De Amerikaanse schrijver John Green werd geboren in Indianapolis, Indiana, op 24 augustus 1977. Zie ook alle tags voor John Green op dit blog.
Uit: Paper Towns (Vertaald door Aleid van Eekelen-Benders)
“Zoals ik het zie krijgt ieder mens een wonder. Dat zit zo: ik zal wel nooit door de bliksem worden getroffen of een Nobelprijs winnen of dictator van een eilandje in de Stille Zuidzee worden of terminale oorkanker krijgen of spontaan in brand vliegen. Maar als je alle onwaarschijnlijke dingen bij elkaar neemt, krijgt ieder van ons vast wel met minstens één ervan te maken. Ik had het kikkers kunnen zien regenen. Ik had voet op Mars kunnen zetten. Ik had door een walvis verslonden kunnen worden. Ik had met de koningin van Engeland kunnen trouwen of maanden op zee kunnen overleven. Maar mijn wonder was anders. Mijn wonder was dit: dat van alle huizen in alle woonwijken in heel Florida, het huis waar ik kwam wonen nu net het huis naast dat van Margo Roth Spiegelman was.
Onze woonwijk, Jefferson Park, was vroeger een marinebasis. Maar toen had de marine die niet meer nodig en gaven ze het land terug aan de burgers van Orlando, Florida, die besloten er een enorme woonwijk te bouwen, want dat doen ze in Florida met land. Vlak nadat de eerste huizen waren gebouwd, kwamen mijn ouders en die van Margo er wonen, naast elkaar. Margot en ik waren twee jaar.
Voor Jefferson Park een soort Pleasantville werd, en voor het een marinebasis was, was het eigendom van een echte Jefferson, een man die Dr. Jefferson Jefferson heette. Er is een school in Orlando die naar Dr. Jefferson Jefferson is genoemd, en ook een grote liefdadigheidsinstelling, maar het fascinerende en raar-maar-ware aan Dr. Jefferson Jeffferson is dat hij helemaal geen doctor was.
Hij was gewoon iemand die sinaasappelsap verkocht en Jefferson Jefferson heette. Toen hij rijk en machtig werd stapte hij naar de rechter en maakte van Jefferson zijn tweede voornaam door als eerste voornaam ‘Dr.’ te kiezen. Hoofdletter D. Kleine letter r. Punt.
Margo en ik waren negen. Omdat onze ouders bevriend waren, speelden we soms met elkaar. Dan reden we op onze fiets langs de doodlopende stratennaar Jefferson Park, de naaf van het wiel dat onze wijk vormde.”
John Green (Indianapolis, 24 augustus 1977)
De Nederlands-Zwitserse schrijver, tekstschrijver, componist, zanger en pianist Drs. P (eig. Heinz Hermann Polzer) werd geboren in het Zwitserse Thun op 24 augustus 1919. Drs. P overleed op 13 juni van dit jaar op 95-jarige leeftijd. Zie ook mijn blog van 24 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Drs. P. op dit blog.
Kennis van diersoorten
Over: On the Origin of Species – Charles Darwin
Kennis van diersoorten
Weet van ontwikkeling
Over de wereld
In jaren vergaard
Neen, ’t was waarachtig geen
Zevenmaandskindje
Dat ten gevolge daarvan
Werd gebaard
Vlieger
Een ruit die tot een vlieger zei:
“Ik ben een vlieger net als jij”,
bracht hem daarmee in zielenstrijd
inzake zijn identiteit.
De arme vlieger dacht en dacht,
maar kreeg de stelling niet ontkracht,
waarop hij riep vol kwade zin:
“Ik gooi die vent zijn ruiten in.”
Helaas een ruit is louter lijn,
heeft vensterbank noch raamkozijn.
Zodat er bij gebrek aan glas
geen represaille moog’lijk was.
De vlieger bracht nog hoopvol uit:
“Ben ik misschien dan ook een ruit?”
Maar nee, helaas, alweer een strop,
ook deze vlieger ging niet op.
Portret – Piet Paaltjes
Ja, Paaltjens klinkt natuurlijk amusant
Vooral indien voorafgegaan door Piet
Maar laat u door het masker niet misleiden
Zijn leed was diep, zijn naam was HaverSchmidt
Minerva zag hem veel: een snaakse kwant
Gevoelig wel, maar niet zo expliciet
Een hedonist (zoals de burgers zeiden)
Zijn leed was diep, zijn naam was HaverSchmidt
Daarna, godbetert, werd hij predikant
Gezegend werk! Maar helpen deed het niet
Onnodig hier, erover uit te weiden
Zijn leed was diep, zijn naam was HaverSchmidt
Het is zeer raadzaam, ook in dit verband
Om geestigheid van lol te onderscheiden
Zijn leed was diep, zijn naam was HaverSchmidt
Drs. P (24 augustus 1919 – 13 juni 2015)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Marion Bloem werd op 24 augustus 1952 geboren in Arnhem. Zie ook mijn blog van 24 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Marion Bloem op dit blog.
Cadans
Als wij vrijen
Open mond
Lippen trillen
Wenkbrauwen strak
boven de blik
die niet kijkt
Jouw jongetjes-
taille tussen billen
en torso. Je benen
gevouwen, tenen
genageld in onze
kostbare tijd
Puur poezie
Jouw tong in mijn
grotemensenoksels,
langs kinderholtes
mijn hunkerend
slettenvlees
Ben ik mezelf
niet meer mezelf
vergeten. Tong. Nat.
