De Zuidafrikaanse-Nederlandse schrijver Johannes van Melle werd op 11 februari 1887 in Goes. Zie ook mijn blog van 11 februari 2007 en ook mijn blog van 11 februari 2009.
Uit: Bart Nel, de opstandeling
„De laagte stond vol koren, nog groen maar reeds in de aar. Als soms een enkele maal een windje opstond en over de laagte streek, gleed over de akkers een zilveren glinstering, zacht en weelderig als alles in de natuur. Het huis stond aan de kant van de laagte, aan de Noorderkant met de achterzij naar de korenvelden en de voorzij uitkijkend naar het Noorden, naar de Rooirand, waarheen het veld langzaam opliep tot het opeens steiler werd en tot een dertig of veertig meter hoge rand opklom, een rand van bruingeroeste blauwijzerklip, die een bijna rechte lijn op de lucht tekende; daarop keek je vanuit de zitkamer. Maar vanuit de keuken keek je over de korenlanden en verder over het veld naar de Witrand, een rand van zandsteen, waar de regen de grond tussen de rotsen had weggespoeld en grillige klipstapelingen waren blijven staan, zodat de rand met een grillig getande kam tegen de blauwe lucht afstak. Op die rand waren de overblijfsels van oude kafferdorpen en daarvan had de plaats Kafferkraal1) zijn naam gekregen.
Kafferkraal strekte van het midden van de Witrand tot het hoogste deel van de Rooirand, een uur te paard ver. Zo was Kafferkraal vierkant, een uur te paard lang en een uur te paard breed, rond vierduizend Hektare groot.
In het Westen was zoals gezegd de Kortrand, zodat het dal, waarin Bart Nel en de Vermaken en de Le Roux’s woonden, aan drie zijden ingesloten was; alleen naar het Oosten was het uitzicht vrij en zag je de lage, brede heuvels achter elkaar wegkruipen als de ruggen van een kudde rundvee tot waar de einder tegen het bleekblauwe van de lucht aanlag.“
Johannes van Melle (10 februari 1887 – 8 november 1953)
De Amerikaanse schrijfster Lydia Maria Francis Child werd geboren op 11 februari 1802 in Medford, Massachusetts. Zie ook mijn blog van 11 februari 2007 en ook mijn blog van 11 februari 2009.
Uit: The Freedmen’s Book
„The Boyhood of James Forten
He himself took an active part in the revolutionary war and fell into the hands of the enemy while serving in the Royal Louis under the father of the celebrated Decatur. It was in 1780 that this vessel was captured by the Amphion commanded by Sir John Beazley. Sir John’s son who was then a midshipma
n about the same age with young Forten was one day playing at marbles on the deck when the latter, who had been employed to pick them up, exhibited such superior skill after the game was over in knuckling down and hitting the object aimed at, that the young Englishman was delighted with him. The acquaintance soon ripened into a sort of intimacy, and his generous friend offered if he would accompany him to England to provide for his education and assist him in procuring some respectable occupation,. The young Africo-American however preferred serving his country, small as the chance was that he would ever recover his liberty, to the brilliant career thus placed before him, and he was ultimately transferred to the prison ship, the old Jersey of sixty four guns, then lying in the East river where the New York navy yard now is.
Sir John’s son was so affected at parting that he shed tears and having obtained from his father a protection for him against enlistment saved him from the wretched fate which befell many of his brethren who were carried by their captors to the West Indies and sold there as slaves.”
Lydia Maria Francis Child (11 februari 1802 – 7 juli 1880)
De Franse dichter en schrijver Marie-Joseph Chénier werd geboren op 11 februari 1764 in Constantinopel. Zie ook mijn blog van 11 februari 2007 en ook mijn blog van 11 februari 2009.
Chant du 14 Juillet (Fragment)
Dieu du peuple et des rois, des cités, des campagnes,
De Luther, de Calvin, des enfants d’Israël,
Dieu que le Guèbre adore au pied de ses montagnes,
En invoquant l’astre du ciel !
Ici sont rassemblés sous ton regard immense
De l’empire français les fils et les soutiens,
Célébrant devant toi leur bonheur qui commence,
Égaux à leurs yeux comme aux tiens.
Rappelons-nous les temps où des tyrans sinistres
Des Français asservis foulaient aux pieds les droits ;
Le temps, si près de nous, où d’infâmes ministres
Trompaient les peuples et les rois.
Des brigands féodaux les rejetons gothiques
Alors à nos vertus opposaient leurs aïeux ;
Et, le glaive à la main, des prêtres fanatiques
Versaient le sang au nom des cieux.
Marie-Joseph Chénier (11 februari 1764 – 10 januari 1811)
De Franse dichter en schrijver Bernard le Bovier de Fontenelle werd geboren op 11 februari 1657 in Rouen. Zie ook mijn blog van 11 februari 2007 en ook mijn blog van 11 februari 2009.
Sur ma vieillesse (Fragment)
Il fallait n’être vieux qu’à Sparte
Disent les anciens écrits.
Ô dieux ! combien je m’en écarte,
Moi qui suis si vieux dans Paris !
Ô Sparte ! Sparte, hélas, qu’êtes-vous devenue ?
Vous saviez tout le prix d’une tête chenue.
Plus dans la canicule on était bien fourré,
Plus l’oreille était dure, et l’oeil mal éclairé,
Plus on déraisonnait dans sa triste famille,
Plus on épiloguait sur la moindre vétille,
Plus contre tout son siècle on était déclaré,
Plus on était chagrin, et misanthrope outré,
Plus on avait de goutte, ou d’autre béquille,
Plus on avait perdu de dents de leur bon gré,
Plus on marchait courbé sur sa grosse béquille,
Plus on était enfin digne d’être enterré,
Et plus dans vos remparts on était honoré.
Ô Sparte ! Sparte, hélas ! qu’êtes-vous devenue ?
Vous saviez tout le prix d’une tête chenue.
Bernard de Fontenelle (11 februari 1657 – 9 januari 1757)
De Franse dichter en schrijver Honoré d’Urfé werd geboren op 11 februari 1568 in Marseille. Zie ook mijn blog van 11 februari 2007 en ook mijn blog van 11 februari 2009.
Sonnet d’Alcippe
Sur la constance de son amitié
Amarillis toute pleine de grâce
Allait ces bords de ces fleurs dépouillant,
Mais sous la main qui les allait cueillant,
D’autres soudain renaissaient en leur place.
Ces beaux cheveux où l’Amour s’entrelasse,
Amour allait d’un doux air éveillant,
Et s’il en voit quelqu’un s’éparpillant,
Tout curieux soudain il le ramasse.
Telle Lignon pour la voir s’arrêta
Et pour miroir ses eaux lui présenta,
Et puis lui dit : Une si belle image
À ton départ mon onde éloignera ;
Mais de ton coeur jamais ne partira
Le trait fatal, nymphe, de ton visage.
Honoré d’Urfé (11 februari 1568 – 1 juni 1625)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 11 februari 2009.
De Oostenrijkse dichter en schrijver Rudolf Hans Bartsch werd geboren op 11 februari 1873 in Graz.