Vrijheid (Remco Ekkers), Roni Margulies

 

 

Bevrijdingsmonument in Leiden, gemaakt door Pieter Starreveld, 1957

 

Vrijheid

Je kunt je haar wel voorstellen
bij gebrek aan werkelijkheid
hoe mooi de rivier wegstroomt
weg, weg, van de oude stad.

Of hoe het licht in de winter
hangt tussen bomen in de hof
waar stenen schijnen te groeien
in zwellende, brekende grond.

Maakt het iets uit of je haar ziet
of niet, de rivier stil staat
as opstijgt, als jij
je bewust bent van licht?

 

Remco Ekkers (Bergen, 1 juli 1941)
Verzetsmonument in Bergen

 

De Turkse schrijver, dichter, vertaler en journalist Roni Margulies werd geboren op 5 mei 1955 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Roni Margulies op dit blog.

 

ERFENIS

De lans die voor de grote tent in de grond stak
kondigde de ernstige ziekte van de Khan aan.
In de allereerste plaats deelde hij zijn
onmetelijke rijk tussen zijn vier zonen.
In vieren verdeelde hij de vrucht van twintig jaar verovering.

Toen riep hij zijn zonen bij zijn ziekbed.
Aan elk van hen gaf hij één pijl. Breek hem! sprak hij.
Ze deden het met gemak. Toen gaf hij hun er ieder vijf.
Breek ze! sprak hij. Het lukte hen niet.
Blijft samen! sprak hij. Wie alleen staat, wordt gebroken.

Hij liet zijn zonen gaan; zijn laatste werk was verricht.
Moeizaam draaide de grote Khan zich om in zijn bed,
en haalde zich de wereld voor ogen die hij had geschapen.
Aan één kant de Kaspische zee aan de andere de Chinese muur.
Ik kan rustig sterven, dacht hij, de voorvaderen verwachten mij.

En mijn kleinzoons zullen gewaden van gouddraad dragen
en paarden bestijgen, sneller dan de wind,
ze zullen de mooiste vrouwen omarmen.

En aan wie zij dat alles te danken hebben,
helaas, ik weet het zeker,
dat zullen ze vergeten.

 

Vertaald door Erik-Jan Zürcher

 

Roni Margulies (Istanbul, 5 mei 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e mei ook mijn blog van 5 mei 2020 en eveneens mijn blog van 5 mei 2019.

Geoorloofd (Ted van Lieshout), Roni Margulies

 

Bij 4 mei

 

Oorlogsmonument in Oss

 

Geoorloofd

Alles aan oorlog is fout.
Zelfs de vervoeging
van het woord houdt
zich niet aan de regels
van sterk en zwak:
de verleden tijd
van oorlog is vrede.
Maar de verleden tijd
van vrede is oorlog.
Is het daarom dat er steeds
weer oorlog is en steeds
weer vrede? Omdat tijd
wel voorbij kan gaan
maar nooit is voltooid?

 

Ted van Lieshout (Eindhoven, 21 december 1955)
Oorlogs- en bevrijdingsmonument in Eindhoven

 

De Turkse schrijver, dichter, vertaler en journalist Roni Margulies werd geboren op 5 mei 1955 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Roni Margulies op dit blog.

 

DE CANBERRA

Onlangs is de Canberra uit de vaart genomen.
Ze wordt gesloopt en in stukken verkocht.
Een krantenbericht van een paar regels
viel me plotseling op, in het holst van de morgen.

Ze was een schip met ervaring, de Canberra,
vijfendertig jaar geleden, op haar allereerste reis
bracht ze Engelse emigranten naar Australië,
die van een nieuw leven droomden, in een nieuw land.

Jaren later vervoerde ze soldaten naar de Falklandoorlog,
raakte gewond en was bijna in de golven verzonken.
Tussendoor maakte ze lang vakantiereizen in de Middellandse Zee,
dat moet wel de makkelijkste tijd in haar leven zijn geweest.

Ze heeft nooit gemerkt dat ze mijn leven binnenkwam.

Toen ze scholieren vervoerde op hun zomervakantie
en ze midden jaren zestig ook Istanbul aandeden,
kregen de kinderen kregen een rondleiding door onze school.

Ik weet nu niet meer precies waarom maar
vanaf die dag droomde ik van Engeland. Maandenlang
kon ik dat reuzenschip niet van mij afzetten.

