she come from?”
Charles Dickens (7 februari 1812 – 9 juni 1870)
Standbeeld in Clark Park, Philadelphia
De Franse schrijfster Christine Angot werd geboren op 7 februari 1959 in Châteauroux. Zie ook alle tags voor Christine Angot op dit blog.
Uit: Les Petits
“Billy est en tournée, avec de l’argent liquide, il y a du va-et-vient dans sa chambre, il lui demande si elle peut le garder dans la sienne. Ce qu’elle fait sans problème. Ça lui donne confiance. Quand ils discutent il la trouve intelligente. La petite a deux ou trois ans. Elle est blonde, les yeux bleus, un peu boulotte, pas grosse. Ils ont tout de suite un contact positif. C’est une enfant réservée, mais avec lui elle rit. Hélène est brune, grande, mince, souriante. Agréable. Des yeux dorés.
Elle part quelques jours après leur rencontre. Il rentre en Martinique. Tout ça a duré à peu près une semaine. Il a rencontré quelqu’un qui lui plaît. Il ne se pose pas la question de s’il est tombé amoureux ou pas. Il n’y pense pas. Elle l’appelle en Martinique. A l’époque il prend l’avion pour Paris comme s’il prenait un bus pour Saint-Germain. Il revient en France. Il aime bien parler avec elle, il trouve que c’est quelqu’un d’ouvert, qui a compris son mode de vie, qui l’accepte. Ils ne mangent de viande ni l’un ni l’autre, il n’a pas tout ça à expliquer. Ils se comprennent. Tout bascule quand il a un enfant avec elle. Mais même là, même quand ils sont fâchés, ils ont des moments tendres. Régis par les enfants, y compris en leur absence, il n’y a pas un moment où ils se retrouvent sans eux. Ça n’existait pas. Tout tournait autour d’eux. Il était pris dans le système. Aujourd’hui il s’en fout d’Hélène, elle peut mourir même si elle veut.”
Christine Angot (Châteauroux, 7 februari 1959)
De Australische schrijver Peter Carey werd geboren op 7 februari 1943 in Bacchus Marsh (Victoria). Zie ook alle tags voor Peter Carey dit blog.
Uit: De chemie van tranen (Vertaald door Hien Montijn)
“Ik las dat de Amerikanen een robot hadden ontwikkeld om les te geven aan autistische kinderen. Hij is in veel opzichten superieur aan de mens. Dat wil zeggen, als robot raakt hij nooit emotioneel uitgeput; hij verliest nooit zijn geduld; hij is ongevoelig voor tranen en woede.
De robot heet KaKay. Ik weet niet waarom. Hij doet geen moeite om zijn bedraging en ingewanden te verbergen. Volgens het bericht verdrongen de kinderen zich om hem heen toen hij zijn eerste entree maakte op een ‘instelling’ in Austin, Texas. Aan het einde van de eerste dag rukte een jongen met het syndroom van Asperger hem zijn arm af.
De journalist leek zich wat te veel te verheugen over de afgerukte arm, maar volgens het bedrijf was het een ‘leermoment’. Bij een volgende verschijning in het openbaar, waarvan de Guardian verslag uitbracht, was de arm van KayKay gerepareerd. Nu deden de kleine aspies KayKay geen ‘pijn’ meer als hij huilde. Als hij bleef huilen, gaven ze het ding een knuffel.”
Peter Carey (Bacchus Marsh, 7 februari 1943)
De Amerikaanse schrijfster Emma Lanier McLaughlin werd geboren op 7 februari 1974 in Elmira, New York. Zie ook alle tags voor Emma McLaughlin op dit blog.
Uit: Over You (samen met Nicola Kraus)
“It’s a huge test,” Max offers. “A lot of kids are really freaked out about it. Don’t worry, I’m an expert.” Bridget’s mother nods uncertainly. Max aims for a lighthearted shrug and heads up.
Her attuned ears pick up the muff led sobs as her toe lifts from the last step. Max walks quickly down the carpeted hall, following the fuzzy thump of a bass beat meant to obscure the keening from those who were ignorantly devouring tacos below. Throwing her shoulders back in a way that her best friend, Zach, says reminds him of Angelina-channeling-Mary-Poppins, Max turns the doorknob, stepping inside a blast of Adele, to find Bridget Stetson in a heap. Her laptop open before her, she is staring at a hundred tiny JPEGs of a carrot-haired boy riding a skateboard. Around her lie a box’s worth of wadded Kleenex, like a bed of wilted roses. Bridgetlooks up from the screen and is met with the f lash fromMax’s camera.
“Bridget, Shannon sent me.” Max drops her bag on the blue bedspread and opens it, exchanging the camera for a sterling flask. She swiftly pours a shot of Kombucha into the cap. “I’m Max Scott, and I want you to drink this. It’ll take the edge off.”
“Where is Sh-Shannon?” Bridget chokes out as she mushes her damp, blond bangs off her puffy face with the back of her sweatshirt-covered hand. “I thought she was coming with you.”
“She just made the referral. Drink.”
Overwhelmed, Bridget swigs the shot and hands back the top with a burning cough. Max pulls a chocolate bar from her bag, opens the wrapper, and hands it off to Bridget.”
