Stefaan van den Bremt, Eugenio Montale, Robert Fitzgerald

De Vlaamse dichter en essayist Stefaan van den Bremt werd geboren in Aalst op 12 oktober 1941. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2010en eveneens alle tags voor Stefaan van den Bremt op dit blog.

 

Naastenliefde

Wie heeft de pad het pad zien oversteken?
De boer op zijn tractor niet: hij heeft
al honderd padden overreden. Het pad
is smal, en de pad traag. Hij is een
pelgrim, onderweg (misschien mist hij
een kenteken?). Hij sleept zich naar
de plas, de poel waarin herboren wordt
zijn groene paradijs. Hij wil dwars
door het stenen huis, hij volhardt in
zijn heimwee, zwijgend, laat zich
met geen klem van drempels overreden.
En als wij in het donker de deur dicht-
slaan brengt hij geen klacht uit, geeft
geen kik. Pas maanden later vindt men
tussen deur en drempel, geplet, gedroogd,
zijn bijna gewichtloos, haast onstoffelijk
omhulsel. Gelukkige pad, nog steeds
op pad, pelgrim zonder reisgoed.

 

Lijflied

Het is van mijn leven nog niet geschreven,
nog nooit van m’n leven.
Het staat om de dood nog niet te boek,
om de dooie dood niet.

Het voelt nog zo iel aan,
of het mijn tong nog niet kan roeren;
ik voel me beroerd. Hoor hoe
het zou willen schreien.

Ik wil het ooit nog eens op
kunnen schrijven, al is het te weinig
om van te leven, het is om dood te gaan
te veel.

Een wijs is het, een onbepaalde
ruimte, die nog niet weet van tijd.
Een mond waarin bestorven ligt
wat nog geboren moet worden.

Stefaan van den Bremt (Aalst, 12 oktober 1941)

 

De Italiaanse dichter Eugenio Montale werd geboren in Genua op 12 oktober 1896. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Eugenio Montale op dit blog.

 

Glory of Expanded Noon

Glory of expanded noon
when the trees give up no shade,
and more and more the look of things
is turning bronze, from excess light.

Above, the sun—and a dry shore;
so my day is not yet done:
the finest hour is over the low wall,
closed off by a pale setting sun.

Drought all around: kingfisher hovers
over something life has left.
The good rain is beyond the barrenness,
but there’s greater joy in waiting.

 

Vertaald door Jonathan Galassi

 

 

Bring Me the Sunflower

Bring me the sunflower so I can transplant it
here in my own field burned by salt-spray,
so it can show all day to the blue reflection of the sky
the anxiety of its golden face.

Darker things yearn for a clarity,
bodies fade and exhaust themselves in a flood
of colors, as colors do in music. To vanish,
therefore, is the best of all good luck.

Bring me the plant that leads us
where blond transparencies rise up
and life evaporates like an essence;
bring me the sunflower sent mad with light.

 

Vertaald door Charles Wright

Eugenio Montale (12 oktober 1896 – 12 september 1981)

Portret door Guido Peyron, 1932

 

De Amerikaanse dichter, criticus en vertaler Robert Stuart Fitzgerald werd geboren op 12 oktober 1910 in Springfield, Illinois. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2010en eveneens alle tags voor Robert Fitzgerald op dit blog.

 

Cobb Would Have Caught It

In sunburnt parks where Sundays lie,
Or the wide wastes beyond the cities,
Teams in grey deploy through sunlight.

Talk it up, boys, a little practice.

Coming in stubby and fast, the baseman
Gathers a grounder in fat green grass,
Picks it stinging and clipped as wit
Into th eleather: a swinging step
Wings it deadeye down to first.
Smack. Oh, attaboy, attyoldboy.

Catcher reverses his cap, pulls down
Sweaty casque, and squats in the dust:
Pitcher rubs new ball on his pants,
Chewing, puts a jet behind him;
Nods past batter, taking his time.
Batter settles, tugs at his cap:
A spinning ball: step and swing to it,
Caught like a cheek before it ducks
By shivery hickory: socko, baby:
Cleats dig into dust. Outfielder,
On his way, looking over shoulder,
Makes it a triple. A long peg home.

Innings and afternoons. Fly lost in sunset.
Throwing arm gone bad. There’s your old ball game.
Cool reek of the field. Reek of companions.

 

Night Images

Late in the cold night wakened, and heard wind,

And lay with eyes closed and silent, knowing

These words how bodiless they are, this darkness

Empty under my roof and the panes rattling

Roughed by wind. And so lay and imagined

Somewhere far off black seas heavy-shouldered

Plunging on sand and the ebb off-streaming and

Thunder forever. So lying bethought me, friend,

What traffic ghouls have, or this be legend,

In low inland hollows of the earth, under

Shade of moon, the night moaning, and bitter frost;

And feared the riches of my bones, long given

Into this earth, should tumble to their hands.

No girl or ghost beside me, and I lonely,

Remembering gardens, lilac scent, or twilight

Descending late in summer on that town,

I lay and found my years departed from me,

And feared the cold bed and the wind, absurdly

Alone with silence and the trick of tears.

 

Robert Fitzgerald (12 oktober 1910 – 16 januari 1985)

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e oktober ook mijn blog van 12 oktober 2011 deel 1 en eveneens deel 2.