Thomas Heerma van Voss, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

Uit: Omwegen

“Vlak voor mijn vriendin besloot dat ze niet langer mijn vriendin was, ging ik met haar familie een week wandelen in de Ardennen. Van tevoren had ik speciale schoenen gekocht, waterdicht en met dikke zolen. De verkoper zei: ‘Deze kunnen niet stuk. Hier ga je de rest van je leven profijt van hebben.’
Thuis had ik de schoenen alvast ingelopen, dat had mijn vader aangeraden. Zoals hij me ook jaren terug, rond mijn achttiende, adviseerde om met leren schoenen zo snel mogelijk in plassen regen te stappen. ‘Wij hebben enorm brede voeten, dan moet je zulke trucjes toepassen. Om te wennen.’
In aanloop naar mijn wandelvakantie gaf hij me een plattegrond van de Ardennen mee. Ik wist al dat ik hem niet zou bekijken en toch had ik de kaart in mijn rugzak gestoken, die verder gevuld was met een waterfles, antimuggencrème, blarenpleisters, een opschrijfboekje en kleren natuurlijk, vooral T-shirts, omdat ik verwachtte dat ik de komende dagen veel zou zweten.
Zuid-België in de ochtend. Bushaltes waarvan je niet direct kon zien of ze nog in gebruik waren. Kerken met daaromheen een bakkertje en een begraafplaats, losstaande huizen die leken te twijfelen bij welk gehucht ze hoorden. Het weinige leven dat hier was speelde zich af achter rolluiken of in een van de imposante bossen, die met glooiende weilanden en middeleeuwse bruggetjes aan elkaar waren verbonden.
Verkeer was er nauwelijks, we moesten alleen vaart minderen voor groepjes wielrenners. Een paard in sukkeldraf. Twee tractoren. Als we nog even doorreden over deze weg zouden we in Frankrijk belanden, maar in plaats daarvan parkeerde mijn schoonvader zijn minibusje vlak bij Bouillon. Camping Halliru. We gingen er niet slapen, alleen de auto zou hier achterblijven, op dit afgelegen grind en beschut door een rij bomen, het was allemaal van tevoren uitgedacht.
Mijn schoonfamilie hield van deze streek. De ouders hadden er een huisje waar ik inmiddels twee kersten had doorgebracht en alle vijf waren ze gewend aan wandelvakanties. Vorige zomer nog trokken ze met zijn vijven door de Italiaanse bergen, en heel geroutineerd controleerden ze nu hun bagage. Mijn schoonzusje ging na of ze genoeg mueslirepen bij zich had. Mijn vriendin benutte het moment om haar rugzak alsnog, overvallen door een plotse haast die ik niet begreep, opnieuw in te delen. Zoals gebruikelijk trok mijn schoonbroer intussen de meeste aandacht, met zijn fladderige overhemd, zijn sandalen, het ongewassen haar dat tot aan zijn middel kwam, en met de gitaar die hij als voornaamste bagage had meegenomen en waarvan hij nu kort de snaren beroerde.”

 

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Hotel voor slaapwandelaars

Komen slapend overal vandaan,
mijn huis is een altijd donker verblijf
voor dwaallichtjagers, mummies, winterdieren
en voor de slapeloze handelaars die op de glinsterende
boulevard van de Maanlicht Hotels
vermoeidheid uit hun hoorn des overvloeds verkopen.

Over een windstille viaductspoorweg trekken jullie
met vrachters en wagons in een slaapkonvooi
van het licht naar het donker, de tunnels
van de schemering ertussen houden jullie niet lang op.

Uiteindelijk kloppen jullie op mijn deur en smeken
met een stem verstikt door dromen, met zieke vleugels
en gescheurde schoenen om een ontwaken
uit je wereldreis door de verlaten
nachtmerrieachtige nacht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

