Khalid Boudou, Günter Wallraff, P. N. van Eyck, Israël Querido, Charles Cros, John Hegley, Tim O’Brien

De Nederlands – Marokkaanse schrijver Khalid Boudou werd geboren in Tamsamane, Marokko op 1 oktober 1974. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Khalid Boudou op dit blog.

Uit: Het schnitzelparadijs

“Godallemachtig, wat een lelijk gebouw!
Op de veranda lopen toeristen in doorzichtige ochtendjaponnen heen en weer te toeristen, met verkennende tongen aan de slanke pilaren likkend. Maak je geen illusies, het is gewoon staal – ook al ben je dan op vakantie, verzin geen bevrijding.
(Flitsende gedachten. Het zijn speklagen, melkkleurig met zwarte pigmentvlekken, open mond… Ach, laat je ogen niet bederven, boy.) Hoerenontvangers rekken zich hun mooie goede leven uit, gapend naar een zon die er wel en niet is…
Ik krijg een waas voor mijn ogen. Mijn conditie is niet meer wat ie is geweest. Ik ben maanden lam geweest, heb gewoon half in coma gelegen, o boy. Maar ik begin weer opnieuw. Met frisse moed, en heel klein, kleiner dan ik eigenlijk ben, simpeler, kijk ik toe: gezichten lezen, stappen volgen, stage lopen en luisteren, veel luisteren. Kijken over het muurtje van ‘de Pannenhoek’, hoe het met de liefde, de vrijheid, de hoop, de dromen is gesteld.

 
Noah Valentyn als Nordip in de film uit 2005

Het is het leven in het klein, had Meerman gezegd, toen hij mij het vrijwilligerscontract liet ondertekenen.
Ik had opgebeld en kreeg, na het een-momentje-geduld-alstublieft-hij-komt-er-aan en nog-een-momentje-geduld-alstublieft-heeft-u-nog-een-ogenblikje? van een warme stem die stoute gedachten opriep, Meerman aan de lijn, die mij heel aardig te woord stond:
‘Waarmee kan ik je van dienst zijn? Wil je werken? Er is voldoende werk, kom maar, vraag maar naar Meerman. En wees erop voorbereid dat je moet spelen.’
‘Spelen?’
‘Ja, want we willen graag weten hoe jij speelt.’
Ik wist dat de keuken de allerbeste plaats zou zijn voor een stage, voor iemand die opnieuw wilde beginnen, voor een kind dat al zijn speelgoed heeft stukgeslagen in de hoop iets nieuws te krijgen. Wat heb ik misdaan dat ik, gewapend met dit schuldgevoel in mijn rugtas, opnieuw wil beginnen? Wat achtervolgt mij dat ik dit allemaal van een afstand wil bezien?
Herinneringen… o boy… herinneringen…”

 
Khalid Boudou (Tamsamane, 1 oktober 1974)

 

De Duitse schrijver en undercoverjournalist.Günter Wallraff werd geboren op 1 oktober 1942 in Burscheid bij Keulen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Günter Wallraff op mijn blog.

Uit:Der Aufmacher

“Das bin ich nicht mehr. der mich da aus dem Spiegel anschaut. So eine Visage. auf Karriere getrimmt. wie ich sie bei Jungmanagern immer haßte.
Geschniegelt. gestutzt. von Höhensonne erfolgsgebräunt. Polierte Fresse: Der da die durch Jacketkronen gleichgerichteten Zähne herzeigt. den Krawattenkragen festwürgt. und sich mit einem massivgoldenen Siegelring (geliehen) seiner selbst vergewissern muß und viel zuviel Herrenparfüm (Aquaärava) auf den SÜD-Mark-Anzug und unter die Achse! chüttet. damit der Angstschweiß nicht ruchbar wird. möchte aus der Rolle raus, noch bevor sie anfängt.
Weit weg fahren. nach Portugal, auf die Kooperative, wo du dich nicht zu verstellen brauchst. von den Landarbeitern aufgenommen wirst. dazugehörst und dich nützlich machen kannst. selbst mit zwei linken Händen.
Jetzt habe ich Angst. eine Angst. die ich nur einmal hatte: als ich mich im faschistischen Athen ankettete.
Auch diesmal trage ich meine Haut zu Markte. Nur daß die Spuren der Verletzungen nicht so sichtbar sein werden. Damals war ich in der Unschuldsrolle des Opfers. diesmal muß ich zum Mittäter werden.
Du weißt nicht. auf was du dich da einläßt«. hatte B.gesagt. »Die zermanschen und knacken dich. daß dir Hören und Sehen vergeht. Die sind einfach perfekt. Die schlucken dich. bevor du überhaupt piep sagen kannst.
Du Dilettant. du bist kein guter Schauspieler. Das beste für dich wäre. daß sie dir früh genug die Maske runter- reißen. bevor sie dir anwächst.«