Koude. Warmte. Koele hitte.
Hete kilte
Tepels die groeien
Wij doen ons lieflijk pijn.
Ben jij mij,
jij mij,
jij mij,
jij mij,
jij, jij
van mij
Ik weet
geen ik meer
ik geen woorden
Jij maakt mij
rijm. Puur metrum
maak jij mij
Marion Bloem (Arnhem, 24 augustus 1952)
De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957. Zie ook mijn blog van 24 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Stephen Fry op dit blog.
Uit: The Fry Chronicles
“But just as we can all agree on what is red, even if we will never know if we each see it in the same way, so we can all agree – can’t we? – that no matter how confident we may appear to others, inside we are all sobbing, scared and uncertain for much of the time. Or perhaps it’s just me.
Oh God, perhaps it really is just me.
Actually it doesn’t really matter, when you come to think of it. If it is just me, then you are reading the story of some weird freak. You are free to treat this book like science fiction, fantasy or exotic travel literature. Are there really men like Stephen Fry on this planet? Goodness, how alien some people are. And if I am not alone, then neither are you, and hand in hand we can marvel together at the strangeness of the human condition.”
(…)
“It is possible to be a fan of reality TV, talent shows and bubblegum pop and still have a brain. You will also see that a great many people know perfectly well how silly and camp and trivial their fandom is. They do not check in their minds when they enter a fan site. Judgement is not necessarily fled to brutish beasts, and men have not quite lost their reason. Which is all a way of questioning whether pop-culture hero worship is really so psychically damaging, so erosive of cognitive faculties, so corrupting of the soul of mankind as we are so often told.”
(…)
“We humans are naturally disposed to worship gods and heroes, to build our pantheons and valhallas. I would rather see that impulse directed into the adoration of daft singers, thicko footballers and air-headed screen actors than into the veneration of dogmatic zealots, fanatical preachers, militant politicians and rabid cultural commentators.”
Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)
De Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges werd geboren op 24 augustus 1899 in Buenos Aires. Zie ook mijn blog van 24 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Jorge Luis Borges op dit blog.
Uit: The Cruel Redeemer Lazarus Morell (Vertaald door Andrew Hurley)
“They thought, therefore, that they’d found freedom. Morell’s plan called for a general uprising of the Negroes, the capture and sack of New Orleans, and the occupation of the territory. A pitiless and depraved man, and now almost undone by treachery, Morell planned a response of continental proportions–a response in which criminality would become redemptive, and historic. To that end, he headed for Natchez, where his strength ran deeper. I reproduce his own narration of that journey:
“I walked four days,” he reported, “and no opportunity offered for me to get a horse. The fifth day, I had … stopped at a creek to get some water and rest a while. While I was sitting on a log, looking down the road the way that I had come, a man came in sight riding on a good-looking horse. The very moment I saw him, I was determined to have his horse …. I arose and drew an elegant rifle pistol on him and ordered him to dismount. He did so, and I took his horse by the bridle and pointed down the creek, and ordered him to walk before me. He went a few hundred yards and stopped. I … made him undress himself, all to his shirt and drawers, and ordered him to turn his back to me. He said, `If you are determined to kill me, let me have time to pray before I die.’ I told him I had no time to hear him pray. He turned around and dropped on his knees, and I shot him through the back of the head. I ripped open his belly and took out his entrails, and sunk him in the creek. I then searched his pockets, and found four hundred dollars and thirty-seven cents, and a number of papers that I did not take time to examine. I sunk the pocket-book and papers and his hat, in the creek. His boots were bran-new, and fitted me genteelly; and I put them on and sunk my old shoes in the creek ….
“I mounted as fine a horse as ever I straddled, and directed my course for Natchez.”
Jorge Luis Borges (24 augustus 1899 – 14 juni 1986)
Portret door Beti Alonso
De Engelse schrijfster A. S. Byatt werd geboren als Antonia Susan Drabble op 24 augustus 1936 in Sheffield. Zie ook mijn blog van 24 augustus 2010 en eveneens alle tags voor A. S. Byatt op dit blog.
Uit: The Children’s Book
“I said I’d show you a mystery.”
“I thought you meant one of the treasures.”
“No, I meant him. There’s something shifty about him. I’ve been keeping an eye on him. He’s up to something.”
Tom was not sure whether this was the sort of make-believe his own family practised, tracking complete strangers and inventing stories about them. He wasn’t sure if Julian was, so to speak, playing at being responsible.
“What does he do?”
“He does the Indian rope trick. He disappears. Now you see him, now you don’t. He’s here every day. All by himself. But you can’t see where or when he goes.”
They sidled along the wrought-iron gallery, which was hung with thick red velvet curtains. The third boy stayed where he was, drawing intently. Then he moved his position, to see from another angle. He was hay-haired, shaggy and filthy. He had cut-down workmen’s trousers, with braces, over a flannel shirt the colour of smoke, stained with soot. Julian said
“We could go down and stalk him. There are all sorts of odd things about him. He looks very rough. He never seems to go anywhere but here. I’ve waited at the exit to see him leave, and follow him, and he doesn’t seem to leave. He seems to be a permanent fixture.”
The boy looked up, briefly, his grimy face creased in a frown. Tom said
“He concentrates.”
“He never talks to anyone that I can see. Now and then the art students look at his drawings. But he doesn’t chat to them. He just creeps about the place. It’s sinister.”
A. S. Byatt (Sheffield, 24 augustus 1936)
Zie voor nog meer schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2014 deel 2.