Uit: Eine Tür aus Glas, weit offen

„Die Tür aus Glas ist im Sommer offen, auch nachts und im Regen, und wenn ich in die Gemeinde fahre, um Post zu holen und Brot zu kaufen. In meiner Abwesenheit tritt niemand ein. Es ist nicht dasselbe, wenn ich zu Hause bin.
In der offenen Tür tauchen Leute auf (sie erscheinen im Winter hinter Glas), vertraute und unbekannte, erwünschte und falsche, Gesichter und Mäntel im Gegenlicht, ein Uhrenhändler im Wagen aus Marseille, ein Nachbar, der Honig bringt, um erzählen zu können, ein vom Bergweg abgeirrter Tourist. Ein Lavendelbauer kommt an Erntetagen und bittet um Hilfe. Der Gemeindediener liest die Wasser-uhr und trinkt etwas Wein. Es kommen Zigeuner, die Körbe verkaufen, und es kommen zwei Damen der christlichen Redseligkeit, sie bieten Broschüren und Bibeln an. Eine Viper rutschte, als ich im Zeichnen war, grau und langsam über die Schwelle, krümmte sich an den Wänden entlang und verschwand hinter Büchern. Jahrelang bewegte sich, nachts um elf, eine Kröte hangabwärts durch das Licht. Der Marder (er scheint mein Marder zu sein) trug die Kopf- und die Schwanzhälfte eines zerlegten Gecko nacheinander an der Tür vorbei. Der Kater des Nachbarn erscheint mit einer Maus. Junge Vögel fliegen ins Zimmer, prallen ans Fenster und stürzen ab, verwirrt, betäubt, mit gebrochenen Flügeln.
Elstern schwirren laut vorbei, randalierende Diebe der Vogelwelt, verschlagen und frech wie alte Füchse, und schaffen beiseite, was Licht fängt: Kupferteile, Scherben, Silberpapier. Eine Brille, lang verschwunden, wurde nach Jahren im Bach entdeckt.
Es ist ein Raum, in dem gearbeitet wird. Vor der Tür steht ein alter Tilleul, er trägt zu allem bei, was mir möglich ist. Die Türe öffnet sich in dichtes Laub (im Winter in kahles Geäst), ich atme und schlafe im Baum, in Geräusch und Schatten des Baums, in seinem Duft. Die Wurzeln wachsen unter das Fundament, die Äste berühren das Dach und scheuern im Wind an den Ziegeln. Der Baum muss
gelichtet werden, ich schneide die Äste. Er filtert Hitze, Licht und Wind, lässt den Regen erzählen, wirft bewegliche Schatten auf Gras und Mauern, grünen Schatten auf Tisch und Gläser, Sonnenflecken auf das Papier. Vögel durchfliegen ihn ohne Geräusch, Bienen halten sich auf, im Schatten brummend. Im ausgehöhlten Stamm ein Nest von Hornissen, das ich nachts mit Zement verschloss.
Hinter dem Baum geht das Grasland hangaufwärts nach Süden. Unter Weißdorngestrüpp verfällt eine Mauer, die Lavendelfeld und Wiesen trennte. Wiesen und Feld sind verbraucht, voll Kraut und Dornen, das Gras ist üppig, aber verfilzt und wertlos, saftig im Frühling, im Sommer verdorrt, das Land vor Augen wird an den Hundstagen grau. Grau sind Bergrücken, Gräser und Steine, grün wie grau ist das staubige Laub.“

 

 

Half oktober

Heeft de herfstmaan een slaapmuts op,
vergeet hij afscheid te nemen van de vlier,
de wind trekt gouden handschoenen aan,
om de laatste bladeren van de acacia
in zijn dagboek te leggen;
het eerste sneeuwvlokje aarzelt nog,
het laat zich op mijn schouder vallen.
De regen meent het goed met mij,
Hij wandelt op het dak van de wereld
In onhoorbare pantoffels.
Maar Onze Lieve Heer heeft zevenmijlslaarzen aan
en gaat voorbij aan de jaren waarin ik leef.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

Sophie van der Stap, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: Een blauwe vlinder zegt gedag

“27 maart 2007. Slechts een datum, maar ook zoveel meer dan dat. Die dag reed ik weg van huis. De opeenvolging van pijnlijke herinneringen ging te snel om van me af te schudden. Zelfs niet voor een dag, een minuut, of een moment. Ik reed met een omweg door Duitsland naar Spanje, maar algauw bleek Spanje niet groot en ver genoeg. De kilometers gingen hard, bijna net zo hard als mijn gedachten. Mijn hoofd stond bol van de woorden, de spiegels vol van de vrachtwagens, maar de weg voor mij was leeg. Blank. En vooral: vrij. 240.638, las ik op de display. Slechts de laatste 638 kilometers waren van mij. Ik reed weg van Amsterdam, van alles wat mijn leven beheerste en bepaalde, op weg naar een nieuwe, lege dag, die, in gedachten, alleen ingevuld kon worden in Spanje. Maar helaas kun je eenzaamheid niet vullen, daar ben ik inmiddels wel achter. Het was de eenzaamheid die mij vulde. Het leven bepaalde meer voor mij dan ik voor mijn leven. De rollenwisseling die hieraan vooraf was gegaan heb ik machteloos moeten toestaan, steeds verder weg rakend van mijn eigen speelterrein, de zijlijn op. Misschien dat het wel altijd zo geweest is. Misschien dat het gewoon zo is. Misschien dat mijn geloof in maakbaarheid meer weg heeft van dromen dan van wakker zijn. Dat weet ik niet. Hoe het ook zij, mijn ongeloof in grenzen knaagde als een bezetene aan mijn geloof in mogelijkheden. De acceptatie dat het leven van meer toevalligheden en omstandigheden aan elkaar hangt dan ik me ooit heb voorgenomen te accepteren, kroop grillig als een naaktslak bij me naar binnen. Het was oorlog binnen mijn eigen filosofie en het geschil had ik zelf op te lossen. Enerzijds volgde ik de paden van een droom, anderzijds vertrok ik uit een eerdere droom, die ik los moest zien te vlechten van mijn toekomst. Met het afsterven van Chantal en het inkrimpen van mijn hart, raakte ik meer en meer verstikt in de leegte, die als een koude deken om me heen was geslagen.
De werkelijkheid verschuift en verwachtingen schuiven mee. Ze passen zich stilletjes aan de nieuwe straatstenen aan, die ik twee jaar geleden op een winderige ochtend in januari voor het eerst bewandelde. Vanaf die ochtend was alles anders. Het is moeilijk te bevatten wat er met je gebeurt als op jonge leeftijd de weg vooruit ophoudt te bestaan. Je kunt niet meer dromen en je durft niet meer te dromen zonder de pijn te voelen van de eenzaamheid die niet in te vullen blijkt.”

