De Amerikaanse schrijver James Frey werd geboren op 12 september 1969 in Cleveland. In 1993 werd hij in een kliniek opgenomen om van zijn verslaving aan alcohol en drugs af te komen. In 1996 trok hij naar Los Angeles om als draaiboek auteur zijn brood te verdienen. Ook begon hij toen aan zijn roman A Million Little Pieces. Als roman kon hij het echter niet gepubliceerd krijgen. IA Million Little Pieces verscheen toen in april 2003 als autobiografie en was een klein, maar geen overdonderend succes. Tot 26 oktober 2005. Op die dag werd James Frey als held ontvangen door Oprah Winfrey in een show getiteld The Man Who Kept Oprah Awake At Night. Oprah had zijn boek geselecteerd voor haar invloedrijke boekenclub, waarin ze eerder auteurs als Faulkner, Steinbeck en Tolstoj bejubelde. Een paar weken later was James Frey multimiljonair. Dankzij Oprah kochten twee miljoen Amerikanen het boek; een ongekend succes. Frey voerde vijftien weken lang de non-fictie bestsellerlijst van de New York Times aan. En er verscheen een vervolg: My Friend Leonard, dat begint waar A Million Little Pieces ophield. Frey heeft zijn straf uitgezeten en spoedt zich naar zijn vriendin Lily in Chicago. Als hij daar aankomt, blijkt dat zij zich net de vorige dag heeft opgehangen. In januari 2006 publiceerden de schrijvers van de internetsite The Smoking Gun een omvangrijk artikel onder de titel „A Million Little Lies“ waarin aangetoond werd dat er voor de meeste belevenissen waar Frey over bericht geen bewijzen te vinden zijn. Inmidels heeft Frey toegegeven bepaalde dingen verzonnen te hebben vanwege de dramatiek.
Uit: A Million Little Pieces
“I wake to the drone of an airplane engine and the feeling of something warm dripping down my chin. I lift my hand to feel my face. My front four teeth are gone, I have a hole in my cheek, my nose is broken and my eyes are swollen nearly shut. I open them and I look around and I’m in the back of a plane and there’s no one near me. I look at my clothes and my clothes are covered with a colorful mixture of spit, snot, urine, vomit and blood. I reach for the call button and I find it and I push it and I wait and thirty seconds later an
Attendant arrives.
How can I help you?
Where am I going?
You don’t know?
No.
You’re going to Chicago, Sir.
How did I get here?
A Doctor and two men brought you on.
They say anything?
They talked to the Captain, Sir. We were told to let you sleep.
How long till we land?
About twenty minutes.
Thank you.
Although I never look up, I know she smiles and feels sorry for me. She shouldn’t.
A short while later we touch down. I look around for anything I might have with me, but there’s nothing. No ticket, no bags, no clothes, no wallet. I sit and I wait and I try to figure out what happened. Nothing comes.
Once the rest of the Passengers are gone I stand and start to make my way to the door. After about five steps I sit back down. Walking is out of the question.
I see my Attendant friend and I raise a hand.
Are you okay?
No.
What’s wrong?
I can’t really walk.
If you make it to the door I can get you a chair.
How far is the door?
Not far.
I stand. I wobble. I sit back down. I stare at the floor and take a deep breath.
You’ll be all right.
I look up and she’s smiling.
Here.
She holds out her hand and I take it. I stand and I lean against her and she helps me down the Aisle. We get to the door.
I’ll be right back.
I let go of her hand and I sit down on the steel bridge of the Jetway that connects the Plane to the Gate.
I’m not going anywhere.
She laughs and I watch her walk away and I close my eyes. My head hurts, my mouth hurts, my eyes hurt, my hands hurt. Things without names hurt.
I rub my stomach. I can feel it coming. Fast and strong and burning. No way to stop it, just close your eyes and let it ride. It comes and I recoil from the stench and the pain. There’s nothing I can do.”
James Frey (Cleveland, 12 september 1969)
De Nederlandse schrijfster Hannemieke Stamperius – beter bekend als Hannes Meinkema – werd op 12 september 1943 geboren in Tiel als dochter van ouders die in het verzet zaten en derhalve niet konden trouwen. Na het gymnasium haalde ze cum laude in Utrecht haar doctoraal Nederlands en daarna idem Algemene Literatuurwetenschap, en in 1977 promoveerde ze als literatuurtheoretica cum laude op een later bekroond proefschrift op het gebied van de poëzietheorie, met de titel Marsmans ‘Verzen’: toetsing van een ergocentrisch interpretatiemodel.
In 1974 verscheen onder het pseudoniem Hannes Meinkema (min of meer een anagram van ‘Hannemieke’) haar literaire debuut De maaneter en met haar tweede roman en derde boek En dan is er koffie uit 1976 was haar naam gevestigd. Nog steeds is dit hèt boek over de tijdgeest van de roemruchte jaren zeventig. Zie ook mijn blog van 12 september 2006.
Uit: En dan is er koffie
“De badkamer, de wc. Waarom hebben mensen zoveel bloed in hun lichaam, ze verbaast zich erover, ze voelt geen pijn. Alsof het niet van haar is, dat warme vocht, zo voelt het.
Maar het komt. Het komt terwijl haar moeder staat te bonzen op de badkamerdeur.
Sta daar niet te gillen op de gang, moeder. Ik zal heus straks alles opruimen. Ondertussen schijn ik hier een abortus te hebben op de wc. Er is hier tenminste iets groots, dat ik eruit moet trekken. Ik moet het breken anders krijg ik het er niet uit. Het is zo groot als mijn onderarm.
Het heeft al beentjes.
Als het maar doorspoelt. Als de wc maar niet verstopt raakt. Het is van kr
aakbeen zeggen ze, dat lost gauwer op, zeggen ze.
Ik moet niet vergeten er loog achteraan te gooien, en veel water.
Ze is verstandig. ‘Bel de dokter maar op, moeder,’ zegt ze van achter de deur.
Ze heeft alles opgedweild als hij komt.
Hij maakt haar schoon, en nu doet het pijn. ‘Je weet maar nooit of er niet iets is blijven zitten.’
‘Uw dochter heeft nierbekkenontsteking, mevrouw. Niet ernstig, veertien dagen in bed en ze is weer als nieuw.’
Ze is weer als nieuw. En hoe.
Maar die duizend gulden heeft ze niet hoeven te betalen.
Die niet.”
Hannes Meinkema (Tiel, 12 september 1943)
De Poolse schrijver Stanislaw Lem werd geboren op 12 september 1921 in Lwów. Zie ook mijn blog van 12 september 2006.