A. F.Th. van der Heijden, Günter Grass

De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.

Uit: Advocaat van de hanen (De tandeloze tijd, deel 4)

“Ho! Ho! Ho!’ riep de rechter- commissaris als een voerman. ‘Stop. Terugspoelen die band – tot aan het ontbijt. Dat wil ik nog wel eens horen.’
Hij was overeind gekomen, en de technicus volgde zijn voorbeeld.
De technicus deed zijn werk. Spoelde, schakelde het apparaat weer in.
‘… angstaanjagender hem met aangeleerd cockney-accent te horen zingen…’, hoorde Quispel zichzelf zeggen.
‘Nee, dat is te ver terug’, zei de rechter-commissaris. ‘Over Frank Sinatra hebben we het wel een andere keer. Ik wil die hele ontbijtscène terughoren.’
De rechter-commissaris liep geagiteerd heen en weer. De officier van justitie, de advocaten van de bewaarders, Quispels eigen advocaat mr. Vlacq – ze keken allemaal stil voor zich uit, verbijsterd, duidelijk in grote verlegenheid gebracht door wat ze zojuist gehoord hadden. Het apparaat snorde. Quispel was even verlost van het moeten aanhoren van zijn eigen stem. Het zat hem niet lekker dat bij de verhoren ten gerieve van het gerechtelijk vooronderzoek naar de rol van de bewaarders ook de officier van justitie aanwezig was, een nogal vreemde gang van zaken. En niet zomaar een officier van justitie, maar dezelfde die destijds, na het eerste rijksrechercheonderzoek, vond dat ‘de zaak als afgedaan kon worden beschouwd’. Vernederend dat uitgerekend die vent hier nu uit de eerste hand mocht vernemen hoe nalatig Quispel was geweest. Quispels verklaring werd alsnog bij het gerechtelijk vooronderzoek betrokken.
De technicus schakelde de band weer op afspeelsnelheid in. ‘… Kon het dat u alles zo goed zag en verstond?’ De stem van inspecteur De Moei.
‘Zoals gezegd’ – Quispels eigen stem weer – ‘het luikje stond open met mijn ontbijt er nog op. Ze vergaten het te sluiten door de plotselinge consternatie aan de overkant. De gang is betrekkelijk smal. Ik had, mede door de openstaande celdeur, een goed zicht op alles wat in de cel tegenover de mijne gebeurde. Ook horen kon ik bijna alles…’
‘Ho. Stop,’ deed de rechter-commissaris weer. De technicus zette de band stil. ‘Mijnheer Quispel, ik heb u nergens horen vertellen dat het deurluikje uiteindelijk weer gesloten werd. Het heeft, neem ik aan, niet tot aan uw heenzending open gestaan…’
‘Nou, het had niet veel gescheeld. Zo’n haast hadden ze me na het voorval te ontslaan… Pas na de zoveelste keer heen en weer lopen ontdekte een bewaarder – ik meen dat het Jaap was – het gat in mijn deur. Hij deed het met een kwaad gezicht dicht. Binnen het uur werd ik heengezonden. En daarmee hadden ze zo’n haast, dat ze vergaten me mijn spullen mee te geven. Enfin, ik vergat zelf er naar te vragen.’
‘U suggereert dus…’
‘… dat ik als mogelijke getuige, bijna letterlijk, werd gedropt, ja. Blijkbaar is niet eens mijn vals opgegeven naam geverifieerd. Men wilde mij kennelijk het liefst maar helemaal vergeten. Ik was als dronkelap ingesloten. Ze moeten welhaast het syndroom van Korsakov als diagnose gesteld hebben.”

 

A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Grass werd geboren in Danzig (tegenwoordig Gdansk) op 16 oktober 1927. Zie ook alle tags voor Günter Grass op dit blog.

 

Dat van ons

Weids ligt het land waar, als zijn lied en folders kloppen,
zich schoonheid heuvelachtig uitbreidt, naar het noorden vlak,
heel dicht bevolkt (vandaag de dag) tot onder ’t dak.
Waar ooit voor vaders toorn het kind zich moest verstoppen,

daar is geen toevlucht meer, nee, niets kan stiekem blijven.
Herkenbaar zijn we zo, te kijk voor iedereen,
dat alle buren, heel de wereld om ons heen
de kiem van ons geluk als ongeluk ziet drijven.