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Vogel

DE VOGEL IS HET TEGENOVERGESTELDE VAN ALLES –
Maar niet het tegenovergestelde van lucht en hemel
zij zijn het paleis en de danszaal van de vogelvolken.

Tot het einde van de nacht een kauw,
die in de laatste sneeuw van de maartochtend roept,
Het zou een ekster kunnen zijn, het zilveren kettinkje van Stella
in de snavel, waar laat je het. Hij is niet
het tegenovergestelde van het licht, de zee, de zomer,
van stormen uit negentig richtingen van het nadir.

Hij is de zwarte wouw en heeft geen vijanden.
Mijn vogel, maar hij kent mij niet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

Louis Couperus, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit: De stille kracht

“De volle maan, tragisch dien avond, was reeds vroeg, nog in den laatsten dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindeboomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vagen hemel op. Een doodsche stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon. Over de stad, wier wit gepilaarde villa-huizen laag wegscholen in het geboomte der lanen en tuinen, hing een donzende geluideloosheid, in de windstille benauwdheid der avondlucht, als was de matte avond moê van den zonneblakenden dag der Oostmoesson. De huizen, zonder geluid, doken weg, doodstil, in het loover van hunne tuinen, met de regelmatig opblankende rissen der groote gekalkte bloempotten. Hier en daar werd een licht al ontstoken. Plotseling blafte een hond, en antwoordde een andere hond en verscheurde de donsende stilte in lange, ruwe flarden; de nijdige hondekelen, heesch, ademloos, schor vijandig; plotseling ook zwegen zij stil.
Aan het einde der Lange Laan lag diep in zijn voortuin het Rezidentie-huis. Laag, dadelijk in den nacht der waringinboomen, zigzagde het zijne pannendaken, het eene achter het andere, naar de schaduw van den achtertuin toe, met een primitieve lijn van dakteekening, over iedere galerij een dak, over iedere kamer een dak, tot éene lange daksilhouet. Vóor echter, rezen de witte zuilen der voorgalerij, met de witte zuilen der portiek, hoog blank en aanzienlijk op, met breede tusschenruimten, met groote openheid van ontvangst, met eene uitbreiding van indrukwekkend paleisportaal. Door de open deuren verschoot de middengalerij vaag naar achteren toe, met een enkel licht opgeglimd.
Een oppasser ontstak de lantarens ter zij van het huis. Halfcirkels van groote, witte potten met rozen en chrysanten, met palmen en caladiums, bogen links en rechts wijd voor het huis naar ter zijde uit. Een breede grindlaan vormde den oprit tot in de witgezuilde portiek; dan strekte zich uit een wijd dor gazon, met potten omgeven, en, in het midden op een gemetseld voetstuk, een monumentale vaaspot, met een groote latania.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Borstbeeld van Couperus in Den Haag (detail)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

 Slapeloos

Omdat het zandmannetje zijn zak verloor,
zal ik dit millennium slapeloos zijn,
Ik zal de gescheurde sandalen van de boze repareren
waarmee hij over gedempte tapijten loopt.

