Joost van den Vondel, Guido van Heulendonk, Pierre Véry, Auberon Waugh, Dahlia Ravikovitch, Rebecca Walker, Christopher Paolini, Archibald Lampman

 

De Nederlandse dichter en schrijver Joost van den Vondel werd geboren op 17 november 1587 in Keulen. Zie ook Zie ook alle tags voor Joost van den Vondel op dit blog.

Uit: Joseph In Egypten

Het eerste bedryf

REY VAN ENGELEN:
Daer schijnt de zon op ’t hof, en zijn vergulde tinnen,
En weckt heel Memphis op, en schiet heur straelen binnen
Dit hoffelijcke huis, en alle zalen van
Den grooten Potiphar, dien koningklijken man;
Wien Joseph, Jakobs zoon, als een gewenschte zegen,
Weleer lijfeigen wert; toen hy van verre wegen
(In Kanaän van zijn gebroederen verkocht,
Aen Arabiers, en over Nijl te merckt gebroght,
En weder opgeveilt) te hoof in dienst geraeckte,
By Pharoos amptenaer, die hem goetwilligh slaeckte,
En zette dien Hebreeuw, geleert, van elck bezint,
En zynen meester trouw, in top van ’t huisbewint.
De heer, door ’s dienaers trouw, ontlast van alle zorgen,
Hecht, nacht en dagh gerust, den avont aen den morgen;
Maer niet zijn gemaelin, vrouw Jempsar, die, ontroert
In haeren geilen geest, zoo schendigh wort vervoert,
Om, buiten spoor van eere en van betaemlijckheden,
Het vier van deze pest (die ziel en lijf en leden
Zoo dootelijck besmet) te koelen met een’ kus
Van Josephs schoonen mont, en kuische lippen: dus
Verslingert op zijn jeught en deught, en zuivre zeden,
Heeft zy nu, dagh op dagh, den jongeling bestreden;
Die noit op haer geboôn noch lockaes acht wou slaen,
En nu den jongsten storm groothartigh uit moet staen.
Het huis van Potiphar wil een tooneel verstrecken
Van ’s helts godtvruchtigheit, die wy om strijt bedecken,
Met deze vleugelen, waer meê wy zijn gedaelt
Op d’aerde, uit ’t eeuwigh licht, dat van Godts aenschijn straelt,
In Josephs aengezicht, en elckontvonckende oogen,
Waer uit dees Hofmeestres haer koortsen heeft gezogen.

 

 
Joost van den Vondel (17 november 1587 – 5 februari 1679)
Jozef en de vrouw van Potifar door Bartolomé Esteban Murillo, 1640-1645

 

De Vlaamse schrijver Guido van Heulendonk (pseudoniem van Guido Beelaert) werd geboren in Eeklo op 17 november 1951. Zie ook alle tags voor Guido van Heulendonk op dit blog.

Uit: En dan, als ik weg ben

“Het was nacht, met sterren aan de hemel en een milde bries in de acacia.
Helemaal zoals het hoort, als men zich een nacht voorstelt waarin een man, buiten gekomen om een plas te doen tegen de garagemuur, denkt: hiervoor is het leven uitgevonden.
De mens wil verrast worden, dacht Reinoud. Elke minuut van zijn bestaan. Desnoods door een gebochelde nar die hij speciaal met dat doel in zijn hofhouding heeft opgenomen. Of door, zoals nu, de prikkelende sensatie van een februarinacht die perfect voor een meinacht kon doorgaan, indien men er de fladderende vleermuizen en krakende kevers bij dacht.
Klimaatverandering als zotskap: dit was de eenentwintigste eeuw.
Reinoud ademde traag, licht geëxalteerd door de vijf biertjes die hij zichzelf had gepermitteerd om de avond, die zwart en doortrokken van kraaiengekras was ingevallen, gaandeweg om te buigen naar iets opwindends, iets waarvan hij het jammer vond dat hij het met niemand kon delen.
Hij voelde de zuurstof opwervelen naar zijn hoofd, en hoe de bries het zweet op zijn slapen droogde. Zijn urine trof de bakstenen met een geruststellende kracht: de jongste prostaatontsteking had geen noemenswaardige gevolgen gehad. Hij moest de straal zelfs iets schuiner richten om terugspatten te voorkomen.
Het geruis voegde zich naadloos bij dat van de acacia en van het verkeer aan de horizon, waar de gele gloed van de verkeerswisselaar van Zwijnaarde een premature dageraad leek.”

 

 
Guido van Heulendonk (Eeklo, 17 november 1951)

 

De Franse schrijver Pierre Véry werd op 17 november 1900 in Bellon geboren. Zie ook alle tags voor Pierre Véry op dit blog.