Zouden de mensen die zij naar Australië bracht
nu de Canberra ergens achteraf ligt te roesten,
ook af en toe ook – net als ik – denken:
“Was alles nou echt zoveel beter, ver weg?”

 

Vertaald door Erik-Jan Zürcher

 

Roni Margulies (Istanbul, 5 mei 1955)

 

Zie voor de schrijvers van de 4e mei ook mijn blog van 4 mei  mijn blog van 4 mei 2019 deel 2.

Een vreemde vrijheid (Ingmar Heytze), Roni Margulies

 

Bij Bevrijdingsdag

 

Het bevrijdingsmonument in Venlo

 

Een vreemde vrijheid

Vreemde vrijheid, kun je zeggen, binnen zitten
op verzoek zodat het morgen niet verplicht is, vrij

om te verwelken achter dubbel glas of te verrekken
op ic’s en in verpleegtehuizen, spooksteden vol

geloken luiken, frisse lucht om naar te happen
vanaf je Frans balkon, slapeloos kijken
waar nog licht brandt.

Maar je kunt ook zeggen: vrijheid is meer
dan doen wat je niet laten kunt, iets anders
dan gratis geluk voor iedereen.

Vrijheid, vandaag, is geschiedenis schrijven
door thuis te blijven, indrukwekkend afwezig zijn
om redenen die ons bewegen.
Vrijheid blijkt iets wat je weg kunt geven.

 

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)
De Bevrijdingsboom in Utrecht

 

De Turkse schrijver, dichter, vertaler en journalist Roni Margulies werd geboren op 5 mei 1955 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Roni Margulies op dit blog.

 

ENKELVOUD

Engels is simpel. Je plakt er een s aan.
Turks is ook makkelijk: ler, lar.
Maar dan de meervoudsuitgangen van het Grieks:
die lijken absoluut niet te leren.

Haven is bijvoorbeeld limani.
Bij meer dan een wordt het limania.
Een brief is een gramma
als ze zich vermenigvuldigen: grammata.

Volkomen onnodig zijn sommige weer anders.
Sommige vrouwelijk, andere mannelijk.
Uiteindelijk laat ik ze ook maar zitten,
al die uitgangen.

Alleen herhaal ik soms,
totaal onnodig, in mijn hoofd
Het enige enkelvoud dat ik ken
Elsa, Elsa, Elsa.

 

Vertaald door Erik-Jan Zürcher

 

Roni Margulies (Istanbul, 5 mei 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e mei ook mijn blog van 5 mei 2020 en eveneens mijn blog van 5 mei 2019.

Roni Margulies, Miklós Radnóti, Petra Else Jekel, Morton Rhue, Christopher Morley, George Albert Aurier

De Turkse schrijver, dichter, vertaler en journalist Roni Margulies werd geboren op 5 mei 1955 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Roni Margulies op dit blog.

 

Anniversary

Nearly as many years ago as my age,
the Germans razed this city to the ground.
Not that there’d have been much resistence,
but the Nazis were in something of a rush.

Today is the fifth of May.
As I emerge for my morning walk,
I see streets festooned with flags.
It is, it seems, the anniversary
of the the end of the war for the Dutch.
Strange coincidence! Today is also
the day, long ago, I was born.

As Holland withdrew,
one would think, I
was sent to the front.

 

Vertaald door Roni Margulies

 

Slurven

Hoe kan ik het ooit vergeten, mijn allereerste vlucht.
We lieten onze tickets zien en liepen de gate uit,
links van mij mijn opa, rechts mijn moeder.
Een lichtblauwe bus bracht ons helemaal
tot onder de vleugel. Ik was elf jaar oud.
Ons vertrek en onze terugkeer stonden vast:
We gingen een weekje naar Izmir.

Ook de tweede, zes jaar later, staat in mijn geheugen gegrift:
Ik ga om te studeren: met in mijn hand een ticket,
voor me een nieuwe wereld die op me wacht.
Deze keer gingen we door een slurf
van de wachtruimte naar het vliegtuig.
Mijn gang leek op die van een hinkelend kind.

Toen ik zat en uit mijn raampje keek
leek de lange rij slurven achter mij
op net zovele reuzenvingers die
naar iets leken te wijzen.
Wat was het dat ze wilden zeggen?
Waarop wilden ze me wijzen?
Soms vraag ik me dat nog steeds af.