Voor het feit dat zijn sombere bloemen,
zijn wilde lachen mij opvrolijkt,
voor het feit dat zijn hel mij slaap belooft,
warme, bruine, rokende slaap,
wil ik hem mijn dood als fooi geven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2023 en ook mijn blog van 10 juni 2021 en ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

Uit: Licht

„… und wäre jetzt gern bei Dir. Sehr gern würde ich etwas Rk Dich tun, Dir eine Zeitung mit guten Nachrichten kaufen, Frühstücksbutter aus Deinem Mundwinkel küssen, vielleicht Deine Kniekehlen streicheln, irgendwas. Ich bin fast umgefallen, als Du mich angerufen hast, Deine Stimme so nah und so schrecklich weit weg. Dir zuliebe kann ich alles tun, arbeiten, früh aufstehn, vernünftig sein. Ich bin ganz benommen, wenn Du mich anrufst. Alles ist gut, solange es mit uns stimmt, gleichgültig ob ein Glück dabei herauskommt. Ich brauche kein Glück, ich kann auch ohne Illusion mit Dir lachen. Hast Du mein blaues Feuerzeug bei Dir? Vermißt Du mich? Bist Du wieder in Deiner Wohnung gewesen? Und ob wir zusammen nach San Francisco fahren (gibt es dort Straßencares wie in Paris)? Ich möchte so gern mit Dir nach San Francisco fahren, chinesische Zeitungen lesen, die Seehunde bellen hören und mich mit Dir auf der Himmelfahrtsbahn fotografieren lassen. Denkst Du noch an das Haus in Bercy-les-Landes und an die vielen Schuhe im Flur? Die Fahrräder im Anbau, der Autofriedhof neben dem Schloß, die Sommernachtsfrösche im Wasserbassin und die vielen, nach Staub und Jod riechenden Brennesseln dort? Und die Nacht, als wir aufwachten, weil es zu regnen anfing, und Du ranntest barfuß die dunkle Treppe hinunter und hinaus in den Regen, weil wir vergessen hatten, das Autodach zuzumachen. Aber es war schon zu spät, der Vordersitz triefnaß, die Zeitungen und Landkarten aufgeweicht. Und wie Du naß zu mir in das Bett zurückgekommen bist! Und als wir zum erstenmal nach Tagen wieder Zeitung lasen im Caf6 an der Küstenstraße, im heißen hitzigen Wind mit dem vielen Staub, aber wir blieben vorm Caf6 sitzen und lasen Zeitung, jeder die Hälfte, und die Seiten flatterten über die Hände und ließen sich nicht mehr richtig zusammenlegen. Dann flog die halbe Zeitung weg und Du ranntest hinter den Seiten her über die Straße, ein Lieferwagen stoppte im letzten Moment, und Du ranntest ziemlich weit auf den Strand hinaus und kamst mit zerknüllter Zeitung ins Caf6 zurück und warst fast beleidigt, weil ich lachte. Ich denke daran und nichts fehlt mir. Ich möchte immer an solche Sachen denken, und ich möchte mich immer auf etwas freuen. Ich muß diese Freude empfinden können, wenn ich nicht nur ein Mensch sein soll, der mehr oder weniger einseitig funktioniert. Funktionieren, schon das Wort ist schrecklich. Ich funktioniere nicht. Ich will nichts geschenkt bekommen und ich will nichts auslassen, aber ich will, daß es das jederzeit für mich gibt: Freude, mit oder ohne Grund, mit Dir und allein — vielleicht nur einen Moment lang wie im Februar, als wir von der Party bei Mona nach Hause kamen und Hunger hatten die ich für die Amseln in Deiner Straße gekauft hatte — erinnerst Du Dich?“

 

Stationstrap

Wie keer op keer sterrenbeelden wil rangschikken
en uit elkaar trekken. Ik verwacht
een snuit met hoektand, een betaalde kus
een vuist op de keel,
mijn vuist op de keel van de ander
vies van het leven, niet langer onschuldig
oog in oog, hij, ik of allebei.

Toen wij achter elkaar aan naar beneden
naar de biertafels liepen, in schamel licht –
mijn sigarettenpeuk op de trap
hij raapte hem op en stak hem tussen zijn tanden
spottend, nonchalant, de ander, rotzak, engel
moordenaar mens, mijn verschrikkelijke kans –

Leven, leven, uit elkaar getrokken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

Corpus Christi (Liam Ó Muirthile), Sophie van der Stap, Christoph Meckel

 

Bij Sacramentsdag

 

La Procession de la Fête-Dieu door Auguste-Xavier Leprince, 1820

 

Corpus Christi

Surely this procession
filed out of another zone,
Crist’s body borne aloft.

I imagine the parade at home
ascending a narrow Mediterranean street,
the sun massaging it at piazza corners.

Christ, an anonymous tourist,
had his passport stamped indifferently
by custom’s men dressed for the job.

But this sorry cortege, staggering
out of kilter, threatened by rain,
makes an altar of every house.

Were they all in vain: those sweltering days,
melting on sticky car seats,
the priest droning from a tannoy gob?

Is this all we’re left: a welter
of simmering emotion stirred up
with a pinch of belief.

We woke to our bodies long ago,
shut the door
on that stale, gutted spirituality.

But behold the bared body
of Christ, awkwardly borne,
unsettling us once more.