Uit: L’assassinat du Père Noël

« A la mairie, où tout le monde s’engouffra, une surprise intense s’empara des assistants lorsque le docteur eut ôté au Père Noël son bonnet, sa perruque et sa barbe postiches. Sous le déguisement et la houppelande que Cornusse avait portés tout l’après-midi et toute la soirée, on ne découvrit pas le mort que l’on attendait. Ce n’était pas le photographe qui avait été assassiné !
– “Qu’est-ce que c’est que ce type ?”
L’homme était inconnu. On ne l’avait jamais rencontré à Mortefont. Le visage était rond. L’absence de barbe et de moustache et les cheveux passés à la tondeuse contribuaient à le faire paraître plus rond encore.
– “Il a une bobine d’Allemand,” dit Kopf.
– C’était sûrement un touriste, quelqu’un de bien,” observa Hagen. “Il n’y a qu’à voir ce costume !”
Le vêtement était riche en effet.
Chandail de pure laine très serrée, knickerbockers en drap anglais, chaussures montantes de cuir souple.
On trouva dans le portefeuille deux billets de cent francs, des feuillets couverts de chiffres mais aucun papier d’identité. En outre, un canif, une montre, un mouchoir, de la menue monnaie.
A l’annulaire de la main gauche, l’homme portait une alliance en or.
Il fut très difficile d’obtenir la communication avec Nancy. L’orage perturbait les transmissions. Enfin, après une longue heure d’attente et des interruptions exaspérantes, le maire eut au bout du fil un personnage dont il lui fut impossible de savoir s’il était un juge d’instruction, un commissaire de police, un inspecteur de la brigade mobile ou un capitaine de gendarmerie. La voix et les répliques étaient celles d’un homme mal réveillé.
– “Un crime, vous dites ?
– Un crime, oui. Un homme étranglé.
– Qu’est-ce qu’il est, cet homme ? Il occupe une situation importante dans votre contrée ?
– Il n’est pas du pays. On ne le connaît pas. On n’a trouvé sur lui aucun papier d’identité.
– Ah ! C’est ennuyeux ! Dites, Monsieur le maire, vous êtes bien certain qu’il s’agit d’un crime ?
– Il n’y a aucun doute là-dessus.
– C’est très ennuyeux. Le docteur est compétent ? “

 

 
Pierre Véry (17 november 1900 –  12 oktober 1960)
Cover 

 

De Britse schrijver journalist en polemist Auberon Alexander Waugh werd geboren op 17 november 1939 in Dulverton, Somerset. Zie alle tags voor Auberon Waugh op dit blog.

Uit: Will This Do? An Autobiography

“What she found attractive in him, I suspect, was his humour. Laura Waugh, for all her apparent shyness and avoidance of com­pany, was a born satirist. Behind a veil of good manners, she mocked everybody and everything. The strength necessary to sup­port such an attitude came, ultimately, not from any sense of social superiority but from her Catholicism, which grew more devout, and at the same time more sceptical, with age.
Her husband was moody and given to fits of acute depression which left her largely to her own devices. Shunning ordinary human contact, she sought refuge in cows and rejoiced in the company of farming folk. At other times, she retreated into her own private meditations whose direction was not easily to be dis­tinguished from simple misanthropy. She killed time with cross­words, word games and jigsaws. She was at ease with her children and their friends, and with her own family and, of course, with Coggins, but with practically nobody else. She was also haunted by the spectacle of her mother, my once all-powerful grandmother, whom she had to nurse through a last year of distressing debility.
Many thought that she was too self-effacing and let her husband get away with too much, but it suited her as much as it suited him that he should take his meals in the library if he chose, or go away for long periods, seeking warmer climates in the winter, or carousing with smart friends in London. She saw herself primarily as a farmer, her five or six cows the pride and joy of her life. Some interpreted her decision to publish Evelyn Waugh’s diaries – they first appeared in a shortened, more lurid serialization in the Ob­server – as an act of revenge, but it was more the product of absent-mindedness. She intended to read the series before publi­cation, but eventually got round to reading only a small part.”

 

 
Auberon Waugh (17 november 1939 -16 januari 2001)
Hier met zoon Alexander

 

De Israëlische dichteres en schrijfster Dahlia Ravikovitch werd geboren op 17 november 1936 in een voorstad van Tel Aviv. Zie ook alle tags voor Dahlia Ravikovitch op dit blog.

 

When The Eyes Open

Snow on the mountains
above the High Places
and above Jerusalem.
Come down O Jerusalem
and return my child to me.
Come O Bethlehem
and return my child to me.
Come high mountains
come winds
come floods in the harbors
and return my child to me.
And even you, O bent bulrush,
thin stalk in the stream,
stringy desert bushes,
return my child to me
as the soul returns to the body
when the eyes open.