 

Vertaald door Erik-Jan Zürcher

 

Roni Margulies (Istanbul, 5 mei 1955)

 

De Hongaarse dichter en schrijver Miklós Radnóti werd geboren op 5 mei 1909 in Boedapest. Zie ook alle tags voor Miklós Radnóti op dit blog.

 

A Hesitant Ode

How long I have prepared, dear, to describe to you
the secret constellation of my love,
perhaps its substance only, just in a single image.
Your teeming sense within me floods like life itself
and sometimes it is timeless, certain and secure:
eternal like a fossil shell within a rock.
The silken, feline moonlit night above my head
begins the hunt for buzzing tiny dreams in flight.
And still I have not managed to describe to you
how much it means to me to sense your caring gaze
as it hesitates upon my hand when I’m at work.
No similes will do. I scrap them as they come.
I will begin this whole attempt again tomorrow
because I am worth only as much as the words
within this poem, and my search will keep me going
until I am reduced to bones and tufts of hair.
You’re tired. It’s been a long day for me also.
What can I say? The objects, look! exchange their glances
in praise of you; a broken cube of sugar sings
on the table; and a drop of honey falls and, like
a ball of gold, it glitters on the tablecloth;
and spontaneously now, an empty tumbler rings out:
it’s glad it lives with you. Perhaps I’ll have the time
to tell you what it’s like when it expects you home.
Descending darkly, flocks of dreams approach you lightly,
they flit away yet keep returning to your brow.
Your drowsy eyes still send a last farewell towards me.
Your loosened hair cascades in freedom. You’re asleep.
The lengthy shadow of your eyelids softly flutters.
Your hand, a resting birch twig, falls upon my pillow.
I share your sleep: you’re not a different world;
and even here I sense as a multitude of secret
and thin, sage lines relax in the tranquil
palm of your hand.

 

Vertaald door Thomas Ország-Land

 

Miklós Radnóti (5 mei 1909 – 9 november 1944)
Cover

 

De Nederlandse dichteres Petra Else Jekel werd in Arnhem geboren op 5 mei 1980. Zie ook alle tags voor Petra Else Jekel op dit blog.

 

uren zat ik naast je op een treinbank, ik had

1

uren zat ik naast je op een treinbank, ik had
het mes in de mond: herkende je me niet?
het buikmeisje dat je brieven schrijft en jij

pijl in de hand, ik moet je ophalen denk ik
maar ik weet nooit waar, in amsterdam
zag je de gifmenger en je zei het tegen mij

drie woorden heb ik: kling en punt en vuur
we zeggen niets, we zitten, je haar heb je
kort afgesneden van verdriet, in berlijn

dwalen we door hoge zalen, praten zacht
over rogier, hij heeft je zelfportret in 1460
al genomen, god weet hoe en ook: voor wie

 

Petra Else Jekel (Arnhem, 5 mei 1980)

 

De Amerikaanse schrijver Morton Rhue (pseudoniem van Todd Strasser) werd geboren op 5 mei 1950 in New York. Zie ook alle tags voor Morton Rhue op dit blog.

