Jules Laforgue, T. E. Lawrence, Pierre Henri Ritter jr., Max Schuchart

De Franse dichter Jules Laforgue werd geboren in Montevideo op 16 augustus 1860. Zie ook alle tags voor Jules Laforgue op dit blog en ook mijn blog van 16 augustus 2010.

Dimanches (I)

Le ciel pleut sans but, sans que rien l’émeuve,
Il pleut, il pleut, bergère ! sur le fleuve…

Le fleuve a son repos dominical ;
Pas un chaland, en amont, en aval.

Les Vêpres carillonnent sur la ville,
Les berges sont désertes, sans idylles.

Passe un pensionnat (ô pauvres chairs ! )
Plusieurs ont déjà leurs manchons d’hiver

Une qui n’a ni manchon, ni fourrures
Fait, tout en gris, une pauvre figure.

Et la voilà qui s’échappe des rangs,
Et court ! Ô mon Dieu, qu’est-ce qu’il lui prend

Et elle va se jeter dans le fleuve.
Pas un batelier, pas un chien Terr’ Neuve.

Le crépuscule vient ; le petit port
Allume ses feux. (Ah ! connu, l’décor ! )

La pluie continue à mouiller le fleuve,
Le ciel pleut sans but, sans que rien l’émeuve.

 

Locutions des Pierrots, I

Les mares de vos yeux aux joncs de cils,
Ô vaillante oisive femme,
Quand donc me renverront-ils
La Lune-levante de ma belle âme ?

Voilà tantôt une heure qu’en langueur
Mon coeur si simple s’abreuve
De vos vilaines rigueurs,
Avec le regard bon d’un terre-neuve.

Ah ! madame, ce n’est vraiment pas bien,
Quand on n’est pas la Joconde,
D’en adopter le maintien
Pour induire en spleens tout bleus le pauv’ monde !

 
Jules Laforgue (16 augustus 1860 – 20 augustus 1887)
Foto uit 1885

 

De Britse prozaschrijver, archeoloog en militair Thomas Edward Lawrence werd geboren op 16 augustus 1888. Hij staat beter bekend als Lawrence of Arabia. Zie ook alle tags voor T. E. Lawrence op dit blog en ook mijn blog van 16 augustus 2010.

Uit:Seven Pillars of Wisdom

“In consequence the novelty of this change was severe, since time had not been given me gradually to accustom myself to the pestilent beating of the Arabian sun, and the long monotony of camel pacing. There was to be another stage tonight, and a long day to-morrow before Feisal’s camp would be reached.
So I was grateful for the cooking and the marketing, which spent one hour, and for the second hour of rest after it which we took by common consent; and sorry when it ended, and we re-mounted, and rode in pitch darkness up valleys and down valleys, passing in and out of bands of air, which were hot in the confined hollows, but fresh and stirring in the open places. The ground under foot must have been sandy, because the silence of our passage hurt my straining ears, and smooth, for I was always falling asleep in the saddle, to wake a few seconds later suddenly and sickeningly, as I clutched by instinct at the saddle post to recover my balance which had been thrown out by some irregular stride of the animal. It was too dark, and the forms of the country were too neutral, to hold my heavy-lashed, peering eyes. At length we stopped for good, long after midnight; and I was rolled up in my cloak and asleep in a most comfortable little sand-grave before Tafas had done knee-haltering my camel.
Three hours later we were on the move again, helped now by the last shining of the moon. We marched down Wadi Mared, the night of it dead, hot, silent, and on each side sharp-pointed hills standing up black and white in the exhausted air. There were many trees. Dawn finally came to us as we passed out of the narrows into a broad place, over whose flat floor an uneasy wind span circles, capriciously in the dust. The day strengthened always, and now showed Bir ibn Hassani just to our right. The trim settlement of absurd little houses, brown and white, holding together for security’s sake, looked doll-like and more lonely than the desert, in the immense shadow of the dark precipice of Subh, behind. While we watched it, hoping to see life at its doors, the sun was rushing up, and the fretted cliffs, those thousands of feet above our heads, became outlined in hard refracted shafts of white light against a sky still sallow with the transient dawn.”