Op dit moment heeft een verkeerde conjunctuur
ons vetgemest. Van leed verzadigd kon de
ellende aanslaan met de vrije markt als kuur.
We kregen korting zelfs op onze zonden.
Novemberland, vervloekt tot ijver, wacht met beven
het laatste oordeel en de prijs, hoog opgedreven.

 

Vertaald door Matthias Rozemond

 

Günter Grass (16 oktober 1927 – 13 april 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

A. F.Th. van der Heijden, Katha Pollitt

De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.

Uit: Gedichten Gods

“Je haalt het, pap. Je moet de Schepselen Gods nog schrijven.”
Hij richtte zijn kin op van zijn borst, en voor even ging het licht weer aan in zijn ogen, als achter vuil vensterglas. “In de Griekse grondtekst staat…”
“Rustig nou. Scheppingen Gods, ik weet het.”
“Gedichten Gods, Jol.”
“Zie je wel. Die moeten nog op papier. Je kunt nu niet doodgaan.”
“Lieve Jolente, stel je een man voor, en die man is je vader, en die heeft zich… na een wanhopige innerlijke strijd…”
“Telegramstijl. Je komt asem tekort.”
“Het onvermijdelijke. Legt zich erbij neer. Dan… respijt. Diagnose te voorbarig. Of… medicijn gevonden. Geen direct stervensgevaar meer. Familie in tranen van geluk. Vrienden feliciteren hem. Zijn verzwakte hart, dat juicht. Waarom? Die man, hij heeft zwaar werk verricht. Nu eens waardig, dan weer laf, zo heeft hij zich…”
“…voorbereid op de dood. Korte zinnen, pap.”
“Ja, met vallen en opstaan, zogezegd. En dan doen ze net alsof… de dood, nou, die is zijn deur voorbijgegaan… die is” – hier hoestte hij kort – “uit zijn balboekje geschrapt. Vreugde? Kom nou. Neerslachtigheid. Nu moet hij het hele proces straks nog een keer doormaken. Van voren af aan. Terwijl die eerste keer, toen hij het karwei niet mocht afmaken… dat ging zijn krachten al te boven.”
“Kort, lieverd. Je hebt weer halvemaantjes in je mondhoeken.”

“Met de dood in het reine… een tweede poging, dat overleeft hij niet. Dus, mijn lieve Jol, dus… mondje dicht. Probeer het me niet… uit het hoofd… Is goed zo. Vrede ermee. Een volgende keer, nee, dan zou ik er geen puf in hebben… er nog eens vrede mee te krijgen.”
“De Gedichten Gods, papa. Volhouden. Ooit vertelde je over die wandeling, van Freud met James. Ze kletsten over de laatste nieuwtjes uit de psychiatrie. Zo was het toch? En William James, die leed aan angina pectoris of zo, en die krijgt opeens een geweldige pijn in de borst, en die blijft stokstijf staan. Hoe ging het ook weer verder?”
De oude man had zijn ogen dicht. “James geeft zijn aktetas aan Freud… en zijn paraplu… en hij verzoekt Freud om door te lopen.”
“O ja, en dan blijkt dat de aanval niet meteen dodelijk is. De pijn zakt. William James zet er de sokken in, en haalt Freud weer in. Hij neemt zijn plu en zijn tas weer van Freud over, en ze kletsen verder. Dat verhaal, pap, dat heb je me niet voor niets verteld. Freud leed tot op dat moment aan verschrikkelijke doodsangsten. Toen hij James zo zag reageren, wilde hij de dood ook zo in de poppetjes van de ogen kunnen kijken. Net zo onverschillig. Dus, pap, of het nou bij die ene keer blijft, of dat je er vaker doorheen moet… God, papa, denk aan de Gedichten Gods. De mensen hebben nog iets van je tegoed.”
“Of Freud, toen die dacht dat het zijn tijd was… of die zijn aktetas en zijn paraplu heeft afgegeven…” Hij praatte nu heel zacht. “De geschiedenis, nee, die vermeldt het niet.”
“Put je toch niet zo uit, lieverd. Freud stierf in Londen. Daar heb je een plu tot het laatst toe hard nodig.”

 

A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.

 

Amor fati

Overal waar ik kijk, zie ik mijn lot.
In de metro. In een steen.
Op de stoeprand waar mensen in de regen op de bus wachten.
In een wolk. In een glas wijn.

