Vorige week woensdag, 24 januari, overleed de schrijver A. Moonen in zijn woonplaats Rotterdam. Moonen noemde zich sinds zijn debuut Stadsgerechten (1978) nadrukkelijk A Punt Moonen. Deze autobiografische verhalenbundel zette de toon voor een oeuvre van zo’n tien boeken, de dichtbundel Gezagsvoerdersverzen (1988) en het toneelstuk De Huwelijksfuik (1997). Hij schreef regelmatig voor het Amsterdamse satirische studentenweekblad Propria Cures.
De NRC schreef naar aanleiding van zijn dood:
Moonen ontwikkelde een wonderlijk Nederlands zonder lidwoorden. In Naar Portugal staan gekke zinnen zoals: „Nou ben ik in deze buurt onderhand wel aan oerlelijke volwassenen gewend geraakt en bovendien is het met eigen voorkomen ook woekeren.”
Moonens zelfopgelegde eenzaamheid dreef hem naar de marge van de literatuur. Hij vereenzaamde. Na een tijd in Amsterdam te hebben gewoond keerde hij terug naar zijn geboortestad Rotterdam. Zijn jeugdjaren noemde hij ‘verkreukeld’.