 

Liam Ó Muirthile (15 november 1950 – 18 mei 2018)
Cork, de geboorteplaats van Liam Ó Muirthile, met de Holy Trinity Church

 

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: En wat als dit liefde is

“Ik ben 63, afhankelijk en ik houd niet van mensen. Een ongelukkige uitkomst van omstandigheden, maar ik probeer het als een onoverkomelijkheid te beschouwen, en niet als een gevolg van de dingen die ik, als ik erover zou mijmeren achteraf anders had kunnen doen. Dat geldt trouwens voor alle dingen die me ontstemmen; het enige wat graven in mijn verleden me oplevert is pijn in m’n hart, hoofd en nek (van al dat omkijken). Niets wat de strijd van het gevecht waard is. Omdat ik mijn tijd niet hoef te besteden aan het zien groeien van mijn kapitaal (Monsieur), het achternarennen van vintage mantel. pakjes (mevrouw De Bourbon), het wachten op een ander leven (Sé-verine) of het verschijnen in televisieprogramma’s (Tara) — ziezo, nu weet je een beetje in wat voor buurt ik woon — heb ik mij toegelegd op een studie naar de Waarheid achter de dingen terwijl ik deze bijzondere banaliteiten observeer. En dat is wat ik doe: observeren, registreren, analyseren. Met dezelfde behendigheid waarmee mevrouw De Bourbon zondags op de markt nietsvermoedende echtgenoten wegrooft, vergaar ik de missende stukjes uit de meest mysterieuze puzzel waar de mens zich over kan buigen: de mens zelf. Iedere ochtend steek ik mijn voeten in Tod’s-achtig schoeisel. Mijn paar is van suède en donkerblauw van kleur, met een neus die niet rond maar ook niet puntig is. Zo zou ik mezelf ook prima kunnen beschrijven. Mijn lijf heeft ronde vormen, maar mijn karakter is scherp, puntig. lk heb dezelfde schoenen in ecru, voor de zomerdagen. Daar is niks toevalligs aan; mijn uiterlijk is volledig uitgebalanceerd met het doel mezelf zo goed mogelijk aan het zicht van de medebewoners te onttrekken. Een onopvallend uiterlijk is onmisbaar in mijn bezigheid de Waarheid te bemachtigen. Zo heb ik mezelf aangeleerd geruisloos door de straat te bewegen; ik stap niet, ik glijd. Verder wijk ik niet af van mijn vaste route. Variatie of een misstap is catastrofaal. Te allen tijde vermijd ik de verrassing. En dat werkt. De mensen zien me niet.”

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Ontwerp van een mens van de toekomst

Iemand loopt met de mobiele telefoon
rond in Monza,
praat met zijn monsters,
bendes van de IJzeren Gordels, aan toekomstige moordenaars
onbekend, lege smoel –
how are you. I’m fine.
Wie hem zoekt
lokaliseert bloedbeeld, frequentie, functie
van zenuw en bot.
Niemand weet iets over hem. Onvindbaar
waar leegte de ruimte overnam
en zich voortzet in voortijd, eindtijd, natijd.
Hij loopt door de dag, de nacht
zonder gemist te worden, gewenst te zijn,
business and more.
Zonder gevoelens de vrije loop te laten
en binnen te laten. Zonder. Zonder.
En is geen stof voor zichzelf
en zijn soort.
Geen geheim nummer, geen code.
Volgt geen spoor, laat niets achter
human society, niet zijn huis.
Komt terug in niemands plaats.
Geen reden voor doodslag, gelach, genade.
Niet terug te vinden in chronologie
en verschijningen van anderen.
Hem eigent geen God en geen hel zich toe.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

Jan Brokken, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Jan Brokken werd geboren op 10 juni 1949 in Leiden. Zie ook alle tags voor Jan Brokken op dit blog.

Uit: Schrijven (De dingen die je beschrijft moet je wel ervaren hebben, maar je moet ze opnieuw liegen. Over Simon Carmiggelt)