Uit: Kill You Last

“This is amazing,” Roman said, staring at her iPad. We were sitting at a table in the library, waiting for school to end. “What now?” I asked. “In Cold Blood, by Truman Capote?” Roman said. “It’s one of the best true crime stories I’ve ever read.” “Coming from you, that’s saying a lot.” “And it was written in the nineteen sixties,” she stressed. “Oh, you mean, like before the invention of the modem alphabet?” Roman gave me a droll “You’re so funny, Shels.” My BlackBerry vibrated, and I slid it into my lap to read. It was an email, which was odd, since none of my friends ever emailed anyone. Stranger still, it was from someone calling themselves vengeance137732880gmail. com. This is weird, I thought, then opened the email:
Ur such a sweet nice girl with Ur perfect house and riding around in daddys Ferrari. 2 bad U dont no what hes really up 2 Roman hooked her black hair behind her ear and looked at me curiously. She must have seen the perplexed expression on my face. “What is it?” I handed the BlackBerry to her under the table. “Creep show,” she said, handing it back. “Who sends emails? And what does he mean by what your dad’s really up to?” “How do you know it’s a he?” I asked. “The ‘sweet nice girl’ part. A girl wouldn’t write that.” Roman was my best friend and really smart, but sometimes the stuff that came out of her mouth was off-the-charts bizarre. “Why not?” “She just wouldn’t.” “That makes no sense.” “Says you,” Roman replied with a dismissive shrug. “What should I do?” I nodded at the BlackBerry. “Write back,” Roman said. “And say what? Who are you, and why did you write this? If he wanted me to know who he was, he wouldn’t have used this creepy vengeance at gmail address.” “Say that you already know what your dad does and that you’re dealing with it, thank you very much.” “Good idea.” I thumbed in the message and pressed “Send”.
Roman looked past me. “Guess who just came in.” I turned to see Chris Clarke, the tall and broad-shoul-dered all-state tight end with a 3.9 GPA, signing on to a computer. When he saw me, he smiled and waved. I did the same. “He’s interested,” Roman whispered. “I know.” Chris and I had been exchanging looks and smiles for the past week. “You’d be such a perfect couple,” Roman said. “Has he said anything?” I shook my head. “So far it’s been all smiles and nods.” “Maybe he’s waiting for you to make the first move.” Before I could respond, my BlackBerry vibrated again. It was another message from vengeance I 37732880gmail.
“This is amazing,” Roman said, staring at her iPad. We were sitting at a table in the library, waiting for school to end. “What now?” I asked. “In Cold Blood, by Truman Capote?” Roman said. “It’s one of the best true crime stories I’ve ever read.” “Coming from you, that’s saying a lot.” “And it was written in the nineteen sixties,” she stressed. “Oh, you mean, like before the invention of the modem alphabet?” Roman gave me a droll “You’re so funny, Shels.” My BlackBerry vibrated, and I slid it into my lap to read. It was an email, which was odd, since none of my friends ever emailed anyone. Stranger still, it was from someone calling themselves vengeance137732880gmail. com. This is weird, I thought, then opened the email:
Ur such a sweet nice girl with Ur perfect house and riding around in daddys Ferrari. 2 bad U dont no what hes really up 2 Roman hooked her black hair behind her ear and looked at me curiously. She must have seen the perplexed expression on my face. “What is it?” I handed the BlackBerry to her under the table. “Creep show,” she said, handing it back. “Who sends emails? And what does he mean by what your dad’s really up to?” “How do you know it’s a he?” I asked. “The ‘sweet nice girl’ part. A girl wouldn’t write that.” Roman was my best friend and really smart, but sometimes the stuff that came out of her mouth was off-the-charts bizarre. “Why not?” “She just wouldn’t.” “That makes no sense.” “Says you,” Roman replied with a dismissive shrug. “What should I do?” I nodded at the BlackBerry. “Write back,” Roman said. “And say what? Who are you, and why did you write this? If he wanted me to know who he was, he wouldn’t have used this creepy vengeance at gmail address.” “Say that you already know what your dad does and that you’re dealing with it, thank you very much.” “Good idea.” I thumbed in the message and pressed “Send”.
Roman looked past me. “Guess who just came in.” I turned to see Chris Clarke, the tall and broad-shoul-dered all-state tight end with a 3.9 GPA, signing on to a computer. When he saw me, he smiled and waved. I did the same. “He’s interested,” Roman whispered. “I know.” Chris and I had been exchanging looks and smiles for the past week. “You’d be such a perfect couple,” Roman said. “Has he said anything?” I shook my head. “So far it’s been all smiles and nods.” “Maybe he’s waiting for you to make the first move.” Before I could respond, my BlackBerry vibrated again. It was another message from vengeance I 37732880gmail.

Morton Rhue / Todd Strasser (New York, 5 mei 1950)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en journalist Christopher Morley werd geboren op 5 mei1890 in Haverford, Pennsylvania. Zie ook alle tags voor Christopher Morley op dit blog.

 

Two O’Clock

Night after night goes by: and clocks still chime
And stars are changing pattrns in the dark
And watches tick, and over-puissant Time
Benumbs the eager brain. The dogs that bark,
The trains that roar and rattle in the night,
The very cats that prowl, all quiet find
And leave the darkness empty, silent quite:
Sleep comes to chloroform the fretting mind.

So all things end: and what is left at last?
Some scribbled sonnets tossed upon the floor,
A memory of easy days gone past,
A run-down watch, a pipe, some clothes we wore-
And in the darkened room I lean to know
How her dreamless breath doth pause and flow.