 
Günter Wallraff (Burscheid, 1 oktober 1942)

 

De Nederlandse dichter criticus, essayist en letterkundige Pieter Nicolaas van Eyck werd geboren op 1 oktober 1887 in Breukelen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor P. N. van Eyck op dit blog.

Sterren en bloesems…

Sterren en bloesems, en het zoele suizen
Van lentewind; en, uit de wijde nacht,
Langs kleine tuinen tussen stille huizen,
Geur van belofte voor een hart dat wacht.

Rijk hart, in ’t eeuwig keren der getijden
Eenzaam wellicht, maar wonderlijk gerijpt,
Dat, lijdend al wat Leven géeft te lijden,
Nochtans zijn grootheid, in geluk, begrijpt.

 

Gij draagt het gladde mom der dood

Gij draagt het gladde mom der dood;
uw oog is groot van lijden;
het naaste naken van de nood
heeft uwe mond gescheiden.

Reeds is het, of het laatste woord
uw lippe gaat verpaarsen.
Gij spert uw vingeren, doorgloord
van eeuwig licht, als kaarsen.

Uw glimlach voert het bijster beeld
der eeuw’ge ontvangenisse.
Het lam des offers is gekeeld,
o gij, zijn blanke nisse.

Gans uw gedaante is als verklaard;
uw gang is eêl en zedig:
gij zijt gezuiverd, of gij waart
van zekerheên volledig.

En waar mijn eigen leên en brein
van levens-koortse dorden,
is ’t, of mijn weiger medelij’n
mag eindlijk liefde worden.

 
P. N. van Eyck (1 oktober 1887 – 10 april 1954)
Portrettekening van P.N. van Eyck, 1914 

 

De Nederlandse schrijver Israël Querido werd geboren in Amsterdam op 1 oktober 1872. Zie ook alle tags voor Israël Queriodo op dit blog.

Uit: Geschreven portretten – Jacobus van Looy

“Onder de z.g. tachtigers lijkt van Looy de merkwaardigste en heel stellig de meest individueele en kern-zuiverste werker. Hij is, om beurten, door zeer persoonlijke taal- en woordvormingen en door wrochtende verbeeldings-rijkheid, gecompliceerd als het lichtglanzende weefsel van een monsterlijk-ineengedrongen kruisspin; hij is onverhoed-visioenair door een plotsen glans uit de diepte der woorden opschietend ; hij is even onver- wacht realistisch als een uiterst gevat volkshumorist.
Om zijn individualisme, in hoogeren zin, heeft hij bij alle soorten intellectueelen en geloofs-menschen, veel bewondering ingeoogst. En toch is er een onbegrepene eenzaamheid om hem heen gebleven. — De allergrootste fout bij de meeste van Looy-beoordeelingen, is m. dat men hem veel to uitsluitend als woordkunstenaar, en schilder van het uiterlijke, als treflijk beelder van het zichtbare, het visueele schilder-schoon voorstelt. — De massa verstaat hem niet ; de enkeling doorgrondt hem evenmin. Van Looy arbeidt ook geheel alleen om het schoone werk zelf, om het innerlijke scheppingsgeluk.
Van Looy’s kunst is er, zooals een wolk, een zee-gloed, een storm, een aarde-damp er is, geheel zonder lagere menschelijke bijbedoelingen. Zijn werk lijkt mij door en door cosmisch. Er is, — o laat ik het hartstochtelijk u doen gevoelen, — geen schrijver van welken tijd ook, uit wiens arbeid — zoo geurig, zoo van levens-adem doordrenkt, — het frissche der winden, het storm-ruchtige van een zee-bries, het zoute, zilte, levenshartige van grond, lucht, aarde en bosch, sterker tot ons komt dan uit zijn werk. Hij is zoo ontzaglijk gezond en toch zoo nerven-fijn in zijn kunst.”