“Simon Carmiggelt (65) loopt ’s morgens door de stad, drinkt koffie in een café, kijkt, luistert, en maakt aantekeningen, ’s Middags, van half één tot kwart voor vier, schrijft hij. In negen van de tien gevallen lukt het hem binnen die drie uur een verhaal te maken. Gaat het een keer niet, dan spreekt hij zijn voorraad aan, die uit zes verhalen bestaat.
De eerste versie schrijft hij met de balpen, de tweede versie typt hij. Soms maakt hij nog een derde versie. Hij laat me zijn schrift zien. Het aantal doorhalingen is soms gering, soms bijna chaotisch. ‘Dat ligt aan het soort verhaal. Het ene is razend moeilijk; het andere schrijf je zó, achter elkaar op.’
Zijn bureau staat voor het raam van de slaapkamer, op de tweede etage van zijn flat aan het Weteringplantsoen in Amsterdam. Naast de schrijftafel ligt de laatste loodpagina die op de zetterij van Het Parool gemaakt is. Het is nu het blad van z’n schrijfmachinetafel. Van achter zijn bureau heeft hij een panoramisch zicht op het Rijksmuseum, de Stadhouderskade, het Eerste Weteringplantsoen en de Weteringschans. Het is een druk punt, maar het geluid van auto’s en trams stoort hem niet.
Hij maakt geen getergde indruk, schrijven vindt hij een prettig beroep. ‘Ik heb me in dit vak nog nooit een dag verveeld.’
Vroeger werkte hij ’s nachts. Zijn schrijfsysteem verandert om de zoveel jaar. Toen de kinderen nog thuis waren, werd het pas om negen uur rustig in zijn toenmalige, kleine flat. Hij sliep een uur en zette zich om een uur of tien aan het werk. ’s Nachts schreef hij anders, hij was meer in voor pathetische dingen. Hij wijdt dat aan de invloed van de maan. De volgende dag las hij zijn verhaal met een nuchter oog over. Vaak moest hij zinnen schrappen, ‘omdat ze vals, of te zwaar waren’.
Hij schreef vroeger ook vaak in cafés, in grote, rommelige cafés. Of in de trein, als hij terugkwam van een lezing. Hij kon overal schrijven, hoewel de kwaliteit er wel eens onder leed. Tegenwoordig schrijft hij meestal thuis, daar kan hij meer aandacht aan zijn werk geven.
‘Met het schrijven ben ik continu bezig. Regelmatig zoek ik in boek-antiquariaten naar oude biografieën en memoires, want daar kan ik vaak een paar regels voor een verhaal uit putten. Ik lees selectief, boeken over Hollywood, over acteurs, regisseurs, schrijvers. De dagboeken van de man die spraaklessen aan Hitler gaf, dat vond ik fascinerende lectuur, daar kan ik over schrijven.
Als ik met mensen praat of als ik naar de televisie kijk, ontstaan veel ideeën. Mijn kleinkinderen zijn dol op quiz-programma’s, en daar kijk ik dan ook naar. Al snel valt mijn oog op een kandidaat met een intrigerend gezicht, en in gedachten probeer ik die man te beschrijven. Na een tijdje weet ik een volzin, en die noteer ik.”

 

Jan Brokken (Leiden, 10 juni 1949)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

De sprookjes, de wonderen zijn oud…

-God heeft waarlijk de mens
heel weinig sprookjes gegeven –
……………………………………..( (Mihaly Babits)

De sprookjes, de wonderen zijn oud
En ontdaan van ingewanden als slachtvee.
Nieuwe zijn niet verschenen. De god is weg,
aan hem behoort het wonder, niets te zijn
in de ruimtes buiten.
De klok is een vat voor geluid en toon
En komt het dichtst bij een wonder, en is geen wonder.
De kaars houdt licht en vuur vast,
komt het dichtst bij het wonder, en is geen wonder.
De vogel is van alles het tegenovergestelde
en komt het dichtst bij het sprookje, en is geen sprookje.

’s Ochtends schreeuwde de sperwer in de sproeinevel buiten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2021 en ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Thomas Heerma van Voss, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

Uit: Condities

“Al zeker vijf minuten ligt Vincent Pek op de massagetafel zonder dat hij wordt aangeraakt. Hoofd opzij, buik tegen het leer. Hij kijkt naar de smetteloos witte muur naast hem, naar twee schreeuwerige prenten van Chinese wijsgeren. Diep ademt hij in, zo veel zuurstof als hij kan, hij ruikt een zweem van eucalyptus en voelt zijn ingewanden uitzetten. Tot zijn opluchting doet het geen pijn, even lijkt alles zowaar in balans, zijn lichaam, zijn houding, kalm en gezond zoals het hoort – zelfs de vraag waarom hij hier in vredesnaam is verdwijnt uit zijn gedachten.
‘We gaan beginnen.’ Boven hem klinkt een mannenstem. Hoog, vriendelijk. ‘Sorry dat je moest wachten.’
Alleen zijn onderbroek heeft Pek nog aan. De rest van zijn kleren is hier overbodig, werd hem bij binnenkomst gezegd. Pas na die mededeling stelde de tengere, zongebruinde veertiger tegenover hem zich voor. Shiatsumasseur, therapeut, ademhalingscoach. Pek deed zijn best belangstellend te reageren, hoewel Femke hem deze informatie thuis al had gegeven. Hij keek de smalle gang in, hij wilde weten hoe deze ruimte in elkaar zat, waar de wc zich bevond. Drie dichte deuren. Een leeg aluminium aanrecht. De naam van de masseur kon hij niet verstaan, Mike, Mick, Rick? Voor de vorm wilde Pek uitleggen hoe hij hier terecht was gekomen, maar de man viel hem in de rede: ‘Ja, ja. Ik weet waarvoor je hier bent. Kom maar mee naar mijn werkkamer. Ga lekker liggen.’