Emma McLaughlin (Elmira, 7 februari 1974)
Met Nicola Kraus (rechts)
De Nederlandse dichter en schrijver A. den Doolaard werd geboren op 7 febrauri 1901 in Hoenderloo. Zie ook alle tags voor A. den Doolaard op dit blog.
Uit: Wampie. De roman van een zorgeloze zomer
“Dromen van deze en vorige nachten schoten voorbij als dunne takken, waar ze zich niet aan vast kon klemmen: en dan, met een schok, de aarde, waar ze net op neer kwam als een vallende poes: op vier pootjes.
Ze draaide zich met een ruk om, spartelde even op haar buik en trok armen en benen in, zodat de dekens ineens krom stonden. En toen kregen de witte lakens plotseling een donkere franje van verwarde zwarte krullen; want ’s avonds, wanneer ze weggleed in de slaap gleed haar hele lichaam mee omlaag, omdat ze net zo lang wurmde tot ze haar kruin op de plek had, waar een normaal mens zijn schouderbladen bergt. Vanonder die opduikende kruin kwam een stem; en die stem gaf geen gaap, want Wampie gaapte alleen wanneer een man haar verveelde, maar een gekreun, dat van dichtbij beluisterd, drie woorden vormde: ‘Ik heb buikpijn!’
Nauwelijks had ze die woorden er uitgekreund of de dekens begonnen te lijken op de aardkorst in de periode van haar ontstaan. Het golvende heuvelruggetje in het midden maakte een kwartdraai rechts en flapte toen in elkaar. Aan de twee blote armen, die zo gretig op de vloer toeschoten alsof het een wei was waar bloemen te plukken vielen, zou je denken dat het een groot kind was dat uit bed kroop; want haar armen waren rond en poezel, met een kneepje aan de voorkant van de elleboog, dat tegelijk met de kuiltjes in de wangen tegen het einde van de schooltijd pleegt te verdwijnen. Maar het zijden nachthemd dat nu volgde hing in een onbescheiden bochtje onder twee lichaamsdelen uit, die tezamen precies een fikse ronde aardbol vormden; met dit verschil, dat de putjes, die de echte aardbol volgens geleerden aan de beide polen pleegt te hebben, hier in een veel bewonderenswaardiger tegendeel waren verkeerd.”
A. den Doolaard (7 februari 1901 – 26 juni 1994)
De Amerikaanse schrijver en journalist Gay Talese werd geboren op 7 februari 1932 in Ocean City. Zie ook alle tags voor Gay Talese op dit blog.
Uit: Frank Sinatra Has a Cold
“Undoubtedly the words from this song, and others like it, had put millions in the mood, it was music to make love by, and doubtless much love had been made by it all over America at night in cars, while the batteries burned down, in cottages by the lake, on beaches during balmy summer evenings, in secluded parks and exclusive penthouses and furnished rooms, in cabin cruisers and cabs and cabanas — in all places where Sinatra’s songs could be heard were these words that warmed women, wooed and won them, snipped the final thread of inhibition and gratified the male egos of ungrateful lovers; two generations of men had been the beneficiaries of such ballads, for which they were eternally in his debt, for which they may eternally hate him. Nevertheless here he was, the man himself, in the early hours of the morning in Beverly Hills, out of range.
The two blondes, who seemed to be in their middle thirties, were preened and polished, their matured bodies softly molded within tight dark suits. They sat, legs crossed, perched on the high bar stools. They listened to the music. Then one of them pulled out a Kent and Sinatra quickly placed his gold lighter under it and she held his hand, looked at his fingers: they were nubby and raw, and the pinkies protruded, being so stiff from arthritis that he could barely bend them.”
Gay Talese (Ocean City, 7 februari 1932)
Frank Sinatra: Cover van Esquire door Edward Sorel, 1966
De Nederlandse schrijver Rhijnvis Feith werd geboren in Zwolle en daar op 7 februari 1753 gedoopt. Zie ook alle tags voor Rhijnvis Feith op dit blog.
Het graf (Fragment)
Eerste zang.
Zo is de stille rust voor eeuwig de Aarde ontvlooden?
Zo woont zij nergens meer dan in ’t verblijf der dooden?
O matte Pelgrim! zink, zink vrolijk dan ter rust,
Gij doolde reeds te lang aan deeze levenskust.
Rampzalige Aarde, die een Eden kondt verstrekken,
Maar die door stroomen bloeds uw velden ziet bevlekken!
Rampzalige Aarde, wie uw Schepper mild beschonk,
Maar wie het Menschdom aan ’t verwoestend Misdrijf klonk!
Nog daalt de Lente van ’t gebergte met uw stroomen;
Nog ruischt Natuur in ieder koeltje door uw boomen;
Nog spiegelt zich de Maan in de onbewoogen vliet;
Maar rust, rampzalige Aard’! woont op uw vlakte niet!
O eenzaam Kerkhof, daar mijn dierbre Vaadren woonen,
Gij kunt mij in ’t verschiet de blijde ruste toonen;
Ik dool langs uwen grond in deezen stillen nacht,
En staar de wijkplaats aan, die mijn gebeente eens wacht.
Rhijnvis Feith (7 februari 1753 – 8 februari 1824)
Zie voor nog meer schrijvers van de 7e februari ook mijn blog van 7 februari 2011 deel 1 en deel 2 en eveneens deel 3.