De Amerikaanse schrijver, dichter en componist Paul Bowles werd geboren in New York op 30 december 1910. Al op jonge leeftijd worden enkele gedichten van hem gepubliceerd. Hij schreef gedichten en speelde piano om te ‘vluchten’ voor zijn ongelukkige jeugd. In 1929 verlaat hij de Verenigde Staten om zijn geluk te beproeven in Parijs. HIj vertrekt een paar jaar later naar Marokko, Tanger. Hier vindt hij veel inspiratie voor zijn boeken, die veelal dit gebied en de cultuur als achtergrond. Ondanks dat hij slechts enkele romans heeft geschreven (w.o. het door Bertolucci verfilmde The Sheltering Sky), betreft het hier tijdloze klassiekers met als voornaamste thema de oppervlakkigheid van de westerse mens en het daaruit voorkomende onvermogen om overeind te blijven als zijn vertrouwde omgeving wegvalt. De afstandelijke beschrijvingen van hoe zijn hoofdrolspelers langzaam ten gronde gaan tegen de achtergrond van een genadeloze natuur en afwijkende culturen zijn subliem. Hij heeft veel korte verhalen geschreven, waarvan sommige eigenlijk tot een soort literair horror-genre gerekend kunnen worden.
Uit A DISTANT EPISODE
”The September sunsets were at their reddest the week the professor decided to visit Ain Tadouirt, which is in the warm country. He came down out of the high, flat region in the evening by bus, with two small overnight bags full of maps, sun lotions and medicines. Ten years ago he had been in the village for three days; long enough, however, to establish a fairly firm friendship with a cafe-keeper, who had written him several times during the first year after his visit, if never since. “Hassan Ramani,” the Professor said over and over, as the bus bumped downward through ever warmer layers of air. Now facing the flaming sky in the west, and now facing the sharp mountains, the car followed the dusty trail down the canyons into air which began to smell of other things besides the endless ozone of the heights: orange blossoms, pepper, sun-baked excrement, burning olive oil, rotten fruit. He closed his eyes happily and lived for an instant in a purely olfactory world. The distant past returned – what part of it, he could not decide.
The chauffeur, whose seat the Professor shared, spoke to him without taking his eyes from the road. “Vous etes geologue?”
“A geologist? Ah, no! I’m a linguist.”
“There are no languages here. Only dialects.”
“Exactly. I’m making a survey of variations on Moghrebi.”
The chauffeur was scornful. “Keep on going south,” he said. “You’ll find some languages you never heard of before.”
Paul Bowles (30 december 1910 – 18 november 1999)
De Britse schrijver en dichter Joseph Rudyard Kipling werd geboren op 30 december 1865 in Bombay, India. Zijn bekendste werk is ongetwijfeld The Jungle Book, een fabel over het jongetje Mowgli dat door wilde dieren wordt opgevoed en die tegenwoordig vooral bekend is door de diverse films en tekenfilms die er o.a. door Walt Disney van zijn gemaakt. Deze filmversies doen de verhalen echter geen recht. Andere bekende verhalende werken van Kipling zijn de Plain tales from the Hills en Kim. Rudyard Kipling ontving in 1907 als eerste Brit de Nobelprijs voor de Literatuur.
Uit: The Jungle Book
Mowgli’s Brothers
Now Rann the Kite brings home the night
That Mang the Bat sets free—
The herds are shut in byre and hut
For loosed till dawn are we.
This is the hour of pride and power,
Talon and tush and claw.
Oh, hear the call!—Good hunting all
That keep the Jungle Law!
Night-Song in the Jungl
It was seven o’clock of a very warm evening in the Seeonee hills when Father Wolf woke up from his day’s rest, scratched himself, yawned, and spread out his paws one after the other to get rid of the sleepy feeling in their tips. Mother Wolf lay with her big gray nose dropped across her four tumbling, squealing cubs, and the moon shone into the mouth of the cave where they all lived. “Augrh!” said Father Wolf. “It is time to hunt again.” He was going to spring down hill when a little shadow with a bushy tail crossed the threshold and whined: “Good luck go with you, O Chief of the Wolves. And good luck and strong white teeth go with noble children that they may never forget the hungry in this world.”
Rudyard Kipling (30 december 1865 – 18 januari 1936)
Willy Spillebeen werd geboren in Westrozebeke op 30 december 1932. Hij is sinds 1969 redacteur van Dietsche Warande & Belfort en sinds 1987 lid van de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1990-91 was hij de eerste Vlaamse writer in residence in Madison, Wisconsin USA. Op het vlak van poëzie schreef hij essays over o.a. De Haes, Nijhoff, Leopold en Gerhardt en vertaalde werk van o.a. Neruda, Lorca en Alberti. Met Hubert van Herreweghen stelde hij een driedelige bloemlezing samen uit de Nederlandstalige poëzie vanaf 1880 en verzorgde met dezelfde auteur vanaf 1974, en sinds 2001 met Hugo Brems, een jaarlijkse bloemlezing Gedichten uit de Nederlandse en Vlaamse tijdschriften.
Ik teken
Ik teken met mijn tanden in je vel
de plek waar ik je steeds wil bijten
mijn wijfje wilde siddervis
totdat wij uit elkander splijten
na de eendagsdroom die leven is
de enkele momenten zelfbedrog
de jaren van verbeten dulden
mijn vrouw oud als het leven is
vergeef mijn niet bedreven schulden
wie takelde je lichaam af
je lieve lichaam siddervis?
Ik teken met mijn tanden in je vel
de plek waar later als geheugen
je lichaam nog bewoonbaar maakt.
Die plek zal ik met mijn adem met
mijn hartstocht dan bewonen
een eilandje een rondemaan
de schoonste schuilplaats tegen waarheid
die ik vanmorgen vond.
Willy Spillebeen (Westrozebeke, 30 december 1932)