 
Israël Querido (1 oktober 1872 – 5 augustus 1932)
Karikatuur door Theo van Doesburg, 1910

 

De Franse dichter Charles Cros werd geboren in Fabrezan op 1 oktober 1842. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Charles Cros op mijn blog.

A grand-papa

Il faut écouter, amis,
La parole des ancêtres.
– Ne soyons jamais soumis !
Mais, d’où viennent tous les êtres ?

Donc pour cela, puis-je oser,
A travers l’imaginaire,
Vous envoyer un baiser
De tout mon coeur, mon grand-père ?

Vous faisiez des vers très doux
D’après le doux Théocrite,
” L’Oaristys ! ” C’est de vous
Qu’en faisant ces vers, j’hérite.

 

Jeune homme

Oh ! me coucher tranquillement
Pendant des heures infinies !
Et j’étais pourtant ton amant
Lors des abandons que tu nies.

Tu mens trop ! Toute femme ment.
Jouer avec les ironies,
Avec l’oubli froid, c’est charmant.
Moi, je baise tes mains bénies.

Je me tais. Je vais dans la nuit
Du cimetière calme où luit
La lune sur la terre brune.

Six balles de mon revolver
M’enverront sous le gazon vert
Oublier tes yeux et la lune.

 
Charles Cros (1 oktober 1842 – 9 augustus 1888)
Portret door Herlañes

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

Beach of Promise

It’s a summer’s day on the English coast
The sun says I’ll be here all day
it’s not an idle boast-
And two little girls who live in the town
are heading for the beach now each has got
her toast and cocoa down.
Ivy and Gladys, off they scram.
Ivy and Gladys, on the trarn.
Ivy and Gladys heading for
the side of the sea which they adore
in Ramsgate
in this silent Charleston movie age
when hats were in
and twelve and three pence halfpenny
is a decent working wage.
Ivy and Gladys in the sand.
Ivy and Gladys in the garden of England.
Ivy and Gladys by the bandstand,
Ivy and Gladys close as clams in Ramsgate.

 

Mummy

Mummy when ! cut my chin
You came and kept the bleeding in.
You clasped it like it was a purse,
Way back once you were a nurse.
You shone my brother’s fencing trophy on the manteLshelf
and you ensured my sister felt of value, when unsure of it herself.
Our daddy’s eamings were not large
but you ensured we always had the best,
of margarine.
You strenuously stretched the pound
You even found enough for me visit distant Fourth Division football
grounds,
like Chesterfield and Barrow.
You darned the socks you knitted too
for me you recommended blue.
While we still had the stairs to tread
You held me very tightly when you took me
nightly up to bed.
You knitted up my broken skin
This narrow mark upon my chin’s
a mark of how you held it together, Mum.

 
John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

De Amerikaanse schrijver Tim O’Brien werd geboren op 1 oktober 1946 in Austin, Minnesota. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010.

Uit: The Things They Carried

“First Lieutenant Jimmy Cross carried letters from a girl named Martha, a junior at Mount Sebastian College in New Jersey. They were not love letters, but Lieutenant Cross was hoping, so he kept them folded in plastic at the bottom of his rucksack. In the late afternoon, after a day’s march, he would dig his foxhole, wash his hands under a canteen, unwrap the letters, hold them with the tips of his fingers, and spend the last hour of light pretending. He would imagine romantic camping trips into the White Mountains in New Hampshire. He would sometimes taste the envelope flaps, knowing her tongue had been there. More than anything, he wanted Martha to love him as he loved her, but the letters were mostly chatty, elusive on the matter of love. She was a virgin, he was almost sure. She was an English major at Mount Sebastian, and she wrote beautifully about her professors and roommates and midterm exams, about her respect for Chaucer and her great affection for Virginia Woolf. She often quoted lines of poetry; she never mentioned the war, except to say, Jimmy, take care of yourself. The letters weighed 10 ounces. They were signed Love, Martha, but Lieutenant Cross understood that Love was only a way of signing and did not mean what he sometimes pretended it meant. At dusk, he would carefully return the letters to his rucksack. Slowly, a bit distracted, he would get up and move among his men, checking the perimeter, then at full dark he would return to his hole and watch the night and wonder if Martha was a virgin.”

 
Tim O’Brien (Austin, 1 oktober 1946)
 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e oktober ook mijn blog van 1 oktober 2011 deel 1 en eveneens deel 2.