De masseur legt een voorverwarmde handdoek onder Peks schouders, en ook een op zijn billen. Hij doet het zachtjes, net of Peks lichaam bij iedere onverhoedse aanraking kan barsten.
Dan zet hij een extra lamp aan naast de massagetafel. Uit zijn ooghoek ziet Pek zijn eigen lichaam oplichten, zijn bovenarmen, zijn ellebogen. Wit. Ontzettend wit, bijna ziekelijk.
‘Je staat flink onder spanning,’ hoort hij terwijl de masseur zijn schouders vastgrijpt en erin knijpt. Zachte vingers smeren olie over zijn rug, de achterkant van zijn nek, zijn linkerzij, zijn rechterzij. De eucalyptuslucht wordt penetranter, er komt een vleug tijgerbalsem bij. ‘Probeer te relaxen. Je hoeft niks te doen behalve je hoofd in het gat steken, ja, zo. En laat het allemaal gaan, je ideeën, je gedachten, je body.’ De masseur smeert de olie met lange halen uit. ‘Hoe adem je nu?’ vraagt hij.
‘Normaal.’ Pek wordt inmiddels zo stevig tegen de bank gedrukt dat zijn stem half verloren gaat in de handdoek. ‘Door mijn longen.’

De masseur schiet enigszins hysterisch in de lach. ‘Je ademt, hoe zal ik het zeggen, totaal verkeerd.’ Steeds harder knijpt hij in Peks rug, een voor een pakt hij de spieren vast, drukt ze samen, laat ze los. ‘Dat hoorde ik al toen je binnenkwam: veel te vlug, veel te oppervlakkig. Echt, ik voel de stress overal zitten, je lichaam is helemaal verkrampt. Zonde, je bent een gezonde, mooie jongen – geen grammetje vet ook, daar mag je trots op zijn. Maar ik zie dat je vastzit. Dus concentreer ik me vandaag op de achterkant van je lichaam, ik begin met je rug, het epicentrum van veel spanning, en ik eindig met je hoofd. Laten we die neerwaartse spiraal omzetten in iets positiefs.’

 

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Zwartgalligheid

Niet wenselijk om met haar
…………………………………naar de eilanden te komen
als de terugkeer van daar meer en meer
haar melancholie verdiept
en achter blijft wat er op andere plaatsen
van de bereikbare aarde voor haar
voorhanden zou moeten zijn —

Een bungalow, winterklaar gemaakt,
,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,van hout en leisteen,
nachtdruppels in de notenboom,
vogeltrek in september, horizonnen
voor heldere zones, stromend water
en wat door verwoesting niet bereikt –

Wij trekken verder, mijn vogel,
wij vliegen weg –

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)
In 1974

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Christoph Meckel

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Wer könnte Platz nehmen

Wer könnte Platz nehmen
in der Gerechtigkeit
mit seinem Gepäck, seiner Spottdrossel, seinem Namen
der Freundschaft des Brotes gewiß, und sicher
daß das Wasser seinen Anblick erträgt
und die Liebe ihn achtet —
wer könnte ausruhn bei den Säulen und sagen:
hier bin ich, eingeschlossen
in Salz und Licht.

Er rückt sich in ihr keinen Sessel zurecht.
Von ihrem Vorwurf
betäubt und geschunden
am Rand der Straße hockt er noch immer
und zählt wie die Katze seine sieben Leben
unversöhnlich, hungrig
es tröstet ihn nichts.

 

Gevatter

Er kam am Abend zu mir,
hatte nachts in der Nähe zu tun.
Frühstückte meinen Schlaftrunk,
wusch die Glasaugen,
wechselte Haar und Hände.

Ich erkannte ihn noch
an Blech und Blei seiner Zähne.
Seit er sich bei mir aufhält
versorge ich seine Schatten
in meinem Lichtschrank,
die Gestorbenen und die Ratten.

Früher fuhr er allein
auf dem Tandem entlegene Wege.
Heute chauffiert er einen Autobus,
Plätze für 60 Seelen
auf wechselnden Pisten.

Er scheint alt geworden, krank,
sein Geschäft geht schlecht,
der Autobus bleibt zur Hälfte leer.
An die ganz großen Sachen
kommt er nicht ran.
Kein Sterblicher beneidet ihn
um seinen Job.

Er kommt immer seltener zu mir.
Seine Verkleidung
hängt in meinem Spind,
er läßt sie hängen.
Er ist alt geworden, krank.

Stürzte den Autobus ins Meer.