 

Song In A Dentists Chair

All joys I bless, but I confess
There is one greatest thrill
What the dentist does when he stops the buzz
And puts away the drill.

His engine hums along my gums
its excavating drone,
I salivate and gurgling wait
Vibrating to the bone.

Oh will he save this tooth concave
Or will he now decide
To grind away some more decay?
He murmurs, Open wide.

So I must feel the burning steel,
The hot and fragile twinge
And mutely bide till he push aside
The bracket on its hinge.

But will he swerve toward that nerve?
I wonder, gagged, agape:
He sees me gulp and spares the pulp-
My God, a close escape!

The creosote is in my throat,
I weep against my will;
My nostrils itch, sensation which
I can’t relieve until
He stops the buzz and packs the fuzz
And puts away the drill.

I grant the bliss of love’s warm kiss
Or wealth, or fame, or skill:
These i esteem but yet I deem
There is one greater thrill-
When he stops the buzz, as at last he does,
And puts away the drill.

 

Christopher Morley (5 mei 1890 – 28 maart 1957)
Hier in het midden met collega schrijvers Fletcher Pratt (links) en Rex Stout (rechts) in 1944

 

De Franse dichter, schilder en criticus George Albert Aurier werd geboren op 5 mei 1865 in Châteauroux. Zie ook alle tags voor George Albert Aurier op dit blog.

Uit: Les Isolés, Vincent van Gogh 

« Et d’abord, en effet, comme tous ses illustres compatriotes, c’est un réaliste, un réaliste dans toute la force du terme. Ars est homo, additus naturæa dit le chancelier Bacon, et M. Émile Zola a défini le naturalisme « la nature vue à travers un tempérament ». Or, c’est cet homo additus c’est cet « à travers un tempérament », c’est ce moulage de l’objectif, toujours un, dans des subjectifs, toujours divers, qui compliquent 1a question, et suppriment la possibilité de tout irréfragable critérium des degrés de sincérité de l’artiste. Le critique en est donc fatalement réduit, pour cette détermination, à des inductions plus ou moins hypothétiques, mais toujours contestables. Néanmoins, j’estime que, dans le cas de Vincent Van Gogh, malgré la parfois déroutante étrangeté de ses œuvres, il est difficile, pour qui veut être impartial et pour qui sait regarder, de nier ou de contester la véracité naïve de son art, l’ingénuité de sa vision. Indépendamment, en effet, de cet indéfinissable parfum de bonne foi et de vraiment-vu qu’exhalent tous ses tableaux, le choix des sujets, le rapport constant des plus excessives notes, la conscience d’étude des caractères, la continuelle recherche du signe essentiel de chaque chose, mille significatifs détails nous affirment irrécusablement sa profonde et presqu’enfantine sincérité, son grand amour de la nature et du vrai – son vrai, à lui.
Il nous est donc permis, ceci admis, de légitimement induire des œuvres même de Vincent Van Gogh, à son tempérament d’homme, ou plutôt d’artiste — induction qu’il me serait possible, si je le voulais, de corroborer par des faits biographiques. Ce qui particularise son œuvre entière, c’est l’excès, l’excès en la force, l’excès en la nervosité, la violence en l’expression. Dans sa catégorique affirmation du caractère des choses, dans sa souvent téméraire simplification des formes, dans son insolence à fixer le soleil face à face, dans la fougue véhémente de son dessin et de sa couleur, jusque dans les moindres particularités de sa technique, se révèle un puissant, un mâle, un oseur, très souvent brutal et parfois ingénûment délicat. Et, de plus, cela se devine, aux outrances quasiment orgiaques de tout ce qu’il a peint, c’est un exalté, ennemi des sobriétés bourgeoises et des minuties, une sorte de géant ivre, plus apte à des remuements de montagnes qu’à manier des bibelots d’étagères, un cerveau en ébullition, déversant sa lave dans tous les ravins de l’art, irrésistiblement, un terrible et affolé génie, sublime souvent, grotesque quelquefois, toujours relevant presque de la pathologie. »

George Albert Aurier (5 mei 1865 – 5 oktober 1892)
Vincent van Gogh, Boomgaard omzoomd door cipressen, Arles, april 1888

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e mei ook mijn vorige blog van vandaag.