Joost van den Vondel, Christopher Paolini, Max Barthel, Pierre Véry

De Nederlandse dichter en schrijver Joost van den Vondel werd geboren op 17 november 1587 in Keulen. Zie ook Zie ook alle tags voor Joost van den Vondel op dit blog.

 
Opp Amstelredam

Het IJ en d’Amstel voeren de hoofdstad van Europe,
Gekroond tot Keizerin, des nabuurs steun en hope,
Amstelredam, die ’t hoofd verheft aan ’s hemels as,
En schiet, op Pluto’s borst, haar wortels door ’t moeras.
Wat waatren worden niet beschaduwd van haar zeilen?
Op welke markten gaat zij niet haar waren weilen?
Wat volken ziet ze niet beschijnen van de maan,
Zij die zelf wetten stelt de ganse Oceaan?
Zij breidt haar vleugels uit, door aanwas veler zielen,
En sleept de wereld in, met overladen kielen.
De welvaart stut haar Staat, zo lang d’aanzienlijkheid
Des Raads gewetens dwang zijn boze wil ontzeit.

 

 

Zomermaand

Bedaagde Zomermaand, men laat geen schaap verlegen;
Indien het gaat vermast, zo neem het op uw schoot:
Maar scheert gij ’t om de wol, zo scheer het niet te bloot,
En was het wit als sneeuw, dat u de Hemel zegen’.
Drijf, vroeg en spa, de kudde in ’t veld, en naar het hok:
Zij loont u met haar melk, en spier, en ruige lok.

 

 

Klachten des Poëets

Wat ramp, wat ongeluk plaagt nog mijn grijze haren!
Wat schande moet mij nog, eilacy! wedervaren!
Wat droefheid, wat verdriet, wat leed komt mij nog aan,
In dees mijn wintertijd, die haast zou zijn gedaan!
Wanneer ik overdenk èn ’tgeen ik was vóór dezen,
En wat ik, tot mijn smaad, moet tegenwoordig wezen;
Wanneer ik mij bezie in dees mijn hoogste nood,

Mijn lijden is te zwaar, mijn ongeluk te groot.
Maar doch, indien mij ’t leed, indien de hoge stromen
Van zo veel lijdens mij zal moeten overkomen,
Ik lijd ze, zo ik kan, ik wacht ze met geduld,
Ik voeg mij na de tijd, hoe ’t ongeval ook brult.
Maar gij, Mary! en gij, o rei der Heil’ge Maagden!
Die ’t al, èn lijf èn goed, ook voor de Godsdienst waagden,
Ai, ziet mij gunstig aan, hebt achting op mijn druk
Hebt meelij met mijn lot, en dit mijn ongeluk!
U heb ik toevertrouwd, U heb ik, al mijn dagen,
Nadat ik ben verlicht, mijn liefde toegedragen;
’k Heb U mij toegewijd, en U ik mij nog geef
Ai, maakt weer (want gij kunt), dat ’k eeuwig met U leef!

 


Joost van den Vondel (17 november 1587 – 5 februari 1679)
Borstbeeld door Lucas Hoek

 

De Amerikaanse schrijver Christopher Paolini werd geboren in Los Angeles County, California, op 17 november 1983. Zie ook mijn blog van 17 november 2008 en ook mijn blog van 17 november 2009 en ook mijn blog van 17 november 2010.

Uit:Eragon

“Eragon stood with quiet assurance in the dusky moonlight, then strode into the forest toward a glen where he was sure the deer would rest. The trees blocked the sky from view and cast feathery shadows on the ground. He looked at the tracks only occasionally; he knew the way.

At the glen, he strung his bow with a sure touch, then drew three arrows and nocked one, holding the others in his left hand. The moonlight revealed twenty or so motionless lumps where the deer lay in the grass. The doe he wanted was at the edge of the herd, her left foreleg stretched out awkwardly.

Eragon slowly crept closer, keeping the bow ready. All his work of the past three days had led to this moment. He took a last steadying breath and—an explosion shattered the night.

The herd bolted. Eragon lunged forward, racing through the grass as a fiery wind surged past his cheek. He slid to a stop and loosed an arrow at the bounding doe. It missed by a finger’s breadth and hissed into darkness. He cursed and spun around, instinctively nocking another arrow.

Behind him, where the deer had been, smoldered a large circle of grass and trees. Many of the pines stood bare of their needles. The grass outside the charring was flattened. A wisp of smoke curled in the air, carrying a burnt smell. In the center of the blast radius lay a polished blue stone. Mist snaked across the scorched area and swirled insubstantial tendrils over the stone.

Eragon watched for danger for several long minutes, but the only thing that moved was the mist. Cautiously, he released the tension from his bow and moved forward. Moonlight cast him in pale shadow as he stopped before the stone. He nudged it with an arrow, then jumped back. Nothing happened, so he warily picked it up.”

 


Christopher Paolini (Los Angeles County, 17 november 1983)

 

De Duitse dichter en schrijver Max Barthel werd geboren in Dresden-Loschwitz op 17 november 1893. Zie ook mijn blog van 17 november 2008 en ook mijn blog van 17 november 2010.

Der sterbende Soldat


Ich hungerte stets vor den tragenden Stufen
vor dem Tor, das zur Erfüllung führt –
da hat mich der Krieg zu sich gerufen
und hat mich mit allem Hass geschürt. […]
Verdammt, so ein Hund mit schwarzer Mähne
schlug mir aufbrüllend den Schädel entzwei.
Das Blut quoll bitter durch meine Zähne
ich gurgelte im wehen Geschrei.

 


Max Barthel (17 november 1893 – 28 juni 1975)


Zie voor onderstaande schrijver ook
mijn blog van 17 november 2010.

 

De Franse schrijver Pierre Vérywerd op 17 november 1900 in Bellon geboren. Zie ook mijn blog van 17 november 2009.