 

Mitte Oktober

Hat der Herbstmond eine Schlafmütze auf,
vergißt er dem Holunder adieu zu sagen,
der Wind zieht sich goldene Handschuhe an,
um die letzten Blätter der Akazie
in sein Tagebuch zu legen;
die erste Schneeflocke zögert noch,
sie läßt sich auf meine Schulter fallen.

Der Regen meint es gut mit mir,
er geht auf dem Dach der Welt
in leisen Pantoffeln spazieren.
Aber der liebe Gott hat Siebenmeilenstiefel an
und übergeht die Jahre, in denen ich lebe.

 

Bestaan van de sterren

In de herinnering van de sterren rusten,
gelaten beschouwd de millennia van de aarde,
de wolken en vogelformaties die altijd al
de stille omstreken van de maan doorkruisten, –
geloof me, het bestaan van de sterren
is vreemder dan dat van verblinde tovenaars,
verloren koekoekseitjes of geamputeerde poppen.

Er zijn uit de mode geraakte sterren
die hun burgerrechten alleen nog aan de man in de maan
en de secretarissen van de duivel vergoeden.
Ik ken er echter een, waarover ik u
niet meer verteld dan
dat hij op een nacht van wanhoop
met de oververmoeide god
in een vergeten zee zal vallen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juni ook mijn blog van 12 juni 2020 en eveneens mijn blog van 12 juni 2019 en ook mijn blog van 12 juni 2016 deel 2.

Sophie van der Stap, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: De mogelijkheid van jou

“Voor de spiegel tilt ze haar borsten één voor één op en legt ze in de bedding van haar beha. Ze knoopt haar jurk dicht. Door haar linkeroorlel prikt ze een gouden oorbel.
Het grote leven is dichtbij. Ze ziet het in de ochtend, als de daken oranje kleuren. Ze ziet het als de avond beginnen gaat, in de eindeloze lichtjes van de stad. De stad die haar het gevoel geeft te bestaan, maar ook het gevoel dat ze iets mist. Wat datgene is, is meer een gevoel dan een gedachte, iets wat daarom onuitgesproken blijft — welke woorden kan ze er immers aan geven?
Omdat het onuitgesproken blijft, wordt het steeds meer van haar en steeds minder van anderen, als iets wat haar van anderen scheidt. Misschien omdat het staat voor iets wat ze niet definiëren kan. En misschien ook omdat dat onuitgesproken gevoel pijn doet.
Ze stift haar lippen rood en daalt het trappenhuis af. Een moment van twijfel — metro of fiets? Ze kijkt naar haar hakken, alsof die haar iets kunnen vertellen wat ze nog niet weet. Ze kiest voor de fiets. Ze rijdt langs volle terrassen, kruist blikken. Sommige blijven, heel even, de lengte van een gedachte, in haar ogen haken. Andere glijden onoplettend over haar heen. En terwijl ze langs al dit leven rijdt, voelt ze hoe al dit leven bij haar naar binnen sijpelt, en het gemis dat eronder ligt naar buiten. Ze lacht; hier bestaat ze.
Voor het restaurant van Hugo maakt ze haar fiets vast aan een paal.
Hugo buigt voorover en draait zijn wang naar haar toe: ‘Schat, ga zitten, ik ben zo klaar.’ Ze kust hem, slaat haar armen om zijn nek.

‘Q lippenstift.’ Ze wil de rode afdruk afvegen.
‘Laat maar zitten.’ Hij gooit zijn handen in de lucht; er valt nou eenmaal niks tegen lippenstift — en vrouwen — te doen.
‘Nico! Maak je hem open?’ Hij wijst naar een fles achter de bar.
‘Nou, we zijn er bijna. Volgende maand open.’ Ik heb het al weken niet gezien.’
‘We rijden er straks langs. Nu eerst eten. Ober!’
Een jongen in een T-shirt met gaten brengt eten op houten plankjes: ham, brood, paté, een bos radijs.
‘En?’
‘En wat?’‘Laurence…’ Hugo veinst ongeduld, haalt zijn schouders op. ‘Misschien helpt een verliefdheid.’
‘En waar zou een verliefdheid me mee helpen?’ Volwassen worden.’
`Bah.’ Ze neemt een slok. ‘Ik wist niet dat het zo’n gesprek zou zijn.’
‘Een echt gesprek, bedoel je?’

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

De Sirenen
– haalden me uit de buik van het schip, bevrijdden
handen en voeten van de kettingen en zetten me
aan de reling in het volle licht (zeeglas
gloeiend in het teken Leeuw) zodat ik
het gezang te horen kreeg met open oren
van mijn verstand beroofd enzovoort
(zij lagen
in de schaduw van de zeilen met dichtgestopte koppen)
We dreven dicht bij de beruchte rotsen
en er gebeurde niets – de Sirenen
en ik, de zangvogel, oude alliantie,
privé verhaal –

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.