 

Get Out of Beirut

Take the knapsacks
and the utensils and washtubs
and the books of the Koran
and the army fatigues
and the tall tales and the torn soul
and whatever’s left, bread or meat,
and kids running around like chickens in the village.
How many children do you have?
How many children did you have?
It’s hard to keep tabs on kids in a situation like this.
Not like in the old country
in the shade of the mosque and the fig tree,
when the children the children would be shooed outside by day
and put to bed at night.
Put whatever isn’t fragile into sacks,
clothes and blankets and bedding and diapers
and something for a souvenir
like a shiny artillery shell perhaps,
or some kind of useful tool,
and the babies with rheumy eyes
and the R.P.G. kids.
We want to see you in the water, sailing aimlessly
with no harbor and no shore.
You won’t be accepted anywhere
You are banished human beings.
You are people who don’t count
You are people who aren’t needed
You are a pinch of lice
stinging and itching
to madness.

 

 
Dahlia Ravikovitch (17 november 1936 – 21 augustus 2005)

 

De Amerikaanse schrijfster, uitgeefster en politiek activiste Rebecca Walker werd geboren op 17 november 1969 in Jackson, Mississippi. Zie ook alle tags voor Rebecca Walker op dit blog.

Uit: Becoming the Third Wave

“I am not one of the people who sat transfixed before the television, watching the Senate hearings. I had class-es to go to, papers to write, and frankly, the whole thing was too painful.
A black man grilled by a panel of white men about his sexual deviance. A black woman claiming harassment and being discredited by other women…. I could not bring myself to watch that sensationalized assault of the human spirit.
To me, the hearings were not about determining whether or not Clarence Thomas did in fact harass Anita Hill. They were about checking and redefining the extent of women’s credibility and power.
Can a woman’s experience undermine a man’s career-, Can a woman’s voice, a woman’s sense of self-worth and injustice, challenge a structure predicated upon the subjugation of our gender Anita Hill’s testimony threatened to do that and more. If Thomas had not been confirmed, every man in the United States would be at risk. For how many senators never told a sexist Joke–
How many men have not used their protected male privilege to thwart in some way the influence or ideas of a woman colleague, friend, or relative.
For those whose sense of power is so obviously connected to the health and vigor of the penis. it would have been a metaphoric castration. Of course this is too great a threat.
While some may laud the whole spectacle for the consciousness it raised around sexual harassment, its very real outcome is more informative. He was promoted. She was repudiated. Men were assured of the inviolabIlity of their penis/power. Women were admonished to keep their experiences to themselves.”

 

 
Rebecca Walker (Jackson, 17 november 1969)

 

De Amerikaanse schrijver Christopher Paolini werd geboren in Los Angeles County, California, op 17 november 1983. Zie ook alle tags voor Christopher Paolini op dit blog.

Uit: Inheritance

“In the beginning, there were dragons: proud, fierce, and independent. Their scales were like gems, and all who gazed upon them despaired, for their beauty was great and terrible.
And they lived alone in the land of Alagaësia for ages uncounted.
Then the god Helzvog made the stout and sturdy dwarves from the stone of the Hadarac Desert.
And their two races warred much.
Then the elves sailed to Alagaësia from across the silver sea. They too warred with the dragons. But the elves were stronger than the dwarves, and they would have destroyed the dragons, even as the dragons would have destroyed the elves.
And so a truce was struck and a pact was sealed between the dragons and the elves. And by this joining, they created the Dragon Riders, who kept the peace throughout Alagaësia for thousands of years.
Then humans sailed to Alagaësia. And the horned Urgals. And the Ra’zac, who are the hunters in the dark and the eaters of men’s flesh.
And the humans also joined the pact with the dragons.
Then a young Dragon Rider, Galbatorix, rose up against his own kind. He enslaved the black dragon Shruikan and he convinced thirteen other Riders to follow him. And the thirteen were called the Forsworn.
And Galbatorix and the Forsworn cast down the Riders and burnt their city on the isle of Vroengard and slew every dragon not their own, save for three eggs: one red, one blue, one green. And from each dragon they could, they took the heart of hearts—the Eldunarí—that holds the might and mind of the dragons, apart from their flesh.”

 
Christopher Paolini (Los Angeles County, 17 november 1983)

 

De Canadese dichter Archibald Lampman werd geboren op 17 november 1861 in Morpeth, Ontario. Zie ook alle tags voor Archibald Lampman op dit blog.

 

In November

The leafless forests slowly yield
To the thick-driving snow. A little while
And night shall darken down. In shouting file
The woodmen’s carts go by me homeward-wheeled,
Past the thin fading stubbles, half concealed,
Now golden-gray, sowed softly through with snow,
Where the last ploughman follows still his row,
Turning black furrows through the whitening field.
Far off the village lamps begin to gleam,
Fast drives the snow, and no man comes this way;
The hills grow wintry white, and bleak winds moan
About the naked uplands. I alone
Am neither sad, nor shelterless, nor gray,
Wrapped round with thought, content to watch and dream.

 
Archibald Lampman (17 november 1861 – 10 februari 1899)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e november ook mijn blog van 17 november 2014.