 
T. E. Lawrence (16 augustus 1888 – 19 mei 1935)
Miranshah, december 1928

 

De Nederlandse journalist, letterkundige, criticus en publicist Pierre Henri Ritter jr. werd geboren in Utrecht op 16 augustus 1882. Zie ook alle tags voor Pierre Henri Ritter jr. op dit blog en ook mijn blog van 16 augustus 2010.

Uit:Het Kindeken Jezus in Vlaanderen, door Felix Timmermans

„In de kader van de landschappen van zijn schoon en goed Vlaanderen’, heeft de schrijver van Pallieter zich ‘het goddelijk verhaal van het Kindeken Jezus, zijne zoete moeder en zijn goeden voedstervader verbeeld en met wat letterkunde in groot genoegen omcierd’. Op deze wijze kenmerkt Timmermans zelf den aard van zijn verhaal in zijne opdracht aan Maria Viola. De woorden dier opdracht moeten onbewust en argeloos uit hem zijn gevloeid, zoo ongedwongen als al zijn proza, – dat niet anders is dan een niet binnen te houden liefde voor de natuur en voor de menschen, – ze geven niettemin een zeldzaam juiste kenschetsing van het boek. Ik dacht, toen ik ze las, aan een klein gedicht van Leopold, waarin gezegd wordt, dat de Engelen die verschenen aan de kribbe, ‘heur voeten inhielden’, omdat het Kindeke sliep. Deze stemming van uiterste, voorzichtige vroomheid, dàt is het ciersel, waarmede het, ongerept gelaten, goddelijk verhaal door Timmermans wordt omgeven. Hij heeft het goddelijk Kindeke niet gestoord, maar ongestoord leeft ook in ons hart het Maagd-moedertje Maria en de trouwe, gebaarde jongen, die Jozeph heet. Een spheer van muziek en van gebeden-als-van-Kinderen verreint onze aandacht, en ons geestesoog ziet de bruinbezonde of blankbesneeuwde velden en heuvelen van Vlaanderen, waarover de enkele figuren zich stil glimlachend bewegen.
Ik geloof dat Timmermans zoo kan schrijven als hij doet, omdat hij de ziel van Vlaanderen in zich heeft. Van dat kinderlijke, intuïtieve, niet problematizeerende maar met groote open oogen levende Vlaamsche volk, dat door zijn natuurlijk gemoed zichzelf te blijven wist, ondanks den eeuwenlangen druk van overheerschers. Het Vlaamsche volk verschijnt ons bij Timmermans als een volk van simpele vrome natuurkinderen, en daardoor ervaren wij zijn verhaal als niet in wezen verschillend van de geschiedenis die ons wordt medegedeeld in het nieuwe testament. Want zooals de schrijver voor ons zijn Vlaamsche herders en boeren doet verschijnen, zijn ze dezelfden die eenmaal optrokken naar den stal van Bethlehem in het bijbelsche land.”

 
Pierre Henri Ritter jr. (16 augustus 1882 – 13 april 1962)
In 1957

 

De Nederlandse dichter, journalist en vertaler Max Schuchart werd geboren in Rotterdam op 16 augustus 1920. Zie ook alle tags voor Max Schuchart op dit blog en ook mijn blog van 16 augustus 2010.

Rings of Power

Three Rings for the Elven-kings under the sky,
Seven for the Dwarf-lords in their halls of stone,
Nine for Mortal Men doomed to die,
One for the Dark Lord on his dark throne,
In the land of Mordor where the shadows lie.
One Ring to rule them all, One Ring to find them,
One Ring to bring them all, and in the darkness bind them,
In the land of Mordor where the shadows lie.

J.R.R. Tolkien

 

Ringen van Macht

Drie Ringen voor de elfenkoningen op aard’,
Zeven voor de dwergvorsten in hun zalen schoon,
Negen voor de mensen, die de dood niet spaart,
Eén voor de Zwarte Heerser op zijn zwarte troon
In Mordor, waar de schimmen zijn.
Eén Ring om allen te regeren, Eén Ring om hen te vinden,
Eén Ring die hen brengen zal en in duisternis binden,
In Mordor, waar de schimmen zijn.

 

Vertaald door Max Schuchart

 
Max Schuchart (16 augustus 1920 – 25 februari 2005)