Als ik in het park ga wandelen, is het een plataanblad.
Op kantoor, een saai potlood.
In de etalage van Woolworth kijkt mijn lot mij aan
door de sluwe ogen van een stoffige parkiet.

Stukje krant, dubbeltje in een handvol kleingeld,
Door welke drukke straat haast je je vanochtend,
een overjas tussen de overjassen,

met een trein die moet worden gehaald, een agenda vol afspraken?
Als ik je bij mijn naam zou noemen, zou jij je omdraaien
of om de hoek verdwijnen,
een zwakke geur achterlatend van oranjebloesemwater,
tabak, schemering, sneeuw?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Katha Pollitt (New York, 14 oktober 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

A. F.Th. van der Heijden, Katha Pollitt

De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.

Uit: Mooi doodliggen

.“Het gebouw van de Verenigde Naties deed me altijd al aan een staande grafsteen denken, maar nu er wolkflarden langs de blauwe lucht joegen, leek de zerk ook nog eens over te hellen om me in z’n trage val te verpletteren. De wind tilde de vlaggen van de aangesloten landen hoog op, en wond ze dan weer klapperend om hun mast. Ik probeerde me met een hoofdschudden van het gezichtsbedrog te ontdoen, maar bleef in trance naar de wolkenkrabber staan kijken, waarvan de scharnierende beweging zich niet zomaar liet wegredeneren.
Zelfs binnen nog, in de vergaderzaal van de Veiligheidsraad, waarde de duizeling door mijn hoofd, en was er de suggestie dat ik me in een langzaam kapseizend gebouw bevond. Ik stelde me aan. Ondertussen zochten mijn ogen de verlichte bordjes van de nooduitgangen. Een holle zerk, dat was een grafsteen op een koopje – die de wereld nog duur kon komen te staan.
‘Zo, Haandrikman, op jacht naar foto’s?’ Een Vlaamse collega, die ik wel vaker bij zulke gelegenheden trof. ‘Je verkoopt ze voor grof geld, begrijp ik.’
‘Door omstandigheden, Camiel, ben ik toegetreden tot de schrijvende pers.’
‘Ach ja, natuurlijk. Je zit ze op de hielen, ik weet het. Voor welke krant?’
‘Algemeen Nederlands Persbureau. Zeg, heb jij Moerasjko hier ergens gezien?’
‘Help me op weg, Natan.’
‘Grigori Moerasjko. Vrij lange man. Eeuwige stoppelbaard… bovenop kaal. Russisch journalist. Luis in de pels van het Kremlin.’
‘Standplaats Kiev,’ herinnerde Camiel zich nu. ‘Niet gezien.’ De zaal vulde zich met publiek, en ook het persvak raakte snel vol. Nog steeds geen Grigori.
‘Hij zou zeker komen,’ zei ik. ‘Hij volgt alles rond MX17. Hij heeft materiaal aangedragen voor dat rapport van vanmiddag…’ ‘Misschien is hij beducht voor de lijfwachten van de Russen,’ zei Camiel. ‘Je weet wat er toen in Washington gebeurd is.’
‘Dan ken je Grigori slecht… voor de duvel niet bang.’

‘Enfin, hij is vorig jaar toch ook, na al die bedreigingen, van Moskou naar Kiev gevlucht?’
Net op dat moment verzocht de voorzitter iedereen plaats te nemen. Ik keek nog eens het journalistengedeelte rond: geen Grigori. Camiel spoedde zich naar zijn laptop. De delegaties van de verschillende landen gingen zitten. De Russen en de Nederlanders zaten niet meer dan vier, vijf stoelen van elkaar af. Beter voor het drama als ze buren waren geweest. Ik lette goed op onze minister van Buitenlandse Zaken, die zo meteen het woord zou voeren. Een tengere man. Donkerblauw pak, hardroze stropdas. Het magere, ingevallen gezicht grauw van de zenuwen.
Ik was hier eerder: voor de eerste keer in juli 2014, bij de veelbesproken toespraak van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, kort na de ramp. De man probeerde de laatste ogenblikken van de 298 slachtoffers aanschouwelijk te maken, dus ook die van mijn ouders. Hoe ze elkaar ten afscheid nog in de ogen gekeken hadden, vingers ineen klauwend. Hij sprak vlekkeloos Engels, daar niet van, maar dat gaf nou juist iets vals aan de redevoering.”

 

A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.

 

Lunaria

Nu ik helemaal
klaar ben met de lente
ongebreideld in paars
en gerafelde bladeren

en ook met de zomer
zijn grote groene manen
die opkomen door
de ademloze lucht

bleek stoffig als
de vleugels van Luna
zou ik graag willen stuiten op
oktobers kou

zoals de zilveren maanplant
Eerlijkheid
die zijn donkere zaden
richting winter draagt

een papieren lantaarn
van binnen verlicht
en schijnend op
de gevallen blaadjes.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Katha Pollitt (New York, 14 oktober 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

A. F.Th. van der Heijden, Katha Pollitt

De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.

Uit: Stemvorken

“Achter in de schemerige gang lag een dode man, bewaakt door een naakte vrouw, die op knieën en ellebogen razendsnel heen en weer kroop. Grommend met ontblote tanden – alsof ze het lijk wilde beschermen tegen onverwachte indringers. Haar rechtmatige prooi. De voordeur was tegen de muur geslagen, en voor mijn voeten lag nu een rechthoek van zonlicht waarbinnen zich mijn schaduw aftekende. De vrouw knipperde met haar ogen, wat in tegenspraak leek met haar verder zo vervaarlijke aanblik. Ze deed met geheven hand een uitval in mijn richting tot ongeveer halverwege de gangloper, en maakte toen, misschien verdreven door het felle licht, rechtsomkeert – op het lijk af, nog steeds kruipend, waarbij ze over haar schouder naar me bleef kijken. Slijmdraden lekten uit haar mondhoeken en trilden aan haar kin.
‘Rustig maar,’ riep ik. ‘We zijn hier om je te helpen.’
Ik zette een stap over de drempel en de kokosmat, waarna de vrouw een soort luchtsprongetje van schrik maakte en een golf urine verloor, die half tegen de muur en voor de andere helft in het stof naast de loper terechtkwam. Ze nam haar positie pal voor de dode weer in, gezicht naar mij toe, halsspieren gespannen, zwaaiend met haar bovenlijf. De handen maakten pas op de plaats, bonzend op de planken vloer. Ik deed een paar stappen dieper de gang in.
‘Voorzichtig aan, Zwanet,’ klonk achter me de stem van mijn collega, die op het trottoir stond. ‘Laat mij anders even.’
‘Ze is banger voor mij dan ik voor haar, Ron.’
‘Maar toch,’ zei Ron. Hij stapte het granieten stoepje op, waarvan de plaat los lag, zodat het dreunende geluid de vrouw nog meer deed terugdeinzen. Achterwaarts kruipend stootte ze tegen het lichaam. Het lag op z’n rug, geheel gekleed, behalve dat de pantalon samen met de onderbroek tot halverwege de bovenbenen omlaag was geschoven. Ook toen mijn ogen nog aan het halfduister moesten wennen, had ik meteen al gezien dat de man was overleden. Mijn collega’s van de GG&GD hadden het altijd over ‘een bepaalde grijsheid van het gezicht’ waaruit ze de dood afleidden. Deze gestorvene had eerder een stoffige beige teint. En trouwens, al bedroog mijn zicht me misschien in het halfdonker, mijn reuk was er ook nog. Niet voor niets hadden de buren in de Retiefstraat geklaagd over ‘lijkenlucht’. ‘Op z’n minst een kapotte rioolpijp.’
‘Vertel me dan in ieder geval,’ zei Ron, ‘wat je daar aantreft. Ik kan niks zien… je staat als een blok voor me.’

 

A. F.Th. van der Heijden (Geldrop, 15 oktober 1951)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.

 

EEN DICHTER VAN ONS KLIMAAT

De vergulde en grandioze weelde van de geschiedenis
minachtte hij vanaf het begin, die met roze en goud verlichte wolk
die zichzelf voortdurend boven het hoofd beukte
tot nieuwe namaak-knikkers, onechte monumenten –
en de geur van geschiedenis: pioenen en loopgraven.

Waarheid had geen verleden. Zij was woordeloos als water, een vallen
van schaduw op steen. Hoe hij ernaar verlangde de stilte te benaderen,
om zichzelf te zien verdwijnen in de kalme uitgestrektheid
van sneeuw in Ohio. Op een dag zou hij dat doen. Intussen
hield hij zijn regels kort en zijn vocabulaire klein.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Katha Pollitt (New York, 14 oktober 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.